zondag 1 december 2019

De filosofie van de handwerker Joseph Dietzgen


Weblog Tijdelijk Anders Nummer 8
In deze ‘tijdelijke serie’ blogs presenteer ik twee oude artikelen en de boeken die ik schreef.
Hier het eerste boek, De dialectisch-materialistische filosofie van Joseph Dietzgen.





Joseph Dietzgen (1828-1888) was leerlooier en filosoof. Marx noemt hem op het Haagse congres van de Internationale in 1872 ‘onze filosoof’ en heeft eens gezegd dat Dietzgen een van de geniaalste arbeiders was.
    Dietzgen formuleert een omvattende filosofie: kennistheorie, ontologie en een sociale filosofie. Toen aan het begin van de 20e eeuw veel van de filosofische geschriften van Marx en Engels nog ongepubliceerd waren, ontstond in de arbeidersbeweging discussie of Dietzgens denken een filosofische basis voor het marxisme kon vormen.
      Over hem schreven onder meer Wladimir Iljitsch Lenin, en in Nederland Anton Pannekoek, Herman Gorter en Henriëtte Roland Holst.
    Friedrich Engels schreef : ‘Deze materialistische dialectiek, die sedert jaren ons (Marx’ en Engels’) beste instrument en ons scherpste wapen was, werd merkwaardigerwijs (…) onafhankelijk van ons en zelfs van Hegel, nog eens ontdekt door een Duitse arbeider, Joseph Dietzgen.’


Uit de inhoud van het boek

-  Leven en werk van Dietzgen

-  Moeilijkheden bij het beoordelen van Dietzgens filosofie

-  Feuerbach en Marx – De historische grondslag van Dietzgens denken

-  Dialectische ontologie als vrucht van kennistheoretische beschouwingen

-  Moraal en theologie als ideologisch vraagstuk

-  De betekenis van Marx’ economisch werk voor Dietzgens filosofie

-  Joseph Dietzgens politieke ideeën en het marxisme binnen de Duitse en Amerikaanse arbeidersbeweging

-  Dietzgen bij Nederlandse denkers


Later kwam ik vaker op Dietzgen terug, zoals in het boek over Feuerbach en de godsdienstkritiek uit 2010. Onder meer over wat Dietzgen vindt van beeldende taal in de propaganda. Hieronder een fragment uit dit boek.


Zeg de waarheid in homeopathische hoeveelheden

Beeldende taal en de vorm van de preek komen terug bij veel revolutionaire sprekers. De preek kan ook bewust als communicatiemiddel worden ingezet. De momenteel in de vergetelheid geraakte leerlooier en ‘arbeidersfilosoof’ Joseph Dietzgen ontwikkelt mede op basis van het werk van Feuerbach en Marx een dialectisch-monistische en materialistische visie. Om deze begrijpelijk te presenteren maakt hij bewust gebruik van de preek. Hij start in 1870 een artikelenserie onder de titel De religie van de sociaaldemocratie. Dit werk is opgebouwd in preken, zoals Dietzgen ze zelf noemt. Deze vorm spreekt het volk aan, de werkman is eraan gewend. De arbeider leest niet, hij luistert. De preek is een krachtige vorm van overdracht. De nieuwe revolutionaire leer – daarmee bedoelt Dietzgen de revolutionaire sociaaldemocratie – moet met preken worden uitgedragen.
      Dietzgen heeft veel waardering voor Marx’ Het kapitaal en schrijft als een der allereersten er een grondige recensie over. Maar hij zegt ook in een brief aan Marx in 1868: ‘Jouw leer is te sterk voor deze bekrompen wereld en moet daarom in homeopathische hoeveelheden worden uitgedragen.’ De waarheid is te complex om in één keer te vatten, en kan daarom maar beter in aansprekende deelwaarheden worden verbeeld.



De dialectisch-materialistische filosofie van Joseph Dietzgen
. Uitgeverij Kok Agora, Kampen 1993, ISBN 9039105634. Proefschrift. Het boek is te koop voor € 2,- plus verzendkosten.
Belangstelling? Mail naar jasperschaaf@gmail.com.