maandag 27 augustus 2018

Hoe het volk echt over de opvang van vluchtelingen denkt


Wat dacht je? Als je sommige media moet geloven denken de mensen massaal negatief over de opvang van vluchtelingen. Maar klopt dat wel?

Dit ligt veel genuanceerder dan wel wordt aangenomen. Mensen maken zich zorgen hoe dat moet, met al die mensen. Aangezien de aantallen echter meevallen, is daar een heel rationeel gesprek over mogelijk. Rationeel, dat wil niet zeggen dat de emoties niet meetellen, maar dat je je niet hoeft laten te leiden door impulsen alleen, en dat over de bezorgdheid die er is gesproken moet worden.

Het onderscheid tussen politieke en oorlogsvluchtelingen enerzijds en economische vluchtelingen anderzijds lijkt vaak goed bekend. Maar de schijn bedriegt. Mensen ontvluchten de armoede en werkloosheid, maar daarmee ook veel conflicthaarden.
      Of nog belangrijker, idee hebben van economisch vluchtelingen betekent niet dat het alleen maar gaat om de opvang in het hier en nu. En opvangen in de regio? Dat is pas vaag  als je er verder niets over zegt. Of dit blijkt een vluchtgedrag waarin alle risico’s op de vluchteling worden afgewenteld.
      Denk eens beter na over de economische mogelijkheden elders. Wanneer een flink deel van de productie, dus van productief werk, van Europa overgeplaatst zou worden naar Afrika, kan wellicht heel de economische én bevolkingsproblematiek in een ander, positiever en duurzamer daglicht komen te staan. Is dit een bizarre suggestie? Neen, kijk wat de Chinezen in Afrika doen, dat kan toch ook vanuit meer invalshoeken, zonder de Afrikanen uit te buiten?

De vakantie is weer ongeveer voorbij. Dan zal het politieke preken weer beginnen. Wat moet nu echt hardop of zelfs luidkeels worden gezegd? Datgene waar mensen door mediadruk iets anders lijken te verwachten dan wat reëel waar is en waar tegelijk het leven van veel mensen in het geding is. Zoals hoe er echt over politieke en oorlogsvluchtelingen wordt gedacht. Wat dacht je hoe dit zit?
    Het CBS stelde (zie Volkskrant 27 maart jl.) dat 77% van de Nederlanders vindt dat deze vluchtelingen in Nederland onderdak moeten krijgen.
      77% is heel veel, een groot draagvlak. Hoeveel lastige politieke kwesties zijn er waar 77% (ongeveer) gelijk over denkt? Waarschijnlijk is dat vergelijkbaar met alle zaken die spelen rondom de (ouderen)zorg en het onderwijs. Het lijkt erop dat veel mensen dit soort vragen – de sociale ‘softe’ thema’s (?) – juist belangrijk vinden.

Laat je niet verleiden door een vals beeld. Veel mensen willen een sociaal beleid. Meer dan vaak wordt gesuggereerd. Als vluchtelingen welkom zijn moet de schroom worden overwonnen dat hardop te zeggen. En de echt lastige kwesties worden onderscheiden van de goed oplosbare. Om op beide soorten vragen adequaat te kunnen reageren.









vrijdag 24 augustus 2018

Vrij, vrijer, vrijst


De vrijheid is maar een vreemd ding. Eeuwig en oneindig, maar als er om vrijheid gestreden wordt blijkt het altijd weer om concrete vrijheden en onvrijheden te gaan. Grenzen bepalen, beperkingen overwinnen, onrecht of bepaalde meningen verafschuwen of juist niet, al dat soort dingen.
    Toch is de vrijheid geen ding, maar een verhouding tot iets, tot heel veel. Daarom zal de vrijheid altijd bevochten worden en nooit perfect bereikt.
      Wel kun je een heel eind komen. Wat de wereld aan vrijheden al heeft opgeleverd is ongeveer even rijk én soms problematisch, als alle beperkingen, onvrijheden en ideologisch en fysiek geweld.
    De vrijheid is aldus altijd in het geding, wel soms explicieter dan een andere keer, en hoeveel definities van de vrijheid er ook bestaan – goede en domme – er hangt vaak een sfeer van verwarring en misleiding om de vrijheid heen.

Een verhouding dus. Nooit klaar, want datgene waartoe de vrijheid zich verhoudt is evenzeer in beweging. Vrijheid van meningsuiting? Jawel, tot iets gezegd wordt dat mogelijk niet deugt. Zoals iets dat geweld en doodslag oplevert, een effect heeft dat veel groter is dan het fijne gevoel dat je je nu eens echt kunt uitspreken.
    Gelukkig blijft ook dat een momentopname van de verhouding van vrij en onvrij. Wat vandaag niet kan, kan morgen wel. Of anders, wat nu kan, kan soms met reden morgen niet meer.
    Dit is nog abstract natuurlijk, vul het allemaal maar in. Keuzevrijheid? Jawel, maar de uitleg past bij wat nu mogelijk is en voorzien wordt, en dat raakt maar ten dele de werkelijke toekomst waarop de vrijheid zich wil oriënteren.

Vrijheid heeft geen begin en geen eindpunt. Dat wordt ook duidelijk als je ziet hoe concreet vrijheden en onvrijheden gevoeld worden, reëel worden of juist weer worden opgeheven. Misschien niet eens zozeer opgeheven door een verbod, maar als relevant punt. Vrijheid waar niet voor gevochten hoeft te worden is een vrijheid van niets. Daar praat men allang niet meer over. Soms blijkt dat dan weer te weinig.

Geen begin en eindpunt. Concreet en oneindig hebben een verband. Zo is het ook in de geschiedenis. Pas las ik het boek over De Wadden van Mathijs Deen, over het gebied dat voor mij een heel concrete vrijheid betekent.
    In dat boek veel geschiedenis, glashelder en boeiend gepresenteerd. Alsof je erbij bent. Ook de geschiedenis blijkt hier – zo als altijd – om vrijheid te draaien.
    Deen beschrijft onder meer hoe de Waddeneilanden aan het begin van de 20e eeuw met toerisme te maken krijgen. (Zie pag. 305-306) En dan: ‘Schiermonnikoog was de eerste waddengemeenschap die deze breuk met het vrije, afgezonderde verleden te verwerken kreeg. Dat bracht geld en beweging, maar ook onvrede. Soms drong er iets van dat verdriet door tussen de verder positief gestemde berichtgeving in de kranten.’

Het citaat zegt heel veel. Een lokale situering, een klein moment uit de geschiedenis. Maar altijd levert verandering nieuwe vrijheden op, hier ook verbonden aan een toenemende welvaart. Deze vrijheid kent echter ook een prijs, hier het verlies aan rust en de noodzaak het idee los te laten dat niemand zich met je bemoeit. Nieuwe dimensies van vrij en afhankelijk zijn van je fysieke en maatschappelijke omgeving. Oude feiten komen in een nieuw perspectief te staan. Daarbij vooral: meestal is er geen weg terug, bestaat vrijheid dus ook in een zekere dwang of afhankelijkheid.

Over dit voorbeeld valt veel te zeggen, het heeft universele trekken. Vrijheid, nieuwe verantwoordelijkheden en bepalingen, ze gaan ook samen met verlies. Immers, totale vrijheid is te groot en bestaat dus niet, ondanks dat er mensen zijn die daarnaar hunkeren.

Op de volgende boot naar Schiermonnikoog zal ik hier nog eens over nadenken. De boot die op tijd vaart, dus vastligt in de orde van de dienstregeling. Die ons brengt naar een klein, maar schier oneindig eiland. Een plek waarop de drukte van belang veel groter is dan honderd jaar geleden en je toch, als de meeste badgasten weer weg zijn, eindeloos kunt lopen zonder iemand tegen te komen.
    Dit plaatje, dit opgeroepen beeld, is echt niet zo anders dan al die politieke discussies waarin te pas en te onpas de term vrijheid wordt gemanipuleerd. Wiens vrijheid wordt groter, wiens vrijheid staat onder druk? Vrijheid is algemeen en tegelijk heel concreet gebonden. Vrijheid is meer dan een relatie, het is een heel netwerk van veel relaties, met anderen en met de natuur, ook ver buiten de deur.
      Denk daar maar even aan, wanneer je de vrijheid inbrengt in het gesprek of het debat.




Boek: Mathijs Deen, De Wadden, Een geschiedenis, Uitgeverij Thomas Rap, 9e druk, Amsterdam 2015.






















zondag 19 augustus 2018

Klimaatalarmisme en sussende woorden


Al heeft het veel te lang geduurd, het klimaat is eindelijk een groot politiek en maatschappelijk thema geworden. En veel meer dan dat natuurlijk, want een echt thema was het al lang, maar veel te vaak vooral slechts voer voor specialisten en activisten versus een onwillig luisterend oor.

Maar de klimaatproblemen hebben grenzen overschreden, ze zijn zichtbaar geworden. Politiek hardhorende politici kunnen er niet meer omheen, opiniebladen, tv en sociale media ook niet.
    En de mooie hete zomer. Wie niets van politiek wil weten merkt wel de warmte. Dat doet je wat. En de andere verschijnselen, stijgende zeespiegels, enorme afvalproblemen, plastic soep, uitstervende diersoorten en bijvoorbeeld enorme vervuiling door de bewapening en een stuk vreedzamer maar net zo ernstig de CO2-uitstoot door het vele vakantievliegverkeer. Enzovoorts.

In de media wordt nu alarm geslagen op vele manieren. Beter laat dan ooit? Of is het te laat? Alarm!
    Maar daar kan een volk niet mee leven. Een probleem dat te groot is om goed te begrijpen leidt tot cynisme en zeker tot wegkijken. Dan schiet het alarm nog niet op, leidt het niet tot actie, maar tot angst of egoïstische brutaliteit. Waarop kranten dan weer schrijven dat ondanks de hete zomer en de problemen je jezelf geen schuldgevoel hoeft aan te praten. Dan eindigt een reeks van reacties aldus in sussende woorden.
    Ja, dan loopt de politiek inderdaad vast, wat feitelijk eindigt in verdere verdieping van de klimaatproblemen én scheidslijnen tussen arm en rijk, tussen arme en rijke landen of tot oorlogen om de verdeling van de nog beschikbare ruimte, grondstoffen en dergelijke. De macht die wegkijkt, al probeert men dat met nieuwe mooie woorden te verdoezelen.

De werkelijke oplossingen zijn veel genuanceerder, maar soms ook hard, want de nodige diepgaande maatregelen moeten wél uitgevoerd worden. Schuldgevoel dat tot verlamming leidt en waarmee je anderen als schuldigen kunt aanwijzen heeft geen zin. En wanneer de schuld louter leidt tot individuele acties, die hoe belangrijk misschien op zich ook, nog weinig oplossen, kun je inderdaad je afvragen of problemen en acties hier zich wel passend tot elkaar verhouden.

Het probleem is voor het grootste deel politiek. Als voor mensen, betrokken burgers, een vraagstuk te groot is om te behappen, moet een overheid en de politiek volledig de verantwoordelijkheid nemen. Door het vraagstuk in totaliteit te analyseren en met oplossingen te komen, en door vervolgens delen van die oplossingen begrijpelijk te presenteren en uit te werken, zodat de bevolking op dat niveau daar wél grondig bij wordt betrokken.

Niet elkaar de vliegen afvangen maar oplossingen bieden, geen te moeilijke vragen zoals waar precies alle windmolens moeten staan ‘Hupsakee’ op het bordje van de burger gooien, maar doordachte stevige ideeën en uitwerkingen aanbieden. Ook waar nodig impopulaire maatregelen durven voor te stellen en uit te voeren. Daarbij grondig sociaal verantwoorden wat er nodig is.

De politiek moet staan voor de grote vragen die zich aandienen. Ook erkennen dat er dreigt dat weer de armen elders met de door het Westers kapitalisme veroorzaakte klimaatproblemen worden opgezadeld, ook erkennen dat de ongelijkheid bij fout beleid alleen maar toeneemt, vooral daarom een sociale politiek verbinden aan een klimaat- en vredespolitiek. Dat laatste onder meer om het afschuiven van de verantwoordelijkheid tussen landen en volkeren te vermijden.
    Geen sussende woorden, geen verantwoordelijkheid afschuiven. Wanneer grote problemen zo groot worden dat niemand ze individueel kan oplossen, moet de politiek tijdig doen wat nodig en (nog) mogelijk is. Dat sluit acties en initiatieven vanuit de basis geenszins uit, in tegendeel.

Schuldig of niet, de integrale vragen vereisen naast deeloplossingen vérstrekkende maatregelen. Partijen moeten deze voorstellen en hierop worden uitgedaagd. Niets doen is geen optie, weinig doen bij grote vragen ook niet.
      Schuldvragen mogen niet leiden tot verlamming, wat echter maar al te vaak nog wel het geval is. Dat kun je voorzien, dus daar kun je op inspelen.