zondag 26 november 2017

Een stille woudvijver (over nakakelen)


Op zondag de krant van zaterdag lezen confronteert je met het feit dat wat vóór woensdag gebeurde, donderdag met commentaar rondgetwitterd wordt, vrijdag op tv komt en dan zaterdag nog eens met ongeveer dezelfde inhoud breeduit in de krant staat. Op de rustdag denk je dan, wat een moeite gedaan nog een duit in het zakje te doen. Allemaal dezelfde meningen? En over een paar dagen is alles weer vergeten? Nu een stelletje Woudfriezen een demonstratie verhinderd hebben schijnt de Randstad weg te drijven van het platteland. Nooit geweten dat ze daar dreven. Dat er overal mensen zijn die heel emotioneel reageren, dus heetgebakerd zijn terwijl ze zichzelf bij uitstek nuchter noemen is toch al lang bekend? Tal van kloven worden nu ontwaard. Maar voor je het weet concludeer je in alle mediageweld dat deze daadwerkelijk bestaan of juist helemaal niet, terwijl je helemaal vergeet dat de echte kloof misschien totaal over het hoofd wordt gezien. Zoals die bestaat in ‘je niet serieus genomen’ voelen. Dat duidt op een kloof en daarin stemmen de voor- en tegenstanders van Zwarte Piet volledig overeen. De media hadden immers de discussie willen stopzetten? Was dat nu rationeel of emotioneel? Of levert dit debat voor hen te weinig op en lopen er zelfs abonnees weg?

Hoe het zij, dit is een van de vele voorbeelden van discussies waarin men meningen vrolijk nakakelt. Het lijkt wel Pasen in plaats van Sinterklaas. Mijn ei hoort erbij.
    Het mooie boeddhistische boek ‘Een stille woudvijver’ wijst op het gevaar van imitatie en beveelt aan: ‘Imiteer niet!’ Mensen hebben de neiging hun voorbeelden te imiteren: ‘Ze worden kopieën, afdrukken, reproducties.’
    Daarbij wordt een symbolisch verhaal vertelt van een oefenmeester die mank loopt en rijpaarden traint, die echter naar het voorbeeld ook gaan hinken.
    Het boek beveelt bovendien leraren aan bewust te zijn van het feit dat ze als voorbeeld dienen, dat mogelijk wordt nageaapt. Dat kan de Zwarte Pietendiscussie helpen. Eerst bezinnen voor je je nuchterheid afwerpt en met de wolven mee wilt huilen in het bos.

Zolang er nog één kind wordt gepest om zijn huidskleur lijkt het mij verstandig als tegengif inderdaad een wat vrolijker, veelkleuriger presentatie te zoeken voor die hulpjes van de Sint.
En trouwens ook het woord ‘knecht’ erbij dan maar niet meer te noemen.
    Immers, het voorbeeld telt. Soms is één ervan al voldoende.




Boek: Jack Kornfield en Paul Breiter (red.), Een stille woudvijver, De inzichtmeditatie van Ajahn Chah, Uitgeverij Asoka, Nieuwerkerk aan de IJssel 2000, p. 82.














maandag 20 november 2017

Kernenergie: een onvermijdelijke kwestie


Een moeilijke vraag moet je ook durven te stellen. Zoals dat het innemen van een standpunt over kernenergie momenteel een echt dilemma laat zien. Een dilemma is een probleem van een botsing van twee waarheden, of soepeler gezegd, van twee mogelijkheden waar in vergelijkbare mate iets voor en tegen te zeggen is.
    De vraag of je momenteel voor of tegen de invoering (of afschaffing) van kernenergie moet zijn, is zo’n dilemma. Inderdaad ‘momenteel’, de conclusie kan anders worden dan voorheen of in de toekomst.
    Een echt dilemma? Dan moeten juist de actief betrokkenen op dit veld van vragen tot een duidelijke keuze komen!

De ene kant van het tweesnijdend zwaard is het activistisch standpunt tegen kernenergie. Kernenergie is gevaarlijk, er is een groot afvalprobleem, er is een link met oorlog en vrede door de kernwapens, en het is niet nodig als er betere alternatieven zijn. Dit is allemaal zo of er bestaat een risico dat het zo wordt, waarbij je uit voorzorg de veilige kant moet kiezen.
    Dit standpunt is zeker actueel. Zeer recent was er bijvoorbeeld vlak over de Groninger grens een lek in het koelwatersysteem van de Emslandcentrale. Terecht stelt de SP hier kritische vragen over, omdat de bevolking in deze omgeving niet helder wordt ingelicht. Deze centrale kent een hele geschiedenis van incidenten. Redenen genoeg om kritisch te blijven over kernenergie.

De andere kant van het duivelse dilemma kent ook relevante argumenten. De voorgenomen maatregelen tegen de opwarming van het klimaat zijn nog zeer onvoldoende. Allerlei belangengroepen, denk bijvoorbeeld aan directies van vliegvelden (etc.), traineren de benodigde maatregelen. En eigenlijk zijn die maatregelen nog niet eens goed in beeld, zo lijkt het. Intussen is er sprake van dat de opwarming deze eeuw wel met drie graden kan oplopen, dus veel meer dan men zegt te willen, de zogeheten klimaatdoelstellingen. Voor de natuur, voor de aarde, voor de maatschappij, op talloze terreinen levert zo’n opwarming enorme problemen en rampen op. Ook nieuwe oorlogen en grensconflicten liggen op de loer.
    Kernenergie zou een overbruggings-energiebron kunnen zijn. Want wat zijn de voordelen ervan? Geen CO2-uitstoot, veiliger centrales dan vroeger, mogelijk van meet af aan zorgvuldig om te gaan met het kernafval. Het zou de opwarming kunnen temperen. En mocht de mensheid ooit zonne-energie goed gebruiken en alle verspillingen verboden en te vermijden zijn, dan kunnen die centrales wel weer dicht.
    Kortom kernenergie lijkt een goede, misschien zelfs haalbare oplossing voor de korte termijn, met enig risico, maar lang niet zo’n groot gevaar als niets doen of veel te traag wat doen.

Dit zijn natuurlijk niet alle argumenten. Maar er is wel een duidelijk dilemma. Werkelijk grondig op korte termijn alle benodigde maatregelen treffen om de opwarming tegen te gaan vergt veel energiekere collectieve ingrepen dan nu gebeurt.
      Eerder schreef ik in deze blog over het voorzorgprincipe. Wat is hier nu de juiste voorzorg? En op welke termijn moet die effectief zijn? Natuurlijk kun je ook het ene doen en het andere niet laten. En vooral de wegkijkers in politiek, bedrijfsleven en onder de bevolking helder aanspreken.

Er zal echter hoe dan ook harder en stelliger gediscussieerd moeten worden over de toekomst. Een echt dilemma over belangrijke vragen dwingt oplossingen af. Ook oplossingen die waarschijnlijk veel minder ideaal zijn dan je je voor kunt stellen. Soms zijn dingen nodig die je liever niet hebt.
    Overigens hoeft hier niet noodzakelijk de conclusie te zijn dat je nu wel voor kernenergie bent. Het kan ook de harde stok achter de deur zijn die opzweept nu echt te doen wat nodig is, hoe impopulair sommige maatregelen ook kunnen zijn.
    Een echt dilemma vraagt om een echte conclusie, maar het kan heel goed een heel andere en slimmere zijn dan je vooraf dacht. Anders was het nauwelijks een dilemma.









maandag 13 november 2017

De angst in Irak, Nederland en Spinoza’s Theologisch-politiek Traktaat



‘Als de mensen in staat waren al hun zaken volgens een vast plan te regelen of als hun lot hun altijd goed gezind was, zou het bijgeloof geen vat op hen hebben.’  –  Spinoza



De oorzaken? Van het ontstaan van Islamitische Staat? De keer op keer gestelde vraag leidt vaak naar het antwoord dat uitzichtloze omstandigheden ertoe bijdroegen dat jongeren vertrokken naar Syrië, geradicaliseerd. Opgepikt door demagogen die er een organisatie van maakten.
    En van het populisme? Deze ook vaak gestelde vraag leidt in feite tot hetzelfde antwoord. Het ‘Ze pakken onze banen af’ betekent gewoon ook een gebrekkig perspectief, uitzichtloosheid. Opgepikt door demagogen die er een organisatie van maakten.
    De twee ogenschijnlijk totaal uiteenlopende situaties, het Midden-Oosten en Europa + de Kaukasus, voorzien in vergelijkbare posities voor mensen en volkeren, jongeren en ouderen.
      Het ene spiegelt zich aan het andere.

Een overkoepelende aandacht voor de angst en aanvallen op de schijnbaar ooit zo vertrouwde identiteit van velen, vind je bij Benedictus de Spinoza. Lees niet alleen zijn ‘Ethica’, lees ook zijn heel actuele ‘Theologisch-politiek Traktaat’, uit 1670.
    De allereerste regel in de ‘Voorrede’ zegt het al: ‘Als de mensen in staat waren al hun zaken volgens een vast plan te regelen of als hun lot hun altijd goed gezind was, zou het bijgeloof geen vat op hen hebben.’
    Vat op het eigen leven? Maar dat was in Spinoza’s tijd vaak niet zo, en nu niet. Door verlies aan identiteit en grip, door gebrek aan gerespecteerd worden, door al die onzekere situaties die daardoor weer ontstaan, nemen mensen hun toevlucht tot wat Spinoza ziet als irrationele opvattingen en praktijken. Het is niet het atheïsme, het christendom, de islam of het boeddhisme, het is een bepaalde manier van omgaan ermee, ontstaan uit angst.

Is er ook een schuldvraag van belang? Bij de middeleeuwse kruistochten weet je het wel. Het waren de christelijke en islamitische helden die de andere niet respecteerden, onderweg tal van personen en groepen vermoordden en bovendien zich ‘en passant’ verrijkten.
    Nu zijn er ook kruistochten. Het begin? Rusland valt Afghanistan binnen, Al Qaida valt New York aan, de grote president van de Verenigde Staten vernietigt de structuur van Irak en zet de soennieten voor schut. Doden en martelaars volop. Inderdaad is het zo met de waardigheid, het respect en de grip op het leven wel gedaan. Oorzaken en spiralen van het verder veroorzaken. De wereld in brand gezet door machtige mensen die vooral niet voor het Internationaal Strafhof komen.

Enig begrip mag er zijn. Betrek de strijders weer bij de samenleving, bevestig hun identiteit voor zover die past in de samenleving, geef hen respect en vooral ook werk. Stop niet alle ‘kleintjes’ in de cel zolang de ‘groten’ vrij loslopen.

Over de oorzaken kun je concreet zijn, maar de algemene visie van Spinoza spreekt ook boekdelen: ‘Want zolang de menselijke geest in twijfel verkeert, slaat hij bij het minste of geringste naar deze of gene zijde door, vooral wanneer hij opgejaagd door hoop en vrees aarzelt; in andere omstandigheden is hij weer vol overmoed, pochend en opgeblazen.’





Bron: Benedictus de Spinoza, Theologisch-politiek Traktaat, Vertaling door F. Akkerman, Wereldbibliotheek, Amsterdam 1997, p. 82.















maandag 6 november 2017

Een verkeerde ethiek voor de dode mammoet


Geen mammoet wil alleen zijn. De mammoet is een kuddedier. Als hij alleen is, is hij uitgesloten van zijn normale gedrag.
    Leuk dit te zeggen van een dier dat niet eens bestaat?

Maar dat kan veranderen. Al een poosje geleden woonde ik een lezing bij over mammoeten, met name de resten ervan die men tegenwoordig in Siberië met regelmaat vindt. De oorzaak is vooral de opwarming, waardoor de permafrost smelt. Daar worden hele mammoeten en onderdelen gevonden, van jonge en volwassen exemplaren.
    En gaat de mammoet weer bestaan? Bij de nieuwe vondsten vindt men meer als vroeger niet alleen de uitgeteerde botten, maar ook merg, darmen en maaginhoud. Kortom, er wordt veel meer gevonden en met de moderne en toekomstige DNA-technieken kan wellicht de mammoet tot leven worden gewekt.
    Nog even een slotvraag van die lezing. ‘Moeten mammoeten tot leven worden gewekt?’ Het antwoord luidde ongeveer: ‘Neen, er is geen passend leefgebied en het zijn kuddedieren. De goede levensvoorwaarden voor dit dier zijn er niet meer, dan moet je er ook niet aan beginnen.’

Hiermee komt een belangrijke ethische vraag aan de orde. Als iets technisch kan met de huidige en toekomstige DNA-technieken, wanneer is dat dan acceptabel of zelfs wenselijk? Aangezien deze vraag tal van levensterreinen en heel het leven kan raken, vraagt dit natuurlijk om een veel meer omvattende en geconcretiseerde ethiek. Maar laten we ons even voor het hier en nu beperken tot de nog niet levende wolharige mammoet. Heeft die slechts een historische status of juist een wenkende toekomst?

In een bijlage van De Volkskrant van 28 oktober jl. stond een artikel over het weer tot leven wekken van de uitgestorven of, beter gezegd, door de mens uitgeroeide trekduif. ‘Eigen schuld, dikke bult’, kun je dan zeggen. Had het dier liever met rust gelaten. En passant werd in het interview ook nog even gevraagd of de wolharige mammoet dan ook al in beeld is voor de wederopstanding.
      Antwoord: ‘Het komt er zeker een keer van. Er zit een hoop druk achter dat project. Dit is de meest tot de verbeelding sprekende soort.’

Nou ja, denk ik dan, een ook al overleden mens spreekt kennelijk minder aan dan een mammoet. Maar serieus, het is ethisch bezien een absurd antwoord. Als het groot is en tot de verbeelding spreekt, is dat een voldoende argument een dier tot leven te wekken? En de druk erachter, is die gewoon commercieel?
    Ethisch bezien moet je je eerder afvragen, als je er al aan begint, wat je tot leven wekt. Worden dit gelukkige dieren? Je kunt je voorstellen dat een kuddedier pas echt leeft en zich gaat voortplanten als er voor hem een passende leefomgeving bestaat. Wilde natuur. Dus de ongerepte steppe, met bijbehorende vegetatie en andere dieren.
      Hoe groot moet dat leefgebied worden voor de mammoet? De grootte van een sportcomplex of van heel Noord-Nederland? Het eerste is veel te klein, het tweede absoluut onhaalbaar. Er wordt dan gemakshalve soms naar Siberië verwezen, maar hoe zit het daar met de toekomst van de steppe en de smeltende permafrost? De steppe met een muur er omheen? En hebben de mensen die daar wonen er ook nog wat over te vertellen, of gunnen we de Russen en inheemse volken die inspraak niet?

De ethiek van de mammoet. Kan een nieuwe mammoet ‘gelukkig’ leven? Wat zijn de voorwaarden hiervoor? En waarom stel je zo’n vraag juist bij dit dier? In ieder geval is een louter commercieel of ‘spectaculair’ criterium totaal onvoldoende en onlogisch. Een gemis aan ethiek voor dier en mens.
    Het is als zo vaak. De techniek loopt voorop. Nadenken en een ethiek hobbelen er achteraan. De filosoof Georg Hegel zei het al en de krant speelt het spelletje wel mee.
    Wanneer wordt de maatschappij volwassen en geldt de oude eis weer van ‘Bezint eer ge begint?

















donderdag 2 november 2017

Hoe zit het met de nationale ‘belijdenis’ van een socialistisch programma?


‘Inderdaad staat de internationale belijdenis van het socialistisch programma nog oneindig diep beneden die van de vrijhandelspartij.’

Karl Marx


Bij het verschijnen van mijn laatste boek ‘Het speelveld van de vrijheid’  heb ik gezegd dat dit, samen met enkele essays, een voorzet is voor een uitgebreider werk over het thema vrijheid en macht. Op mijn website www.jasperschaaf.nl is hierover meer te lezen. Genoemde datum van verschijnen is 2018.
    Inmiddels is de opzet wat veranderd. In principe hetzelfde thema, maar dan niet zozeer een uitbreiding en verdieping van staatsfilosofen, maar een uitwerking die gericht is op de praktische politiek. Het nieuwe thema wordt voor een groot deel bepaald door de machtsvraag: hoe kunnen socialistische en progressieve bewegingen duurzaam meer invloed uitoefenen? Dat brengt de analyse vooral ook op de vraag naar samenbundeling van krachten.
    Het klinkt wat zwaar en is een oud thema. Zie het motto hierboven. Marx vond al dat het socialistisch programma te zwak werd uitgedragen door de arbeidersbeweging. En het slotmotto van ‘Het communistisch manifest’  riep ook al op tot eenheid van de arbeiders. Dat is zo actueel als wat. En ook zo lastig als toen.
    Het thema is wat veranderd, maar 2018 is nog altijd in beeld. Het boek wordt niet zo omvangrijk als eerder bedoeld. Er zijn vrij korte apart leesbare hoofdstukken in de maak.


Als kleine impressie een kort stukje (nog ongecorrigeerde) concepttekst uit hoofdstuk 15 Kunnen linkse mensen eigenlijk wel samenwerken?

------ Dit boek is hopeloos naïef. Ieder actief en dan samenwerken? Nooit kwam in Nederland een stevige, langdurige samenwerking tussen uiteenlopende socialistische en maatschappijkritische groepen en partijen echt van de grond. Nu opeens wel met behulp van een dun boekje? Dat kan niet.
      Als ik iemand vertel wat ik bezig ben te schrijven is dát ook direct de eerste reactie. Soms met een opsomming erbij van wie en wat er in de politiek allemaal niet deugt. Voorbeelden te over, uit de parlementaire politiek en het randgebeuren. Voorbeelden van ver weg, zoals Den Haag, en van dichtbij, de onbetrouwbaarheid heeft men zelf meegemaakt. Moet ‘ik’ met die lapzwansen samenwerken? De term verrader valt nog net niet. En weet je nog wat ze toen geflikt hebben ...? Ik ben niet voor niets van partij veranderd. Of noem je dat soms socialisten …? Vul het verder maar in.
    Zo kun je je langdurig met onderling getwist bezighouden en wat blijft er dan van de strijd over, waar resulteert dat in?
    Het kan dus niet. De consequentie is dat de gemarginaliseerde politiek van links voor een groot deel gewoon blijft bestaan. Partijen en groepen blijven vanuit hun eigen min of meer heldere gelijk redeneren en hebben gerust wel wat politieke invloed. Een beetje gewicht in de schaal, maar in de kern blijft veel van het sociaaleconomische stelsel vrijwel onaangetast. Liberalen doen dat slimmer, daar wijst Marx al op: ‘Inderdaad staat de internationale belijdenis van het programma nog oneindig diep beneden die van de vrijhandelspartij.’ Het socialistisch programma kan niet tippen aan de eenheid in de koers van het kapitaal.
      Kapitalisten concurreren elkaar de tent uit, maar vormen politiek vaak een duidelijke eenheid. Zie hun op internationale schaal bestaande eensgezindheid van de huidige neoliberale koers. Een beetje bijspijkeren mag gerust, want de koers blijft toch onaangetast. Marx is in ‘Kritiek op het programma van Gotha’  en ‘Loon, prijs en winst’  hard in zijn kritiek op de arbeidersbeweging, misschien ook uit teleurstelling. Hij uit dit openlijk, terwijl hij heel goed beseft dat hij zelf deel uitmaakt van de leiding. ------


Als impressie ook de titels van een paar geplande hoofdstukken. Zoals het nu lijkt komen er 18 hoofdstukken in. Enkele titels ervan:
1     De stelling ‘Een betere en socialere samenleving is mogelijk.’  Logisch toch?
2     Aristoteles en de actualiteit
4     Klimaat, evolutie en maatschappijvisie
7     Hegel, Feuerbach, Marx, de maatschappelijke vervreemding en het klimaat
8     Een kanttekening bij Marx’ werk en Marx-interpretaties
       De twee historische pijlers voor een structureel socialer perspectief
10   Geschiedenis, democratie, Rosa Luxemburg en de actualiteit
       De drie politieke pijlers van een strijdbare democratische socialistische partij
11    De neutrale mens, zijn wereld en de vervreemding
14    Het speelveld van de vrijheid en het proletariaat van nu
       Verspilde macht, ofwel Een dubbel appèl om mee te doen
16    Het vanzelfsprekende opheffen – Inzet, macht, structuur, Machiavelli en Spinoza


Het is nog even wachten dus en als er vragen over zijn, stuur een mail. En zeker in 2018 hoor je er meer over.



Bron van het citaat van Marx: Karl Marx, Kritik des Gothaer Programms, in Marx Engels Werke, deel 19, Berlin 1976, p. 24.

Informatie over mijn boeken, zie de website www.jasperschaaf.nl