maandag 22 december 2014

Pimpelmees – Je weet niet wat je niet ziet


Naar buiten kijken, grijze boel. Wat langer kijken, valt het weer mee, want daar is de pimpelmees. Ze zitten hier genoeg. Prachtige kleurige vogel. Zie maar.
    Er zijn mensen die niet weten hoe een pimpelmees er uitziet. Zo’n klein ding, is daar wat aan te zien? Een reden misschien om nog eens goed te kijken.
    Alle pimpels lijken op elkaar. Je ziet niet of het een dame of een heer is. Dan weet je echter nog niet wat je niet ziet. Het informatieve boek van Tim Birkhead, De zintuigen van vogels, deelt mee dat pimpelmezen ultraviolet licht kunnen waarnemen. Het vrouwtje ziet heel goed wat een mannetje is. Ze verschillen wel degelijk. Dat had ik er nog nooit aan gezien.
    Hetzelfde boek heeft ook nog een ondertitel, Hoe voelt het om een vogel te zijn? Geen idee hoe de door mij bekeken pimpels zich voelen. Al is ook dat niet helemaal waar. Ze zijn altijd aanwezig, zo gauw de pinda’s in de tuin hangen. Zij weten wat ze zien en lijken zich hier op hun gemak te voelen. Met die pinda’s voelen ze zich wel gezien, lijkt me. Overigens gaat Birkhead een stuk subtieler in op de verrassende zintuigen van vogels.
    Ongetwijfeld zien de pimpels nog veel meer onvermoeds. Dat kun je ook leren van zijn neefje de koolmees. Recent onderzoek wijst uit dat koolmezen zich conformeren aan gedrag van soortgenoten en er aldus sociale normen en tradities ontstaan die tijdsbestendig zijn (De Volkskrant, 4 december 2014). Bij het ontstaan van voorkeuren blijkt dan kleurdominantie van de groep een rol te spelen. Je moet er maar opkomen. Maar is het zo vreemd, doen mensen zo anders?
    Zo zetten de pimpelmezen aan het denken, zodat we hopen op een bont 2015.




Boek: Tim Birkhead, De zintuigen van vogels, Hoe voelt het om een vogel te zijn? Uitgeverij De Bezige Bij, Amsterdam 2013, ISBN 9789023477242


De foto is ontleend aan internet. Een pimpelmees uit mijn tuin zal die nog een keer vervangen.













zondag 21 december 2014

Van ‘over de schutting’ naar ‘na ons de zondvloed’


Al weer vrij lang geleden schreef ik: Het hele welzijnsbeleid van de regering lijkt op het over de schutting gooien van verantwoordelijkheden. De jeugdzorg met de nieuwe Jeugdwet, overheveling van AWBZ-taken en de Participatiewet: de gemeenten ‘mogen’ het allemaal gaan doen, maar wel met jaarlijks totaal zo’n 2,5 miljard minder. Daar staat dan zogenaamd een investering van 50 miljoen tegenover.
    Inmiddels is het bijna 2015. Alles zou op orde moeten zijn. Terecht bestaat hier gerede twijfel over. Hoogleraar Jeugdbescherming Ido Weijers schrijft in het net verschenen winternummer van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken dat de decentralisatie van de jeugdzorg zal leiden tot een ‘ongelofelijke verspilling en bureaucratie.’

Naarmate 2015 naderde kwam in de discussie steeds meer nadruk op het tijdsaspect. En juist hier weet Staatssecretaris Martin van Rijn wel raad mee. Zijn mantra is dat het ‘wel goed’ komt. Rechtspraak over het behoud van de thuiszorg waarin de grote kans op het verlies van het recht op diezelfde thuiszorg procedureel wordt fijngesteld, juicht hij toe. Je kunt er verbaasd over zijn, want deze rechtsgang richtte zich op het eerste gezicht juist tegen zijn beleid. Toch is het precies wat hij wil, de zorg en alle procedures erbij moeten nu op lokaal niveau worden uitgevochten.

Van Rijn is een slimme maar technocratische ambtenaar met nu een openlijk politieke rol. Hij weet dat onder druk ‘alles vloeibaar’ wordt. Althans kan worden. Hij geeft geen krimp en stelt dat elke discussie nu precies de bedoeling is.
      De druk ligt bij de gemeenten. Gemeentebesturen en hun ambtenaren voelen zich verantwoordelijk en werken zich te pletter. Hetzelfde gebeurt of gaat gebeuren door de instellingen en werkers in sociale wijkteams en dergelijke. En dan nog door familie en ‘vrijwilligers’ die onverwachte taken toebedeeld krijgen.

Dus onder druk wordt alles vloeibaar. Na alle gesputter volgt toch nog een succes? Neen, dat ligt toch anders.
      Ongetwijfeld worden diverse experimenteel beproefde nieuwe en goede methoden gebruikt. Dat is op zich heel wenselijk en begrijpelijk. Maar het zijn wel de werkers, de vrijwilligers, buurtgenoten en familie die alle zorg en welzijn moeten realiseren. Die zullen door de bezuinigingsopdracht op grenzen stuiten.
      Ook nieuwe methodes van zorg en welzijn moeten vaak in één-op-één-situaties worden uitgevoerd. En dat niet als start en experiment, maar in een jarenlange dagelijkse zorg. Dat kost moeite, daarin ontstaan nieuwe afbreukrisico’s, dat moet je maar vol zien te houden. Per saldo is te voorzien dat er meer ‘mankracht’ nodig is dan de WMO en zorgbudgetten toestaan.

Van Rijn gelooft in de maakbaarheid door de druk die alles vloeibaar maakt. Hij is realistischer dan de grootste realist. Het moet nu eenmaal, het onvermijdelijke, het beoogde resultaat. Best wel de beste zorg, maar het voornaamste uitgangspunt blijft het financiële kader, niet die zorg zelf.
      Het is voor hem ook tijdmanagement. Mensen zien dat niet, hij wel. ‘Over de schutting’ betekent dus ook ‘na ons de zondvloed’. Het moet nu eenmaal gebeuren.

In deze denkwijze is Van Rijn een meester. Toen van de week het klasje Rutte-Samsom met de handen in het haar zat en het met de Zorgwet echt niet meer wist, was het – zo wordt gezegd – juist Van Rijn die als enige de ‘oplossing’ vond. Lukt het niet in het parlement dan worden de voornaamste onderdelen van de wet ‘gewoon’ in een Algemene Maatregel van Bestuur vastgesteld.
      Vaarwel democratie. En natuurlijk zal dat in de toekomst nieuwe strijd en problemen opleveren. Het resultaat en het financiële kader zijn echter meer heilig dan de democratie en de loyaliteit van de meewerkende partijen.

Het is niet niets. Het is een wijze van denken. Het is partieel rationeel. Het is geen onverschilligheid over de zorg zelf. Het is een technocratisch idee van ‘het moet nu eenmaal’ en die onvermijdelijkheid moet nu eenmaal door iemand worden gerealiseerd. Het is niet leuk, je bent zelf een slachtoffer. Wat klagen mensen over de zorg, ik ben zelf ook slachtoffer. Ik kan niet anders.
    Toch is het een manier van politiek bedrijven die vraagt om een massaal en democratisch antwoord.







vrijdag 19 december 2014

Vliegen is duurder dan je denkt


Met een beetje geluk koop je net dat laatste vliegtuigkaartje dat gedumpt wordt om de vlucht vol te krijgen. De prijs? Je zou er nog geen buskaartje voor kunnen kopen, toch? Vliegtuigmaatschappijen concurreren elkaar kapot en de klant is koning, zo lijkt het. Als je nog een beetje handig bent met de computer check je thuis in en je handbagage is tot op de millimeter berekend, zodat dat ook al geen cent kost. Zelf broodje meenemen, maar dat ligt anders toch maar te verschimmelen thuis. Goedkoop dus.

Van alle gevlieg zal de overheid wel meeprofiteren, zou je denken. Het idiote is echter dat nog steeds over de kerosine geen belasting en accijns hoeft te worden betaald. Een biertje, nietje of een paperclip, je betaald er naar verhouding flink belasting over. Je kunt echter zo vaak vliegen als je wilt, over de brandstof wordt geen belasting betaald. Terwijl er het meest gevlogen wordt door mensen die echt wel het vermogen hebben dat te doen.

Goedkoop is hier als zo vaak duurkoop. Het milieubureau van de Verenigde Naties heeft pas weer bekend gemaakt dat de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen achterloopt. Dat is geen nieuws meer eigenlijk, dat weet je zo ook wel. En TNO heeft net zo kort geleden berekend dat opstijgende vliegtuigen een enorme hoeveelheid ultrafijnstofdeeltjes lozen. Milieudefensie stelt: ‘Een opstijgend verkeersvliegtuig stoot per seconde even veel vervuiling uit als 1 miljoen vrachtwagens.’ Hoezo loopt u altijd maar te hoesten?

De luchtvaart zorgt voor minstens 10 % van de totale schadelijk uitstoot. Profiteren de reizigers er dan echt zo veel van? Dat valt niet vol te houden.
      Wat zou het toch mooi zijn wanneer iedereen die verder weg wil weer de tijd neemt om met de trein of op de fiets te gaan. Tijd nemen? Je zou mensen structureel extra vakantietijd moeten geven als ze niet gaan vliegen. Dan kom je er ook wel. Zet het maar in elke nieuwe CAO.
    Dit klinkt misschien ver weg. Maar belastingen heffen, hier en overal, op de goedkope brandstof, is toch het eerste wat makkelijk kan. Als de politieke wil er maar is. Om bij vliegen vaker weer voor de afweging te staan of dat nu echt de beste manier is om op stap te gaan. Ook om belastingen te heffen op dat wat echt belastend is en de opbrengst te besteden aan milieu en welzijn.
      Wat is hier onlogisch aan? En er moet toch nog meer aan te doen zijn?



Meer weten, klik op de link naar Milieudefensie.









zondag 14 december 2014

Het speelveld van de vrijheid, gezien door de SP-bril


Mede dankzij de SP-fractie in de Groninger gemeenteraad werd me deze week een mooie dag bezorgd. Dinsdag 9 december was de presentatie van mijn nieuwe boek ‘Het speelveld van de vrijheid’  in Boekhandel Godert Walter in de Ebbingestraat. Een mooie presentatie in een volgeboekte boekhandel. Het boek is filosofisch, dus was de filosoof Jeroen Bartels gevraagd om enkele theoretische vragen te stellen.
      Het is daarnaast ook politiek en lag er iets meer voor de hand dan om fractievoorzitter Jimmy Dijk te vragen als eerste een commentaar op het boek te geven? Neen, en dus heeft Jimmy het aandachtige publiek ingewijd in de actualiteit van de discussies over de transities in de zorg. Zelf ooit fractievoorzitter geweest van deze fractie, was het geweldig Jimmy’s betoog te horen, betrokken op mijn boek.

Gaat het boek dan over de zorg? Misschien niet direct, vanuit het boek kun je naar de actuele theorieontwikkeling kijken, maar heel goed ook een vertaalslag maken naar de praktijk. En dat laatste deed Jimmy.
      In ‘Het speelveld van de vrijheid’  staan Spinoza’s en Marx’ denken centraal. Bij Marx wordt de objectieve maatschappelijke kant van de vrijheid belicht, zoals die naar voren komt in zijn hoofdwerk ‘Het kapitaal’  en andere geschriften. Daar haakte Jimmy op in. Vrijheid bestaat concreet voor veel mensen nauwelijks als ze het slachtoffer worden van bezuinigingen en in kader van diezelfde bezuinigingen ook nog de bureaucratie op hun dak krijgen.
      Bij de SP komen klachten binnen van mensen die over de thuiszorg ‘keukentafelgesprekken’ hebben moeten voeren die voor hen intimiderend waren en waarbij ze zorg kwijt raken. Wat is vrijheid dan nog waard, of anders gezegd, hoe vrij zijn mensen dan, wanneer ze niet meer die zorg krijgen die hen op de been hield en dat alles erg onzeker wordt, zodat ze bovendien in angst zitten?

Het boek is zo ook bedoeld. Het maakt deel uit van een aantal studies naar de politieke macht, naar vrijheid en de mogelijkheid van een sociale toekomst. Er is langzamerhand weer meer sprake van interesse voor ideologie en politieke theorie. Wanneer die theorie op een hedendaagse wijze verder wordt ontwikkeld, worden van hieruit praktische toepassingen en verklaringen mogelijk.
    Ik hoop dat een boek als dit ook zó gelezen wordt, door theoretisch geïnteresseerde mensen en door activisten. Theorie en politieke actie horen bij elkaar.

In het boek worden Spinoza en Marx opgevoerd als denkers die benadrukten dat mensen samen sterker staan. Organiseren is nodig wil je sociale doelen bereiken. In deze tijd van morele versplintering en individualisme mag dit weer een thema zijn dat wordt besproken. Spinoza schreef al in 1677 ‘dat wanneer mensen zich in nood verenigen, zij samen meer rechten hebben.’



Meer formatie over het boek, zie de weblog van 8 november



















zondag 7 december 2014

Nogmaals korter werken


Stokpaardje. Heb ik veel stokpaardjes? Een stuk of wat? Eén heb ik in ieder geval wel. Al jaren ben ik van mening dat er in onze samenleving korter kan worden gewerkt en dat dit veel voordelen heeft.
    Sinds de crisis rijdt het stokpaardje weer in galop door mijn hoofd. Waarom is er zo weinig discussie over? ‘Valt wel mee’, zullen sommigen zeggen. Nou, dat valt helemaal niet mee. De discussie over arbeidstijdverkorting drijft mee in de marge van andere discussies over arbeid en werkloosheid.

Stokpaardjes herhaal je natuurlijk vaak. Luister maar: al eerder pleitte ik voor een wet, in te voeren door minister Asscher, die om de drie jaar de maximumarbeidstijd vaststelt. Is er een arbeidsoverschot, dus veel werkloosheid, dan moet ieder korter werken, bijvoorbeeld maximaal zes uur. Mocht maatschappelijk meer arbeid nodig zijn, dan kan er weer langer worden gewerkt. In hoofdzaak met behoud van het huidige salaris.

Tal van beren op de weg zijn te bedenken bij zo’n idee. Bijvoorbeeld dat veel hoogwaardige arbeid van huidige werkenden verloren zal gaan, dat het duur is, dat het ontdoken gaat worden, dat de EG het niet zal toestaan en dat sommigen helemaal niet willen werken.
    Al deze brommende beren zouden moeten zwijgen tot hun gelijk bewezen is. Beren op de weg = koudwatervrees.
    Urgent is dit. Help iedereen aan werk door het beter te verdelen. Het is een enorm maatschappelijk drama dat zoveel mensen, zoveel goed opgeleide jongeren vooral ook, jarenlang niet of nauwelijks werken en geen fatsoenlijk salaris hebben.

De nieuwe wetgeving van minister Asscher klinkt wel aardig als het gaat om meer zekerheid van flexwerkers. Maar een deel zal juist hierdoor werk verliezen en vervangen worden door nog korter werkende mensen. Bovendien is de aantasting van de rechten van werklozen onjuist. Een sociaal vangnet is er voor moeilijke tijden, en niet om juist in die moeilijke tijden af te schaffen. En als iedereen of vrijwel iedereen weer werk krijgt zijn de WW-kosten ook weer veel geringer.

Maatschappelijk is dit belangrijk. Permanente werkloosheid wordt vaak ervaren als zinloos leven, leidt tot onverschilligheid en cynisme en dan tot geweld. Of verrechtsing en verlies van moraliteit. Niet alleen hier, ook internationaal. Veel verharding en nieuw geweld hangt samen met uitzichtloosheid en zich niet gerespecteerd voelen. Het goede voorbeeld moet dus worden gegeven.
    Waar is het lef, wanneer wordt iets geprobeerd dat echt helpt? Help iedereen aan werk door het beter te verdelen. Als Asscher durft te dreigen, moet hij een dergelijke aanpak ook aandurven.








vrijdag 5 december 2014

Liever ideologie dan oorlog


Welgemeende opvattingen? Uit de nationalistische parlementaire jaarrede van Vladimir Poetin blijkt hoe smal de overheersende ideologie anno 2014 is. Gebrek aan redelijk gefundeerd politiek lange termijn denken leidt vanzelfsprekend tot veel meer impulsief groepsdenken en handelen. Dat is onze tijd? Zonder bredere redelijk gefundeerde opvattingen kan alles. Zo hang je nog rond bij een flat in je buurt, zo reis je af naar Syrië. Hadden we de Koude Oorlog maar terug, zou je haast denken. Ideologieën die elkaar in evenwicht houden of leiden tot een wat langzamere en minder gewelddadige verandering.
      Liever ideologie dan oorlog. En let wel, je hebt ze in soorten, een goed beredeneerde politieke visie voor de langere termijn is ook een ideologie. Een opvatting, een richting waar het heen moet en waarvoor mensen staan.

De knappe wiskundige en kosmoloog Stephen Hawking waarschuwt voor zichzelf organiserende robots en adviseert een andere planeet op te zoeken. Zijn waarschuwing is niet overdreven. Dergelijke robots bestaan bijna al in de vorm van slimme wapensystemen, vaak nu al bedient door minder slimme mensen. Robots als zichzelf reproducerende en zich verder verbeterende computersystemen zijn zeker niet meer uitgesloten, zoals men vroeger meende. Het schrikbeeld van een soort evolutie van quasi-natuurlijke apparaten, op micro- en macroschaal. Een kwalitatieve evolutionaire vervolgstap. Met apparaten, soms wellicht nog bediend door die minder slimme mensen, als levensgevaarlijk wapen. Ook totaal andere onbeheersbare uitwerkingen zijn denkbaar.
    Toch moet men Hawkins advies van planetaire volksverhuizing niet proberen te volgen. We zijn van deze planeet, echte alternatieven zijn niet voorhanden. Beter is de lange termijn politiek en sociaal vorm te geven. Met een sociale en democratische regulering die van deze planeet is. Een internationale vredesactie dus, ook op geavanceerd technologisch gebied. Dat is ook een vorm van ideologie. Veel beter dan oorlog.





Op 9 december verschijnt mijn nieuwe boek. Zie de weblog van 8 november.
Inzet van het boek: meer en betere ideologie, meer politieke richting zoeken en echte discussie.