donderdag 16 februari 2012

Complexiteit

Een gehackte babydumpwebshop. De hacker of hackster filtert de KPN-klanten eruit en daarom wordt direct de verbinding van twee miljoen e-mailadressen gestopt. Los van de verleiding eens aardig in te gaan op het woord babydump, zien we steeds vaker een slecht beheersbare complexiteit.
In theorie klopt het natuurlijk het meeste wel. Grote energienetwerken, het drukstbezette spoor van Europa, grote MBO- en HBO-instellingen die hun eigen kwaliteit zeggen te controleren, de handige mobiele communicatie die echter soms even helemaal hapert, de landelijke zogeheten geregionaliseerde maar ook verbureaucratiseerde jeugdzorg en zeg maar gewoon de rest van de netwerkglobalisering. Hackers kunnen op internet de sluis openzetten en de kraan dicht. Het wachten is nog even op het leeghalen een bank. Zal niet zo snel gebeuren?

Leidt al die moeilijk beheersbare verknoping noodzakelijk tot vervreemding? Bekijk het eens praktisch. Alles kan, maar is het handig? Of beter, is het productief en kan de mens er nog prettig in leven en werken?

Wie houdt de complexe boel nog soepel bijeen? Je zou eens moeten uitrekenen hoeveel middenmanagers er grofweg nodig zijn in het gefuseerde onderwijs, zorg en hulpverlening, en hoeveel van die moderne duizendpoten naar schatting werkelijk capabel zijn voor deze complexiteit met een mogelijke loyaliteitsspagaat en bereid dit te doen voor een middensalaris. ‘Capabel’ gewoon positief bedoeld. Het is niet erg als niet iedereen het in zich heeft een stressbestendige, besluitvaardige, brede, flexibele en slimme duizendpoot te zijn. Hoeveel zijn er grofweg van deze mensen nodig en hoeveel reëel beschikbaar? Het is de vraag of de som dan klopt. Een mooie rekensom voor het Sociaal en Cultureel Planbureau, want het gaat niet alleen om geld, ook om cultuur en psychologie.

Wanneer erg veel erg complex is, is er in de theorie misschien weinig aan de hand, maar in de praktijk wel. Er bestaan ook schaalnadelen. Een optimale schaal moet niet alleen economisch worden berekend, maar ook bezien worden vanuit de persoon die er middenin zit en geacht wordt van bijvoorbeeld 27 tot 67 jaar zijn werk goed en plezierig te kunnen doen. Een lange ketting of uitgebreid netwerk kent nu eenmaal eerder zwakke schakels.

Je kunt de som ook andersom doen. Hoe productief voor de samenleving kan kleinschaligheid, opdelen en korter werken zijn? Wat vergt het om dát afgestemd bijeen te houden en zijn daar voldoende capabele en bereidwillige mensen voor?

De complexiteit overvalt de burger. Na zo’n gehackte babydumpwebshop preekt zo’n geruststellende techneut vrolijk, dat je voor de veiligheid eigenlijk voor elke toegang een eigen inlognaam en regelmatig veranderde code zou moeten hebben.
Dat worden er voor een wat drukke burger al gauw zo’n vijftig of meer. Wat een gemak! Waar berg je die nu weer veilig op? Alles digitaal, waarom niet? Maar mensen moeten er ook voor kunnen kiezen het een beetje in hun eigen menselijke maat te houden. Anders staat complexiteit inderdaad voor vervreemding.



vrijdag 10 februari 2012

Profijtbeginsel

Er waart een spook door onderwijsland. Het profijtbeginsel. Niet zo duidelijk zichtbaar, als een goed spook zou betamen. Maar luister naar Staatssecretaris Halbe Zijlstra: ‘We mogen best wat meer van studenten vragen. Zij plukken straks immers de vruchten van hun studie, die ook na invoering van het sociaal leenstelsel voor het overgrote deel wordt betaald door de overheid - de belastingbetaler dus.’ (De Volkskrant, 19 januari) Met dit argument wil hij de basisbeurs in de masterfase afschaffen.

Het is een tricky argument. Het is al talloze malen gebruikt als er weer eens bezuinigd wordt. Studenten en oppositie worden moe het te bestrijden. Dan resteert dat men er wel tegen is, maar de actie staat niet in verhouding tot het vraagstuk wat speelt.

Grofweg zijn er twee visies op het onderwijs als collectieve voorziening. De liberale: je profiteert, dus je investeert en als niet ieder dat kan is het jammer, maar het is niet anders. Door zelf te investeren ontstaat het grootste rendement. Ertegenover de socialistische: natuurlijk is er ook individueel profijt, maar juist door de collectiviteit te waarborgen kan iedereen meedoen en mag je vragen dat niet elk individu een supersalaris nastreeft, maar gewoon een eerlijk loon zoals iedereen.’
Natuurlijk is er feitelijk op het kleinere schaalniveau een mix van persoonlijk en maatschappelijk profijt. Het eerste principe kweekt echter meer ongelijkheid en egoïsme, het tweede laat meer mensen studeren en vraagt ook naar de bewustwording dat het mooi is, wanneer ieder mee kan doen aan de kennismaatschappij en culturele vorming.

Het argument is een spook, te pas en te onpas gebruikt, maar de vermoeidheid het te bestrijden een groot risico. Alsof er steeds meer spoken luid ‘Boe!’ roepen en geen mens er meer van schrikt. Dan is er afstomping en is intussen de maatregel slecht, zowel voor veel personen als de samenleving. Weg met dit spookargument.



zaterdag 4 februari 2012

Roodborsttelepathie

Bedenk ik net dat ik mijn winterroodborst een paar dagen niet heb gezien, dan zit hij opeens op het randje voor het raam van mijn werkkamer.
De roodborst hoort aan de andere kant. In de tuin achter, daar zit’ie meestal, maar natuurlijk ook bij de buren.

Zei je winterroodborst? Gewoon een roodborst misschien, maar zomers hebben we er ook een. Dat is waarschijnlijk zijn neefje. Aan het eind van de zomer vliegt de een lekker naar Spanje of zo, en ongemerkt neemt de andere, terug uit Siberië of gewoon Denemarken, zijn plaats in. Dat neem ik althans aan, dat het zo ongeveer zit.
Ik zeg maar hij, het kan ook een zij zijn. Roodborsten dames en heren zijn identiek, of vrijwel. Zo goed bekijk is ze nu ook weer niet. Alhoewel. Zomers op Terschelling bij het huisje dat we altijd huren staat een mooie simpele drinkbak voor vogels en daar komen ook roodborsten op af. Vooral jonge roodborstjes met nog maar een klein beetje rossigheid van voren. Jonge roodborsten zijn een schoonheid. Ze lijken heel in de verte weer wat op jonge roodkopklauwieren, een beetje zilverachtig op de veren, met van die spikkels. Die klauwieren zitten ’s winters natuurlijk niet voor mijn werkkamerraam. De spikkels weten we dan weer van Portugal.

Doet onze roodborst wel mee aan de tuinvogeltelling? Vaak niet. In dat ene half uur komt die natuurlijk net niet langs.
Dus doe ik ook niet altijd mee aan de vogeltelling. Want de roodborst hoort erbij. Net als de winterkoning en de heggenmus, die ook al weer wekenlang in de tuin rondscharrelen. Ook de grote bonte specht en de Vlaamse gaai zijn inmiddels vaste bewoners van het continent Holtstek, mijn straatje. Plus de vinken en nog heel wat meer. Over de mezen zal ik het nog wel een keer hebben.
Gisteren verleidden een handvol spreeuwen me met allerlei bijgeluiden, die ik beloonde met wat extra graantjes in de tuin. Beetje onzin natuurlijk, want vooralsnog zien de vogels er aardig volgevreten uit. De keep mis ik nog. Maar ’t wintert, dus wie weet wat er komende dagen langsvliegt.

Dat alles midden in de stad. Ook de buren houden van vogels. Dat zie je niet alleen aan de pinda’s die in onze bomen in een netje groeien, maar eerder nog aan de slecht gecamoufleerde katten. En als de roodborst niet net was langsgekomen, waren de merels onderwerp van dit stukje geweest. De blaadjes omkerend, zoeken ze naar de laatste slakrestantjes, wormpjes of insecten. Soms gezellig samen met de spreeuwen. Maar ja, er ligt een laagje sneeuw, daarover dus maar even niet. De roodborst voelt zoiets wel aan. Hij is onderwerp en dit stukje het gezegde.








De jonge Terschellinger roodborst hier is wel een erg jonge, pluizig met nog wat minder spikkels en rossigheid.

vrijdag 3 februari 2012

De vraag stellen

Het antwoord klopt nog niet, maar de vraag is al opmerkelijk. Op versie 2012 van het jaarlijkse met de meest vooraanstaande, rijke en machtige kapitalisten, wereldleiders en wat toegelaten publiek gehouden World Economic Forum in Davos wordt de vraag gesteld: ‘Wie vindt dat het kapitalisme niet meer goed werkt?’
Een gewetensvraag aan jezelf? Het zal wel retorisch bedoeld zijn. Toch steekt één persoon haar vakbondsvinger op. Het kapitalisme betekent immers werkloosheid en toenemende armoede voor velen. Een enkele stem in dit over kapitalistische grondslagen zo eendrachtig gezelschap legt echter een erg sterke bewijslast op één paar schouders. De eenzame uitzondering hypernuanceert daarom snel haar mening. Het kapitalisme moet wel wat anders.

Maar toch. Rare vraag? Het kapitalisme verkeert al weer een hele poos in diepe crisis. En een door maatregelen misschien mogelijke positieve ontwikkeling lijkt een permanente smet van crisis met zich te gaan meezeulen. De productieve kant van het kapitalisme, die zeker groter en langduriger was dan veel vroegere socialisten dachten, lijkt zijn grenzen in zicht te krijgen. Al klinken de woorden misschien hard en onwennig, als je die duidelijk benoemt.

Zekerheid is er niet, want wie weet hoeveel productieve factoren voor langere tijd nog aangezwengeld kunnen worden, zoals innovaties, een sterkere mondiale consumptie of zelfs – groot taboe! – door het werk eerlijker te verdelen?
Bovendien lijkt de reeks van Europese en andere topontmoetingen iets speciaal op te leveren, een rare mix van vrij marktkapitalisme en een heleboel centrale sturing en afspraken. Wat is dat nog voor economie? In ieder geval één waar nog altijd minderheden optimaal profiteren en de massa’s de rekening betalen.

De vraag stellen is echter al interessant. Kennelijk zijn er zo langzamerhand meer kapitalisten die hun verantwoordelijkheden breder zien dan hun directe eigenbelang. Op zich al bijzonder, kennelijk is er veel aan de hand. Ze zeiden natuurlijk altijd al het algemene belang te dienen, maar er heerst nu een sterkere serieuze ondertoon. ‘We weten het niet zo zeker meer allemaal.’ Voor alle duidelijkheid, de kortetermijngraaiers bestaan ook nog genoeg. Nu nog snel de kans wagen en nooit de dief van je eigen portemonnee. Dat soort praat. Dit kan echter een interessante belangentegenstelling oproepen.

Naast de vraag de subvraag: ‘Hebben we een ooit een goed alternatief economisch model gezien? Natuurlijk niet, want Davos kijkt naar oude mislukte oplossingen, liefst zelfs die nog wat chargerend. Iets nieuws of slimme sociale mengvormen? Misschien volgend jaar maar eens bespreken.
Het antwoord bevredigt niet. De vraag wél. Deze zal komende tijd nog vaker worden gesteld.







Foto: Klaus Schwab, de oprichter op zijn Forum. Bron onder meer: De Volkskrant 28 januari 2012.