vrijdag 10 februari 2012

Profijtbeginsel

Er waart een spook door onderwijsland. Het profijtbeginsel. Niet zo duidelijk zichtbaar, als een goed spook zou betamen. Maar luister naar Staatssecretaris Halbe Zijlstra: ‘We mogen best wat meer van studenten vragen. Zij plukken straks immers de vruchten van hun studie, die ook na invoering van het sociaal leenstelsel voor het overgrote deel wordt betaald door de overheid - de belastingbetaler dus.’ (De Volkskrant, 19 januari) Met dit argument wil hij de basisbeurs in de masterfase afschaffen.

Het is een tricky argument. Het is al talloze malen gebruikt als er weer eens bezuinigd wordt. Studenten en oppositie worden moe het te bestrijden. Dan resteert dat men er wel tegen is, maar de actie staat niet in verhouding tot het vraagstuk wat speelt.

Grofweg zijn er twee visies op het onderwijs als collectieve voorziening. De liberale: je profiteert, dus je investeert en als niet ieder dat kan is het jammer, maar het is niet anders. Door zelf te investeren ontstaat het grootste rendement. Ertegenover de socialistische: natuurlijk is er ook individueel profijt, maar juist door de collectiviteit te waarborgen kan iedereen meedoen en mag je vragen dat niet elk individu een supersalaris nastreeft, maar gewoon een eerlijk loon zoals iedereen.’
Natuurlijk is er feitelijk op het kleinere schaalniveau een mix van persoonlijk en maatschappelijk profijt. Het eerste principe kweekt echter meer ongelijkheid en egoïsme, het tweede laat meer mensen studeren en vraagt ook naar de bewustwording dat het mooi is, wanneer ieder mee kan doen aan de kennismaatschappij en culturele vorming.

Het argument is een spook, te pas en te onpas gebruikt, maar de vermoeidheid het te bestrijden een groot risico. Alsof er steeds meer spoken luid ‘Boe!’ roepen en geen mens er meer van schrikt. Dan is er afstomping en is intussen de maatregel slecht, zowel voor veel personen als de samenleving. Weg met dit spookargument.