donderdag 19 juni 2014

Een welkome ongenode gast


Alsof ze het gehoord hebben. Ik zeg wel eens dat de natuur voor je voeten ligt. Overal is wat te zien, ook dichtbij. En dan zit er opeens een Groot koolwitje in mijn raam, net uit haar pop, klaar om naar buiten te vliegen. Ja, inderdaad, binnen zat de pop, de rups moet naar binnen gekropen zijn. Op mijn studeerkamer op één hoog. ‘Want daar word je bestudeerd.’ Dat zal deze rups wel hebben gedacht.

In de vorige blog liet ik een foto zien van een rups, naar mijn idee de rups van het Groot koolwitje (Pieris brassicae). Genomen op 1 juni, een week ervoor had ik ze ook al gezien. Behoorlijk veel.





rupsen van het Groot koolwitje


Groot koolwitje? Ik weet dat nu helemaal zeker, want zij was bij mij op bezoek. Op een bijzondere manier. Op mijn werkkamer heb ik niet zo vaak een raam open, want met de open deur naar de rest van het huis is er frisse lucht genoeg. Een enkele keer wel.
Waarschijnlijk op zo’n zeldzaam moment, kort geleden, in vrijwel dezelfde tijd als van de foto’s van de rupsen heeft één haar kans gegrepen en moet naar boven geklommen en naar binnen gekropen zijn. Het kan wel kloppen, want ze zaten ook direct onder het raam. Op het vrijwel uitgebloeide Look-zonder-look (Alliaria petiolata).
Zo ontdekte ik, op 12 juni of daaromtrent, een pop onderaan de dwarsbalk (tussendorpel) van het zijraam. Aan de binnenkant dus. Gewoon op mijn kamer. Ik liet de pop zitten, nam een foto, en had die verder nog niet bekeken.





de pop


Gisteren, 18 juni, maakte ik een hoekje bij dat raam schoon. Even het raam open. Tot mijn verrassing zat er opeens een vlinder klaar onder op het kozijn van hetzelfde raam om weg te vliegen. Jawel, de pop was leeg, dit moest de vlinder zijn. Groot koolwitje!
Prachtig, zo gaaf nog. Net geboren, of hoe dat maar heet bij zo’n metamorfose van rups en pop naar vlinder.
Was het een hij of een zij? Zwarte vlekken op de bovenkant van de voorvleugels. Dan is het een dame. Ik wist dat ook niet, je kunt het opzoeken.





de vlinder, een dame


Zij was er nog niet helemaal klaar mee. Ik liet het raam maar open voorlopig. De vlinder heeft er nog geruime tijd de wereld door ingekeken. Tot ze wegvloog.
Om 11.00 uur zag ik de vlinder, om ca. 12.30 uur durfde ze het erop te wagen. Weggevlogen.
Ze ging er dus niet direct vandoor. Ze keek eerst alvast de wijde wereld in. En ziet vlak voor haar snoet een krentenboom met krentenpikkende merels en mezen. Oei, daar moet zij veilig tussendoor …? Best wel dapper het er ten slotte op te wagen.

Toen was de vogel gevlogen, pardon, de vlinder. De lege pop zat er nog. Toch nog eens goed bekeken. Inderdaad de pop van het Groot koolwitje.





het restant van de pop


In eigen huis, tuin en buurt bestaat de natuur. Als je er oog voor hebt is ‘alles’ te zien.
Kijk maar goed. Dat is mijn visie op de natuur, een stukje ervan. Niet te ver kijken, althans niet alleen dat maar doen. Overal is veel te zien. De rups, de pop, de vlinder, het lege raam, alles klopt weer. Wat willen we nog meer?





de vlinder, klaar voor de start










zondag 15 juni 2014

Zomerse blog


Voor de zomer een simpele zomerblog met wat lentewaarnemingen.
Je kunt bij elke vlinder wel een verhaal verzinnen of bij de filosofie de rups presenteren om even aan de metamorfose te denken.
Wat ook kan, gewoon een paar aardige waarnemingen van afgelopen maanden laten zien.

De IJsvogel ook alweer twee keer gezien bij Lochem. Hij vindt alweer zijn plek in Nederland. Op de foto is hij wat klein, dus hier niet gekozen.







Kievitsbloem in eigen tuin (gecultiveerd)
 


 Zwarte Spreeuw in Spanje


 
 Ribkwal op Schiermonnikoog



 Gekielde loofslak, een exoot, opgerukt tot in onze tuin



Rups van Groot Koolwitje (denk ik)



Boompieper bij Lochem











donderdag 12 juni 2014

Alain Badiou


Probeer eens een beknopte blog over de Franse filosoof Alain Badiou te schrijven. Hij schrijft over veel zaken, kunst en politiek, en probeert tegen de stroom in de idee van het communisme positief te bewaren. Tegen de stroom? Tegen diverse stromen, kun je beter zeggen. Niet alleen zullen weinigen zo openlijk communistisch proberen te denken, hij keert zich ook tegen het postmodernisme. De postmodernen menen dat er geen waarheid meer bestaat, Badiou dat dit wel zo is. Tegen de stroom? Paradoxaal zegt men dan ook nog dat hij momenteel de meest invloedrijke Franse denker is. Maar dat is wel vaker over Franse denkers gezegd. Genoeg om over te hebben. Deze blog is alleen beknopt te houden door tegelijk te beloven nog eens op deze fransoos terug te komen. Bij deze beloofd dus.

Hoe kort dan ook, ik vind er wel wat van. ‘Tussentijds’, kan ik beter toevoegen. Badiou schrijft zo veel en soms met grote woorden, dat een mening niet zomaar definitief kan zijn. Je zou er een quiz van kunnen maken. Waarmee eens en met wat niet? Zijn leermeester is Louis Althusser, dat zegt wel iets, ook over Fransen die grote woorden gebruiken, maar dit is slechts een feit, geen oordeel. Dat hij zelf nog al eens termen van nieuwe betekenissen en contexten voorziet zegt ook weinig. Het went, lees het nog maar een keer.

Dat linkse denkers vooral over kunst schrijven is begrijpelijk. Kunst representeert in beelden ideeën, ook in niet-beelden reflecties, zoals van tegenspraak, er niet bij horen, je radicaal ergens anders mee engageren, de zoektocht naar het andere, zoals het betere leven, enzovoort. Postmodernen vluchten wellicht in kunstverhalen, van Badiou kun je dat niet zeggen. Ook op andere thema’s laat hij zich gelden. Direct politiek: Badiou sprak zich in 2011 uit tegen NAVO-bombardementen op Libië. Was hij dan voor Kadhaffi? Hij lette vooral op het westerse oogmerk, op de machtspolitiek. Het pleit voor hem.

Met Badious dialectiek is wat aan de hand. Hij pleit voor ‘de idee van het communisme’. De idee die totaal tegengesteld is aan de inkapseling in de normale machtsstructuren. De idee van de uitzondering die zich onderscheidt van het gangbare leven. Zoiets. De linkse man gaat zover deze idee nog te herkennen in de Chinese Culturele Revolutie. Maar daar hoort dan – vrees ik – wel een aanduiding bij van het niet-communistische in dezelfde praktijk.
    Maar de idee van het communisme is natuurlijk ook de diepe steeds terugkerende menselijke streving naar een eigen niet onderdrukt leven, de bron van de Chinese revolutie, ongetwijfeld ook van het christendom en van nog heel wat opvattingen. Ook het christendom? Jezus kán toch niet zomaar voor niets gekruisigd zijn?
      Over de uitwerking van de analyse kunnen meningen verschillen, de idee van het communisme kan daadwerkelijk als een kracht worden benoemd, steeds weer, steeds nog. Zeker als iedereen gaat roepen dat het helemaal achterhaald is. Al durven anderen dat niet zo hardop te zeggen als Badiou. Het pleit voor hem.

Toch is met Badious dialectiek nog meer aan de hand. Zij doet zo denken aan de discussies in het vroege radicale liberalisme en socialisme, zoals ook van de utopisten. Maar als ik Badiou lees herinnert dit mij nog meer aan de linkse hegelianen en aan de filosoof Ludwig Feuerbach, die ook een totaal nieuwe filosofie voorstond.
    Maar daar maakte Marx, voor een deel instemmend, op een radicale manier een eind aan. Marx pleit voor de praktijk van de omwenteling, meer dan van de idee alleen, en analyseert dan vooral de uitbuiting en de onderdrukkende zichzelf reproducerende economische structuren. Die moeten vervangen worden vanuit de communistische idee, anders wordt het met de rest ook niks. Dat verband met de economische structuren lijkt bij Badiou te worden onderbelicht.
      Al is Badiou nog niet helemaal uitgelezen, hij doet me filosofisch vooralsnog sterk denken aan de inzet van Feuerbach en de strijd tegen vervreemding uit die periode van ca. 1840-1845. Tegen vervreemding, tegen de normalisatie van de persoon. Met dit verzet is weinig mis. Badiou maakt de discussie over communisme, kunst en politiek gewoon weer actueel. Prima.
      De idee als idee van het communisme is daarbij een waarde op zich. Onuitroeibaar, zolang er mensen zijn met idealen. Een krachtig idee, bij herhaling sterker dan de schaamte ervoor. Zoals Marx deze al als een spook met reële macht had benoemd in het Communistisch Manifest.

Bij denkers als Badiou en andere Fransen of een Italiaan als Antonio Negri proef je in de zware terminologie nog de overspannen verwachting van Mei ’68. En dat van de communisten uit die tijd, die dachten dat Hegels filosofie – weliswaar nog niet perfect – de fasen van de geschiedenis aanduidt, alsmede dan ook het einde ervan, de hoogste ontwikkeling, de bevrijding.
      Een dialectische filosofie, die steeds nieuwe samenhangende ontwikkelingen herkent, kent echter nooit een einde. Marx begreep dat beter, door én de samenhang van maatschappelijke verschijnselen beter te bestuderen, én door geen hemel op aarde te beloven, maar iets bescheidener vooral een beter begin voor de mensheid. Noch in het Communistisch Manifest, noch in Het Kapitaal voorspelt Marx een definitief einde. Al las men dat er soms wel graag in. Vooral door niet alles te lezen. En inderdaad, zal ik Badiou ook wel eens verder lezen. Belangrijk genoeg, ook als Franse denker.




Literatuur? Op internet zijn diverse artikelen over Alain Badiou te vinden, alsmede enkele titels.
Lees dan vooral ook: Joost de Bloois, Ernst van den Hemel, Alain Badiou, Inesthetiek: filosofie, kunst, politiek, Uitgeverij Octavo, (Amsterdam) 2012, ISBN 9789490334123.











donderdag 5 juni 2014

Nieuwe cultuur – Snel praten


Ik wordt wat ouder. En U? Wordt u jonger? Dat is handig, want de jeugd praat steeds sneller. Het wordt een hele kunst dat bij te houden. Het lijkt of praten een doel is geworden, en luisteren een lastige bijkomstigheid. De cultuur is in verandering, ook op deze manier.
      De media doen er ook aan mee. Al weet ik het niet zeker, misschien moeten ze wel. Een half uur zendtijd, dat zijn toch algauw een stuk of zes onderwerpen. ’t Kan ook zijn dat de tv juist het voorbeeld geeft. Dat is dan een dubieus voorbeeld. Al wordt het massaal gevolgd.

Gaat onze hele cultuur steeds sneller spreken? Het lijkt er wel op. Is ‘De Wereld Draait Door’ geen voorbeeld hoe je snel een hele reeks onderwerpen kunt afraffelen en statements kunt lanceren? De kijker heeft nauwelijks tijd om te filteren wat voor hem ertoe doet. Daar gaat het natuurlijk ook niet om. Hup, je zit alweer midden in het volgende onderwerp.
      Het is ook subjectief, bij het ouder worden is de snelle jeugdbabbel soms té vlot. Dat is echter dan ook weer objectief, want met mij moeten er velen zijn die ook wat ouder worden en dat soort luisterprobleempjes krijgen op de gevorderde dag. Wij moeten het allemaal bijbenen en denken dat als het te vlug gaat dit aan onszelf ligt.

Krijg je meer tijd door sneller te praten? Op het eerste gezicht wel. In enkele seconden kan een hele reeks zinnen worden geloosd. Die is de spreker dan mooi kwijt. Maar heeft iedereen alles gehoord, begrepen en verwerkt, en ook de kans gehad nog iets terug te zeggen? Voor het gemak kun je tegenwoordig ook gewoon twee verhalen door elkaar heen lanceren. Dat is hoogst efficiënt. Dan ben je met twee dingen in één keer klaar.
    Pas was ik in een gezelschap waarin iemand genuanceerd en beargumenteerd enig begrip kon opbrengen voor het Russische standpunt ten aanzien van de Oekraïne. Buurman aan tafel ratelde er als reactie binnen enkele seconden een Angst-voor-Poetin-verhaal dwars doorheen? Een reactie? De eerste opmerking was voor de tweede heer vooral een trigger om te spreken. Daarna volgden er twee verhalen gewoon een poosje naast elkaar. En die keiharde stilte die uitbrak, toen ongeveer op hetzelfde moment beide waren afgelopen. Hedendaagse polemiek, ieder vindt wat, en Hups ..…! ‘Wat zei je nog maar weer?’
    Het lijkt snel, snel praten, maar schiet niet altijd echt op. Zoiets als Twitter? De tjilperij maakt soms inderdaad veel los, maar veel getjilp wordt niet gehoord, behalve als achtergrondruis. Praten is nog geen communiceren. Vroeger leerden we op school ‘Alle gedrag is communicatie’. Paradoxaal is praten soms de minste communicatie. Dan kan dit het beste ook maar heel vlot gebeuren. Het gaat zo voorbij. ‘Tok, tok.’

Debatteerlessen en trainingen – ja, die bestaan – zouden veel aandacht mogen besteden aan een zekere rust. Zoals vroeger op briefhoofden van instellingen stond: ‘S.v.p. één onderwerp per brief’. Dat was handig voor de ontvangende ambtenaar of klerk. Tegenwoordig zou een brief met twee onderwerpen gewoon in twee delen worden gescheurd. Dan heb je twee brieven. Zo worden in de spoedspeak ook de onderwerpen in losse elementen de wereld in gekegeld. En vooral kunnen we tegenwoordig goed knippen en plakken, wat er ook gezegd wordt.

Soms kan ik alles even niet meer volgen. Dat moet voor meer mensen gelden. Adempauze, luisterpauze? Wordt er nog geluisterd? Als de cultuur zo verandert, is dat te stoppen? Het kan wat worden, mensen willen ouder worden en al die lange tijd nog meer spreken. Tel dat eens bij elkaar op! U snapt het al, van mij mag het een pietsje langzamer, even ademhalen, het kan geen kwaad. ‘Sorry, ik heb het even niet gehoord, wat zei je precies?’ Praten is uiten, je hoort zo een boel. Ook wat er niet eens werd gezegd.







maandag 2 juni 2014

Friedrich Engels over Nederland


Karl Marx heeft wel over Nederland geschreven. Hij had er familie waarmee hij correspondeerde. In zijn jongere jaren ging hij op familiebezoek en vond de trage trekschuit in Nederland nog snel vergeleken met Duitse sociale en politieke ontwikkeling.
      Marx moppert: ‘De kleinste Nederlander is nog een staatsburger in vergelijking met de grootste Duitser.’ (Brief aan Arnold Ruge, maart 1843) Een stelling die hij voor zover ik weet later niet meer nodig vond te herhalen.

Later sprak hij wel eens over de vreedzame en democratische weg naar het socialisme en zag mogelijkheden voor enkele landen, zoals Engeland, Verenigde Staten en Nederland. Marx zag de noodzaak een eindig kapitalisme te vervangen door een socialistische maatschappij. Dat zulke grote veranderingen vaak met geweld gepaard gaan, kon men moeilijk ontkennen. Zo’n weg propageerde Marx niet, maar hij was realistisch. Voor Nederland en enkele andere landen zag hij bij wijze van uitzondering een mogelijk vreedzaam lichtpunt.
      Marx op bezoek in Nederland: ‘… en wanneer ik met uw instituties beter bekend zou zijn, zou ik hier misschien ook Holland aan toevoegen – waar de arbeiders langs vreedzame weg hun doel kunnen bereiken.’ (Rede in Nederland kort na het congres te Den Haag van de Internationale, 8 september 1872)

Niet alleen Marx, ook zijn vriend en politieke sparringpartner Friedrich Engels noemt Nederland in verschillende politieke verbanden. Een interessant voorbeeld herinnert direct aan de huidige discussies over de Europese Unie, de Euro en de verhouding tussen Nederland en Duitsland. Beide landen zijn economisch innig verbonden. Een breuk in dat verband heeft grote consequenties voor welvaart en ontwikkeling. Zegt men nu dat Nederland moet uitkijken zich te los te maken van de Duitse economie, in 1555 en de jaren die volgden lag dit belang omgekeerd. In 1555 splitste het Heilige Roomse Rijk, verloor ‘Holland’ de band met Duitsland, kwam onder Spanje en werd zoals bekend daarna zelfstandig. Duitsland verloor daarmee voor lange tijd belangrijke handelswegen over zee en werd deels afhankelijk van de Nederlandse tussenhandel.

In een recensie in 1859 kijkt Engels op deze historische periode terug en schrijft over de stagnatie in de tijd van en na de Duitse Dertigjarige Oorlog. De Nederlandse autonomie en vooruitgang worden in die tijd een rem voor de Duitse ontwikkeling.
      Engels: ‘Doordat Holland zich losmaakte van het Rijk werd Duitsland afgesneden van de wereldhandel en werd zijn industriële ontwikkeling van meet af aan beperkt tot de meest bekrompen verhoudingen; en terwijl de Duitsers zich langzaam en moeizaam herstelden van de verwoestingen, die de burgeroorlogen hadden aangericht, terwijl al hun burgerlijke energie – die nooit bijzonder groot was – werd verspild in de vruchteloze strijd tegen de tolbarrières en de krankzinnige handelsvoorschriften (…) veroverden Holland, Engeland en Frankrijk intussen de voorste plaatsen in de wereldhandel, …’ (Recensie van Karl Marx, ‘Bijdrage tot de kritiek op de politieke economie’  in het weekblad Das Volk, 6 augustus 1859) Dit is samengevat, men leze Engels.
    Is dit leerzaam? Gezien de huidige discussies over economische unies, samenwerking en zelfstandigheid kun je als je Engels leest leren dat je de objectieve samenhang niet kunt ontkennen en historisch vooruit moet denken, en niet nationalistisch achteruit. Dat betekent overigens niet dat een zuiver kapitalistische dominantie inmiddels ook niet achterhaald zou kunnen zijn, of dat op afzienbare termijn zou kunnen worden. Dan ligt het hele vraagstuk wel wat anders dan zoals zo vaak wordt voorgesteld. Achteruit is echter nooit vooruit, dat weet ieder kind.





Meer over Marx en Engels weten? Lees bijvoorbeeld mijn boek Marx, zó gelezen

Zie voor meer informatie en  bestellen mijn website: www.jasperschaaf.nl

Ook te bestellen bij uitgeverij Damon of bij de boekhandel