zaterdag 24 januari 2015

Al-Farabi


Recente gebeurtenissen zetten ‘alles’ op scherp. ‘Niets mag’ versus ‘alles mag’? Hoe extreem wil je het hebben? Is dat vrijheid?
    Bij alle heftige discussie over de vermeende verwording van de Islam en de idem dito verwording van vrijheid van meningsuiting wordt vergeten dat de islamitische wereld ook een geschiedenis kent van hoge cultuur. Die zou wel eens wat meer gekoesterd mogen worden. Interessant kan zijn eens op een specifieke gedachte van een christen of moslim in te gaan, zoals over politieke filosofie. Neem al-Farabi, die in zijn tijd de politieke filosofie, het denken over de staat op de agenda zette. Al hield hij zich evenzeer bezig met logica, kennistheorie, poëtica en muziektheorie.

Aboe Nasr al-Farabi, kortweg Farabi. Leefde ca. 870-950. Hij is een grote naam van de filosofie in de islamitische wereld. Zeker ook vandaag de dag. In Kazachstan, Almaty – vroeger Alma-Ata genoemd – staat de Kazachse Nationale Universiteit al-Farabi. Zijn naam wordt aldus zichtbaar in ere gehouden.

Voor Farabi gaat redelijk denken vóór de openbaring. Is dat geen probleem in de islamitische wereld? Maar in de lijn van Plato, Aristoteles en het neoplatonisme is de rede immers gericht op het hoogste. Dan zijn religie en denken in laatste instantie op hetzelfde gericht. De rede, de logica en de kenleer verschaffen de middelen om tot de hoogste vormen van expressie te komen.

Farabi’s filosofie is politiek. Hij presenteert een visie op de politiek, de staat en de rechten van burgers die enerzijds pluriformiteit lijkt te bekritiseren, en de veelvormigheid vanuit een andere kant bezien toch weer royaal toelaat.
      Farabi onderscheidt de ‘deugdzame stad’ tegenover de ‘onwetende stad’. Eén vorm van ‘onwetende stad’ is de democratische stad. ‘Onwetend’ slaat in dit geval op de visie zoals ook Plato die geeft, waarin het volk meebeslist maar dat door verval en het najagen van impulsief eigenbelang niet meer op een goede manier weet te doen. Men weet het niet meer, elke duurzame richting is zoek. De politiek waait alle kanten op. In zo’n stad kunnen allerlei doelen prevaleren, ook tegenstrijdige, en is deze maatschappij per saldo niet meer op het goede, het hoogste en het ware gericht.
    Anderzijds denkt Farabi wel in ‘pluriforme’ mogelijkheden. Verschillende naties en volkeren kunnen verschillende opvattingen en religies hebben, en toch alle op dezelfde doelen of deugden, geluk, het hogere en het ware gericht zijn.
    Boeiend, het gaat dan om deugden en doelen. Niet alleen Plato, ook Aristoteles en het neoplatonisme lijken mee te spelen in de staatsidee van Farabi. Denk bijvoorbeeld aan Augustinus’ idee over de stad gods (De civitate Dei). En het hogere, zou dat ook niet inclusief hoge sociale doelen kunnen zijn?

Het gaat dan niet meer alleen over vormen, maar over denken en het zoeken van een richting waarin waarheid en opvattingen met elkaar sporen. Een opvatting die zich vastpint op extremen of details kan nooit sterk kan worden. Daartegenover stelt Farabi de idee van een denken dat weet dat moeilijke vragen niet altijd direct door logica te ondervangen zijn. Richting bepalen is wat anders dan alles precies te weten. Over wat wel en niet deugt.







Bron: wanneer ik iets wil lezen over de filosofie binnen de islamitische wereld kijk ik altijd eerst naar: Michiel Leezenberg, Islamitische filosofie, Een geschiedenis, Uitgeverij Bulaaq, Amsterdam 2001.
Over al-Farabi, zie pp. 89-106 en diverse andere plaatsen over zijn invloed. Hierboven geef ik misschien een wat vrije interpretatie, men leze het boek!






Aboe Nasr al-Farabi







woensdag 21 januari 2015

Vernietig de wapens


Nu na de Parijse gebeurtenissen ruim een week lang zo ongeveer iedereen zijn zegje over de vrijheid van meningsuiting heeft gedaan en de conclusie schijnt te worden dat vrije meningsuiting hetzelfde is als ‘alles mag’, ebt het thema voor een poosje weer weg. De oude Jean-Paul Sartre draait zich om in zijn graf. Bij hem mocht ook alles, maar ging vrijheid altijd met verantwoordelijkheid voor de gevolgen van de eigen daden en woorden gepaard. Een aspect dat menigeen ‘vergeet’ in de discussie.
      Inderdaad ligt de oplossing dan toch weer in Frankrijk wat dit aangaat. Sartre is momenteel echter de vergeten filosoof, al is ook hij een gezicht van ’68 met een anarchistische strekking.

Opmerkelijker nog is de beperkte aandacht voor de wapens. Iedereen kan de wapens krijgen die hij zoekt? Er ontstaat discussie waar de wapens vandaan komen. Veel belangrijker is echter te constateren dat de wereld absurd bewapend is, tot op de tanden en in alle hoeken en gaten. Hier ligt een taak voor heel de wereld, de Verenigde Naties en ook voor de wat minder verenigde naties. Documentaires onthullen in geuren en kleuren de wapenhandel, maar de fabrieken waar ze gemaakt worden zijn intussen volop bezig met de volgende generatie.
    Werkgelegenheid door wapenproductie? Kletskoek. Verbetering van werkgelegenheid moet je anders oplossen. Vernietig de wapens en controleer nationaal en internationaal dat er steeds minder komen in plaats van meer. Ongebreideld slimme digitale systemen benutten voor nog effectiever en gevaarlijker spul? Drones, robots enzovoort. Het is een levensgevaarlijke ontwikkeling die aan de voorkant afgestopt moeten worden door de VN en iedereen die er ook maar invloed op kan hebben. Iedereen zelf en iedereen samen.
    Daarom hoort dit harde thema er noodzakelijk bij, naast alle andere belangrijke discussies. Met een helder uitgangspunt dat niet weggepraat kan worden. Dit veel meer op de voorgrond. Vernietig zoveel mogelijk wapens.



Steun daarom ook de initiatieven van www.stopwapenhandel.org







vrijdag 16 januari 2015

Jubelblog 200


Valt er iets te bejubelen? Op 20 februari 2011 verscheen de eerste blog in deze reeks over  filosofie, politiek en natuur. En dit is dan de 200e.
    Mooi moment om te stoppen of te bepalen hoe door te gaan. Waarschijnlijk gaat dit als volgt. Voorlopig op de huidige voet, met wat accent op politiek en filosofie. Allengs komt vaker de natuur aan bod.

De eerste blog uit 2011 geeft enkele motivaties om hieraan te beginnen. Onder meer wordt het boek van José Saramago genoemd, ‘De andere kant’, een verzameling weblogs, geschreven in zijn laatste levensjaren. Prachtige korte analyses en beschouwingen. Het hoeft niet geprobeerd te worden dat te evenaren, het is eerder een mooi voorbeeld. Het werk van Saramago (1922-2010) inspireert, door zijn enorme creativiteit, ironie en humor, en zijn ondogmatisch communisme.

In ‘De andere kant’  zegt hij herhaaldelijk dat er een echte economische democratie nodig is. Wég met de invloed en dwang van grote economische machtsconcentraties op het dagelijkse leven! Saramago zegt het genuanceerder: ‘Hoe evenwichtig een politieke democratie zich ook voordoet in haar interne structuren en haar instellingen, ze zal ons van weinig nut zijn als ze niet tot stand is gekomen als de wortel van een effectieve en concrete economische democratie, en van een niet minder concrete en effectieve culturele democratie.’ (p. 55)
    ‘De wortel’, ongetwijfeld in de betekenis van een resultaat van twee grootheden. Dus zonder een waarachtige economische democratie én een culturele democratie kan een waarachtige politieke democratie niet bestaan. IJdele politici denken zelf de democratie te zijn, maar zonder grondslag is dat niets.

Nobelprijswinnaar Saramago nam geen blad voor de mond. Zijn romans zitten vol absurdisme en ironie, met de ondertoon dat het hoognodig is inderdaad alles eens goed van de andere kant te bekijken.
      Van oppervlakkige opinies trok Saramago zich niets aan. Misschien liet hij zich wat dat betreft wel leiden door de uitspraak van de grote Braziliaanse auteur Graciliano Ramos (1892-1953) die in zijn roman ‘Angst’ schrijft: ‘Bang voor de publieke opinie? Er bestaat geen publieke opinie. De krantenlezer slikt een hele berg tegengestelde meningen, verzekert dit, verzekert dat, raakt in de war en weet niet welke kant hij uit moet.’ (p. 179)
    Dat is in het tijdperk van de sociale media er beslist niet anders op geworden. Deze weblog kan er nog wel een poosje bij om die onrust wat op te stoken. Of liever, om nog eens naar de andere kant te kijken.


José Saramago, De andere kant, Persoonlijke observaties over wereldpolitiek en andere zaken, Met een voorwoord van Umberto Eco, Uitgeverij Meulenhoff, Amsterdam 2010.

Graciliano Ramos, Angst, pocketuitgave (2e druk), Uitgeverij De Geus, Breda 1997.







José Saramago








donderdag 15 januari 2015

Driewerf Piketty (3)


Piketty en Marx

Heeft Thomas Piketty veel op met Karl Marx? Dat is niet helemaal eenduidig te beantwoorden. Hij lijkt soms voorzichtig te willen manoeuvreren zodat hij enerzijds zijn verstrekkende voorstel kan doen en anderzijds niet als radicale socialist of marxist te boek komt te staan. Het kapitalisme als stelsel is niet het doelwit, de kritiek geldt een slecht functionerend en ongelijkheid bevorderend kapitalisme.
      Of een hervormd kapitalisme ongelijkheid zou kunnen opheffen is dan natuurlijk een belangrijke vraag. Want er bestaat (o.m.) ook uitbuiting en ongelijkheid in het arbeidsproces, in de productie, en die kant van het kapitalisme is niet Piketty’s onderwerp.

Voorzichtigheid als tactiek? Het gaat ook om inhoud. Opmerkelijk is dan bijvoorbeeld een pleidooi voor meritocratische waarden (p.40). Op basis van vermeende ‘verdienste’ of ‘prestaties’ ongelijkheid bevorderen of toelaten? Is dat een doelstelling of slechts een gevolg? Het past in ieder geval niet Marx’ principes en doelen van solidariteit.
    Per saldo kijkt Marx breder en wil het ‘loonsysteem’, dus de kapitalistische uitbuiting afschaffen. Hoe die precies werkt maakt het nodig veel te onderzoeken. Daarom presenteert Marx heel veel: de waardeanalyse, de dynamische relatie van constant en variabel kapitaal, de meerwaardetheorie, crisistheorie, de mogelijkheid dat de winstvoet tendentieel zal dalen – waarvan Piketty erkent dat hier sprake is van een ‘dynamische contradictie’ in het accumulatieproces (p. 272) –, en vele andere aspecten. Veel aspecten in samenhang onderzocht, om mogelijke wetmatigheden op te sporen.
      Bij zowel Marx als Piketty bestaat naast de wetenschappelijke inzet een sterke morele gedrevenheid. Bij beiden geen waardevrije wetenschap! De uitbuiting, het gemis aan zeggenschap staat dan bij Marx meer fundamenteel op de agenda dan bij Piketty. Bij de laatste gaat het vooral om de financiële kloof en om ‘ongelijkheid’ kleiner te maken. Dat is niet mis, maar bij Marx gaat het om een verdere beschouwing over een mogelijke solidaire samenleving.

Omgekeerd, speculatief, wat zou Marx er zelf nu van vinden? Heeft Marx veel op met Piketty? Piketty is een van de zeer weinigen die gedurfd heeft een brede en een lange tijd omspannende periode grondig te analyseren. Daar zou Marx blij mee zijn. Piketty verliest zich niet in een paar feiten of cijfers, zoals zoveel burgerlijke economen wel doen.
      Toch kijkt Marx breder dan Piketty. Zijn ‘voorstel’ raakt de hele samenleving, Piketty’s voorstel beoogt ‘slechts’ een betere regulering van de ongelijkheid in vermogens en het tackelen van toenemende problemen die daardoor ontstaan. Het laatste is beslist geen bagatel, maar wel anders. Het is sociale regulering, waar Marx koerst op meer vrijheden en macht, ook voor de werknemers binnen het productieproces.

In die zin lijkt er bij Piketty een soort reductie, een versimpeling te bestaan, waar Marx het zich eerder moeilijk maakt omdat hij alle essenties van het kapitalistische productie- en loonstelsel in samenhang wil laten zien.
    Dergelijke reducties zijn ongetwijfeld soms nodig om overzicht te krijgen, maar zijn ook risicovol. Het doet denken aan het vroeger beroemde boek van Rudolf Hilferding, ‘Das Finanzkapital’. Dat was na Marx’ ‘Das Kapital’ ook een van de meest brede analyses van de ontwikkeling van het kapitalistische stelsel. In dit geval in de 20e eeuw. Dit omvangrijke boek eindigt met een opmerkelijk simpele conclusie als zou door de ontwikkeling van het monopoliekapitalisme en zijn hoge organisatiegraad het proletariaat makkelijker ‘de hele handel’ over kunnen nemen.
      Was het maar zo simpel, het gaat wel om een wereldomvattend stelsel van kapitaal én productie en distributie. Voordat reducties ‘alles’ gaan overheersen is het toch handig het ‘complexe’ ‘Das Kapital’  van Marx er altijd maar bij te houden. Dat aspecten ervan verouderd zullen of kunnen zijn maakt dat niet anders. Marx biedt een logica van het kapitaal, van waaruit verschillende invalshoeken van analyse en actie mogelijk zijn.

Al is Piketty geen marxist, geen communist of consequente socialist en wil hij het kapitalisme eerder beter maken dan ondermijnen, zijn reguleringsvoorstel is wel sociaal. Het is een grote stap die wegvoert van het harde neoliberalisme, en weer gaat in de richting van een meer gemengde economie. Naast dat Piketty’s voorstel direct sociaal is, kan het een stap zijn in de richting van een nieuwe hegemonie van sociale controle. Daarmee heb je nog geen socialisme, maar wel een positie die nieuwe discussies en maatregelen binnen het blikveld brengt, dus mogelijk weer op de politieke agenda zet. Dat is positief.

Of Piketty nu marxist is of niet (niet dus) is zo bezien niet de meest wezenlijke vraag die een socialist zich hoeft te stellen. De analyse en het voorstel moeten op hun merites worden beoordeeld en kunnen bijdragen de tegenstelling tussen arm en rijk te verkleinen, en bovendien de politiek weer leren hoe de economie beter sociaal te reguleren. Een socialist zal dit niet zien als ‘einde verhaal’, maar als een stap in de goede richting. So what?




Wil je meer weten over de verhouding van Piketty en Marx, en over de blijvende betekenis van Marx’ ‘Das Kapital’? In het Vlaams Marxistisch Tijdschrift schreef Ludo Cuyvers hierover een interessant artikel: zie http://www.imavo.be/vmt/14414-Cuyvers.pdf



Onder het motto ‘Driewerf Piketty’ drie blogs, dit was de derde:

1    De glasheldere boodschap van Thomas Piketty
2    Soorten kritiek op Piketty
3    Piketty en Marx


Thomas Piketty, Kapitaal in de 21ste eeuw, Uitgeverij De Bezige Bij, Amsterdam 2014, ISBN 9789023489191

Tevens genoemd: Rudolf Hilferding, Das Finanzkapital, Eine Studie über die jüngste Entwicklung des Kapitalismus, diverse uitgaven. Verschenen in 1910.















zondag 11 januari 2015

Driewerf Piketty (2)


Soorten kritiek op Piketty

‘Te lang hebben economen geprobeerd hun identiteit te definiëren door middel van hun zogenaamde wetenschappelijke methoden. In werkelijkheid komen die methoden vooral neer op een ongebreideld gebruik van mathematische modellen die dikwijls alleen maar ruimte innemen en de leegte van hun woorden moeten verhullen.’

Thomas Piketty (p. 689)


Wie zijn nek uitsteekt kan kritiek verwachten. Zo ook de veelbesproken Piketty, althans zijn analyse van het kapitaal in de 21e eeuw en natuurlijk ook zijn politieke voorstel om de grote vermogens structureel steviger te gaan belasten. De analyse komt erop neer dat in het Westen rijk en arm steeds verder uit elkaar zijn gegroeid, dat die kloof momenteel onoverbrugbaar is, dat dit enorme spanningen oplevert en verder op zal gaan leveren. En vooral: dat vermogens meer renderen dan arbeid, dus de genoemde ongelijkheid versterkt blijft bestaan. Vandaar het voorstel, waarvan de kans van slagen groter wordt naarmate meer landen meedoen.

Het is inderdaad niet niets en kritiek is te verwachten. Snijdt de kritiek op Piketty hout? Een greep uit de kritiekpunten:
-     Piketty zou slechts statistieken, dus feiten presenteren, geen theorie.
-     Zijn economische hoofdwetten zijn slechts wiskundige wetten, en zeggen dus (te) weinig over de economische inhoud.
-     Voornamelijk naar vermogens kijken, zoals Piketty doet, ‘vergeet’ dat er meer factoren meespelen die de vermogens beïnvloeden en omgekeerd weer door de vermogens worden beïnvloed.
-     Het verhaal zou voor Nederland niet gelden, want hier heerst meer gelijkheid.
-     De mondiale ongelijkheid zou juist afnemen door de groei van ontwikkelingslanden als China en India.
-     Piketty’s conclusies voor de toekomst zouden een slag in de lucht zijn.
-     Je kunt van het kapitalisme helemaal geen wetmatigheden vaststellen, omdat politieke, institutionele en technologische factoren ook meespelen.
-     De conclusies zouden te verstrekkend zijn.
-     De populariteit van Piketty zou slechts gebaseerd zijn op een misplaatst schuldgevoel.
-     Enzovoorts.

Maar ja, is de grote ongelijkheid geen feit? En neemt die momenteel in China en India ook niet toe? En geeft de aanpak waarin Piketty een enorm lange periode tracht te overzien geen aanwijzing in de richting van de toekomst, ook al zijn exacte voorspellingen misschien niet mogelijk? Toekomstvoorspellingen zijn met tal van methodische problemen omgeven, maar dat je vanuit de geschiedenis helemaal niets over de toekomst kunt zeggen is ook niet waar.
      En Nederland? Is het hier zoveel beter? Onderzoeker Wiemer Salverda toonde afgelopen jaar nog overtuigend aan dat de kloof tussen arm en rijk afgelopen jaren in Nederland alleen maar gegroeid is. Nederland kan niet met een luchtige zwaai Piketty’s analyse als niet relevant afdoen.
      Het verwijt dat er ‘slechts’ feiten in een statistiek worden gepresenteerd, so what? Nou, dat zegt wel degelijk heel veel. Hoe vaak wordt niet gezegd dat linkse wetenschappers zich te weinig met de harde feiten bezighouden. Als dit echt de feiten zijn, op dit moment waar, dan doen ze ertoe.
      Op zich ontkent Piketty ook niet dat meer factoren meespelen, al kun je de vraag stellen of hij dat voldoende doet. Deze vallen naar het lijkt bewust voor een groot deel buiten zijn betoog.
      Het laatste punt heeft te maken met de hier nog niet genoemde opvatting dat hij minder te bieden zou hebben dan de marxistische economische analyse en het kapitalisme niet ter discussie stelt. Hierover gaat de volgende blog. Echter, als die kritiek klopt, kan de kern van Piketty’s conclusie nog altijd wél kloppen.

Als de feiten, gestaafd over een lange periode zo zijn, wat zegt dat dan? Dat je ongelijkheid niet weg kunt poetsen, al zou er op delen van de analyse wat aan te merken zijn. Daarom staat de voornaamste, politieke conclusie nog recht overeind. Kritiek hierop kan dan ook een afleidingsmanoeuvre zijn die mensen blind wil maken voor de ongelijkheid die overal heerst.

Was 2014 het jaar van het boek van Piketty? Laat 2015 dan het jaar worden waarin echt op zijn voorstel wordt gereageerd.
    Wat was dit nog maar weer? Piketty: ‘Vermogensbelasting is een nieuw idee, dat volledig moet worden toegesneden op het wereldwijde vermogenskapitalisme van de eenentwintigste eeuw, zowel qua tarief als wat betreft de praktische kanten, waaronder de invoering van een systeem dat gebruikmaakt van automatische internationale uitwisseling van bankgegevens en vooraf ingevulde aangiften, en dat uitgaat van de marktwaarde.’ (p. 638)

Als we nu het simpel houden, is het dan niet waar dat zo’n aanpak geld oplevert, dat voor sociale en velerlei andere doelen kan worden gebruikt? En is dit hoe dan ook geen stap naar vermindering van armoede, ongelijkheid en gebrek aan kansen? Het is een politiek en ethisch standpunt of je hier voor of tegen bent. Daar kan geen redenering tegenop.
    O ja, er was nog het verwijt van een misplaatst schuldgevoel. Hoezo? Het kan toch een weloverwogen inzicht zijn dat een sociale en solidaire samenleving het beste is dat de mens kan overkomen?




Onder het motto ‘Driewerf Piketty’ drie blogs, waarvan nog twee zullen volgen:

1    De glasheldere boodschap van Thomas Piketty
2    Soorten kritiek op Piketty
3    Piketty en Marx


Thomas Piketty, Kapitaal in de 21ste eeuw, Uitgeverij De Bezige Bij, Amsterdam 2014, ISBN 9789023489191















zondag 4 januari 2015

Driewerf Piketty (1)


De glasheldere boodschap van Thomas Piketty

Over Thomas Piketty is heel wat te doen. De Franse regering probeert hem in te palmen door een mooie onderscheiding aan te bieden, een omgekeerde benadering is hem als onjuist of onwetenschappelijk neer te zetten.
    De Nederlandse hoofdbankier Klaas Knot heeft Piketty nog niet helemaal gelezen, hij krijgt zooooveeeel boeken op zijn bureau .…
      Ondanks dat heeft Knot er toch een oordeel over. Piketty’s berekeningen zijn soms wel erg simplistisch, vindt hij (De Volkskrant, 31 december 2014).

Iedereen vindt dus wel wat. Twee hoofdzaken staan echter fier overeind, wat men er ook van vindt en wat de politiek er verder ook mee zal doen.
    Ten eerste maakt Piketty van cijferfetisjisme weer politieke economie, een wetenschap die niet alleen abstract is, maar die de verwevenheid van economie, sociale omstandigheden en politiek op toegankelijke wijze laat zien. Bijzonder is dat hij het aangedurfd heeft een brede analyse te presenteren die zich over vele perioden en verschillende landen uitstrekt, grondig onderbouwd. Misschien niet zozeer een theorie, wel een feitelijke onderbouwing.
    Ten tweede is de boodschap, het onderzoeksresultaat glashelder: groot vermogen rendeert meer dan arbeidsinkomen en het effect is een enorme tegenstelling tussen steenrijk en arm. Ongelijkheid is een keihard feit.

Die tegenstelling bestaat, zal zich verdiepen en leidt tot een onhoudbare situatie. Dat laatste is speculatief, maar ook logisch. Je kunt gaan wachten tot het ‘zover’ is. Dat lijkt Piketty geen goed idee. De politiek moet dus weer gaan sturen, leiding gaan geven, meer gaan reguleren.
    Piketty schrijft vaak wat onderkoeld, bijna cynisch: ‘Zou het kunnen dat de toename van de ongelijkheid in de Verenigde Staten heeft bijgedragen aan het uitbreken van de financiële crisis in 2008?’ (pag. 350) Het antwoord laat zich raden.

Piketty is constructief zonder naïef te zijn. Wat er moet gebeuren is lastig, dat er wat moet gebeuren is helemaal niet lastig in te zien. Zijn voorstel, een pakket van mogelijke voorstellen, is helder: grijp zo internationaal als maar mogelijk is in en belast de zeer hoge vermogens meer dan nu, en dat structureel. Het lost niet direct de crisis op, het zorgt wel voor verdelingen die als eerlijker zullen worden ervaren.

Alle verbale geweld van critici die melden dat zijn analyse slechts statistiek is en zijn economische hoofdwetten slechts wiskunde, kunnen het feit van de grote ongelijkheid in vermogens en de rendementen ervan niet wegmoffelen.
    Het is goed te beginnen waar begonnen kan worden. De boodschap is glashelder, het voorstel ook, al kan er op diverse wijze op gevarieerd worden.
    Nu de politieke wil nog. Links versus rechts bestaat nog in de politiek. Ieder zal zijn keuze maken. De praatjes eromheen kunnen dat niet verhelpen.




Onder het motto ‘Driewerf Piketty’ drie blogs, waarvan nog twee zullen volgen:

1    De glasheldere boodschap van Thomas Piketty
2    Soorten kritiek op Piketty
3    Piketty en Marx



Thomas Piketty, Kapitaal in de 21ste eeuw, Uitgeverij De Bezige Bij, Amsterdam 2014, ISBN 9789023489191