dinsdag 13 december 2022

Friedrich Engels over realistische politiek


Wat is het vooruitzicht voor 2023? Het gaat er momenteel in de wereld lang niet overal prettig aan toe. Oorlog in Oekraïne, talloze vluchtelingen uit diverse streken op zoek naar onderdak, bestaansrecht en werk. Benepen reacties alom, waarbij politici zich al te vaak bereid tonen aan te haken bij het platste populisme, verpakt als ‘realisme’.
    Intussen wordt de crisis erkend, voor het gemak soms maar aangeduid als gascrisis, want om het Russische gas is veel te doen. De SP pakt het moment, nu het kan, met een grote actie gericht op het nationaliseren van de energie giganten. ‘Nationaliseer onze energie.’
      Kan dat zomaar? Erkend wordt door de socialisten dat er veel macht voor nodig is en dat het de vraag is of die gemobiliseerd kan worden onder ‘het volk’. Maar je weet het pas als je het echt probeert. En juist die inzet ontbreekt zo vaak.
    Dus waarom niet? Je kunt je ook te klein maken en doen alsof socialistische initiatieven alleen voor de langere termijn van waarde zijn en dat de voornaamste bezigheid is af te wachten. En bovendien is voor de hele klimaatcrisis met alles erop en eraan enorm veel macht nodig, om te veranderen op ingrijpende schaal. Kortom je kunt er maar beter vanuit gaan dat vérgaande eisen deel uitmaken van een grote beweging van verandering. Ook al is nog lang niet duidelijk welke vorm die beweging gaat aannemen naast de acties van vele strijdbare jonge en oudere klimaatactivisten.
    Het doet me denken aan Friedrich Engels die zich heel genuanceerd kon uitdrukken als het ging om de toekomst van het socialisme, maar ook in verschillende situaties opriep flink door te pakken. Je bent toch geen socialist om praatjes te verkopen? In 1891 schreef Engels een inleiding voor Marx’ boekje Loonarbeid en kapitaal,  uit 1847. Marx was toen al overleden. Engels eindigt de inleiding met een beroep op de socialisten om realistisch te zijn. De tegenstellingen die ontstaan door het kapitalisme brengt de maatschappij in een steeds idiotere situatie. Dat meent hij stellig en zo brengt hij dit ook. Er moet nu wat gebeuren.

Friedrich Engels:
' De splitsing van de maatschappij in een kleine, overmatig rijke klasse en een grote, bezitloze klasse van loonarbeiders maakt dat deze maatschappij in haar eigen overvloed stikt, terwijl de grote meerderheid van haar leden nauwelijks of in ‘t geheel niet beschermd is tegen de uiterste nood. Deze toestand wordt met de dag ongerijmder en – overbodiger. Hij moet uit de weg worden geruimd, hij kan uit de weg worden geruimd. Een nieuwe maatschappelijke orde is mogelijk waarin de huidige klassenverschillen zijn verdwenen …'

Engels vult de gewenste maatschappelijke orde niet precies in. Men leze het boek. Maar hoe ver weg is dit? Het citaat kan bijdragen aan bezinning op redelijke ideeën over de toekomst. Vóór de natuur, het klimaat, de vrede, tolerantie en een passend werk en inkomen voor echt iedereen, mondiaal. Opheffen, die gesplitste, diep verdeelde maatschappij, ja ook dat moet mondiaal. Niets doen is geen optie, alles hangt samen, dat moet je onder ogen zien. Maar Engels’ socialisme heeft het toen toch ook niet gered? Ja dat is zo, maar wegvluchten kon toen al moeilijk en is nu nog moeilijker. En wie zegt dat het resoluut opruimen van ‘oude rommel’ niet op een vreedzame democratische wijze kan plaats vinden?
    Gelukkig Nieuwjaar 2023, een jaar dat vaak beroep zal doen op ieders gezond verstand, én vraagt om een verder ziende blik.







Het citaat is ontleend aan: Friedrich Engels, Inleiding bij Karl Marx Loonarbeid en kapitaal, vijfde, verbeterde en vermeerderde druk, Uitgeverij Pegasus, Amsterdam 1971, pag. 16.
De inleiding van Engels is van 1891, Marx’ tekst is van 1847. Latere correcties van de tekst uit 1847, na verschijnen, zijn er van Marx en Engels, op basis van o.m. Marx’ Het kapitaal.



STOP DE OORLOG IN OEKRAÏNE







vrijdag 2 december 2022

Vrede, zachtaardigheid en concentratie


      … zij zijn onovertroffen in gedachten, woorden en daden;
      geworteld in vrede, zachtaardigheid en concentratie, …


Loop eens je woonplaats in op een drukke dag en denk op straat rondwandelend na over de vrede én over het geweld dat daar tegenover ook bestaat. Gewoon vandaag, in de huidige wereld met al haar crises, conflicten en egocentrisme. Genoeg hiervan te zien of te merken in de eigen omgeving, althans, dat geldt voor velen.
      De straat, de herrie om je heen leidt makkelijk af, en je vergeet waarom je de straat op moest. Hoezo ook vrede. Denk aan Oekraïne waar het bepaald geen vrede is. Over veel andere plaatsen kun je vergelijkbare gedachten hebben. Denk aan Iran, het schandalige optreden tegen de eigen vrouwen van die staat. Of aan het beleid van Turkije tegenover de Koerden of Israël jegens de Palestijnen, die meer en meer het land worden uitgepest, van hun grond verdreven.
    Lopend op straat vergeet je waarschijnlijk al snel de opdracht. De straat op om over vrede en geweld na te denken; gaat mij dat aan? In de herrie lukt het moeilijk de aandacht bij de gestelde vraag te houden. Sterker nog, op een rustige plek is dat zelfs al moeilijk. Je geconcentreerd houden, de volle aandacht houden op iets wat je niet direct ziet, kan heel lastig zijn. En waarom moet dat ook?

Toch, als je dit breder gaat zien, is er verscholen achter deze vragen veel meer aan de hand. De ingewikkelde hedendaagse maatschappij vraagt om concentratie, passende aandacht, in heel veel situaties. Toch gaat dat vaak mis. Bijvoorbeeld al omdat overal veel prikkels aanwezig zijn. Een gebrek aan passende aandacht kan veel ongelukken veroorzaken, op kleine persoonlijke schaal en in wereldvrede bedreigende verhoudingen op grote schaal.

Zou er niet meer geluisterd en geconcentreerd, aandachtig geobserveerd moeten worden? Bijvoorbeeld wanneer je handelingen gaat verrichten die onbedoelde effecten kunnen hebben?
    Mijn stelling hier zou luiden: de hedendaagse mens is het vermogen vergeten geconcentreerd te leven, zeker als dat moet voor een langere periode aaneen.

Dat is niet niets. Mensen nemen toch ook grote beslissingen, die niet alleen in henzelf, maar ook in veel grotere verbanden ingrijpende gevolgen kunnen hebben? Denk aan leiders van grote staten, hebben die voldoende overdacht wat de gevolgen van hun handelen is? Heeft de heer Poetin dat ook gedaan of was hij steeds al geobsedeerd door de drang een plaatsje in de geschiedenisboeken, de hemel of in iets anders groots te bereiken? Onsterfelijke roem bereiken waar je echter welbeschouwd zelf niets aan hebt?
    Maar ook in veel kleiner en vrediger verband kun je je afvragen of bezinning en overzicht nog wel bestaat. En wie is de eigenaar daarvan? Voorbeelden zijn niet moeilijk te vinden. De juiste aandacht is zo vaak helemaal zoek. Dát is een kenmerk van het heden. Oorzaken van alle jachtigheid zijn makkelijk te vinden in de digitale en anderszins ‘ontwikkelde’ wereld. Of kijk naar de politiek en de media, al kan het ook te makkelijk zijn een speciale ontstaansbron van de onrust en jachtigheid aan te willen wijzen. Nader beschouwd is veel niet hetzelfde, al leek dat misschien eerst zo.

Moeten we voor een tegenwicht tegen overhaasting en dergelijke verschijningsvormen bij de psychiatrie aankloppen? Of zijn er meer en andere mogelijkheden?
    Pas las ik een oude boeddhistische tekst, waarvan verondersteld wordt dat die van de Boeddha is of uit zijn omgeving stamt. Het gaat om de eenvoudige formulering die me trof, omdat je die kunt toepassen op het heden, zowel op grotere als op kleine schaal. De tekst heet Sutta-Nipata en in dit boek met een lange reeks van sociale en op de persoon gerichte leerredes wordt op een bepaald moment gesteld dat bij goede volgelingen van de Boeddha hun ‘gedachten, woorden en daden geworteld (zijn) in vrede, zachtmoedigheid en concentratie.’ Er staat nog meer, ik selecteer, tegen de gewoonte in een fragment van een leerrede en laat misschien wel het belangrijkste deel van het citaat over aan de boeddhistische volgeling of geïnteresseerde lezer.
    Ongebruikelijk maar waarom? Omdat de combinatie van de woorden ‘vrede, zachtaardigheid en concentratie’ al uniek en uiterst leerzaam is. Niet alleen theoretisch, juist ook praktisch.

Wat zou de wereld niet kunnen winnen als mensen, met of zonder macht, werkelijk geconcentreerd zouden handelen. Of ruim daarvoor zich al concentreren op wat speelt en van belang is.
    Stel je de situatie vlak voor het losbreken van de oorlog in Oekraïne eens voor. De machthebbers en generaals die werkelijk zouden nadenken over wat ze gaan doen en wat de verdere consequenties zijn. Werk zoiets eens uitvoerig en geconcentreerd uit. Je bent toch knettergek als je je goed concentreert op de veldslag en dan die nog door laat gaan ook? Maar ook in kleinere situatie, zoals thuis of anders in de privésfeer zijn vaak diepere en langere overwegingen vruchtbaar. Ze kunnen meer laten zien dan vooraf vermoed werd. Maar de bezonnenheid wordt overgeslagen.

Concentratie. Vrede, zachtaardigheid en concentratie. Omvatten die drie woorden elkaar niet en niet ook ‘alles’ wat er op aarde gebeurt? Het empirische aspect zit erin, maar dan goed, in positieve zin. De rede zinspeelt op een bepaald type uitvoering. Zachtaardigheid heeft een kader. Er staat geen ongestuurde, blinde kracht voorop. Concentratie is hinken of denken vanuit een punt naar een ander, wellicht kleiner punt. Er ontstaat daardoor een beeld van een sterke bundeling van krachten. Maar in deze context toch ook weer zachtmoedig, met rede en vrede.

Zo gebracht is het bijna een spel. Maar serieus rekening houden met bij elkaar passende krachten of waarden zou een heleboel op kunnen lossen in onze soms redelijke, maar in wezen té beperkt-redelijke wereld. Natuurlijk bestaat er redelijkheid in het dagelijkse leven, maar alles moet vlug, kopieerbaar en eenduidig zijn. Maar eenduidigheid komt beter in beeld als ook de zachtaardigheid meetelt.
      Zachtaardig, klinkt dat als zwakte? Dan heeft de rede zich nog niet op haar geconcentreerd. Wat dat betreft is de vrede de uiteindelijke grote creatieve kracht.

Leer kinderen op school de vrede, de zachtaardigheid en de concentratie. Neem de tijd die nodig is de zachtaardigheid te bewaren, én de kracht van de vrede. In de boeddhistische tekst, de Sutta-Nipata, lees ik dat vrede, zachtmoedigheid en concentratie als centrale waarden elkaar voeden, versterken. Praktisch bezien mag je hopen dat kinderen op de scholen leren dat deze woorden elkaar veronderstellen. Echte concentratie laat levens zien, van de natuur en van mensen. Het woord vrede sluit open af. Het is nodig, maar de natuur, de werkelijkheid heeft de mens niet nodig en kan ‘zachtmoedig’ niet alles scharen tussen het perspectief van concentratie en vrede.

Deze blog is aldus een beknopte overweging bij drie begrippen die me aanspreken omdat ze elkaar een fundament geven. Zoiets geeft perspectief: van herstelde vrede, van zachtaardige acceptatie en van een concentratie die veel nieuws helpt ontdekken.
      Deze meditatie is totaal anders uitgevallen dan de notitie die ik eerst bij de passage van het boek opschreef. Omdat deze woorden nu eenmaal alles kunnen omvatten. Maar dat moet je wel willen, en daar kan de kern, de concentratie dan weer bij helpen. Herstelde vrede is een rijk vooruitzicht. Sta daar maar eens geconcentreerd bij stil. En echte concentratie betekent is altijd betrokkenheid en redelijke, misschien doortastende en tegelijk zachtaardige aandacht. Voor het andere en de ander.

Concentratie op wat er nu eigenlijk gebeurt kan een toegang tot de vrede worden. Zeker in het besef dat het hier om diepmenselijke verstrengelde waarden gaat die in één verband staan. Zij zijn veel meer dan een theorie, meditatie, actie, betrokkenheid, hard werken en politiek handelen of eenvoudige spontane praktijk alleen. Het gaat om echte sociale aandacht, dus concentratie vergt veel. Maar zij vormt en resulteert in vrede. Concentratie van denken en handelen kunnen ijdelheid helpen overwinnen en vormen een begaanbare weg naar zich realiserende vrede.
      Een opening, een toegang. Diepe, sterke concentratie is praktisch en niet vaag, kan met een flits kort duren of andersom juist leiden tot langdurige volle zorgvuldige aandacht. De hedendaagse maatschappij vraagt om tal van invalshoeken van denken en actie, maar concentratie en zachtmoedigheid kunnen een dappere stap vooruit naar de vrede betekenen.






      Naschrift
In deze weblog is iets heel oneerbiedigs gedaan: door één tekstfragment uit een flink boek helemaal centraal te stellen en te gebruiken voor ‘een eigen doel’, een beschouwing over ‘vrede nu’. Sterker nog, niet eens wordt het hele tekstfragment genoemd, terwijl het onmiskenbaar zo is dat de hele tekst hier een sterke, mooie en weloverwogen eenheid vormt. De nieuwsgierige lezer zal die nu willen weten.
Het hier gebruikte tekstfragment komt uit Sutta-Nipata, een verzameling korte teksten die teruggaan of stammen uit het vroege Boeddhisme. Van deze teksten bestaat een mooi uitgegeven bundel in het Nederlands. Voluit: Khuddaka-Nikaya (deel 1), De verzameling van korte teksten Sutta-Nipata & Dhammapada, Vertaald uit het Pali, ingeleid en van aantekeningen voorzien door Jan de Breet & Rob Janssen, Uitgegeven door Uitgeverij Asoka, Rotterdam 2002.
Het gebruikte of – zo u wil – misbruikte fragment staat in een vers van de Sutta-Nipatha in één kort afgerond vers. Versnummer 330 op pagina 91. Dit luidt:
      – Maar die zich verheugen in de Dhamma van de edelen,
      zij zijn onovertroffen in gedachten, woorden en daden;
      geworteld in vrede, zachtaardigheid en concentratie,
      zijn zij tot de kern van kennis en inzicht gekomen. –  

Het Boeddhisme kent leerredes die voor een belangrijk deel stammen uit zijn begintijd. Sutta's, leerredes of schriften. Bewaarde teksten die de mens kunnen steunen op het grillige pad dat leven heet en waarop de mens steeds opnieuw en in nieuwe vormen bij vrede en verlossing tracht te komen. Deze teksten – veel ervan ook in het Nederlands vertaald – zijn voor een groot deel goed leesbaar. Ze bevatten misschien geheimen, maar over het algemeen geen occulte, ontoegankelijke geheimtaal.



STOP DE OORLOG IN OEKRAÏNE










zaterdag 19 november 2022

Leuke dingen, dichtbij

Terwijl de Volkskrant op deze mooie zaterdagochtend me met een ellenlang verhaal over wangedrag bij De Wereld Draait Door wil opzadelen, kijk ik eerst even door het raam naar buiten. De Linden verliezen hun laatste bladeren. De straat tijdelijk geplaveid met blad. Mooie kleuren, eerste vorst van deze winter.
    Klinkt poëtisch, net als die doordraaiende wereld. 'Wereld draait door, blad valt naar beneden.' De beweging van het blad valt meer op dan de draai van de wereld. Leuke dingen zijn er genoeg, dichtbij.
    Kijkend met mijn kijker naar de stam van de Lindeboom lijkt die nog meer in beweging. En dat klopt. Al woon ik zo ongeveer midden in de stad, op de stam voor mijn huis loopt een Boomkruiper. De Boomkruiper is leuk, want hij kan alleen maar vooruitlopen. Dat zegt men, dat zegt de vogelaar.
    En ja, hij foerageert vooruit, langs de hele stam. Uit het boekje, zoals het hoort. Laat de wereld maar draaien. Veel leuke dingen zijn dichtbij, de natuur begint hier en er valt vast veel meer te ontdekken.
    Leuke dingen, waar zijn ze? Dichtbij. Toeval is het niet.

 




Stop de oorlog in Oekraïne










maandag 7 november 2022

De natuur als oplossing van de klimaatcrisis

‘De natuur laat zich niet dwingen.’ Deze uitspraak is niet helemaal waar natuurlijk. De natuur dwingt bepaalde keuzes af, wanneer de mens ingrijpt. Bepaald door die mens én door de specifieke natuur die bij dat ingrijpen in het geding is.
      Veel kan, maar niet alles kan. Veel kan, maar ook van de ingrepen die wel kunnen blijken veel ervan tamelijk onverstandig te zijn. Omdat het gebruik of de ingreep in de werkelijkheid altijd ook vaart onder de vlag van de vernietiging of de verandering. Ingrepen leiden tot iets nieuws, niet altijd tot iets beters.

Daarbij kunnen woorden die in de klimaatcrisis meespelen niet altijd helder zijn. Zo staan ‘we’ voor de noodzaak van ‘klimaat-adaptatie’. De maatschappij moet zich aanpassen aan de veranderende biologische omgeving. Maar als we bijvoorbeeld dat doen door heel Nederland in te dijken zal er ongetwijfeld veel mooie natuur die uniek is voor de huidige kust en duinen, verloren gaan. Dan is de aanpassing tegelijk een vernietiging en dus ook een discutabele of duidelijk verkeerde wijze van aanpassing. Deels ingrijpen en dan al ‘hoera’ roepen, dat is wegkijken van het feit dat de problemen met die concrete aanpak nog lang niet voorbij zijn en in dit voorbeeld misschien zelfs groter zijn geworden.

Met dit voorbeeld in gedachten stuit ik in de publicatie van Nature Today van 4 november jl. op een aanbeveling die naar mijn mening wel tot een algemene wet zou mogen leiden. Het gaat om het appel van het WWF (Wereldnatuurfonds) dat het belang van biodiversiteit aan de orde stelt. Oplossingen tegen de gevolgen van de klimaat-crisis leiden niet automatisch tot natuurbehoud. En in de internationale afspraken wordt maar een klein deel van de financiële inzet bestemd voor biodiversiteit. Het komt erop neer dat de natuur met haar grote biodiversiteit een veel grotere rol kan en moet spelen in de klimaatmaatregelen.

Momenteel wordt in Egypte de zoveelste VN-klimaattop gehouden. Het WWF roept op het belang van de biodiversiteit hoger op de agenda te zetten. Zeker nu de opwarming steeds meer zichtbare gevolgen laat zien, komen sommige landen voor hun eigen belang op, en dat is niet automatisch het grootste belang voor de natuur. In feite is er veel meer geld nodig, zowel voor de biodiversiteit als voor vele diverse klimaatmaatregelen, vooral ook in de arme landen. Laat beide of liever nog alle gezichtspunten meetellen met voldoende middelen!
      Helaas zijn we daar nu nog lang niet, vooral ook door de oorlogen en andere op de spits gedreven tegenstellingen. Bovendien is een technologisch sterk verhaal niet zomaar ook een biologisch sterk verhaal. Je kunt een crisis op heel verschillende manieren te lijf gaan, ook met verkeerde, kortzichtige of tegenstrijdige methoden, waarin per saldo het nodige effect juist wordt opgeheven, in plaatst van bereikt.

Biodiversiteit. Sinds Charles Darwin weten we dat de differentiatie van het leven leidt tot een gefaseerd vervolg van sterker zich ontwikkelend en vernieuwend leven. Dat overal meespelend veranderingsproces kan niet straffeloos onderbroken worden. Daarom moeten maatregelen hier mede op gericht zijn. De natuur heeft ruimte nodig. Het WWF dringt er daarom bij de deelnemers aan de VN-klimaattop op aan om de zogeheten ‘natuurlijke oplossingen’ sterker te integreren in de klimaatmaatregelen. Het fonds draagt daarbij creatieve ideeën aan zoals de mogelijkheden om de plaatselijke bevolking een rol te geven bij de ontwikkeling van de natuur.

Men kan de wereld in beton gieten, maar is dan de klimaatcrisis opgelost? Neen natuurlijk. Er moet ook zuurstof geproduceerd worden en daar zijn massa’s bomen en planten voor nodig. Dus het hele idee van brandjes blussen en de natuur feitelijk te negeren, zowel in het beleid als in de praktijk, is een fictie, een heel gevaarlijke. Het komt neer op wegkijken van de echte problemen.
      De klimaat-maatregelen moeten de natuur als ‘objectief deelnemer’ van de klimaattransities erkennen en haar veel ruimte geven. Zoals de mens probeert te redden wat hij denkt nodig te hebben of alleen maar te hebben, zo hebben de natuurlijke processen hun eigen dynamiek, waardoor ze in zekere zin als ‘actief deelnemer’ een grote rol spelen.
      Het is het oude filosofisch materialisme, dat de dynamiek van de werkelijkheid als ‘deelnemer’ erkent. De natuur leeft en ‘werkt’. Het oude rationalisme dat alleen de mens als actief actor erkent wordt dan historisch genuanceerd. Resultaat: de mens moet weloverwogen zijn gang gaan, maar de natuur moet daarmee interacteren, dus ook haar ‘rol’ spelen. Vice versa. De natuur verandert door de permanente externe veranderingen die ‘haar’ ten deel vallen. En simpel gezegd geldt dus: zorg voor het klimaat en vecht tegen de destructieve aspecten. Houdt tegelijk vooral rekening met hoe de natuur was, is en wordt.

Pas was ik een dagje fietsen, de natuur in, zoals dat heet. Buiten de stad, op het boerenland. Op een plekje waar ik vaker langs kom stonden drie reigers (Ardea cinerea) bij de kont van een koe te wachten. Ze vormen met de koe een soort duo, waarin kennelijk de reiger mee-eet, uit de uitwerpselen van de koe. Toevallig? Niet helemaal. Op vakantie in Portugal zagen we koereigers (Bubulcus ibis) ook ongeveer zo staan.
      Kennelijk, met de behoefte makkelijk aan eten te komen, vormen de koeien en reigers hier en daar ongeveer dezelfde structuur. Die kan incidenteel zijn of ze kunnen een afhankelijkheidsrelatie vormen. Gewoon oké, weinig bijzonders. Maar als we de kuddes koeien verminderen om stikstof te reduceren is het wellicht goed na te denken aan deze secundaire functie van de koe. Betekent die verder iets?
    De wereld heeft niet zomaar precies dezelfde rechten ‘zoals de mens’. Het vraagt om een reflectie, wat is vergelijkbaar en wat niet? Daar kun je over twisten en dat hebben filosofen en juristen al lang gedaan. Maar er is zeker wel sprake van structurele kenmerken ofwel objectieve processen die voorwaardelijk zijn voor andere.

Hopelijk krijgt de oproep van het WWF dus gehoor, en krijgt de biodiversiteit in volle omvang dus mondiaal de benodigde ruimte en waar nodig de middelen. Strijdt mee voor een dynamisch geheel voor een beter afgestemde wereld. Eén waarin de zeespiegelstijging in de loop van de tijd weer kan worden omgezet in stabilisatie en misschien een daling. Die duur zal waarschijnlijk lang zijn. Geduld én inzet worden op de proef gesteld.
      Er is een wereld nodig waarin de behoeften van de mens niet langer door kolonialisme, militaire expansie en misplaatste ijdelheden worden gestuurd, maar eerder door wat de generaties na ons nodig hebben om te kunnen leven. In de biodiversiteit vallen de belangen van natuur en mens samen. Leve de biodiversiteit.



Mierenhoop

Ecologie als samenwerking



 

STOP DE OORLOG IN OEKRAÏNE, want het is:

- Een menselijk drama, dat de aanpak van de klimaatcrisis ondermijnt.
- Verspilling van waardevolle grondstoffen en landbouwproducten.
- Groffe vervuiling en vernietiging van waardevolle plekken en divers leven.


Voor de link van Nature Today over de opvatting van het WWF zie:  https://www.naturetoday.com













dinsdag 1 november 2022

Friedrich Engels – Kan Europa ontwapenen?

In 1893 vraagt de Sociaal-democratische fractie in de Rijksdag Engels om advies. De vraag waarom het gaat is: welk standpunt moet de fractie innemen ten aanzien van plannen om de budgetten voor het leger in Pruisen te verhogen?

Friedrich Engels (1820-1895) antwoordt uitgebreid over de voorstellen en in dat kader uitgebreid over de politiek-militaire situatie in Europa en in het algemeen. Een standpunt moet berusten op een grondige historisch-materialistische analyse. Dat is de kern van de insteek van de geschriften van Karl Marx en Friedrich Engels.

In zijn betoog dat volledig als serie artikelen in de krant ‘Vorwärts’ wordt gepubliceerd, doet Engels een reeks opmerkelijke uitspraken, te veel om hier allemaal te noemen. Natuurlijk reikt hun betekenis niet automatisch tot het heden en het hedendaags geweld, maar Engels geeft wel een voorbeeld hoe je algemene politieke vragen heel concreet kunt maken om tot een gefundeerd standpunt te komen.

In het algemeen is Engels optimistisch én realistisch over de vredeskansen voor Europa. Zo zegt hij over het afschaffen, verkleinen of regulering van legers: ‘Vanuit een zuiver militair standpunt staat een geleidelijke afschaffing van de staande legers absoluut niets in de weg. Wanneer deze legers desondanks in stand worden gehouden, geschiedt die niet om militaire, maar om politieke redenen …’
    Het voorstel luidt dan het aantal staande legers te verminderen in een geleidelijk proces. In plaats van de staande legers moet een proces op gang komen dat stapsgewijs de legers doet verminderen en voorlopig in plaats daarvan georganiseerde volksbewapening mogelijk maken. Daartoe moet een internationaal verdrag worden gesloten tussen de Europese landen.

De rest van Engels’ betoog gaat vooral over de ‘Beren op de weg’ die overwonnen moeten worden om zover te komen.
    Zo vindt Engels van belang naar de samenstelling van de vechtende soldaten te kijken en hij meent dan: ‘Een leger, waarvan de ruggengraat voornamelijk gevormd wordt door gehuwde mannen van middelbare leeftijd, is (was) van nature minder offensief dan het conscriptieleger van Lodewijk Napoleon, dat vele alleenstaanden – aangeworven beroepssoldaten – in zijn gelederen telde.’ Minder offensief, dus ‘beter’.
    Engels meent verder ook: ‘Het internationaal vaststellen van een maximumdiensttijd onder de wapens zou de legers van alle mogendheden gelijk treffen.’ En over de soldaat, bekijkt hij het ook pedagogisch. ‘Het zwaartepunt van de militaire opleiding moet gelegd worden in de opvoeding van de jeugd.’ Een diep en waar inzicht.

Verder staat dan vooral de politieke situatie in Europa en de wereld centraal. De analyse van de politieke belangenstrijd, met de rol daarin van kleinere landen maar vooral van Frankrijk, Engeland, Duitsland (Pruisen) en helemaal centraal, de rol van Rusland. Het gaat dan om de Russische tsaar en zijn drijfveren, én om de Russische soldaat en zijn mentaliteit.
    ‘Er zijn dingen die niet voor allen geschikt zijn. Het systeem van de algemene dienstplicht stelt een zekere graad van economische en intellectuele ontwikkeling voorop; waar die ontbreekt richt het systeem meer schade aan dan dat het nut oplevert. En dit is klaarblijkelijk het geval met Rusland.’ Wat vervolgens tot in de details wordt uitgelegd.
    Engels’ scherpe kritiek staat helemaal niet op zichzelf. Zijn vriend en strijdmakker Marx was inmiddels (in 1883) overleden, maar die stond tijdens zijn leven even kritisch tegenover de Russische politiek en over hoe de tsaar sterk leunde op geheime diplomatie. Toen al! Ook zonder internet met een ‘dark web’ of zo waren er ook toen al allerlei uiterst dubieuze streken mogelijk, gericht op het verkrijgen van macht, meer macht en nog eens heel veel macht. Rusland maakt daar volop gebruik van. Engels ziet Rusland (mede) daarom als een ‘Sta in de weg voor de vrede.’

Marx en Engels schreven over de geheime diplomatie, die feitelijk als een wapen werd ingezet door de Europese machten, met name dus ook Rusland. Rusland heeft een mentaliteit van het Oosten en bedient zich van een expansiepolitiek, gericht op macht. De tsaar wil wereldmacht en ondermijnt de posities van zowel de kleine als de grote staten van Europa. De grote, dat zijn met name Frankrijk, het opkomend Duitsland (de macht van Pruisen), en Engeland. Rusland voert een omvangrijke stille diplomatie, een vorm van machtspolitiek in het geniep, die – en dat is verhelderend – tot aan vandaag de dag voortgezet lijkt te worden.
      Het doel van de tsaar is de wereldmacht, minimaal een dominante rol daarin, en bovendien het in bezit krijgen van Constantinopel, om ook een religieuze wereldmacht te vormen. Zonder hier nu op in te gaan – dat vergt meer lezen van ook andere literatuur – zag je ook in de Krim Oorlog (1853-1856) hoeveel landen en machten hierbij betrokken waren. Het strijdtoneel, de Krim, werkte als een scharnier voor machtsposities. En dat is kennelijk nog steeds zo en dat de bevolking bloedt wordt door Rusland op de koop toe genomen. Zonder scrupules.

Rusland maakte – ook toen – gebruik van buitenlandse huurlingen. Engels schrijft: ‘Het is dit oorspronkelijk uit buitenlandse avonturiers gerekruteerde geheime genootschap, dat het Russische Rijk aan zijn tegenwoordige volheid van zijn macht heeft geholpen.’
    Rusland wil(de) wereldmacht bovendien wilde het dus Constantinopel als symbool van goddelijke erkenning van die macht. Door god bezegeld, wat in de mis of eredienst voor het volk zichtbaar wordt gemaakt. De wereldse hebzucht toegedekt in een mist van bijgeloof.
    Om tot stevige vredesafspraken en een begin van ontwapening te komen zijn betrouwbare ‘partners’ nodig. Rusland vormt in dit kader dus een verhaal apart. Engels eindigt zijn betoog met te zeggen: ‘De crisis betekent voorlopig vrede. De Russische oorlogsophitsing is gedurende een reeks van jaren lamgelegd.’

Engels’ verhaal is knap en voor een deel actueel. Het is marxistisch: maak de goede analyse, want dan pas worden activerende, effectieve  standpunten mogelijk.
    De huidige Russische politiek moet opnieuw van haar oorlogsophitsing én destructieve strijdposities ontdaan worden. Elke dode, elk oorlogsslachtoffer is er één te veel, ongeacht zijn of haar nationaliteit. Een sceptisch relativerende houding ten aanzien van de oorlog is dreigend en leidt tot ongepaste groeiende onverschilligheid en mogelijk tot de eigen ondergang.
    Ontwapening is een beter perspectief, maar nu nog lastiger dan in Engels’ tijd. Immers momenteel kan ieder land en iedere burger deel uitmaken van het risicovolle speelveld van de macht. Met bijbehorende wapens en technologieën. Maar Engels’ boekje laat zien dat de complexe politieke situatie ontrafeld kan worden. Als goede basis voor constructief handelen. Daarbij is inzet en veel gezond verstand nodig om in de zeer complexe tijd van nu de onderliggende werkelijkheid te zien en te analyseren. Dat is een kernpunt van de inzet van Marx en Engels: analyse die een solidaire democratische revolutie mogelijk maakt.
    Oorlogen en het klimaatdrama leiden makkelijk tot onverschilligheid. Daarvan zijn dan onze kinderen de dupe. Dat mag nooit gebeuren en dus ook nu niet zo zijn.



STOP DE OORLOG IN OEKRAÏNE


Voor deze blog is één boek gelezen: Friedrich Engels, Kan Europa Ontwapenen? Uitgeverij Pegasus, Amsterdam 1974. ISBN 9061431301
In het Duits, zie Marx Engels Werke, Berlin div. jrt., deel 22.




Friedrich Engels (1820-1895)











woensdag 19 oktober 2022

Filosofie en wetenschap die de politiek verweesd achterlaten

Kortgeleden schreef ik mijn blog ‘De vragen van de filosofie raken door hun antwoorden heen.’ Daarin: ‘De klassieke vragen van het denken raken of raakten de grote vragen over de toekomst van de mensheid, haar positie, haar kracht en zwakten, en nog veel meer. Er kwamen antwoorden. Natuurlijk de beste ervan werden ook omstreden. Maar er kwamen antwoorden, en als die er niet meer zijn of overal maar uiteenlopen, lijkt de hele toekomst onzeker.
    Stelling: de vragen staan nog overeind, de antwoorden niet.’

Grote vraag die de mensheid momenteel versplintert én diep raakt is de vraag naar veiligheid. Veiligheid in de brede zin van het woord, een gelukkige veilige woonplek die toekomst heeft, die optie wordt in de praktijk én in de theorie momenteel zwaar ondermijnd.
    In mijn blog koppelde ik die ook aan de militaire (wan)toestand die momenteel bestaat, inclusief de oorlogen met nieuwe wapens waarvan men de reikwijdte nog niet lijkt te begrijpen.
    Onder meer gaat het om: de mondiaal verspreide bewapening. Was die nog onder controle en evenwichtig verdeeld? Dat blijkt nu helemaal niet het geval. Gebrek aan zelfkennis en weinig inzicht in de motieven van ‘de ander’. Grote rampspoed kan aan de orde komen.

Je ziet dit aan de oorlog in Oekraïne waar de inzet van verschillende typen drones een ogenschijnlijk nieuwe discussie oproept. De drone als pakezel in de oorlog en staatslieden en wetenschappers die weinig meer lijken te kunnen verzinnen dan ook maar mee te doen. Met als gevolg een onomkeerbare onveiligheid in het leven overal op aarde? Samen met de andere onomkeerbaarheid van de opwarming en verwoesting van natuur en landschappen?
    Over drones en dergelijke kon echt wel eerder grondiger in het openbaar worden gesproken. Keer op keer blijven kansen liggen, zoals naar het doen van grondig doordacht onderzoek naar mogelijkheid geweld en repressie te weerstaan.

In sommige van mijn vroegere blogs schreef ik al over de zichzelf producerende en verder ontwikkelende wapens, de spiraal van toenemend geweld. Ik ben niet de enige die zoiets kan verzinnen, maar waar bleef de discussie over drones, chemische wapens en andere structurele bedreigingen? In 2011 schreef ik onder meer: ‘Bezit van wapens lokt geweld uit. Van meer wapens, meer geweld. Waarom beslist de VN slechts zo nu en dan over het ingrijpen van legers? En waarom niet over het produceren en het bezit van wapens? Beperk productie, stop de vrije wapenhandel, vernietig wapens en bedenk een mondiaal systeem onder verantwoordelijkheid van de VN. Het zal niet makkelijk gaan en lang duren, maar het is beter dan ons bij het cynisme van vrije wapenhandel neer te leggen.’

Het klinkt ver weg, een utopie? Maar het staat tegenover het roekeloos vrijgeven op wereldschaal van wapens, samen met onvoldoende weersproken ideeën dat wereldmachten allemaal ‘vrolijk’ op pad kunnen om hun vermeende (oer)oude staten en macht te herstellen. Een eenzijdige historische claim ten koste van de hedendaagse rechten en veiligheid van gewone mensen, die geen de bedreiging vormen voor een leefbare aarde.
    Er is te weinig eenheid in de lokale tot en met de mondiale politiek. Organen als de Verenigde Naties hebben te weinig gezag. Discussies over bewapening verdienen volhardende sterke sociale tegenstanders, generaties die niet cynisch zijn, die in theorie en praktijk doordenken en doorwerken.

De drone kan nu als postpakket overal op de wereld worden bezorgd. Dat lijkt voor de toekomst zo te blijven? Dat is een grauw beeld, dat vooral machtswellustelingen en gestoorden van ideeën voorziet. Democratische sociale tegenmacht zal het vooral moeten hebben van het woord, het serieuze sociale antwoord op cynisme.
      Dat wordt een lange weg. Maar vragen over veiligheid, leefbaarheid en de natuur mogen niet uit de weg worden gegaan.
    Vecht er ervoor de consequenties beter te leren kennen en over alternatieven na te denken.




Zijn er vredesorganisaties die wél de sociale doordachte antwoorden proberen te geven? Gelukkig wel, en ze mogen gerust verder versterkt worden. Zie bijvoorbeeld Stop Wapenhandel, PAX, diverse linkse partijen en mondiaal opererende milieu- en mensenrechten-organisaties.










maandag 17 oktober 2022

Water (Heraclitus)


‘Daarom is het nodig het spoor te volgen van wat verbindend is. En ofschoon de gedachtegang verbindend is, leven de meeste mensen alsof zij een inzicht hebben dat losstaat van elk verband.’

Heraclitus (ca. 500 v. C.)


Dat wat voorwaardelijk, fundamenteel is in de wereld, zal ook centraal moeten staan als uitgangspunt in wetenschap en filosofie. Dat lijkt me waar, toch? Al bij het begin van de westerse filosofie – getuige Heraclitus – is getracht het fundamentele in beeld te krijgen. Heraclitus – die in zijn overgeleverde werk trouwens ook over de fundamentele rol van het water nadenkt – maakt een mooie, eigenlijke speculatieve omkering. Vanuit een herstellend inzicht moet ook datgene wat echt verbindend is worden opgespoord.

Echt verbindend? Fundamenteel aanwezig? Dan denk je aan ‘dingen’ als water, materie, lucht, vuur, macht of kracht, etc. Dat soort termen. En Heraclitus’ opdracht kan serieus genomen worden wanneer we ook voor onze tijd de fundamenten weer gaan naspeuren. Waarbij het – zeker in de huidige jaren van ecologische transitie – niet ongepast is te starten met het eerstgenoemde begrip. Water. Bekeken in een kort zich herhalend begin van de redenering.
    Dat is te meer gepast, omdat deze Griekse denker oproept reële verbanden te benoemen en als uitgangspunten te accepteren. Ware kennis moet zich verbinden met de realiteit.

Water. Een poging meer omvattend en verbindend te denken daagt gelijk uit dit verder uit te diepen. De betekenis van water komt voorop te staan. In het leven, zeker ook in het politieke leven waar levensvoorwaarden ‘verdeeld’ worden, is water altijd aanwezig. De aarde is de blauwe planeet. Vanuit de ruimte is het principe van het water zichtbaar, aanwezig.
    Water. Over water is veel te doen. Water is letterlijk de bron van heel veel. Er is te veel en te weinig van. Nooit goed en dus de leefwereld van ‘de klagende mens’. Water doet ertoe bij de klagers en de zwijgers.

Drie keer benadrukt de korte spreuk van Heraclitus de reële verbinding. Inzichten zijn altijd verbonden inzichten. Hier ontstaat een basis voor een historisch empirisme of voor een kritische weerspiegelingstheorie. Het water dat je vlak voor je ziet doet denken aan alles wat ermee verbonden is. En dat is heel veel, zoals Darwin en zijn navolgers laten zien. Het water hier bestaat in samenhang met elk vloeibaar proces dichtbij en verder weg. En dit inzicht kan bepalen het water in elke filosofische beschouwing te betrekken. Water is immers een levensvoorwaarde, een fundament.

Denk goed, denk vooral praktisch. Het water is vriend en vijand. Er ontstaan een vruchtbare aarde, maar ook overstromingen. En als je nu over duurzaamheid spreekt kom je nergens als je de stand en beweging van het water niet herkent en erkent, geen plek geeft.
    Het denken kan niet los bestaan. Misschien wél tijdelijk, als proef, als these of als opgeschorte conclusie, maar dan moeten die randvoorwaarden mee gecalculeerd worden. Niets staat uiteindelijk los van de grote samenhang die ‘wereld’ heet. De gedachtegangen zijn verbonden, ook als ze ‘verkeerd verbonden’ blijken.

Water, het water, de wateren, het wordt bedreigd door inzichten die losstaan van het grotere dialectische verband. Het concreet niet-bestaan van water op sommige plekken op aarde is een bedreiging. Van de oorlogen die nu weer gaande zijn kan hetzelfde worden gezegd. Zij vernietigen of vervuilen schoon water. Als dit concreet onderzocht zou worden, wordt de dreiging en het voeren van oorlogen nog cynischer. De mens die zijn eigen fundament ondermijnt. Nodig is daarentegen met verstand de samenhang te zoeken. Zoeken naar een balans, maatschappelijk en zeker ecologisch.

De oude uitspraak roept op: ‘het spoor te volgen van wat verbindend is. En ofschoon de gedachtegang verbindend is, leven de meeste mensen alsof zij een inzicht hebben dat losstaat van elk verband.’ Wat verbindend is, is de aarde met haar bewoners, de mensen, en planten, organismen en steen. De verbinding is er steeds, hoe dan ook. Het is dus goed dat fundamentele ‘inderdaad’ als fundamenteel te erkennen. In het dagelijks leven, de maatschappij en als historische beweging.

Een grote levensvoorwaarde. Zo moeten nieuwe ontwikkelingen, zoals de oorlog(en) afgemeten worden aan de fundamenten van het bestaan. En daarmee resoluut als gevaar voor iedereen. De levende natuur en alle mensen, ook onze kinderen, de generaties die we nalaten.
    Water? De zee, rivieren, wetlands, delta’s en de kraan. Overal waar leven bestaat. Watermanagement moet met HOOFDLETTERS geschreven worden. Denk aan ‘redden wat gered kan worden.’

Ja natuurlijk. Het niet-bestaan, zoals gebrek aan schoon water, moet als reëel drama erkend worden, zo ook het schone water als fundamenteel criterium. Als basis, als samenhang, als realiteit die wil leven en ‘wil’ laten leven.
      Geen leven zonder water. Zonder water geen wereld, geen geschiedenis, geen mens. Dan dus ook geen toekomst.
      Geen spoor van te herkennen? Water is een van de grote verbindende sporen voor de mens in de toekomst.



 



Het motto komt uit Heraclitus, Spreuken, Vertaald, ingeleid en toegelicht door Cornelis Verhoeven, Uitgeverij Ambo, Baarn 1993, p. 13.

 

STOP de oorlog in Oekraïne






donderdag 13 oktober 2022

De vragen van de filosofie raken door hun antwoorden heen


De vragen van de filosofie raken door hun antwoorden heen. De klassieke vragen van het denken raken of raakten de grote vragen over de toekomst van de mensheid, haar positie, haar kracht en zwakten, en nog veel meer. Er kwamen antwoorden. Natuurlijk de beste ervan werden ook omstreden. Maar er kwamen antwoorden, en als die er niet meer zijn of overal maar uiteenlopen, lijkt de hele toekomst onzeker.
    Stelling: de vragen staan nog overeind, de antwoorden niet.

De facetten van het leven, de belangrijkste ervan paradeerden in de historische filosofie. Benoemen en dan gedurfd redeneren, en dan de strijd daar weer over. Religieus getint vaak, kijkend naar de verzonnen hemel. Die dan weer ontmaskerd werd door andere geleerden, zoals bijvoorbeeld Ludwig Feuerbach. Marx nam zijn stokje over en met ook Hegels werk in zijn hand maakte hij van de filosofie een historische missie. Historisch, ook in de zin van ‘nooit af’. Geen einde van de geschiedenis, juist altijd op weg.

‘Op weg’ is vooruit, en juist dat waagt tegenwoordig vrijwel iedereen te betwisten. Met als dieptepunt van dat ideologisch scepticisme de nieuwe dreiging van het inzetten van kernwapens. De toekomst lijkt daarmee uit gruzelementen te bestaan. Heeft primitief leven de sterkste voedingsbodem om te overleven?

De wetenschap, praktisch maatschappelijk optreden en de filosofie overziend, zijn er tal van schijnbaar opgeloste antwoorden op grote vragen die nu helemaal niet meer opgelost blijken te zijn. Sterker nog, de mensheid heeft een technologische vooruitgang geboekt die haar eigen overzicht en identiteit kwijtraakt en dat voor een deel al is. Hiervan zijn tal van facetten te onderscheiden. Enkele noemen? Denk bijvoorbeeld aan het volgende:
- De mondiaal verspreide bewapening was toch onder controle en evenwichtig verdeeld, maar dat blijkt nu helemaal niet het geval. Gebrek aan zelfkennis en weinig inzicht in de motieven van ‘de ander’. Grote rampspoed kan aan de orde komen.
- De biotechnologie en andere sterk gedifferentieerde technologieën vormen systemen waarvan niemand kan zeggen dat die goed onder controle zijn. Denk aan Corona als resultante ervan, of aan de digitalisering die invloed heeft op de kleinste hoekjes van het bestaan.
- De mens ‘overwon de natuur.’ Dat dacht hij misschien, maar met de opwarming en de drama’s van de biodiversiteit slaat de werkelijkheid onverbiddelijk terug.
- De mens denkt. Is dat werkelijk zo? Onderscheid tussen nepvisies en waarheidsvinding durft men nauwelijks meer met de klassieke logica en lang niet altijd met beproefde onderzoeksmethoden tegemoet te treden. Het gevolg is het ontstaan van een ongefundeerde wereld, versplinterd, ontdaan van overzicht, en dat alles toch met een historisch nooit eerder bereikt kennisniveau. Er bestaan discrepanties die de ‘oude’ dialectiek lijken te overstijgen. Dat resulteert vooral in een strijd om de macht.

Een plausibele stelling lijkt te zijn: de wetenschap en het totaal van de dagelijkse praktijk leren en omvatten méér dan de mensheid goed kan behappen.
      Dat is een drama. Wat is nog beheersbaar en wat niet? Alle kennis tezamen, is dat een werkelijk ongebreidelde macht aan het worden? Of is dat al het geval? En is de invloed daarvan niet té groot en het corrigerend handelen te traag? En vallen werelden uiteen en komt de redding van de mens omringende natuur en biodiversiteit veel te laat? Kan de mens het resultaat van zijn eigen intelligentie nog wel beheersen? Wie kan dat concreet en met voldoende rationele overtuiging? Is bovendien het gevolg dat politiek slechts een botte belangenstrijd overheerst?

Dit alles leidt tot de vraag: Is er nog een toekomst? Dat gezegd hebbend kun je je realiseren dat een groot deel, zo niet alle vragen van de klassieke filosofie hiermee opnieuw gesteld worden. Kop niet in het zand? Leg dan maar uit wat de waarde is van antwoorden van het denken van Aristoteles, Plato, Spinoza, Leibniz, Marx en Popper, of Kant met zijn omvattende kritische kennisvisie. Visies die uiteindelijk niet áf gemaakt zijn, mede door zienswijzen en tegenspraken die (ook) nu in het geding zijn.

Vragen die huiswerk opleveren, misschien gaat een volgende blog daar verder op in. We zullen zien, maar verwacht geen oplossing ‘van alles’ in tijden van overheersend wapengekletter.
    Kortom, is het te laat voor echte, breed overtuigende filosofieën van de toekomst? En voor het veiligstellen zo’n toekomst zelf? Dat proberen met enig optimisme is toch wel het minste wat de filosofie de huidige en toekomstige generaties mag ‘aandoen’. Stel de vraag, voer de actie, open het debat.










vrijdag 9 september 2022

Postmoderne logica toch maar ontmaskeren?

Halve aandacht is slechte aandacht

Een hele bubs dwarrellogica, dwarrelend alle kanten op: maar het komt toch altijd weer op hetzelfde neer. Het komt neer op wat men steeds meer als postmodernisme heeft leren labelen, wat de overheid aanvankelijk als veel vrijheid heeft trachten te presenteren.
      Jawel vrijheid, aanzien en een mooi inkomen, dat was het wel voor de nieuwbakken laag van managers die in de jaren zeventig en tachtig de collectieve sector binnentrok en tal van organisaties overmande met als hulp de digitalisering. Deze laag kreeg onvermoede financiële opbrengsten te verdelen. ‘Maar ja, als je goed werkt!?’

Ik schrijf zelden blogs over iets dat heel kortgeleden speelde, dat doen de twitteraars al meer dan genoeg. Maar dit keer kan ik het toch niet laten. Kijkend naar het tv-programma ‘Nieuwsuur’ woensdag jl. gisteravond kwamen in ruim een half uur de grote zorgen van drie belangrijke vormen van jeugdzorg, dienstverlening en koemest de huiskamer in. De toon hierover was heel kritisch. Er is zoveel aan de hand, ja het is werkelijk crisis op vele – vaak samenhangende – fronten.

Aan de orde kwamen het volgende:
      1 – De zorg, met name de intensieve jeugdzorg. Zo’n 32.000 jongeren zijn acuut in zwaar weer door onvoldoende beschikbaarheid van hulp. Een drama, maar komen de oorzaken echt boven tafel? En wat hebben de talloze bezuinigingen en ‘transities’ de jeugdzorg gedaan? Of eenvoudig, een voorbeeld, zijn soms niet heel goede opleidingen die toegespitst waren te leren werken in de jeugdzorg wegbezuinigd? Zijn die niet soms verdwenen in het moeras van vage algemeenheid in het hbo? Geen specialismen meer, alles moest maar ‘generiek’. Maar kun je daar echt beter mee helpen? Wég ebde veel kennis en ervaring.
    2 – De afhandeling van de bagage op Schiphol wordt gedaan in een zuivere vorm van slavenwerk. De arbeidsinspectie wist dat maar stuurde wat huiswerkopdrachten en streefcijfers naar de werkgevers. Daarmee mochten deze ongestraft hun gang gaan. En ongestraft bleef het helemaal. Geen Arbeidsinspectie te bekennen. Terwijl de Arbeidsinspectie zelf de normen stelt en moet gaan kijken, toetsen. En bij een zogenaamd gebrek  - een smoes !- aan 'signalen' hadden ze zo bij de vakbonden terecht gekund voor een stapel klachten.
    3 – De mest, de stikstof en de koe die het allemaal ook niet kan helpen. Voorbarig en tevergeefs lijken banken en boeren geleund te hebben op slecht getoetste ideeën van technologische suggesties. Enzovoort.

Gaat het mij nu om de herhaling van de tv, om te zeggen hoe erg het allemaal is? Zeker niet alleen. Globaal klopt het allemaal en wordt de ernst genoemd, en dan nog eens genoemd. Zucht. Moeilijk kijken en wat dan?
    Wat in de analyse zo vaak op tv ontbreekt is de analyse van de hele kwestie. Terwijl de conclusie niet zo moeilijk is over wat deze drie voorbeelden gemeenschappelijk hebben. Veel verschillende sectoren werden zo’n twintig jaar geleden opgezadeld met een model van dereguleren met daaraan toegevoegd een zelfevaluatie. En als derde pijler kwam er dan nog bij de ‘Eigen verantwoordelijkheid’.
    Een model met drie pijlers voor de collectieve sector kun je zeggen, met: dereguleren, zelfevaluatie en eigen verantwoordelijkheid.
    Dit op zich globale model nu werkte zeer ingrijpend: de deregulering leidde massaal tot herstructureringen en bezuinigingen. En zelfevaluaties tot rapporten waar keer op keer de scherpe kritische kanten van werden afgesneden. En als derde leidde de eigen verantwoordelijkheid tot hopgedrag van managers. Die liepen vaak van goed betaalde posten weg als het lastig en inhoudelijk werd.

Zo heerste er, als summum van ondernemend liberalisme, een model dat uit diverse trits op te delen is. Het leidde in tal van sectoren tot evaluaties die weer nieuwe ingrepen opriepen, waar men onthand naar stond te kijken, die vervolgens weer in faillissementen en bezuinigingen resulteerden. Dat werd vaak – niet alleen bij de jeugdzorg – een fout systeem dat niet meer inhoudelijke productief denkt, maar bureaucratisch met vastlopen als resultaat. Vervolgens worden gaten gedicht, met nieuwe fouten toegedekt. Net als bij de bagage afhandelaars.
      Het globale model werd heel vaak ook elders toegepast. In de hele jeugdzorg, niet alleen de intensive zorg, ook de gezondheidszorg, de advocatuur, het hele onderwijs, dus alle sectoren van primair onderwijs tot en met universiteiten, en in bedrijven die normen van vervuiling soms schaamteloos overtraden, enzovoorts. In het onderwijs en elders werd het model afgesloten met de lumpsum financiering die eiste binnen het vooraf bedachte budget te blijven, ook als dat kwalitatief gezien onmogelijk bleek.

De toepassing en analyse van het model geeft heel wat leerzame voorbeelden. Daar liggen voor tv en andere media kansen volop de werking van de bewust gekozen postmoderne aanpak in veel sectoren beter te begrijpen. De fouten liggen niet alleen bij de uitvoerende werkers maar structureel vooral ook in de uitgangspunten van het hele systeem. Niet alleen het geld, maar vooral de wijze van inzet.
      Men denke bijvoorbeeld aan al het administratieve werk dat werkers in onderwijs en (jeugd)zorg moeten doen. Leerzaam, je stuit op allerlei vormen van verspilling. Ook leerzaam waar men bureaucratische overvloed de deur uit heeft weten te werken. Niet alles is op voorhand slecht natuurlijk.

De drie genoemde schrijnende voorbeelden moeten in hun maatschappelijk betekenis en samenhang veel verder geduid. Het gaat om een model, een aanpak die bewust werd toegepast en veel te laat de grote risico’s bloot legde. Immers, men hoeft als goed liberaal niets te doen, er kwamen toch evaluaties en verbeteringen? Maar intussen werd enorm op de kwaliteit van het werk van velen ingeteerd en werden de kwalitatief sterkste werkers vaak voor totaal ander werk ingezet.
    De hele samenleving worstelt nu met crises, zowel in de economie als in collectieve sectoren. Duidelijk moet zijn dat algemeen meer gecentraliseerde deskundige inzet en controle van medewerkers wenselijk zijn. En ook een controlerende rol voor vakverenigingen om aan verbeteringen werken, samen met de ontwikkeling van de lokale en bedrijfsgebonden democratie. Omdat een systeem dat zich alleen richt op eindresultaten onvoldoende controles inbouwt en op den duur altijd problemen oproept. Eenheid van thema’s, en sociale samenwerking binnen het vak of de productie-eenheid.  Macht en invloed delen, ook op de werkvloer en gerelateerd aan het goede contact met cliënten c.q. klanten. Een slecht gevolg daarentegen heeft in de regel meestal ook negatieve oorzaken in het stelsel zelf.

Natuurlijk is dit verhaal nooit helemaal af. Maar als op tv drie afzonderlijke ernstige thema’s aan bot komen, en je dat waarheidsgetrouw wil doen, moet je door durven graven naar de diepere achtergronden, overeenkomsten en grotere samenhangen. En dan stappen durven voorstellen, ook tegen kapitaalsbelangen in als dat nodig en productief is.
      Een goede echt kritische documentaire wil meer samenhang zien, ook met de korte- en lange termijn belangen van de bevolking, de verschillende generaties. Kijken vanuit de generatie jeugd kan dan de acute jeugdzorg expliciet in beeld komen en dat structureel blijven ook. Met voldoende mensen en middelen.

De postmoderne, vaak overheersende logica ontmaskeren? De verdere reflectie en duiding op de eigen reflectie hoort er wel bij en het gaat niet om een spelletje. De houding van zaken die wel samenhangen sterk uit elkaar trekken ondermijnt een verdere kritisch samenhangende kijk op de zaak. Terwijl zo’n visie noodzakelijk is voor alle jeugdzorg, bagageafhandelaars, koeien in de wei en het werkelijke verdere leven.
      Halve aandacht is slechte aandacht.














zaterdag 3 september 2022

Het zijn allemaal onze kinderen … (en die moeten vechten?)


De oorlog in Oekraïne drukt de mensheid met de neus op de feiten. Alles wat de oorlog volstrekt absurd en onmenselijk maakt speelt zich voor onze ogen af. Elke nieuwe oorlog is ‘beestachtiger’ dan de voorgaande. Wat voor wapenen denkt de mens in de toekomst nog uit te gaan vinden? Een doorgaande spiraal van de productie van aan de wetenschap gerelateerd wapentuig – zowel het harde als het subtiele – laat echter zien dat het risico voor de mensheid in de toekomst niet meer goed te kunnen leven, reëel is.

Wat men ervan vindt? Feiten maken die mening oninteressant als zóvelen wegkijken. Maar zo kom je er niet vanaf. Als je met ogen open je verstand gebruikt zie je: het zijn onze kinderen – ja kinderen nog – die op het moordend pad worden gejaagd. Het zijn onze eigen kinderen, onze eigen nieuwe generaties – jongens en meisjes – die de dood in worden gejaagd. Er is geen vreemde bij, ook al beweert men dat. Vreemden bestaan niet. Daarom bestaat er geen enkel houdbaar argument voor de voortzetting van deze en alle oorlogen.

Wat men ervan vindt? In de geschiedenis hebben tallozen de oorlog vervloekt. Wie dat deed begreep het, ook al kwam het begrip vaak te laat, net als nu. Ook socialisten kenden hun perioden of feiten waarin te lichtzinnig omgegaan werd met de kracht van de jeugd. Zo schrijft de Duitse schrijver Günter Grass dat de socialist Wilhelm Liebknecht op een massameeting eens riep: ‘Wie de jeugd heeft, die heeft het leger!’
      Daartegenover hadden Marx en Engels een kritischer kijk op de inzet van de jeugd voor het militarisme. Engels schrijft bijvoorbeeld realistisch: ‘Een leger, waarvan de ruggengraat voornamelijk gevormd wordt door gehuwde mannen van middelbare leeftijd, is van nature minder offensief …’

Het leger, de heerser, de imperialist, en de wapenfabrikant, wie heeft het recht om met leven en dood te speculeren met de jongere generatie? Het zijn de kinderen die de wereld verder moet opbouwen. Niet afbreken. De oorlog en alle oorlogen, ze moeten stoppen.
      Er zullen bij bovenstaande mensen zijn die menen dat er legitieme argumenten zijn voor een oorlog. Dat neemt dan de waarde, het morele uitgangspunt volgens welke alle mensen gelijkwaardig een toekomst hebben, helemaal niet weg.
      Het morele uitgangspunt. Het zijn allemaal onze kinderen.


STOP DE OORLOG


Samenvatting van de twee bronnen. Günter Grass, Mijn eeuw, Meulenhoff, 6e druk, 2000, p. 23. Friedrich Engels, Kan Europa ontwapenen? Pegasus, 1e druk, 1974, p. 11.










 

donderdag 1 september 2022

Bloem, vogel, schelp en Terschelling: de opwarming en de inspiratie in het hier en nu

 
Het is op vele manieren paradoxaal. Genieten van de prachtige wereld en – met ogen open – de verloedering aanschouwen, de opwarming, de vervuiling, de strijd om de natuur, de belemmeringen voor een ongestoorde biodiversiteit. En dan komt er ook de crises bij, die zich uiten en vele gedaanten, zoals de armoede. Is dit alles? Welneen er is ook nog een perspectief van een omvattende destructieve en vuile uitbreiding van de oorlog in en rondom Oekraïne.

Een alinea doffe ellende kan aldus makkelijk voorgespiegeld worden. Allemaal feiten die dit met gemak bevestigen. Redenen bij de pakken neer te gaan zitten. En natuurlijk praat je dat niet zó uit iemands hoofd.
    Maar toch, er zijn ook andere feiten. In en dwars door alle bedreigingen van de biodiversiteit heen manifesteert zich nog altijd óók de natuur, de wereld in haar veelvormige mooie gedaanten. En daarin bestaat een puur genieten. De kunst is het ene te doen en het andere niet te laten. In elke stap mogen de grote bedreigingen doorklinken, maar ook het verzet van de veelvormige natuur, de strijd samen met de generaties oud en jong, die de schoonheid van de wereld zien.

Zien, ja zien. Zien gaat verder dan alleen maar kijken en berusten. De kunst is de goede voorbeelden van de natuurontwikkeling te zien, te accepteren, te aanvaarden, te ondersteunen. En daar past – naast alle strijd – natuurgenieten bij.
    Veel oude socialistische schrijvers en leiders zagen dit ook. In andere woorden als vandaag, zij kenden de bedreigende opwarming niet. Maar mensen als Herman Gorter, Henriëtte Roland Holst, Pieter Jelles Troelstra en Rosa Luxemburg, zij allen gaven meermalen blijk tijdens hun strijd ook de natuur te blijven zien, en er poëzie over te schrijven.
    Om strijdbaar te blijven en niet te verzuren is contact met de natuur, de realiteit, essentieel. Genoemde socialisten kunnen dan als voorbeeld dienen, al zal het genieten moeten passen in onze (huidige) tijd.

Het is niet allemaal mooi, dat kan ieder weten, maar dat de natuur ons geweldige voorbeelden geeft van het leven, is dat wel.
    Daarom, met bescheidenheid, van onze eigen vakantie een paar foto’s die misschien het waarnemen en luisteren helpen. Kritiek en waarnemen, het hoort bij elkaar.
    De foto’s zijn alle van augustus, Terschelling.





Over de vondsten op de foto’s
De bloem is een Klokjesgentiaan (Gentiana pneumonanthe). Gezien nabij Lies.

De dode vogel is een Breedbekstrandloper (Limicola falcinellus), Gevonden op de Noordsvaarder. Deze is voor onderzoek opgestuurd naar Naturalis.

De schelpen zijn respectievelijk Pleistocene strandschelp (Mactra plistoneerlandica) (Paal 18); twee expl. van het Koffieboontje (Trivia spec.) (Paal 8 en paal 14); Stevige platschelp (Arcopagia crassa); Paal 20, 13 augustus).
Laatstgenoemde schelp is als strandvondst op Terschelling zeldzaam, dus extra leuk zoiets te vinden en te registreren.


Naschrift 15 september 2022

Oei... Er is bij deze blog een correctie nodig. Nadere determinatie van de vermeende Breedbekstrandloper leert dat het ‘toch’ een Drieteenstrandloper (Calidris alba) is. Zo moet ook de professional zijn visie bijstellen. Gelukkig blijkt Naturalis ook blij met deze goed geconserveerde strandloper. Minder zeldzaam dan eerst gedacht, toch een mooie waarneming. Stapje in de wetenschap.