dinsdag 24 september 2013

Volcher Coiter uit Groningen


Tim Birkhead heeft een prachtig boek geschreven: ‘De zintuigen van vogels – Hoe voelt het om een vogel te zijn?’  Ook voor de iets ervaren vogelaar staat het vol verrassende feiten over wat vogels allemaal kunnen met behulp van hun zintuigen.
      Je denkt er toch niet over na of vogels goed kunnen ruiken? Als ik denk de katten in mijn tuin weg te jagen met milieuvriendelijke naar knoflook ruikende korrels om onze merels te beschermen, weet ik nu niet meer of ik die vogels daarmee juist heb weggejaagd. Ze zijn er nog wel, maar hoe te tellen of het er nu meer of minder zijn dan voorheen, dat had je vooraf moeten bedenken. Maar toen had ik hier nog niet over gelezen. Het boek geeft in veel opzichten een nieuw perspectief hoe vogels zich oriënteren en met hun fijne zintuigen gewapend zijn tegen predatoren. Voor de liefhebber een must.

Verrassende feiten dus genoeg. Als Groninger las ik opeens nog iets verrassends. Bij de tastzin van vogels staat: ‘Leonardo da Vinci was een van de eersten die schreven over de uitzonderlijk lange tong van de specht, maar de beste vroege illustraties zijn van de hand van Volcher Coiter (1534-1576), een in Groningen geboren anatoom, die opmerkte dat ook de draaihals over zo’n verlengde tong beschikte.’ (pag. 125)
       Dat is mooi. In één zin ontmoeten de geweldige wetenschapper en kunstenaar Da Vinci, een van mijn lievelingsvogels, de draaihals, én zo’n mooie vertegenwoordiger van cultuur en wetenschap, geboren te Groningen elkaar.

Nu denk je, er zal wel een straat in Groningen naar Coiter genoemd zijn. Maar neen, ik had nooit van hem gehoord. En een straat? Ho maar. Het lijkt er zelfs op dat er in heel Nederland nergens een straat, gang of snor naar deze knappe illustrator en anatoom genoemd is. Er is gewoon weinig over hem te vinden, althans op het eerste gezicht.

Gelukkig biedt Wikipedia wel meer. Coiter studeerde in Italië en Frankrijk. Hij was de eerste die een bepaald soort hersenvliesontsteking met een heel moeilijke naam beschreef. Stadsarts was hij in Nürnberg. En zijn werken bevatten gedetailleerde anatomische studies van vogels, alsmede een classificatie van deze vogels op basis van hun lichaamsbouw en gedrag. Let op: een classificatie al op basis van gedrag, dat was geavanceerde wetenschap!
      Er zijn mensen die Wikipedia wel eens afkraken, omdat zij menen dat deze site niet altijd wetenschappelijk genoeg is. Maar mooi dat hier informatie staat over een geboren Groninger die kennelijk niet voor niets in een boek van 2013 in één zin genoemd wordt met Leonardo da Vinci. Wat wetenschappelijk?


Genoemd boek: Tim Birkhead, De zintuigen van vogels – Hoe voelt het om een vogel te zijn?  Uitgeverij De Bezige Bij, Amsterdam 2013.







Volcher Coiter (1534-1576)





zaterdag 14 september 2013

Langs het randje van de afgrond - Syrië


Over Syrië heb ik slechts een enkele keer geschreven. Waarom? Er valt veel te veel te zeggen en tegelijk ook bar weinig toe te voegen aan Syrië. Mijn eerdere blogs schaarden zich achter de diplomaten die – hoe moeilijk ook – bereid waren aan te blijven dringen op praten, praten en praten. Natuurlijk kan er loos gepraat bestaan, maar van meet af aan was duidelijk dat vechten hier zou resulteren in een bijna niet te stoppen geweldsspiraal. Na Afghanistan en Irak kan niemand meer zeggen dat hij dat van te voren niet wist.

Na de gifgasaanval ging niet alleen Syrië, de hele regio, misschien zelfs de hele wereld langs de rand van de afgrond. De historische dialectiek heeft echter soms aardige grillen in petto, in dit geval het politiek gepruts van de VS, waardoor de pleiters voor praten, bepaald ook niet allemaal lieve jongens, meer overwicht hebben gekregen in de verstoorde balans.

Burgeroorlogen zijn tachtigjarige oorlogen. In Nederland is er destijds geen tachtig jaar gevochten, maar was er een lange nasleep. Als in Syrië ooit het geweld stopt zal de nasleep zeker ook tachtig jaar duren. Voor vrede, sociaal welzijn en echt respect over de hele linie zullen vele generaties nodig zijn.

Nu, nog midden in de oorlog, roepen sommigen al wie er zoal voor het Internationaal Strafhof gesleept moeten worden vanwege hun oorlogsmisdaden. Dat is echter misschien niet zo slim, als dat dezelfde mensen betreft die mee moeten doen een soort van vrede te sluiten. Bovendien haalt een burgeroorlog het allerslechtste in de mens naar boven, en is het maar de vraag of je dan alleen de leiders moet pakken. Misschien was men destijds in Zuid-Afrika verstandiger, waar toch een soort van verzoening gelukt is, hoewel deze opmerking op dit moment natuurlijk vloeken in de kerk (of de moskee) is.

Met zo’n rechtszaak heb ik nog een ander probleem. Westerse landen, meestal met de VS voorop, lokken soms het begin van geweld uit en laten het in ieder geval toe, met directe en meer indirecte aanmoedigingen, vaak (mede) uit economische en geopolitieke overwegingen, uit eigenbelang.
      Voordat Joegoslavië uiteenviel was er bijvoorbeeld vanuit Duitsland de aanmoediging aan Slovenië om maar een eigen koers te gaan varen. Het hek was van de dam. Het gebruik van geweld in de islamitische ‘wereld’ werd in Iran (denk aan de Sjah), Afghanistan en zeker Irak begonnen met directe en indirecte acties vanuit het buitenland. In Libië liet men maar al te graag de tot dat moment erkende leider Kadhaffi vallen en werd ingegrepen met de zogeheten no-flyzone, een beslissende factor. In Syrië was er in de begindagen van het geweld geen krachtig politiek offensief om het geweld teren.
      De VS zegt dat er een rode lijn overschreden is. Jazeker, maar niet de enige. Hun drones waar tot voor kort niemand van gehoord had, betekenen een forse negatieve stap in de wapenwedloop, waarbij het er op lijkt dat binnenkort elk schoolkind met wat hightech onderdelen mee kan gaan doen aan het wapengekletter. Is hier geen rode lijn overschreden, worden er geen onschuldige burgers mee gedood? Steeds weer de grens verleggen om maar voorop te lopen in de bewapening? Wie geeft één land het speciale recht daartoe?
      Moeten onruststokers op afstand, keurig in het pak en zelf buiten schot, dan ook niet voor het Strafhof? Hier ligt toch een oorzaak van het begin van de geweldsspiraal? Zijn dat geen oorlogsmisdaden? Wie geeft het recht te beginnen, terwijl ieder op school al leert dat een klein begin veel los kan maken? Denk nog eens aan Sarajevo 1914.

Ik ben niet tegen Amerika en niet tegen Syrië. Je hebt er ‘goede’ en ‘slechte’ mensen. Wel ben ik tegen de voortdurende claim van de eigen maatstaf, waar de Verenigde Naties de oude massavernietigingswapen horen te verbieden en zo nodig controleren, zo ook de nieuwe beslissende vervolgstappen in de wapenwedloop.

Er zijn – weinig misschien nog – Syrische socialisten die niet vechten en een eigen visie op Syrië hebben, gericht op respect, welzijn en sociale en democratische rechten. Hopelijk wint hun argumentatie en organisatie aan kracht. En er is nu een goede petitie van AVAAZ die oproept een stevige diplomatieke oplossing te kiezen. Inmiddels een miljoen keer ondertekend. Daar kan nog meer bij.
      Dat moet worden gesteund, ook de landen en leiders die kiezen voor een echte oplossing, zonder te miskennen dat velen vooral erg goed kijken naar hun eigen belang. Vrede voor Syrië staat voorop, een begin van de komende tachtig jaar.



Wil je de petitie van AVAAZ over Syrië tekenen? Dat kan hier!






vrijdag 6 september 2013

Na de nihilistische val


De vorm van deze blog wijkt af van de gebruikelijke en wil attenderen op mijn kort geleden op internet gepubliceerde artikel ‘Na de nihilistische val, De onpraktische ideologie van de jaren zeventig – dogma en discussie’. Dit artikel is te lang voor publicatie op de weblog.
Wil je het lezen, dan kom je er via deze link:
https://www.marxists.org/nederlands/schaaf/2013/2013nihilisme.htm

Het artikel is eigenlijk niet helemaal klaar, eerder ‘Werk in uitvoering’. Het roept vragen op die nog niet worden opgelost of meer uitwerking verdienen. Het is al uitgebreid en verdere antwoorden vergen meer context. Nadeel is daardoor ook dat de toon stelliger is met betrekking tot personen en standpunten dan bij een verdere uitwerking nodig is. Het risico van misverstand is er ook, wat zich niet in enkele woorden laat oplossen. In ieder geval is het doel niet de positie of persoonlijke meningen van genoemde personen aan de orde te stellen. Onderwerp is de inhoudelijke denkbeweging, resulterend in die van de jaren zeventig en tachtig van vorige eeuw, die grosso modo als resultaat had dat de theorie de praktijk – die zich richt op sociale verbetering en op het bereiken van een socialistische samenleving – niet langer inspireerde.

Dat verval van inspiratie is opmerkelijk. Tal van bevlogen socialisten, soms meer ervaren, vaak ook jongeren, theoretiseerden er lustig op los, maar vaak wel op basis van een aanvankelijk door hen gedeelde sociale, socialistische of communistische invalshoek. Men werd vaak lid van de partij of deelnemer aan een beweging op grond van sociale idealen en ging van daaruit de theorie verder verkennen.

Toen dat proces vastliep, gaven veel mensen ook hun sociale ideaal op. Strikt genomen was en is dat nergens voor nodig. Waarom niet tot een realistischer beeld komen en daarin te pogen (de) hoge idealen vast te houden? Anderzijds: theorie moet wel kloppen, anders is die niets waard voor de praktijk. Maar was dat voldoende onderzocht en waren alternatieven grondig geformuleerd en bediscussieerd? Dat is in deze discussie beslist niet vol te houden. In feite bestaan hier veel vragen, die ook bij een realistischer perspectief voor de toekomst ongetwijfeld weer aan de orde zullen zijn. Dit artikel kan echter maar een deel van het hele verhaal laten zien.

Wat hier zeker ontbreekt is een voldoende analyse van de context en de effecten die van daaruit werden gestimuleerd en waar dus denkend op werd gereageerd. Dus de materiële en sociaalpolitieke omstandigheden en veranderingen, het totale verval van het reële socialisme en bijbehorende onthullingen van misstanden, de crisis sinds eind jaren zeventig, de vele bedrijfssluitingen in West-Europa, het vaak falen van verzet daartegen ondanks de grote inzet, de partiële successen van de vredesbeweging, de rol van partij- en vakbondsleiders, enzovoorts. Verder wordt hier vooral tot de ideologische discussie van mensen in en rondom de CPN beperkt, duidelijk slechts een deel van het politieke geheel.

Ondanks dat alles blijft het opmerkelijk hoe weinig durf er was betere woorden of theorieën te vinden, toen de opvatting postvatte dat de oude ten dele of helemaal niet deugden. Moeilijk ongetwijfeld, maar het is een hele verantwoordelijkheid het oude weg te doen en heel de achterban mee te slepen in dat proces.

Het stuk maakt deel uit van een groter onderzoek onder de werktitel ‘Staat en Vrijheid’  ofwel ‘Het speelveld van de vrijheid’, dat moet resulteren in enkele artikelen en een boek. Dit betreft enkele belangrijke staats- en politieke filosofieën, macht, ongelijkheid, democratie, collectief welzijn en vrijheid, mede gericht op de actuele maatschappelijke en ideologische crisis. Het artikel is een van de voorstudies. In het grotere geheel kunnen mogelijke vragen verder worden verhelderd, vooral vanuit een theoretisch kader. Het is nog niet zeker of ‘Na de nihilistische val’  deel zal uitmaken van het boek, omdat het artikel vragen oproept die niet alle in deze context kunnen worden beantwoord.

Eerder verscheen in dit verband in het ‘Vlaams Marxistisch Tijdschrift’  (Gent 2012, jrg. 46, nr. 3,  pp. 99-105; ook gepubliceerd op www.marxists.org) het artikel ‘Durven vooruit te denken, Over conservatisme en socialisme’. In een kortere bewerking verscheen dit ook in het tijdschrift ‘Kritiek’  (z.p. 2012, pp. 13-20) onder de titel ‘Nog langer bang voor de utopie? Over Thomas More en Friedrich Engels’.
      Een beoogd derde artikel zal gaan over ‘Vrijheid in Marx’ werk’, inclusief de verhouding tot het anarchisme, een vierde over hedendaagse sociale denkers. Het boek zal met name uitgebreid ook een keuze uit klassieke politieke theorieën behandelen.

In dat grotere kader lijkt ‘Na de nihilistische val’  als ‘Werk in uitvoering’ voorlopig voldoende. Het kan dienen voor verdere discussie en reflectie, waarbij onopgeloste vragen verder aan bod kunnen komen. Daarom wordt het hier in deze vorm gepubliceerd, als schakel om het sociale denken van het recente verleden beter te begrijpen.
Kortom, hier is iets te lezen dat voor verbetering vatbaar is, en het is niet het laatste woord.


Voor Na de nihilistische val, zie 
https://www.marxists.org/nederlands/schaaf/2013/2013nihilisme.htm

Voor het eerdere artikel Durven vooruit te denken, Over conservatisme en socialisme, zie 
http://www.imavo.be/vmt/12316-Schaaf.pdf 

Een korte versie van laatstgenoemd artikel, Nog langer bang voor de utopie? Over Thomas More en Friedrich Engels,  staat in Kritiek, Themanummer De actuele utopie, z.p. 2012, pp. 13-20, ISBN 978-90-817263-0-6.

Op marxists.org vind je ook mijn boek over de filosofie van Joseph Dietzgen. Dit is ook nog in de papieren versie verkrijgbaar, zie www.jasperschaaf.nl.





zondag 1 september 2013

Excuus van de lange weg


Op 5 augustus zond ‘Nieuwsuur’  het programma over NOVO uit, de instelling voor verstandelijk gehandicapten, waar door onbekwaam handelen een bewoner zo tragisch aan haar einde kwam. Nederland was op vakantie, maar inmiddels heeft ‘iedereen’ er wel van gehoord.
      Zoals te verwachten was er een boel commotie door de schokkende beelden. Er zijn Kamervragen gesteld, het behandelcentrum van NOVO waar dit gebeurde wordt gesloten en de Centrale Familieraad heeft het vertrouwen in de Raad van Bestuur van NOVO volledig opgezegd, waarop één van de bestuurders opstapte. In ieder geval is het nogal amateuristisch opgezette experiment van behandelen hier danig mislukt.
      Er worden maatregelen genomen, zo wordt gezegd. Dit is een verbale aanname. Of dat gebeurt op een manier die echt beklijft, is nog de vraag. Er is structureel meer aan de hand, dan met NOVO alleen. Dit trieste geval raakt weer uit de aandacht, maar de problematiek van een goede zorg voor verstandelijk gehandicapten met gedrags- en psychische problemen is daarmee geenszins van de baan.

In het commentaar in ‘Nieuwsuur’  zei een van de in vakantietijd opgetrommelde deskundigen over het feit dat vergelijkbare problemen, zoals van een onvoldoende scholing van personeel vaker voorkomt: ‘Er is nog een lange weg te gaan.’ Vervolgens ging het over de standaardoplossing waar Tweede Kamerleden meestal mee voor de dag komen. A – Er moet onderzoek komen. B – Er moet een betere regeling en controle komen.
    Tja, het bekende paard achter de wagen en in feite struisvogelpolitiek.

De kern van de zwakke redenering zit hier in ‘de lange weg’ die nog te gaan is. De suggestie wordt gedaan dat er wel een (min of meer) heldere visie op bejegening en behandelen bestaat, er al jaren een stevige inzet wordt gepleegd om de zorg voor gehandicapten met gedragsproblemen te verbeteren en dat het een kwestie is van doorgaan op deze weg.
      Feit is echter dat goede zorg en bejegening hier scholing, deskundigheid en continuïteit vereisen. Daarover is wel degelijk veel kennis aanwezig, maar de goede uitvoering staat haaks op het bezuinigingsbeleid. Door alle bezuinigingen en reorganisaties wordt er onvoldoende geschoold en getraind personeel aangenomen. Ook wordt hen geen goed arbeidsperspectief, voldoende rust en ondersteuning geboden, zodat sommigen uitgeblust raken in hun werk en er mee stoppen.

Na jaren op opleidingen als HBO-Jeugdwelzijnswerk en SPH gewerkt te hebben, weet ik één ding zeker. Er bestaan goede methoden, goede bejegening en heel goede trainingen in weerbaarheid en omgaan met agressie. Er bestaan of bestonden ook vele goede docenten en praktijkdeskundigen die hun studenten daarin konden trainen. Maar deze deskundigheid staat onder enorme druk. Vaak veralgemenen opleidingen te veel, waardoor de specifieke, echte deskundigheden verloren gaan.

Anders gezegd, het kan wel, de lange weg is voor een deel de weg terug, maar het kost wat. Er moet bij sommige bewoners één op één dus heel intensief worden gewerkt. Er moet bijscholing, inclusief praktische trainingen bestaan. Enzovoorts.

De lange weg is een begaanbare weg, mits niet geplaveid met bezuinigingen, reorganisaties en snel opeenvolgende gedropte methodes. Maak beter gebruik van de echt goede ervaringen, al is er altijd ook individueel maatwerk nodig. Deze weg kost dus heel wat, zowel in het onderwijs, permanente bijscholing en training, en zeker in de uitvoering. Het is een politieke en maatschappelijke vraag of ‘men’ bereid is de lange weg op te gaan. Onderzoek en controle zijn hooguit randvoorwaarden, niet de oplossing.
    Als alleen maar wordt gesteld dat er nog een lange weg is te gaan, zonder concreet perspectief, is het een lege geruststelling, een holle frase. De suggestie is dat er hard aan oplossingen wordt gewerkt. Dat is pas waar als je dit laat zien.