De vorm van deze blog wijkt af van de gebruikelijke en wil attenderen op mijn kort geleden op internet gepubliceerde artikel
‘Na de nihilistische val, De onpraktische ideologie van de jaren zeventig – dogma en discussie’. Dit artikel is te lang voor publicatie op de weblog.
Wil je het lezen, dan kom je er via deze link:
https://www.marxists.org/nederlands/schaaf/2013/2013nihilisme.htmHet artikel is eigenlijk niet helemaal klaar, eerder ‘Werk in uitvoering’. Het roept vragen op die nog niet worden opgelost of meer uitwerking verdienen. Het is al uitgebreid en verdere antwoorden vergen meer context. Nadeel is daardoor ook dat de toon stelliger is met betrekking tot personen en standpunten dan bij een verdere uitwerking nodig is. Het risico van misverstand is er ook, wat zich niet in enkele woorden laat oplossen. In ieder geval is het doel niet de positie of persoonlijke meningen van genoemde personen aan de orde te stellen. Onderwerp is de inhoudelijke denkbeweging, resulterend in die van de jaren zeventig en tachtig van vorige eeuw, die grosso modo als resultaat had dat de theorie de praktijk – die zich richt op sociale verbetering en op het bereiken van een socialistische samenleving – niet langer inspireerde.
Dat verval van inspiratie is opmerkelijk. Tal van bevlogen socialisten, soms meer ervaren, vaak ook jongeren, theoretiseerden er lustig op los, maar vaak wel op basis van een aanvankelijk door hen gedeelde sociale, socialistische of communistische invalshoek. Men werd vaak lid van de partij of deelnemer aan een beweging op grond van sociale idealen en ging van daaruit de theorie verder verkennen.
Toen dat proces vastliep, gaven veel mensen ook hun sociale ideaal op. Strikt genomen was en is dat nergens voor nodig. Waarom niet tot een realistischer beeld komen en daarin te pogen (de) hoge idealen vast te houden? Anderzijds: theorie moet wel kloppen, anders is die niets waard voor de praktijk. Maar was dat voldoende onderzocht en waren alternatieven grondig geformuleerd en bediscussieerd? Dat is in deze discussie beslist niet vol te houden. In feite bestaan hier veel vragen, die ook bij een realistischer perspectief voor de toekomst ongetwijfeld weer aan de orde zullen zijn. Dit artikel kan echter maar een deel van het hele verhaal laten zien.
Wat hier zeker ontbreekt is een voldoende analyse van de context en de effecten die van daaruit werden gestimuleerd en waar dus denkend op werd gereageerd. Dus de materiële en sociaalpolitieke omstandigheden en veranderingen, het totale verval van het reële socialisme en bijbehorende onthullingen van misstanden, de crisis sinds eind jaren zeventig, de vele bedrijfssluitingen in West-Europa, het vaak falen van verzet daartegen ondanks de grote inzet, de partiële successen van de vredesbeweging, de rol van partij- en vakbondsleiders, enzovoorts. Verder wordt hier vooral tot de ideologische discussie van mensen in en rondom de CPN beperkt, duidelijk slechts een deel van het politieke geheel.
Ondanks dat alles blijft het opmerkelijk hoe weinig durf er was betere woorden of theorieën te vinden, toen de opvatting postvatte dat de oude ten dele of helemaal niet deugden. Moeilijk ongetwijfeld, maar het is een hele verantwoordelijkheid het oude weg te doen en heel de achterban mee te slepen in dat proces.
Het stuk maakt deel uit van een groter onderzoek onder de werktitel
‘Staat en Vrijheid’ ofwel
‘Het speelveld van de vrijheid’, dat moet resulteren in enkele artikelen en een boek. Dit betreft enkele belangrijke staats- en politieke filosofieën, macht, ongelijkheid, democratie, collectief welzijn en vrijheid, mede gericht op de actuele maatschappelijke en ideologische crisis. Het artikel is een van de voorstudies. In het grotere geheel kunnen mogelijke vragen verder worden verhelderd, vooral vanuit een theoretisch kader. Het is nog niet zeker of
‘Na de nihilistische val’ deel zal uitmaken van het boek, omdat het artikel vragen oproept die niet alle in deze context kunnen worden beantwoord.
Eerder verscheen in dit verband in het
‘Vlaams Marxistisch Tijdschrift’ (Gent 2012, jrg. 46, nr. 3, pp. 99-105; ook gepubliceerd op
www.marxists.org) het artikel
‘Durven vooruit te denken, Over conservatisme en socialisme’. In een kortere bewerking verscheen dit ook in het tijdschrift
‘Kritiek’ (z.p. 2012, pp. 13-20) onder de titel
‘Nog langer bang voor de utopie? Over Thomas More en Friedrich Engels’. Een beoogd derde artikel zal gaan over
‘Vrijheid in Marx’ werk’, inclusief de verhouding tot het anarchisme, een vierde over hedendaagse sociale denkers. Het boek zal met name uitgebreid ook een keuze uit klassieke politieke theorieën behandelen.
In dat grotere kader lijkt
‘Na de nihilistische val’ als ‘Werk in uitvoering’ voorlopig voldoende. Het kan dienen voor verdere discussie en reflectie, waarbij onopgeloste vragen verder aan bod kunnen komen. Daarom wordt het hier in deze vorm gepubliceerd, als schakel om het sociale denken van het recente verleden beter te begrijpen.
Kortom, hier is iets te lezen dat voor verbetering vatbaar is, en het is niet het laatste woord.
Voor
Na de nihilistische val, zie
https://www.marxists.org/nederlands/schaaf/2013/2013nihilisme.htmVoor het eerdere artikel
Durven vooruit te denken, Over conservatisme en socialisme, zie
http://www.imavo.be/vmt/12316-Schaaf.pdf
Een korte versie van laatstgenoemd artikel,
Nog langer bang voor de utopie? Over Thomas More en Friedrich Engels, staat in
Kritiek, Themanummer
De actuele utopie, z.p. 2012, pp. 13-20, ISBN 978-90-817263-0-6.
Op
marxists.org vind je ook mijn boek over de filosofie van Joseph Dietzgen. Dit is ook nog in de papieren versie verkrijgbaar, zie
www.jasperschaaf.nl.