maandag 25 maart 2019

Grote dingen en kleine dingen, het klimaat en de zee


Objectiviteit, ideologie en wetenschap: aspecten van waarheid kunnen op tal van manieren vermengd en verknoopt worden. Of wat makkelijker, feiten, aspecten van de werkelijkheid kun je met woorden eindeloos manipuleren. Dat gebeurt ook, zie de politiek. Zie de staat van Nederland.

Betekent dit dat ‘objectiviteit’ een leeg begrip is? Neen, wetenschappelijke procedures, toetsingsregels en visies op kennis en waarheid maken sommige uitspraken onzorgvuldig, andere een stuk zorgvuldiger. Wil je die aan de man brengen – ook de zorgvuldige die mogelijk een lastige waarheid bevatten – dan kun je ze kleiner, eenvoudiger maken, zodat ze beter te begrijpen en te overzien zijn. En daarbij een perspectief schetsen hoe problemen aangepakt kunnen worden. Mensen er steeds bij betrekken, van meet af aan, en hen niet eenzijdig voor de lasten laten opdraaien.

In de angstpolitiek van populisten worden de dingen bewust opgeklopt, eenzijdig uitvergroot, grote rampen verzonnen die rechtstreeks op de mensen worden losgelaten. Of omgekeerd, de feiten gebagatelliseerd. Verkleinen en vergroten naar believen. Bij sterke uitvergroting wordt het beeld onhanteerbaar. Dan ligt de ontkenning voor de hand. Een ramp wil je toch niet? Niemand.
      Nuchter de feiten onder ogen zien, ook de grote dingen begrijpelijk maken, kan leiden tot oplossingen die wervend zijn, die mobiliseren en de lasten niet afschuiven. Betrek mensen bij oplossingen, en suggereer niet dat zij de schuldigen zijn die alles zelf maar op moeten lossen.

Kleine dingen kunnen verwijzen naar het grotere geheel, waar ze deel van uitmaken. Een paar dagen geleden keek ik naar schelpen op het strand van Schiermonnikoog en zag weer diverse soorten die er nu regelmatig liggen, terwijl dat met deze soorten vroeger duidelijk minder het geval was.
      Zoals vaker de laatste tijd vond ik een doublet van een Wijde mantel (Aequipecten opercularis), een mooi groot exemplaar, 40 mm breed. Zie de afbeelding. Veel mensen zullen deze herkennen, bijvoorbeeld van vakantie aan de Middellandse Zee, maar niet van de koudere Noordzee.
      Ook zag ik volgroeide verse Otterschelpen, een paar Zee-egels, enzovoort. Schelpen en dieren die je vroeger vrij zelden zag en nu vaker. Soorten die om te overleven aangewezen zijn op niet al te koud water. Liggen die er nu door de opwarming van het zeewater? Is nu de opwarming hiermee bewezen?

Mag je zo denken van klein naar groot? Niet zomaar, een ongefundeerde generalisatie zou een denkfout zijn. Enkele vondsten bewijzen nog niet veel, maar kunnen wel een aanwijzing vormen dat er wat aan de hand is. Dat vraagt dan om meer onderzoek. Dat betekent denken van een kleine schaal, vanwege enkele vondsten, naar het grotere geheel. En naar meer en meer systematisch geordende waarnemingen. Zoals de verdere natuurlijke omgeving erbij betrekken. Wat zie je nog meer en wat zien we nog over het hoofd?

Hier wijzen deze vondsten mogelijk op de opwarming. Zichtbaar als je meer weet over wat er normaliter te vinden is, maar het is dus nog geen volledig eenduidig bewijs van een grote verandering. Dan is er meer nodig. Dat is wat biologen en natuurwetenschappers onderzoeken. Van hen mag je eisen dat ze dat grondig doen, dat uitkomsten niet stil blijven staan bij een eerste slag, want dat kan een slag in de lucht zijn. Dat wat ze beweren toetsbaar en controleerbaar is en dat dit zwart op wit daadwerkelijk gebeurt. Waarnemen, meten, veronderstellingen toetsen, bespreken en dat herhaaldelijk.

Kleine en grote dingen, je kunt enige tijd iets wegpraten, zoals de opwarming, de klimaatverandering. Je kunt in de switch van klein naar groot ook bezien wat er moet gebeuren. Gooi dan nooit in één keer als een onstuitbare ramp alle verantwoordelijkheid op het bordje van het individu. Daar is het klimaat in al zijn hoedanigheden veel te groot voor.
      Gebeurt dat wel, dan creëer je een onmogelijke opdracht. Wie zadel je daar dan mee op? Maak ook de te nemen stappen kleiner en hanteerbaarder. Kijken in plaats van wegkijken, maar wel (tijdelijk) methodologisch op een schaal die mensen kunnen begrijpen. En in hun reactie kunnen volgen.

Het politieke klimaatdebat barst nu eindelijk goed los. Dat is onvermijdelijk, gezien de kleine en grote feiten. Dat gaat nog jaren duren zelfs, door de omvang van de problemen én de maatregelen die nodig zijn. Met veel vallen en opstaan.
      Politici die mensen angst aanpraten hebben hierbij nu de wind in de rug, lijkt het. Maar als zij de verkeerde accenten kiezen kan de bewijslast bij hen worden teruggelegd, ook aan de hand van kleinere, ‘behapbare’ voorbeelden.
      Opgeblazen beelden zullen leiden tot lege handen, tot teleurstellingen. Dat is een groot risico, want veel verwarring en teleurstelling leiden niet tot voorwaarts gericht sociaal denken, maar eerder tot een blinde macht die alle kanten op kan gaan. Mogelijk tot veel reactionaire behoudzucht en zelfs tot geweld.

Daarom is de voortdurende herhaling van een goed verhaal, voor het klimaat, samen met een sociale politiek, zo van belang. Ook met een sociale inkomenspolitiek, die de lasten eerlijk deelt en geen verarming toelaat. De zorgen van mensen hierover serieus nemen.
      Dat goede verhaal is geen louter intellectuele oefening, zo van dat als het eenmaal gezegd is, ieder het kan weten. Zo werkt dat niet. Herhaling telt.

Wanneer politici met valse accenten, met het verdraaien van breed onderzochte feiten mensen medeplichtig maken aan de ontkenning, wat is dan het morele gehalte van hun betoog? Het gaat dan in ieder geval om een klassieke drogreden, de misleidende nadruk.
      Het blijkt, er is een strijd gaande, die hardop moet worden gevoerd, een vrijblijvende houding bestaat hier niet. Een solidaire wel, voor nu en morgen.






 
Wijde mantel (Aequipecten opercularis)












dinsdag 19 maart 2019

Deel 2 van Het Kapitaal vertaald – Het kapitalistisch mechanisme verder ontrafeld


Voor de Nederlandse kennisname van Karl Marx’ werk is een nieuwe mijlpaal bereikt. Het tweede deel van ‘Het kapitaal’ is vertaald in goed Nederlands en nu als boek verkrijgbaar. Leendert Erkelens is de vertaler, Adrien Verlee de kritische meelezer bij het monnikenwerk dat voor de vertaling nodig was. Van deel 1 van ‘Het kapitaal’  bestaan al langer enkele vertalingen, voor de vertaling van de delen 2 en 3 waren al vaker plannen gesmeed en concepten geschreven, het daadwerkelijk afmaken was een ander verhaal.

De nu gereedgekomen vertaling was – toen nog niet helemaal áf – eerst op het Marxistisch Internet-Archief gepubliceerd en is nu in boekvorm verkrijgbaar. De verbeterde internet-versie is er ook nog, zie https://www.marxists.org/nederlands/index.htm
    De nieuwe papieren versie is een forse stap vooruit, want ‘Het kapitaal’  is toch wel een werk dat zich van papier makkelijker laat verorberen dan van het beeldscherm. Nog mooier: aan de vertaling van deel 3 wordt ook al gewerkt. Een voorlopige versie kun je al lezen op de net genoemde website.
    Het nieuwe boek bevat behalve de volledige tekst van deel 2 een heldere introductie van de Belgische marxist Ernest Mandel tot dit tweede deel van ‘Het kapitaal’. Dat helpt de lezer goed op weg. Een reden te meer het boek aan te schaffen.

Een mijlpaal, inderdaad, want ‘Het kapitaal’  is toch een van Marx’ hoofdwerken, of zelfs hét hoofdwerk, en dan is het maar vreemd genoegen te moeten nemen met alleen deel 1, dus met een half werk. Hier hoort echter wel een hele geschiedenis bij. De geschiedenis van Marx’ wetenschappelijke lange zoektocht, inclusief de afloop waarin zijn vriend en vertrouweling Friedrich Engels uiteindelijk de delen 2 en 3 van ‘Het kapitaal’  heeft geredigeerd uit Marx’ nagelaten brokstukken. En deze vervolgens heeft gepubliceerd en gepropageerd.
      Ook wilde Engels het vierde nog onafgemaakte deel ‘Theorieën over de meerwaarde’ publiceren, maar dat is hem niet meer gelukt. Dat heeft Karl Kautsky nadien, tussen 1905 en 1910 gedaan.

Deel 1 van dit werk, het verreweg meest bekende – zeker de politieke slotpassages ervan – wordt vaak al beschreven als ‘Het kapitaal’ alsof het helemaal gereed en afgerond was. Dat was het echter bij lange na niet en Marx heeft vrijwel tot aan zijn dood hieraan zitten puzzelen. Het is ook niet niets, het hele kapitalistische stelsel wordt in al zijn werkingen, de productieve en destructieve als theorie beschreven. Een wetenschappelijke beschrijving als weerspiegeling van heel de kapitalistische productieverhoudingen.
      Deel 1 start: de begrippen, de ‘hoofdwetten’, het historisch perspectief en ook nog een beetje de internationale verhoudingen. En hier zitten lastige begrippen bij, zoals ‘waarde’, wat dat is, wat voor soorten ervan zijn, hoe waarde ontstaat en hoe het kan verminderen, vervluchtigen zelfs. Enzovoorts, de basis van een ongeveer alles omvattende analyse.

Dat te lezen vergt al de nodige aandacht. Lezen, herlezen en dan nog maar een keer om er overzicht van te krijgen. En die inspanning blijkt dan ook nog een onverbiddelijke voorwaarde om de omvangrijke delen 2 en 3 goed te kunnen lezen.
    Zo’n strenge voorwaarde lijkt natuurlijk een minder mooie boodschap bij deze nieuwe mijlpaal. Het nu vertaalde werk is eigenlijk pas goed te doorgronden als men deel 1 ook heeft verwerkt. Niet alleen aanvankelijk in homeopathische hoeveelheden – zoals Marx’ vriend Joseph Dietzgen ooit suggereerde als leesmogelijkheid – maar toch wel als geheel. Dus liever twee keer lezen dan maar half.

Anderzijds als dat eenmaal is gebeurd, is deel 2 een wenkend perspectief voor wie de werking van het kapitalistische productiestelsel beter wil begrijpen. Want deel 2 concretiseert, verbijzondert. Tal van voorbeelden worden gegeven. De start is ook hier nogal abstract, kernachtig: het ontstaan van de geld- en warencirculatie, de cyclus van geld, investeren in arbeidskracht en productiemiddelen, vormen van productieve arbeid en de creatie van waarde en meerwaarde, die vervolgens weer de verschijningsvormen van winsten en geld aannemen. Ofwel de beschrijving van het circulatieproces van het kapitaal, in werking op maatschappelijke terreinen, zoals industrie en landbouw en hoe in de productie geld, arbeid, nevenfuncties en de tijd hun rol spelen. Het kapitaal wordt getoond in vele gedaanten, als geld, als waren, en als motor van tal van kapitalistische verschijningsvormen, onder de dwang van de hoofdwet voor de kapitalist: accumuleer!
      Dit als minimale aanduiding van wat Marx allemaal biedt en vaak herhaalt om maar duidelijk te zijn. Deel 2 concretiseert de kringlopen van geld en productief kapitaal en het nog niet als Nederlands boek gepubliceerde deel 3 beschrijft het totale proces van de kapitalistische productie met daarin de zichtbare en mogelijke crisisverschijnselen die in dat stelsel kunnen of waarschijnlijk zullen optreden.

Het is theorie, dus afstandelijk, rationeel. Marx toont zich in zijn schrijven aan ‘Het kapitaal’ een strenge wetenschapper. Waar blijft dan de politiek in dit verhaal? Soms zijn er mensen die bij het lezen van Marx’ ‘Kapitaal’  teleurgesteld zijn. Men verwacht soms (te snel) even te horen hoe het zit. Het ging toch om revolutie? Marx is echter geen profeet, maar wetenschapper én politicus. Hij wil wel radicaal zijn in zijn streven naar een betere samenleving, maar daarvoor nooit de reële mogelijkheden te buiten gaan, want dat zou immers op zinloze energieverspilling neerkomen. Deel 2 stelt in dit opzicht (sommigen) misschien wel meer teleur dan de delen 1 en 3, waar de politiek vaker expliciet om de hoek komt kijken.

Maar toch, als je goed leest zegt Marx ook dat heel het kapitalistische stelsel eigenlijk ‘makkelijk’ kan worden afgeschaft, bij de juiste kennis, de juiste wil en de juist georganiseerde politieke macht van de arbeidersklasse.
      In deel 2 blijft dat meestal impliciet, het achtergrondverhaal. Maar lezend stuit je dan toch op enkele uitspraken die laten zien dat Marx er vanuit uitgaat dat je de kapitalistische maatschappij kunt afschaffen en dat hij vindt dat je dat ook moet doen, dat dit sociaal en rationeel is. Een grote verandering die niet extreem is, maar zelfs logisch.
    Zo schrijft hij dat in de kapitalistische maatschappij overschotten tot crisis leiden. Dat laatste hoeft echter naar zijn mening niet: ‘Op zich zijn dergelijke overschotten geen slechte zaak maar een voordeel; het is echter een kwaad in de kapitalistische productie.’ (deel 2, pag. 404)

En bij deze genoemde ‘geen slechte zaak, maar een voordeel’ kiest Marx dan een verrassend luchtige toon: ‘Is de kapitalistische vorm van de reproductie eenmaal afgeschaft dan komt het erop neer ….’ Enzovoort. Die vorm afschaffen gewoon dus, hoepla!
      Want de kapitalist is, door zijn systeem, de bijbehorende logica en zijn vervreemde psychologie immers onmachtig iets zinnig met overproductie en overschotten te doen. Of hij probeert het op straffe van zijn eigen opheffing. Daarom vervolgt Marx, een alternatief noemend tegenover de kapitalistische chaos: ‘Een dergelijke vorm van overproductie staat gelijk aan controle van de maatschappij over de materiële middelen ten behoeve van de eigen reproductie. Binnen de kapitalistische maatschappij is dit echter een chaotisch aspect.’ Dat laatste is precies wat ook in hedendaagse crises zo vaak wordt gevoeld. De overmaat aan rijkdom die tegelijk armoede en verwarring zaait.

Engels maakte uiteindelijk Marx’ laatste geschriften klaar voor publicatie. Al kon ook hij niet alles meer gereed maken, maar wel hun beider gedachtelijn verhelderen. Over het afschaffen van het productieve maar uiteindelijk irrationele productiestelsel liet hij eerder zich krachtig uit, namelijk in 1867 bij zijn bespreking van het toen zojuist verschenen het eerste deel van ‘Het kapitaal’.
      Goed om hier nog even eraan te herinneren wat Engels dan schrijft over Marx’ visie: ‘… wie ogen heeft om te zien, die ziet hier de eis van een sociale revolutie duidelijk genoeg gesteld. (…) Het gaat hier om de afschaffing van het kapitaal überhaupt.’ (Marx, Engels Werke, Berlin 1973, deel 16, pag. 216)

Marx’ werken dragen bij de maatschappij te doorgronden, de middelen voor actie en verandering te organiseren en gezamenlijk te werken aan een beter, rationeler en duurzamer maatschappelijk systeem. Dat is geen eenvoudige opgave. Er is naast actie en lef, ook veel kennis en inzicht voor nodig.
      Daarom moeten we de zojuist toegevoegde schakel van deze kennis, voor de Nederlandse taal, deel 2 van ‘Het kapitaal’ met blijdschap verwelkomen. Een politieke steun in de rug, op basis van veel studie en goede argumenten.





Waar kun je het boek ‘Het kapitaal, deel 2’  kopen?

Voor België zie: https://nl.marxisme.be/product/marx-het-kapitaal-deel-2/

Voor Nederland, te koop in Amsterdam bij: International bookshop Het Fort van Sjakoo.
Zie het adres op internet, dit is ook het adres om eventueel te bestellen met verzending per post.

In Groningen te koop bij boekhandel Godert Walter en bij boekhandel Van der Velde.

Prijs in de boekhandel € 28,50

Website Marxistisch Internet-Archief, Nederlandstalig:
https://www.marxists.org/nederlands/index.htm











Karl Marx (1818-1883)

















maandag 11 maart 2019

Van Aristoteles’ ‘Politica’ via Karl Marx en Rosa Luxemburg naar de hedendaagse politiek


In november jl. verscheen mijn boek ‘Actief socialisme en vrijheid, Een pleidooi voor hechtere linkse samenwerking’.  Enkele besprekingen zijn verschenen in de regionale pers en op in socialisme en politiek geïnteresseerde websites.
      Natuurlijk bereik je niet in één keer ieder die je bereiken wilt. En soms wordt een boek op de leeslijst gezet en kom je in de hectiek van de dag ‘er niet aan toe’. Daarom stuurde ik een brief naar een aantal organisaties, een attendering, of zo je wilt een herinnering. In drie punten, die ik ook de blog-lezer niet wil onthouden.

1 – Van Aristoteles’ ‘Politica’  via Karl Marx en Rosa Luxemburg naar de hedendaagse politiek. Dat is de inhoud in een notendop. Het thema van de politieke filosofie is macht en machtsverhoudingen.
      Terwijl veel hedendaagse filosofie lijkt te gaan over persoonlijke vragen, losgemaakt van hun context, gaat de politieke filosofie juist over de context, de samenleving. Aan de hand van netgenoemde en andere denkers stelt ‘Actief socialisme en vrijheid’  de machtsvraag. Voor sociale en socialistische partijen, bewegingen, vakbonden en personen blijkt dat zij gedoemd zijn elkaar te vinden, samen te werken, samen een sociale politiek te voeren. Om resultaten te bereiken voor een rechtvaardiger en duurzame samenleving. Om resultaten die beklijven.
      Sommige lezers zijn hierover kritisch en verwachten dan direct een concreet uitgewerkt programma. Anderen waarderen juist de grote lijn en zien het boek als een inspirerende aansporing voor een breed debat of juist kleinschalige discussies. Of voor een verdiepende scholing, als basis voor gefundeerde samenwerking vanuit de kracht van verschillende politieke visies en tradities.
      Het slothoofdstuk van het boek bevat stellingen aan de hand waarvan de actuele discussie gevoerd kan worden.

2 – Op deze weblog https://filosofie-en-politiek.blogspot.com/ vind je thema’s die het boek raken en illustreren. Als je in het blogarchief van deze weblog op datum zoekt vind je bijvoorbeeld:
- 26 oktober 2018: Een blog met de volledige inhoudsopgave van het boek.
- 19 maart 2017: ‘Aristoteles’ staatsfilosofie.’
- 19 april 2018: ‘Marx, wat blijft …?’
- 16 februari 2019: ‘Rosa Luxemburg: Vrijheid is altijd de vrijheid van de andersdenkenden.’
- 20 januari 2019: ‘De grote eigentijdse taak van de politieke partij’ (‘Mijn oneigentijdse beschouwingen’). Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen de functies van bewegingen en de politieke partij in het tijdperk van creatie van macht door de sociale media.

3 – Het boek is bruikbaar voor discussie en het formuleren van doelen en strategieën van socialistische, sociaaldemocratische, communistische, anarchistische, linkse, groene (enz.) bewegingen, partijen, instellingen, groepen en personen. En zeker niet alleen in verkiezingstijd, wanneer de ijdelheid vaak de boventoon voert.
      De auteur kan aan bijeenkomsten bijdragen, met een voorkeur voor kleinschalige discussieavonden, scholingen en dergelijke. Een interview is ook mogelijk.

Contact met de auteur via e-mail: jasperschaaf@gmail.com.
Meer informatie over dit boek en andere boeken, zie de website: www.jasperschaaf.nl.
Het boek is te bestellen bij elke boekhandel, Uitgeverij Damon, of de auteur.
Contactgegevens van de uitgever, zie www.damon.nl.
Voor recensies kan een exemplaar van het boek worden aangevraagd.
Zegt het voort!



















maandag 4 maart 2019

Rechtvaardig klimaatbeleid en enkele politieke principes volgens Aristoteles


Voor de kritische website ‘Solidariteit’ over de vakbeweging, linkse politiek en socialisme schrijf ik één keer per jaar een gastcommentaar. Deze staat op de website www.solidariteit.nl.
    Dit keer over klimaatbeleid en rechtvaardigheid. Een pleidooi voor een doortastend ecologisch verantwoord klimaatbeleid dat hand in hand gaat met een rechtvaardige inkomenspolitiek en strijd tegen armoede. Het artikel staat hieronder. Op genoemde website staan meer interessante artikelen. Kijk daar ook eens.
    En je gaat op 10 maart toch ook meelopen in de Klimaatmars in Amsterdam? Ga je niet, dan kun je er nu al beginnen er spijt van te hebben. Of lees je dit op een latere datum, hoe was het?




Rechtvaardig klimaatbeleid en enkele politieke principes volgens Aristoteles

Het klimaat staat zo langzamerhand echt op de politieke agenda. De overgebleven klimaatsceptici moeten steeds beter hun argumenten verwoorden om nog enigszins serieus genomen te worden. Dat versterkt als het goed is de discussie.
      Betekent dit nu ook dat een sterk klimaat- en milieubeleid resoluut tot uitvoering komt? Dat is zeer de vraag, omdat ook meer dan voorheen politici van zich laten horen die beweren het allemaal wel erg te vinden, maar je niet moet overdrijven of overhaasten. Die de boel traineren en daarbij zelfs argumenten kapen van organisaties en partijen die zich verzetten tegen het opdraaien voor de meeste kosten door 'de gewone man', in plaats van door vervuilende en kapitaalkrachtige bedrijven.
      Per saldo ontstaat het risico dat na de aandacht algauw de dip volgt. Met als gevolg dat er te weinig gebeurt en bovendien op langere termijn de werkende bevolking alsnog voor alle kosten opdraait.

Klassieke politieke filosofie

Wanneer zoveel tegelijk speelt, kan het verhelderend zijn eens – los van de details – naar de klassieke politieke filosofie te kijken. Met name naar Aristoteles (384-322 voor het begin van onze jaartelling) die waarschijnlijk de meest volledige filosofie binnen het Westerse denken biedt. Hij laat zien dat afwegingen op hoofdlijnen en de verder uitgewerkte analyses daarvan kunnen bijdragen aan de praktijk.
    Voor alle duidelijkheid, een verheldering zoeken bij zo'n klassieke denker betekent geenszins dat alles wat hij schrijft inhoudelijk wordt onderschreven. Denk bijvoorbeeld aan de slavenmaatschappij die destijds bestond of aan zijn zorgvuldige analyse hoe een ondemocratische vorst zijn macht kan behouden.
      Drie citaten, wat willekeurig, volgen hier uit de nog altijd heel lezenswaardige ‘Politica’  van Aristoteles.

Behoud het land dat vrijheid biedt

Aristoteles over de ideale staat: ‘Iets dergelijks geldt voor het grondgebied. Wat de kwaliteit hiervan betreft, zal duidelijk iedereen de voorkeur geven aan het gebied dat de grootste zelfstandigheid biedt, en dit moet wel het land zijn dat alles voortbrengt: kenmerk van zelfstandigheid is dat alles voorhanden is en aan niets gebrek bestaat.’

Wat is het vraagstuk? Dat de politieke partijen in Nederland net als elders menen over een gebied met een dergelijke kwaliteit te beschikken, maar dat dit de komende decennia steeds schaarser wordt. Dat raakt de bijbehorende belangen, de zelfstandigheid en vrijheid hard.
    In de dan te voorziene gang naar verval nemen bezitsdrang en egoïsme toe, en zo ook risico’s voor de bestaansmogelijkheden, inkomen, bezit van goederen en grond, en zelfs voor de vrede. Zeker als het behoud van al het land onzeker wordt of dat vol wordt gezet met windmolens door economisch sterke machten die voor de bewoners anoniem zijn.
      In feite speelt hier al een materialistisch idee van basis en bovenbouw. Het gebied dat economisch voordeel biedt, is in het geding en wordt onderwerp van strijd, ook ideologisch. Bij voorbaat nemen partijen dan snel posities in. Daarbij voelt het bedrijfsleven feilloos aan wat een CO2-heffing of vermogensheffingen kunnen betekenen: dat overmatige rijkdommen en macht worden ingeperkt.
      Aristoteles benoemt politieke wetmatigheden, raakvlakken met het heden blijken aanwezig, er speelt een grote machtsstrijd.

Bestrijd ongelijkheid ook vanwege het klimaat

Aristoteles over macht en ongelijkheid: ‘Hoe moeilijk het ook is over gelijkheid en rechtvaardigheid de waarheid te ontdekken, het is nog moeilijker mensen die de mogelijkheid hebben zich te verrijken van deze waarheid te overtuigen. Het zijn altijd de zwakkeren die streven naar gelijkheid en rechtvaardigheid, de sterkeren malen daar niet om.’

Wat is het vraagstuk? Komende jaren zal de ongelijkheid in inkomen, vermogen en macht permanent een rol spelen in de klimaatdiscussies. Die strijd kan hard worden, aangezien in de hele maatschappij de verdeling van middelen en zeggenschap aan de orde is. Alles kan gebeuren, met uitersten van ontkenning van relevante vragen tot en met onteigeningen en geweld.
      Voor sociale, linkse en progressieve bewegingen, partijen en vakbonden zijn daarom heldere en strijdbare uitgangspunten nodig, principes die langer gelden en waar je op terug kan vallen. Het oude principe van 'de vervuiler betaalt' moet daarin ver overstegen worden, de hele maatschappij en alle vestigingsmogelijkheden op deze aarde zijn in het geding.
      Bij dergelijke algemene uitgangspunten voor de nabije toekomst moet je denken aan onder meer: CO2-heffing, grote vermogensheffingen, sluiting kolencentrales en een ecologische, natuur-inclusieve landbouw. En vooral consequent strijden 'van de andere kant' voor structurele verhoging van de lonen en verbetering van de positie en woonsituaties van mensen met een laag inkomen. Lukt zo’n combinatie, dan groeit het draagvlak voor een sterk effectief klimaatbeleid. Immers, mensen willen en kunnen niet bijdragen als ze alleen maar geplunderd worden.
      Economisch moet trouwens niet alleen worden benadrukt wat het allemaal kost, zoals nu vaak gebeurt: de veranderingen leveren ook productief werk en inkomsten, rendementen op. Eenzijdige nadruk op alleen de kosten is ideologisch. Productieve destructie is onvermijdelijk, de nieuwe vormen hebben rendement die moeten goed meegewogen worden. Zoals de rendabele toepassing van de waterstoftechnologie. Niet vastlopen in het eeuwige gezeur: 'Wat kost dit allemaal?'
    En inderdaad zijn het de zwakkeren die wel malen om gelijkheid en rechtvaardigheid. Zij zijn de maatstaf voor democratie. Dat zag Aristoteles goed. Wil je dan handen en voeten geven aan een grote verandering, dan kan dat door vooral heel vroegtijdig basale democratische bewegingen en procedures te starten en die langdurig voort te zetten. De bevolking mee laten beslissen over complexe zaken gaat niet vanzelf, maar kan wel. Echter alleen wanneer vroegtijdig en helder wordt begonnen, inclusief van meet af aan sociale machtsvorming en medezeggenschap. Al werkend de ongelijkheid kleiner maken, met inkomenszekerheid, participatie en educatie.
      Een beroep op 'lagere inkomens' kent twee varianten. De solidaire die vooruit strijdt en concrete oplossingen biedt. Daar tegenover de valse, de stoplap, de smoes om passiviteit te verkondigen. 'Lage inkomens' mogen niet worden gekaapt en gegijzeld in de politieke bureaucratie.

De doelstelling geldt internationaal

Aristoteles: ‘Nu zijn er twee factoren waarop welzijn voor ieder mens berust: een juiste keuze van oogmerk en doel van zijn handelen, en het vinden van de handelingen die tot dit doel leiden. Deze twee kunnen met elkaar overeenstemmen of strijdig zijn …’

Wat is het vraagstuk? Bij Aristoteles is eigenlijk alles doelgericht. Misschien is het niet zo’n gek idee bezinning op de doelen meer centraal te stellen. In de politiek, zeker in de internationale machtsstrijd en geopolitiek, spelen rancune en onverwerkt verleden een grote rol. Denk aan kolonialisme en oorlogen. Wanneer dit wordt miskend, zal een hoge klimaatdoelstelling die internationaal afgestemd tot juist handelen moet leiden, onvoldoende positieve effecten sorteren.
    Aristoteles stelt bovendien terecht dat tussen doelen en handelingen tegenstrijdigheden kunnen bestaan. De tegenspraak tussen de hoge klimaatdoelstelling en de steeds weer kortzichtige handelingen van het kapitaal betekenen een periode van strijd. Strijd om uitvluchten te verhinderen en voor daadwerkelijke actie. Een strijd die handelingen gericht op sociale rechtvaardigheid en klimaatacties hand in hand moet laten gaan. Je niet door valse argumenten tegen elkaar uit laten spelen.
      Deze opgave vergt dat socialisten en klimaatactivisten elkaar vinden in de actie, en dat steeds weer blijven doen.





Bron: Aristoteles, Politica, Vertaald, ingeleid en van aantekeningen voorzien door Jan Maarten Bremer en Ton Kessels, Historische Uitgeverij, Groningen z.j., resp. pp. 285, 252-253 en 298.