maandag 25 maart 2019

Grote dingen en kleine dingen, het klimaat en de zee


Objectiviteit, ideologie en wetenschap: aspecten van waarheid kunnen op tal van manieren vermengd en verknoopt worden. Of wat makkelijker, feiten, aspecten van de werkelijkheid kun je met woorden eindeloos manipuleren. Dat gebeurt ook, zie de politiek. Zie de staat van Nederland.

Betekent dit dat ‘objectiviteit’ een leeg begrip is? Neen, wetenschappelijke procedures, toetsingsregels en visies op kennis en waarheid maken sommige uitspraken onzorgvuldig, andere een stuk zorgvuldiger. Wil je die aan de man brengen – ook de zorgvuldige die mogelijk een lastige waarheid bevatten – dan kun je ze kleiner, eenvoudiger maken, zodat ze beter te begrijpen en te overzien zijn. En daarbij een perspectief schetsen hoe problemen aangepakt kunnen worden. Mensen er steeds bij betrekken, van meet af aan, en hen niet eenzijdig voor de lasten laten opdraaien.

In de angstpolitiek van populisten worden de dingen bewust opgeklopt, eenzijdig uitvergroot, grote rampen verzonnen die rechtstreeks op de mensen worden losgelaten. Of omgekeerd, de feiten gebagatelliseerd. Verkleinen en vergroten naar believen. Bij sterke uitvergroting wordt het beeld onhanteerbaar. Dan ligt de ontkenning voor de hand. Een ramp wil je toch niet? Niemand.
      Nuchter de feiten onder ogen zien, ook de grote dingen begrijpelijk maken, kan leiden tot oplossingen die wervend zijn, die mobiliseren en de lasten niet afschuiven. Betrek mensen bij oplossingen, en suggereer niet dat zij de schuldigen zijn die alles zelf maar op moeten lossen.

Kleine dingen kunnen verwijzen naar het grotere geheel, waar ze deel van uitmaken. Een paar dagen geleden keek ik naar schelpen op het strand van Schiermonnikoog en zag weer diverse soorten die er nu regelmatig liggen, terwijl dat met deze soorten vroeger duidelijk minder het geval was.
      Zoals vaker de laatste tijd vond ik een doublet van een Wijde mantel (Aequipecten opercularis), een mooi groot exemplaar, 40 mm breed. Zie de afbeelding. Veel mensen zullen deze herkennen, bijvoorbeeld van vakantie aan de Middellandse Zee, maar niet van de koudere Noordzee.
      Ook zag ik volgroeide verse Otterschelpen, een paar Zee-egels, enzovoort. Schelpen en dieren die je vroeger vrij zelden zag en nu vaker. Soorten die om te overleven aangewezen zijn op niet al te koud water. Liggen die er nu door de opwarming van het zeewater? Is nu de opwarming hiermee bewezen?

Mag je zo denken van klein naar groot? Niet zomaar, een ongefundeerde generalisatie zou een denkfout zijn. Enkele vondsten bewijzen nog niet veel, maar kunnen wel een aanwijzing vormen dat er wat aan de hand is. Dat vraagt dan om meer onderzoek. Dat betekent denken van een kleine schaal, vanwege enkele vondsten, naar het grotere geheel. En naar meer en meer systematisch geordende waarnemingen. Zoals de verdere natuurlijke omgeving erbij betrekken. Wat zie je nog meer en wat zien we nog over het hoofd?

Hier wijzen deze vondsten mogelijk op de opwarming. Zichtbaar als je meer weet over wat er normaliter te vinden is, maar het is dus nog geen volledig eenduidig bewijs van een grote verandering. Dan is er meer nodig. Dat is wat biologen en natuurwetenschappers onderzoeken. Van hen mag je eisen dat ze dat grondig doen, dat uitkomsten niet stil blijven staan bij een eerste slag, want dat kan een slag in de lucht zijn. Dat wat ze beweren toetsbaar en controleerbaar is en dat dit zwart op wit daadwerkelijk gebeurt. Waarnemen, meten, veronderstellingen toetsen, bespreken en dat herhaaldelijk.

Kleine en grote dingen, je kunt enige tijd iets wegpraten, zoals de opwarming, de klimaatverandering. Je kunt in de switch van klein naar groot ook bezien wat er moet gebeuren. Gooi dan nooit in één keer als een onstuitbare ramp alle verantwoordelijkheid op het bordje van het individu. Daar is het klimaat in al zijn hoedanigheden veel te groot voor.
      Gebeurt dat wel, dan creëer je een onmogelijke opdracht. Wie zadel je daar dan mee op? Maak ook de te nemen stappen kleiner en hanteerbaarder. Kijken in plaats van wegkijken, maar wel (tijdelijk) methodologisch op een schaal die mensen kunnen begrijpen. En in hun reactie kunnen volgen.

Het politieke klimaatdebat barst nu eindelijk goed los. Dat is onvermijdelijk, gezien de kleine en grote feiten. Dat gaat nog jaren duren zelfs, door de omvang van de problemen én de maatregelen die nodig zijn. Met veel vallen en opstaan.
      Politici die mensen angst aanpraten hebben hierbij nu de wind in de rug, lijkt het. Maar als zij de verkeerde accenten kiezen kan de bewijslast bij hen worden teruggelegd, ook aan de hand van kleinere, ‘behapbare’ voorbeelden.
      Opgeblazen beelden zullen leiden tot lege handen, tot teleurstellingen. Dat is een groot risico, want veel verwarring en teleurstelling leiden niet tot voorwaarts gericht sociaal denken, maar eerder tot een blinde macht die alle kanten op kan gaan. Mogelijk tot veel reactionaire behoudzucht en zelfs tot geweld.

Daarom is de voortdurende herhaling van een goed verhaal, voor het klimaat, samen met een sociale politiek, zo van belang. Ook met een sociale inkomenspolitiek, die de lasten eerlijk deelt en geen verarming toelaat. De zorgen van mensen hierover serieus nemen.
      Dat goede verhaal is geen louter intellectuele oefening, zo van dat als het eenmaal gezegd is, ieder het kan weten. Zo werkt dat niet. Herhaling telt.

Wanneer politici met valse accenten, met het verdraaien van breed onderzochte feiten mensen medeplichtig maken aan de ontkenning, wat is dan het morele gehalte van hun betoog? Het gaat dan in ieder geval om een klassieke drogreden, de misleidende nadruk.
      Het blijkt, er is een strijd gaande, die hardop moet worden gevoerd, een vrijblijvende houding bestaat hier niet. Een solidaire wel, voor nu en morgen.






 
Wijde mantel (Aequipecten opercularis)