donderdag 29 augustus 2019

Ernest Mandel over een fundamentele fout


Kort geleden is op de website www.marxists.org de Nederlandse vertaling verschenen van een inleiding in Marx’ Kapitaal door de Belgische marxist Ernest Mandel. Een tekst uit 1976.
    Deze inleiding bevat veel en is niet te lang waarmee het heel wat van dergelijke inleidingen in helderheid overtreft.
    Lees het zelf, klik op:
https://www.marxists.org/nederlands/marx-engels/1867/kapitaal/inleiding.htm
    Je kunt daarvandaan ook doorklikken naar Marx’ werk in originele vorm.

Met veel plezier las ik het einde van deze tekst, paragraaf 11, ‘Kapitaal en de toekomst van het kapitalisme’. Die gaat in op de duizenden keren gestelde vraag of Het Kapitaal nu de socialistische revolutie voorspelde of niet, en daaraan vastgeplakt de ouwe vraag, zo wél en is die revolutie er nog steeds niet, klopt dan heel Marx’ werk niet?

Mandel slaagt erin in korte trekken hierop een bevredigend antwoord te geven, door op de onzinnigheid van de vorm van sommige vragen en antwoorden te wijzen. Je kunt niet een enkel aspect van de ontwikkeling van de kapitalistische productiewijze eruit pikken om aan de hand daarvan heel Marx’ theorie waar of ongeldig te verklaren.
      Marx laat zwakten van de kapitalistische productiewijze zien, maar ook de voorwaarden waaronder fundamentele veranderingen mogelijk kunnen worden. Inderdaad ‘kunnen worden’, er zijn wel macht of machten nodig dergelijke veranderingen te voltrekken.
      Trek dus geen algemene en verstrekkende conclusie aan de hand van enkele factoren. Mandel schrijft: ‘Dat soort argumenten maakt meestal een fundamentele fout: ze trachten te veel te bewijzen.’

Dat is me uit het hart gegrepen. Zeer verstrekkende betogen imploderen vaak volledig, wanneer de geschiedenis net even anders loopt.
    Marx laat in de laatste stukken van Het Kapitaal (deel 1) fundamentele zwakheden van het kapitaal zien, maar – daar wijst Mandel helder op – dat leidt nog niet tot onwrikbare waarheden voor de toekomst, en dus niet onvermijdelijk tot één en slechts één uitkomst.
      Ook wijst Marx erop dat al is een productiewijze die zich louter richt op private verrijking in wezen historisch absurd geworden is, er nog altijd bewuste doodgravers van het kapitaal nodig zijn. Ofwel klassen, groepen, mensen, partijen, vakbonden enzovoorts die een ontwikkeld politiek bewustzijn hebben om doelgericht te strijden en te organiseren voor een politiek die fundamenteel anders gericht is en tot resultaten, structurele veranderingen leidt.

Aan dat laatste ontbreekt het nog in velerlei opzichten. Organisatie, vereniging, de subjectieve factor een richting geven. Dat kan beter, waarbij al te individualistische eigenzinnigheid, mede door discussies in de media aangewakkerd, vaak zo in de weg staat.

De lezer merkt het al, Mandels’ slotbeschouwing over ‘Kapitaal en de toekomst van het kapitalisme’ geeft alle aanleiding tot politieke overwegingen en discussie. Pak Het Kapitaal erbij, de laatste hoofdstukken, en bijvoorbeeld een tekst van Marx als Loon, prijs en winst en je zit gelijk in de discussie. En dan Marx niet vergeten, zijn – deels impliciete – oproep tot organisatie en actie.
      De wereld is nog altijd te winnen, maar kritiek of theorie, onmisbaar weliswaar, kan dat niet alleen voor elkaar krijgen.





Ernest Mandel










vrijdag 23 augustus 2019

Kan de Palestijnse zaak helpen politiek cynisme te doorbreken?


Wat zou het mooi zijn wanneer de Palestijnen een volwaardige eigen staat zouden hebben. Maar sommige machthebbers kunnen niet eens meer aan mooie dingen denken.
      En wat zou het toch fantastisch zijn dat de ramp van een permanente impasse omgebouwd zou worden tot een voorbeeld dat gevolgd zou worden.
      Sterker nog, nu de wereldvrede steeds meer in het geding komt door economische crises, grote klimaatproblemen, grondstoffenschaarste en tal van geopolitieke kwesties die voortvloeien uit de overhaaste hyperdigitalisering, technologische en biotechnologische ontwikkeling smacht de wereld naar meer eenheid en overzicht, naar het doorbreken van het alom bestaande cynisme.
      En de wereld smacht naar voorbeelden die een echte stap betekenen op het gebied van vrede, vrijheid en welzijn.
    Het zou geweldig zijn als de meest cynische verhoudingen zouden leiden tot een serieuze inzet dát te doorbreken. Om te beginnen bij Palestina en op andere concreet te noemen plaatsen.

Met een rol voor de Verenigde Naties natuurlijk. Maar net zo goed thuis, hier, waar je wat kunt doen. Bijvoorbeeld daar waar cynisme openlijk wordt beleden, dat benoemen en zeggen ermee te stoppen! Maar ten aanzien van Palestina is het cynisme zo diep ingesleten dat het lijkt dat politici niet eens meer weten wat dat is.
    In de Nieuwsbrief van The Rights Forum van 20 augustus, staat dat politici van CDA, VVD, FvD, PVV, SGP en CU van mening zijn dat Nederland geen VN-resolutie over schending van mensenrechten zou mogen steunen, wanneer je zo’n schending in andere landen óók niet aan de kaak stelt.

Dat laatste nu, is de doodlopende weg van de jij-bak in de politiek. Met dit argument, als dat consequent wordt gehanteerd, zou je nooit gerichte actie tegen bepaalde, dus specifieke schendingen aan de orde kunnen stellen. Elk onrecht bestaat immers elders ook.
      Alle onrecht is verderfelijk, maar vaak is de wereld slechts in stukken en brokken verbeterbaar. Dat moet men onder ogen zien, dat maakt het moeilijk, maar niet onmogelijk. Dat is een politieke strategie die vaak onvermijdelijk is en die juist aan kracht zou winnen door ook de moeilijkste vragen en het grootste onrecht aan de orde te stallen. En waarbij altijd gezegd moet worden dat ander onrecht ook telt. Dan moet je niet pleiten voor passiviteit, maar voor aandacht en actie, die zich op dat moment richt op een keuze, dat kan niet anders.

In de praktijk blijkt het steeds verwijzen naar elders tot passiviteit te leiden. Of erger, tot een poging actie te ondermijnen. Deze politici kunnen heel goed weten dat als je de resolutie verbreedt de nu aan de orde gestelde kwestie minder aandacht en inspanning zal krijgen, en bovendien de vraagstukken of groepen die toegevoegd worden er meestal ook geen baat bij hebben. Dat versterkt een opinie van ‘het helpt allemaal toch niet’.
      Het versterkt cynisme. Het gaat verder dan het ondermijnen van een politiek die zich richt op een waardige en eerlijke oplossing van het Palestijnse vraagstuk, het maakt elke politiek arbitrair en passief ten aanzien van verbeteringen van bestaande verhoudingen.
      Alsof je pas wat moet doen als je alles tegelijk kunt doen. Dan wint de absurditeit het van de ethiek en strijd voor vrede.

Genoemde partijen zullen menen dat zij Israël een dienst bewijzen met hun standpunt. Zijn zij zo door in hun eigen standpunt gevangen dat zij niet meer zien dat ook Israël voor de toekomst zich moet ontwikkelen tot een solidaire sociale staat, wil zij voortbestaan en generaties lang de eigen bevolking en de regio welzijn en stabiliteit zal moeten bieden?
      Cynisme betekent veelal de ondermijning van de eigen positie. Vaak duurt het lang dit in te zien en te erkennen. Laat anderen het daarom hardop en duidelijk zeggen.
      Voor de Nederlandse, Europese en internationale politiek zal het voor de toekomst van groot belang zijn juist de moeilijkste kwesties goed onder ogen te zien en het zoeken naar echte oplossingen geen moment uit de weg te gaan. Niet wegkijken, een voorbeeld vormen.





Voor The Rights Forum en genoemde Nieuwsbrief, zie https://rightsforum.org












zondag 18 augustus 2019

Terschelling, Koffieboon en Eendenmossel






Is het niet mooi om middenin de zomer wat van dat zomerse beleven fotografisch vast te leggen? Hier gepresenteerd, wat beelden van Terschelling.

Om te beginnen staat bovenaan een foto van een Ongevlekt Koffieboontje (Trivia arctica). Een van mijn leukste vondsten op het Waddenstrand dit jaar. Een soort die op een kauri lijkt, grijs want oud, waarschijnlijk fossiel.
      Ze heten niet erg zeldzaam te zijn, maar er ligt op de Waddeneilanden niet zo vaak meer van dat hoorntjesgruis waarin je het koffieboontje soms vindt. Dit schelpje lag middenin wat prut met kleine schelpjes, gruis, heremietkreeften-restantjes en wier, dus in wat fijn aanspoelsel. Het fraaie schelpje lag bij paal 22, op 29 juli. Slechts 8 mm lang, dus zoiets zie je pas liggen met wat geluk.
      Overigens bestaan er ook Gevlekte Koffieboontjes. Zou je op zo’n grijze schelp nog vlekken kunnen zien? Dat is maar de vraag. De verse, levende Koffieboontjes die soms op voorwerpen aanspoelen zijn echter soms wel gevlekt.
    Wil je zoiets ook eens vinden? Als je zuidelijker gaat, bijvoorbeeld in Frankrijk of Portugal zoekt aan de Atlantische kust, is de kans groot dat je ze wel een keer vindt. Dan geen grijze maar roze.

De volgende foto lijkt een wat doods bos, zeker als dit een kleurenfoto moet voorstellen. Toch  gewoon het Hoornsebos. En dat de Terschellinger bossen helemaal niet doods zijn bewijst de volgende foto, ingezoomd in de berm van de 'Longway', prachtig Rond Wintergroen (Pyrola rontundifolia). Klein genoeg om over het hoofd te zien.









Over mooie planten gesproken. Aan de randen van sommige schelpenpaden stonden bloeiende Brede Wespenorchissen (Epipactis helleborine). Ze houden van kalkrijke grond, dus dat ze juist hier staan is niet toevallig. Een mooie romantische ansichtkaart, deze orchidee.






Op een ochtend op de Boschplaat landden flinke groepen vogels vlakbij. Vooral Rosse Grutto’s, Bontbekplevieren en Drieteenstrandlopers. Op de Drietenen ben ik gek. Als je zelf vrijwel stilstaat komen ze soms heel dichtbij. Snellopende wandelaars die deze vogels alleen maar weg zien dribbelen of wegvliegen zullen dat beeld misschien niet herkennen. Maar als je zelf heel rustig vrijwel in het eten van de Drietenen staat, blijken ze vaak helemaal niet zo schuw, al blijven ze alert. Maar ik was de enige op dit stuk strand en keek het eens rustig aan wat al die vogels gingen doen.
    Nu kon ik in een klein half uurtje zo’n honderd foto’s van dichtbij nemen, waarvan hier enkele. Zie hier drie keer de Drieteenstrandloper (Calidris alba). Vervolgens de Bontbekplevier (Charadrius hiaticula), die wilde een pasfoto.
    De derde Drieteenfoto vind ik opmerkelijk. Meestal kijken deze Strandlopers naar beneden of vooruit, zien ze er bijna uit als een bolletje, met voor de veiligheid een scheve blik omhoog. Maar deze op de foto staat rechtop alsof hij wat wil zeggen. Daardoor rees de twijfel of het wel een Drieteen was, maar ik weet er niets beters van te maken. (Wie het anders of beter weet mag gerust reageren.)















Nog een paar strandobservaties ter afsluiting. Het rommelpotplaatje is een aangespoelde ouwe schoen. Erop, er middenin zie je de Schilferige dekschelp (Heteranomia squamula). Een teer schelpje, zeker de platte kant is kwetsbaar. Dus voorzichtigheid geboden als je die los wilt peuteren en heel mee wilt nemen. Zeldzaam zijn ze trouwens niet. Kijk op aangespoelde spullen, zoals plastic.
    Als toetje zaten op een aangespoelde pallet Eendenmosselen (Lepas anatifera). Een restantje, je kon aan de afdrukken zien dat het pallet er vol mee gezeten moet hebben. Eendenmosselen zijn geen weekdieren, al hebben ze een schelp. Ze behoren tot de Kreeftachtigen. Maar vooral óók behoren ze in zuidelijke landen tot de lekkerste delicatessen, al vind je misschien dat ze er niet zo appetijtelijk uitzien. Zie de recepten op het wereldwijde web.









De natuur met alles erop en eraan verdient respect. Onder meer omdat je overal met een beetje inzoomen veel en veelvormig leven ontmoet en de mooiste beelden kunt vastleggen.















dinsdag 13 augustus 2019

Een exotisch krabbetje


‘Een exoot’ zegt men. Dit keer een exotisch krabbetje. De ‘Hoekige krab’ (Goneplax rhomboides).
    Een goede kennis op Terschelling vroeg me twee weken geleden of ik de Hoekige krab al gezien had. Neen natuurlijk. Nooit van gehoord.
    Maar zo’n vraag zet vaak wat in beweging. Op de computer is makkelijk te vinden hoe het beest eruit ziet. Lang niet lelijk. Als het een exoot is ‘Welkom dan’, zou ik zeggen. Nog een bewijs misschien voor de opwarming, maar dat kan de krab niet helpen. Wellicht hoort hij juist bij de twee graden warmere zee.
    De krab leidt tot diverse besprekingen, makkelijk op internet te vinden. Zoals over de leefwijze in symbiose met andere dieren.

Daarmee heb je de krab nog niet gezien natuurlijk. Maar duurt dat lang? Zeker is dat hij vaker voorkomt op de Wadden, gezien de diverse meldingen, zoals op Waarneming.nl, en gemeld door de Waddenvereniging.
      Nederlandse vissers zien het dier al sinds 2003 en de eerste strandmelding is van Ameland in 2016. Of de opwarming de echte oorzaak is wordt her en der nog besproken, bewijs het maar eens. Dat deze krab niet al te koud water prefereert lijkt echter wel een rol te spelen.

Mijn onuitroeibare strandse zwerflust hielp gelijk mee de krab tegen te komen. Op Terschelling, 8 augustus bij paal 6.600 om 8.20 uur. Zie de foto’s.
    Het dier is gewond, mist zijn grote linker schaar, zoals je ziet. Overigens zagen we een dag later zo’n 10 kilometer oostelijker in de vloedlijn nog twee onderdelen van deze soort ronddobberen.
    Het dier van 8 augustus, gewond weliswaar, was niet dood. Reageerde licht maar duidelijk op aanrakingen.

Zoals zo vaak kan een beetje kennis leiden tot boeiende observaties. Ook deze is om over na te denken. Waar het heengaat met de natuur en de rol van de mens hierin. En over de toegenomen snelheid waarmee dat nu gebeurt.











De Hoekige Krab