dinsdag 28 oktober 2014

Basisinkomen als herverdeling van armoede


Op mijn vorige blog ‘Basisinkomen en dure arbeid’ kreeg ik via de e-mail als reactie: kijk uit dat basisinkomen geen foute oplossing van ongelijkheid wordt, namelijk een herverdeling van de armoede. En inderdaad, in Nederland, België en ongetwijfeld elders ook zijn het vaak de rechtse woordvoerders die pleiten tegen bureaucratie en ongelijkheid, maar niet verder komen dan de bestaande potten herverdelen. Resultaat zal dan zijn, dat mensen die meer inkomensondersteuning nodig hebben minder zullen krijgen. Is dat gelijkheid?

Mijn blog was juist andersom bedoeld.
      1 – Grote maatschappelijke discussies moeten zich niet fixeren op één enkel en ogenschijnlijk eenvoudig punt. Zie de samenhang met de loonstrijd en het loonpeil. Dus eigenlijk de klassenstrijd die verkapt of niet altijd aanwezig is. Bij sterke rechten, een goed loonpeil en een krachtige positie van de vakbonden, is een niet-bureaucratische verbetering van uitkeringen en toeslagen ongetwijfeld goed mogelijk. Wordt niet aan deze voorwaarden voldaan, dan kleed je bestaande rechten verder uit. Althans, dat risico is levensgroot aanwezig.
      2 – Wil je met structurele verbeteringen komen, denk dan in een samenhangend pakket. Zo kom ik op het punt dat arbeid juist niet nog goedkoper moet worden, maar duurder, en de arbeid veel beter verdeeld kan worden. Daardoor ontstaan gelijkheid en gelijke rechten. En zelfs de klimaatdiscussie erbij betrekken. Die discussie is onvermijdelijk, dus doe dat direct goed.

Alleen van de huidige uitkeringen uitgaan en dan herverdelen zou neer kunnen komen op een operatie die vergelijkbaar is met die in de zorg. Heel veel overhoop, god zegene de greep, en als resultaat dat veel mensen met de brokken zitten. De discussie over basisinkomen is niet onlogisch, laat de vakbeweging erin het voortouw nemen, op basis van goede uitgangspunten en eisen.
      Je niet uitspreken over deze discussies is ook geen optie, zorg liever voor een goed fundament.








vrijdag 24 oktober 2014

Basisinkomen en dure arbeid


Komt de crisis terug? De crisis is nooit weggeweest. Stukje bij beetje zijn er meer mensen die proberen ‘out of the box’ met ‘oplossingen’ te komen. Nu zal helemaal ‘out of the box’ niet zomaar gaan. We zitten nog steeds in kader van de weliswaar wat vastgelopen maar toch nog kapitalistische economie. Uit dat doosje spring je niet zomaar.
      In dat zelfde kader wordt als ‘oplossing’ geroepen dat de arbeid goedkoper moet worden. Een slecht neoliberaal idee, lijkt me. Maak de arbeid liever schaarser en duurder, en dat uiteraard dan niet alleen in Nederland. Ook in heel Europa en liever overal. Dan ontstaat een spiraal omhoog in plaats van naar omlaag.
      Moeilijk haalbaar, maar moet alles in één keer? Nog meer goede ideeën zijn apart genomen moeilijk haalbaar. In samenhang kun je wel een richting op. Vooral als de groepen, bonden, linkse partijen en allerlei initiatieven zich hier en internationaal gaan verenigen in acties en bewegingen. Als die vereniging ontbreekt blijft het bij ideeën en initiatieven in de marge.

‘Out of the box’ en ook nog lastig te bereiken? Het gaat vaak om onwenselijke vormen van ongelijkheid.
    1 – Ongelijkheid in inkomen en ook nog veel bureaucratie voor de mensen zonder werk of met een laag salaris. Een idee, dat je steeds meer hoort: Basisinkomen. Goed idee, een appèl met veel agitatorische voordelen. Financieel waarschijnlijk haalbaar met zowel loondrukkende als loonsverhogende effecten. Maar los van de verdere ‘box’ is het ook te ver ‘out of the box’, blijft er crisis op vele fronten. Hier hoort wat bij.
    2 – Ongelijke verdeling van arbeid en inkomen. Laat de bonden weer looneisen stellen. Niets mis mee. En verdeel alle arbeid beter, desnoods met een wetgeving die de arbeidsduur periodiek vastlegt. Arbeidstijdverkorting. Allemaal 10 uur per week korter werken, bijvoorbeeld. Mooi idee, de vakbeweging zal hiervoor wel internationaal moeten opereren. Meer in vereniging dus.
    3 – Ongelijke verdeling van rijkdom over maatschappelijke sectoren. Door alle privatiseringen zijn onder de verantwoordelijkheid van de staat vooral de ‘armlastige’ sectoren overgebleven. Bij elke bezuiniging worden die geraakt. Zie de hele sector van gezondheid, zorg en welzijn. Beter idee, nationaliseer stukje bij beetje rendabele collectieve sectoren. Begin met de hele telecom: Staatsbedrijf der PTT weer terug. Dat was ooit ook bekostigd uit collectieve middelen. Dus geen Ziggo’s en Telforts meer, maar deze nationaliseren. Uit de opbrengsten kunnen andere collectieve sectoren mede worden betaald. Is dit socialisme? Eerder een gemengde economie van waaruit je nog verschillende kanten op kunt. Wel socialer, maatschappelijker!
    4 – Ongelijkheid van druk op het milieu. Idee: elke nieuwe investering moet wettelijk gegarandeerd beter voldoen aan de noodzakelijke klimaatdoelstellingen, ook al wordt deze er (tijdelijk) duurder van. Béter, vergeleken met de huidige situatie. Lastig uit te voeren? Dat is dan ook mooie werkgelegenheid.

Net zo makkelijk als ik dit bedenk kan iemand zeggen dat het allemaal wel heel moeilijk is. Denk aan de globalisering, je kunt dit toch niet meer alleen? Ja, maar echte oplossingen kosten inspanning en samenwerking van actieve en nadenkende mensen en organisaties. Eén oplossing alleen, zoals basisinkomen, zal nog onvoldoende werken. Ook al kun je hier gerust vóór zijn. Vier punten hier dus, niet uitputtend, want over het financiële kapitaal en de infrastructuur is ook nog veel te zeggen. Maar het is nodig een richting te vinden en een stap in die goede richting.





In november komt mijn nieuwe boek uit bij Uitgeverij Damon. Klik op de link.
Hieronder alvast de voorkant van het boek.

Er komt een boekpresentatie op 9 december bij Boekhandel Godert Walter in Groningen.

















vrijdag 10 oktober 2014

Herfstblog, natuur en aankondiging nieuw boek


Even een blog met een meer persoonlijk tintje. Schelpenhobby en een nieuw boek, alvast een aankondiging.
    In het najaar ga ik de laatste jaren even op Ameland de natuur in en vooral het strand op. Door de zandsuppleties liggen schelpen op het strand en spoelen er nog steeds nieuwe aan, die zonder al dat nieuwe zand niet makkelijk gevonden zouden kunnen worden. Schelpen die normaal gesproken in Nederland zeldzaam of zelfs zeer zeldzaam zijn, zijn nu met een beetje goed zoeken te vinden. Hieronder de foto’s, voor- en achterzijde van drie schelpen.







Bovenaan de meest zeldzame, de breedgeribde venusschelp (Clausinella fasciata). Daaronder rechts een groot fragment van het ovale nonnetje (Macoma calcarea). Daarnaast, het minst zeldzaam van de drie, maar ook niet zomaar te vinden, de eierschelp (Gastrana fragilis).
    De breedgeribde venusschelp lag op 3 oktober bij paal 11.800. Halverwege het strand, dus niet direct in de vloedlijn. Paal 11.800 is het randje van het suppletiegebied, hier liggen nog wel meer fossiele of oude schelpen, en fragmenten ervan. Maar iets verderop, richting Hollum, wordt het snel minder, al kunnen daar genoeg soorten schelpen liggen die niet uit het suppletiezand komen.
    De achterkant van de schelpen is ook van belang. Aan het slot kun je vaak het beste vaststellen welke soort het is. Voor de eierschelp en het ovale nonnetje is dat bij deze exemplaren wel van belang.
    Misschien denkt iemand nu: ‘Die breedgeribde venusschelp is helemaal niet zeldzaam, die vind ik zó in Spanje.’ Dat kan kloppen. De schelp komt waarschijnlijk uit subtropisch water. Voor de Noordzee moet je dan een lange tijd teruggaan, naar een warmere periode tussen de laatste twee ijstijden, schat ik in. Hier is die schelp dus zeldzaam, maar op de stranden van Spanje of Portugal kun je frisgekleurde exemplaren vinden van deze schelp.
    Is het niet vreemd zo’n kapot ovaal nonnetje ook op te rapen? De schelpenzoeker doet dat meestal wel, want het gaat hier om een (vrij) zeldzame soort en dan weet je ook wat er zoal allemaal te vinden is. Die gegevens kun je dan weer doorgeven aan Waarneming.nl of een ander registratiesysteem. Die worden dan weer gebruikt voor schelpengidsen en andere publicaties. Over waarnemingen en waarnemingssystemen, zie ook www.strandwerkgemeenschap.nl en www.anemoon.org.

Over de schelpen van Ameland is kort geleden een heel mooi boek uit gekomen. Geen stijve natuurgids, maar een met veel leuke anekdotes rondom schelpen en met aardige informatie over diverse verzamelingen. Veel plaatjes en ook nog tweetalig, Nederlands-Duits. Een aanrader.
Dit boek: Rykel de Bruyne, Ditte Bandini, Ameland: Schelpenrijk, Het eilandgevoel beleven met schelpen, barnsteen en fossielen, Stichting Anemoon en KNNV Uitgeverij, Lisse en Zeist 2013, ISBN 9789050114769



Over boeken gesproken. In november komt mijn nieuwe filosofische boek uit. Hieronder staat alvast de voorkant van het boek. In komende blogs volgt meer informatie.












donderdag 9 oktober 2014

Ode aan Rjazanov


David Rjazanov verdient dit jaar een ode. Rjazanov leefde van 1870-1938. Hij werd geliquideerd door Josef Stalin. Rjazanov heeft voor het marxisme in het bijzonder en voor de geschiedschrijving in het algemeen een grote verdienste. Hij was de oprichter van het Marx-Engels-Instituut te Moskou (1922-1931) en van het Marx-Engels-Archief.

Waarom juist een ode in dit jaar? 2014 is de 150ste verjaardag van de Internationale Arbeiders Associatie, ook wel de Eerste Internationale genoemd. Rjazanovs instituut begon met de volledige en kritische uitgave van de werken van Karl Marx en Friedrich Engels. Daarin werd ook begonnen met de studie en publicatie van de volledige verslagen van interne discussies van de Internationale. Deze internationale, om de arbeiders internationaal te verenigen, was een prachtig initiatief van Marx en andere voormannen van de arbeidersbeweging. Het was een belangrijke vorm van de praktische uitvoering van ‘Proletariërs aller landen verenig je!’  Dit is ook een heel leerzame geschiedenis, gezien de discussies en tegenstellingen die er waren of die ontstonden. Leerzaam met de mooie en lelijke kanten. Rjazanov is de man die een grote bijdrage leverde alle feiten te publiceren.

De volledige uitgave van de werken van Marx en Engels wordt de MEGA genoemd, de Marx-Engels-Gesamtausgabe. Na de uitschakeling van Rjazanov werd de uitgave van deze kritische MEGA stopgezet. Aan het eind van de jaren zestig, dus ruim voor de val van De Muur, werd in een gezamenlijk project van Oost en West dit initiatief echter weer opgepakt. Het eerste deel van de nieuwe uitgave van de volledige werken verscheen in 1975. In 1990 werd de opzet kritisch bekeken en volgde een doorstart, vanuit verschillende landen en instellingen. Nu werd de oude versie van Rjazanov met MEGA1 aangeduid, de nieuwe versie met MEGA2. Van deze nieuwe MEGA zijn inmiddels al tientallen delen en commentaren verschenen.
      Het werk gaat nog steeds door. Het totaal zal 114 uitgebreide delen met daarbij veel commentaren, losse studies en jaarboeken over het onderzoek beslaan. Een mooie erfenis van David Rjazanov.





David Rjazanov (1870-1938)





Over de publicaties van de protocollen van de Eerste Internationale: Rolf Hecker, ‘Zum 150. Jahrestag der IAA, Zur Geschichte der Veröffentlichung der Generalratsprotokolle der Internationalen Arbeiterassoziation’, in: Jahrbuch für Forschungen zur Geschichte der Arbeiterbewegung 2014/III, Berlin 2014, pp. 158-172.







woensdag 8 oktober 2014

Kobani – Praktisch versus principieel


De wereld zit toe te kijken hoe in Kobani de Koerden het te verduren hebben en veel slachtoffers van het geweld kennen.
    De Westerse politici, zoals de Nederlandse, haasten zich te melden dat ze geen ‘mandaat’ hebben om in te grijpen. De Turkse regering lacht in haar vuistje en steunt in feite IS. Men praat heel wat af, terwijl Kobani lijdt. Praten en praten.

Wat een principieel gedoe, wat een onzin! Als men moet handelen doet men zich heel principieel voor. Als er gepraat kan worden of politieke en economische druk kan worden uitgeoefend slaat men erop los.
    Anders gezegd: de Westerse politici zijn praktisch als ze principieel horen te zijn, en doen zich principieel voor als ze praktisch moeten zijn. Het is het verkeerde accent op het moment dat het erop aankomt. Dat is een politieke keuze. Daarmee zijn ze medeplichtig.

Toen de VS in 2003 Irak binnenvielen hadden zij geen enkel mandaat. Er waren ook tal van diplomatieke en andere mogelijkheden politiek invloed uit te oefenen. Talloze mensen in de hele wereld demonstreerden tegen de inval. Zowel de pacifisten als andere politiek verstandige mensen.
    Velen wezen er duidelijk op dat Amerika de vlam in een groot kruitvat staken. De VS konden het effect dus zeker wel voorzien. Een spiraal van geweld, waarvan het einde nog lang niet in zicht is.
    Russische oorlogsveteranen, hun lesje geleerd in Afghanistan, wezen ook op de heilloze weg die werd ingeslagen.

En dan zit men nu principieel te doen? Wat zijn dat voor principes? Het is politiek wégkijken. De Veiligheidsraad kan vandaag nog bijeenkomen als het moet. Waar een wil is, is een weg. Men wil kennelijk niet.
      De Koerden verdienen alle steun. Ze halen niet alleen de kastanjes uit het valse vuur, ze vechten ook voor hun eigen bestaan en waardigheid.








woensdag 1 oktober 2014

Rare kritiek (Pleidooi voor Emile)


‘Het zijn allemaal ratten!’ Pas had ik een korte discussie met iemand die buitengewoon kritisch was. Zó kritisch dat hij geen enkel vertrouwen meer had in de politiek. Het is allemaal eigenbelang en ze verraden je steeds weer. Nooit weer stemmen, helemaal afgehaakt van de politiek.
    Direct daarop volgde: ‘Ook Emile Roemer bakte er niets van’, doelend op de Algemene Beschouwingen van begroting 2015, in de Tweede Kamer op 17 september.

Lijkt logisch, de kranten kopten er vrolijk op los toen Roemer even geen gevat antwoord had volgens het geijkte stramien. Met plezier deden ze er nog een schepje bovenop, Roemer zou met zijn mond vol tanden hebben gestaan. Nu heb ik destijds in gemeenteraad ook wel eens niet direct het scherpe antwoord paraat gehad waarop men zat te wachten. Dat komt voor en is dat erg?

Bakte Roemer er niets van? Als je er beter over nadenkt speelt hier rare kritiek, tegenstrijdig. Even aarzelen, even niet alle feiten paraat die horen bij het denkkader van de opponent, so what? Het is de pers die er overheen valt. Het is de ongelofelijke ad-hoc snelpraat, de hupsakee-cultuur, zeker ook gepropageerd door de media waar ieder in mee moet rennen.

Maar wat deed Roemer nu precies?
    a – hij bleef de bezuinigingen op de zorg aanvallen, als een van de weinigen,
    b – hij verloor zich niet in feitjes, maar had het over de politieke hoofdzaak. Dit mede in het licht van de idee dat je niet achter een Centraal Planbureau aan kunt blijven lopen, dat denkt vanuit het gevestigde kader en vooraf bepaalde keuzestrategieën,
    c – hij maakte zich er niet met een flauw grapje van af. Even leek het die kant op te gaan, maar gelukkig liet hij dat na,
    d – en vooral: hij irriteerde vrijwel alle partijen, omdat die zich neerleggen of het initiatief nemen bij de asociale bezuinigingen, en daarbij tegelijk proberen hun sociale praatje te redden.
    Dat laatste is de kern, de SP is hierin de meest consequente partij in de 2e Kamer, zeker van de grote partijen.

Toen ca. 1890 Ferdinand Domela Nieuwenhuis socialistische en voor de arbeiders dus zeer sociale eisen stelde in het parlement en hierover sprak, gingen andere partijen met de rug naar hem toe zitten. Dat gedrag is als het erop aan komt weinig verandert. Als het om de feitjes van het privéleven van socialisten gaat willen de media Roemer wel aan het woord laten. Als hij echter consequent slechte voorstellen verwerpt en niet het geld, maar wel de zorg voor mensen en de zorgen van mensen centraal stelt, beginnen veel Kamerleden met hun papieren te ritselen. Of met de I-pad te surfen.

Het kan soms wel beter, maar overdrijf niet zo. Wat is er mis mee als Roemer soms even aarzelt? Is de politiek alleen voor gevatte snelpratende types? Het zijn niet allemaal ratten.
      Politici die sociale waarden als zorgzaamheid en goede zorg blijven verdedigen: dat zijn de goede politici! Een simpele veralgemening is foute en rare kritiek. Te makkelijk, een vlucht. Het lijkt kritisch, maar je loopt gewoon achter de Wereld-Draait-Door-etalage aan. Of nog erger. Heel gevat, maar leeg. Je kritischer voordoen dan de rest, maar intussen wel gewoon de krant of de tv napapegaaien…

‘Framen?’ Het is niets nieuws. Rechtse kranten en het overgrote deel van alle media vinden dat je wel even wat mag zeggen (hup vlug, a.u.b. en dan weer vergeten!), maar vervolgens heel het neoliberale circus mee moet spelen.
      Pleit liever voor politici die hun waarden trouw zijn. Ze zijn er met te weinig, maar ze zijn er. Kritiek moet er beslist zijn op geschikte momenten, maar overdrijf niet. Cynisme is de dood in de pot. Je laat de politiek over aan rechts en een goed gesprek is er nauwelijks meer over mogelijk. Fout perspectief. Leve de integere politici, zelfs al zouden er nog maar een paar van over zijn.








Arbeidstijdverkorting en minister Asscher - Verdeel de arbeid eerlijk!



Mooie naam voor een rockgroep: ‘Dr. Asscher and his robots’. Het is echter een serieuze zaak. Een paar dagen terug heeft Minister Lodewijk Asscher een heel betoog gegeven over de robotisering. Door de enorme technologische vlucht en de automatisering wordt werk en met name normaal beloond werk ernstig bedreigd. Robots kunnen steeds meer en ze zeuren niet om goede arbeidsvoorwaarden.
      Is het verhaal van Asscher een abstracte beschouwing of een politieke analyse gericht op actie en actief handelen? Asscher zal het tweede bedoeld hebben, maar natuurlijk dreigt weer hetzelfde als eerder toen hij zijn zorg voor normaal betaald werk uitte, dat hij weggehoond wordt door zijn VVD-broeders.

Het verhaal is serieus. Het is ook oud. Karl Marx heeft in Das Kapital, met name in het derde deel, betoogd dat alleen arbeid waarde schept en tot meerwaarde en winst leidt, maar dat door de automatisering de factor arbeid wordt teruggedrongen. Tal van controversies zijn er geweest over deze visie. Marx wijst ook op remmende of verzachtende factoren bij deze terugdringing, maar daarmee is deze tendens nog niet verdwenen. Misschien had hij ongelijk over het te verwachten tempo van dit proces, Asschers betoog accentueert nu echter de actualiteit. De automatiseringssnelheid neemt meer en meer toe, niets kan deze stoppen.

Het werk verdwijnt dus? Is er niets tegen te doen? Er is heel veel tegen te doen. In de jaren tachtig was er een internationaal pleidooi om korter te werken. Nu hoor je dit zachtjes en slechts mondjesmaat. Dan hebben we nu een minister nodig die voor zijn zaak staat. Pleit nu voor Nederland en de hele EG voor korter werken. Maak bijvoorbeeld een wetsvoorstel waarin staat dat eens om de drie jaar de maximale arbeidstijd wordt vastgelegd. Is er veel arbeid nodig, dan mag men langer werken, is er minder nodig dan kies je bijvoorbeeld 6 of 5 uur werken per dag (grosso modo).
    Of met andere woorden, constateer de feiten, pak het positieve ervan, zoals het feit dat robots minder mooi en zwaar werken overnemen, kijk naar de arbeidsproductiviteit en verdeel het werk onder allen.
    Een mooi voorstel voor de media om de beren op zo’n weg te verzinnen. Maar meer nog voor de vakbeweging en politieke partijen nu echt werk te maken van algemene arbeidstijdverkorting. Het is rationeel en moreel een eerlijke zaak.