vrijdag 16 april 2021

Het Groninger gasechec, een les over de rol van de staat


1  Leerzame ervaringen voor de aanpak van de klimaat- en biodiversiteitscrisis

In Groningen wachten sommige families al tien jaar op de versterking van hun woning na de aardbevingen. Een drama, ook voor de opgroeiende kinderen. Deze schande en de bureaucratie rondom het Groninger aardgas zijn leerzaam voor de aanpak van de klimaatcrisis. Leren van de fouten die in Groningen zijn gemaakt, door het hardnekkig volgen van de belangen en procedures van de NAM.

2  De aardbevingen in Groningen – enkele feiten

- In 1959 wordt de Groninger gasbel ontdekt. De NAM – Shell en Esso – wordt de eigenaar van het gas, de overheid krijgt gasbaten. Tot 2021 incasseert de staat ca. 400 miljard euro uit het aardgas.
 - 23 december 1983, aardbeving bij Assen. De NAM ontkent elk verband met de gaswinning.
- Op 16 augustus 2012 vindt de op dat moment krachtigste aardbeving plaats bij Huizinge. Deze is van 3,6 op de Schaal van Richter. Er volgen 2200 schademeldingen. In de jaren na ‘Huizinge’ volgen meer dan 100.000 schademeldingen.
- Van 1986 tot heden zijn er 1500 aardbevingen in Groningen.
- Actieve mobiliserende rol van de Groninger Bodem Beweging, het Groninger Gasberaad, linkse partijen en actiegroepen. Acties, demonstraties.
- In 2013 wordt de gaswinning opgevoerd van 49 naar 54 miljard kuub. Onduidelijk wie daarvoor toestemming gaf. Het Staatstoezicht op de Mijnen stelt dat pas bij 12 miljard de bevingen vermoedelijk zullen stoppen.
- Commissie-Meijdam stelt in december 2015 dat de overheid het kennelijk legitiem vindt dat industriële activiteiten schade aan woningen veroorzaken, en legt dit als vraag voor aan de regering en de Tweede Kamer. Deze reageren niet.
- 7 februari 2017: demonstratie in Groningen met 4000 deelnemers.
- 8 januari 2018: zware aardbeving bij Zeerijp, 3,6 op Schaal van Richter. Op 19 januari demonstratie met 12.000 deelnemers. Kantelpunt: de algehele stopzetting van de gaswinning wordt nu het centrale thema. Na deze beving: meer dan 5000 nieuwe schademeldingen.
- Mislukking van de ‘Dialoogtafel’ en de functie ‘Nationaal Coördinator Groningen’ doordat de regering afspraken negeert en achter hun rug om besluiten neemt.
- De NAM en de regering stellen de leveringszekerheid voorop. Dit in strijd met de belangen van de bewoners. Veiligheid wordt ondergeschikt gemaakt aan contracten en winsten.
- De Raad van State vernietigt in juli 2019 voor de tweede keer het ‘Gasbesluit’ van de regering, vanwege veiligheidsaspecten en de grondrechten van de Groningers.
- De afhandeling schademeldingen verloopt chaotisch, bureaucratisch en frustrerend. Maar het Centrum Veilig Wonen – opgetuigd door de NAM – maakt wél in één jaar 2 miljoen winst. Het vertrouwen van de bevolking in de overheid verdwijnt volledig.
- Vanaf 17 mei 2019 is de grote bemoeizuchtige rol van de NAM in de schadeafhandeling van woningen en gebouwen uitgespeeld. Eindelijk wordt de driedubbele pet afgezet, de rollen van aangeklaagde, beoordelaar en financier.
- Het als relatief veilig veronderstelde niveau van winning van 12 miljard kuub wordt in najaar 2019 bereikt, met zicht op de algehele stopzetting van het Groningen-veld.
- Heden: schadeopneming voor herstel en versterking van woningen is weer op gang gekomen, nog steeds traag. Er moeten nog ca. 30000 (!) ingediende meldingen worden afgehandeld. Intussen wachten tientallen gezinnen op het herstel van hun woning.

3  Lessen trekken bij het falen van de kapitalistische staat

Van het Groninger gasechec valt veel te leren over de macht en onmacht van overheden, energieconcerns, lokale bevolking, politiek en vakbeweging. Bij de klimaatcrisis en energietransitie spelen vergelijkbare kwesties. Wat speelt er al niet mee bij de realisatie van windmolens, zonneparken, dijkverhoging, landonteigening (enzovoorts). Het wonen, de vertrouwde woonomgeving, de afstand tot school en werk, veel komt in het geding. Dat leidt tot nieuwe belangentegenstellingen. Zie bijvoorbeeld de huidige strijdpunten van de ‘Warmtewet 2.0’, waarin grote warmteleveranciers worden bevoordeeld boven kleinere initiatieven.
    De aardbevingen en de afhandeling van de schade in Groningen bewijzen dat een regering die commerciële partijen de vrije hand geeft, zelf vastloopt. De staat had geen centrale regie toen het grondig mis ging. Chaotische procedures ontstonden en werden bij herhaling weer gewijzigd, terwijl intussen de NAM en de staat de leveringszekerheid en de winst centraal bleven stellen. Concrete gevallen van de schadeafhandeling leidden tot talloze conflicten en ellenlange geldverslindende procedures. Dat speelt nog steeds.

4  Het noodzakelijke minimumniveau van participatie en medezeggenschap

We kunnen gerust stellen dat uit de bovengenoemde feiten ondubbelzinnig gebleken is dat Nederland zo’n ‘groot project’ helemaal niet aankan, wanneer concerns alle ruimte krijgen en relevante groepen, zoals de bewoners, worden genegeerd. Er speelt niet alleen onwil, maar ook onbekwaamheid mee.
    Daar tegenover hebben in verschillende fasen uiteenlopende groepen, bewoners, organisaties, bedrijven, vakbonden, politieke partijen, gemeentebesturen (enzovoort) een rol gespeeld. Zoals was er deelname van FNV en CNV in het Groninger Gasberaad. De leefomstandigheden en het belang van de regio, zoals scholing en werkgelegenheid, zijn immers aan de orde.

De aanpak die nodig is om de klimaat- en biodiversiteitscrisis te bestrijden grijpt ook diep in, uitwaaierend in tal van ‘projecten’ over bijvoorbeeld werkgelegenheid, scholing en demografische veranderingen. Daarom is in het hele proces een eigen, actieve rol voor vakbeweging weggelegd. De vakbond kan een democratische massalijn voorstellen en ondersteunen. Op basis van het bewonersbelang opkomen voor speelruimte van hun organisaties. Geen inperking van medezeggenschap tot commentaar op kant-en-klare, gereedliggende plannen, maar partijen eerder laten deelnemen in het proces van besluitvorming, timing en uitvoering. Dit democratisch aspect kan in de klimaatcrisis nooit alleen aan de overheid worden toevertrouwd, vanwege zowel het gebleken gebrek aan kwaliteit als om de belangenverstrengelingen.

Bij grote veranderingen kan de weerstand groot en terecht zijn. Dus is betrokkenheid, initiatief en leiderschap nodig in een democratisch proces. Dan spelen ook de bekende valkuilen een rol, zoals de verbale zoektocht naar ‘draagvlak’. Die drukt vaak een ontoereikende en verkeerd geplande vorm van ‘mede beslissen’ uit. Dan bestaat eerder een vorm van repressieve tolerantie. Hetzelfde geldt voor de term ‘klankbordgroep’, waarmee overheden vaak niets anders bedoelen dan bewoners vrijblijvend ideeën te laten spuien.

Grote veranderingen die nodig zijn om de klimaatcrisis het hoofd te bieden vereisen meer dan steeds hetzelfde ontwikkelmodel toe te passen. Dat werkt immers niet, want er bestaan altijd relevante lokale verschillen. Over een minimumniveau van participatie en medezeggenschap valt echter wel wat te zeggen. Over dat wat noodzakelijk is:
1 – Permanent medebeslissingsrecht van de lokale bevolking. Direct of via vertegenwoordiging. Tijdens het hele proces, dus niet alleen bij de start of halverwege.
2 – Idem een permanente rol van milieuorganisaties, vakbeweging en de wetenschap.
3 – Een heldere regierol voor de overheid, rekening houdend met de democratische afspraken.
4 – Transparante technische inbreng van deskundigen in alle fasen van het proces.
      De hier gekozen volgorde van participanten is geen vergissing. Het ‘Groningen-gasveld’ leert dat juist de bewoners vaak de juiste processtappen voorzagen en een activerende, versnellende rol konden spelen, terwijl de regering niets te bieden had. Democratische participatie veronderstelt lokale allianties van de eigen organisaties van de bevolking, milieuorganisaties, vakbonden en lokale politiek. De krachten blijven bundelen.





Bronnen

Voor dit commentaar zijn artikelen gebruikt uit het Dagblad van het Noorden, publicaties van de Groninger Bodem Beweging en het Groninger Gasberaad.
Bovendien het boek van Herman Damveld, Gaswinning Groningen, Een bewogen geschiedenis, Versterking en perspectief: wens of werkelijkheid? Uitgeverij Profiel, Bedum 2020.

Deze blog is ook verschenen op de website Solidariteit.nl
















vrijdag 2 april 2021

Louise Michel (1833-1905) – Strijdster van de Commune van Parijs


- Louise’s strijdkreet: ‘Vrouwen voorop!’ en haar standvastige houding onder de groeiende kwellingen van het beleg deden enorm veel voor de moraal van de gewone mannen en vrouwen. –

Theun de Vries over Louise Michel


150 jaar geleden, in 1871, was de Commune van Parijs. Dat was de eerste proletarische revolutie volgens Marx en Engels. Velen, Lenin voorop, zouden herhalen dat dit zo was. De eerste arbeidersstaat – klein van omvang en kort van duur – was het strijdende lichtend voorbeeld van een betere, vrije socialistische maatschappij. Niet omdat alles perfect was, maar juist omdat de Parijse bevolking – de werkers, haar verschillende klassen – massaal en kritisch haar eigen weg koos. Met haar eigen zelf gevonden organisatievormen. De arbeiders van Parijs aan de macht.
    In de voorste linie tot en met de laatste dag van de Commune vochten vrouwen mee tegen het oprukkende reactionaire en door Bismarck gesteunde leger van de Franse reactie. Vooraan in deze linies, steeds haar kameraden op de barricaden aanmoedigend, streed de anarchiste/socialiste Louise Michel (1833-1905).

Louise Michel was deels autodidact, heel breed georiënteerd in allerlei maatschappelijke vragen en de natuur, lerares met vernieuwende pedagogische inzichten en bevriend met andere anarchisten. Tijdens de Commune van Parijs was ze ook lid van de Internationale. Ze heeft aandacht voor feminisme, maar is nog sterker gericht tegen ongelijkheid, armoede en onderdrukking van de ‘gewone’ bevolking. Politiek stond ze voor radicale democratie, expliciet gericht tegen de autoritaire heerschappij van de keizers en vorsten.
      Ze was heel trouw aan haar moeder, die ook deelnam aan de Commune. Toen haar moeder werd gegijzeld, omdat de reactionairen aan het einde van de Commune de leidinggevende oproerkraaier Louise wilden arresteren maar niet konden vinden, gaf ze zichzelf aan om haar moeder te bevrijden.
      Zij werd veroordeeld. Tijdens het ‘uitzitten’ van haar gevangenisstraf en ballingschap zette ze haar educatieve werk voort onder de plaatselijke bevolking van haar verbanningsoord Nieuw-Caledonië (en meer plaatsen).

Strijdbaar en betrokken, dat zijn kenmerken van Louise Michel. Tijdens de Commune organiseerde zij de strijd, feitelijk had zij een leidende rol.
    Ooit schreef ik over Rosa Luxemburg, die tijdens haar gevangenschap interesse toonde voor heel het leven, zoals voor de vogels die Luxemburg in haar cel buiten kon horen zingen. Louise Michel toont vergelijkbare interesses en verrichtte tijdens haar ballingschap veldwerk in de plaatselijke natuur. Ze onderzoekt dieren, insecten, bomen en planten. Haar brede interesse is zowel praktisch als theoretisch, passend bij de ideeën van de pioniers van de biologie van haar tijd. Daarbij nooit vergetend de ongelijkheid tussen mensen te bestrijden; haar interesse is geen vlucht. Zij heeft veel aandacht voor de kosmische eenheid der dingen.

De Nederlandse schrijver Theun de Vries schreef een boek met twee toneelspelen over het leven en de daden van Louise Michel, dus vooral over de Commune van Parijs. Dat boek kun je zien als één van de monumenten die zij zeker verdient. Verdient, omdat haar voorbeeldige inzet en aandacht veel verder strekt dan de tijd en de plaats van de Commune alleen.




Bronnen:
- Op Internet is veel te vinden over Louise Michel.
- Boek: Theun de Vries, Louise Michel, engel in het harnas, Twee spelen over de Commune van Parijs, Uitgeverij Van Gennep, Amsterdam 1984. Het citaat staat op pag. 38.
Dit boek is antiquarisch nog wel verkrijgbaar, zie o.m. Boekwinkeltjes.nl.




Louise Michel (1833-1905













donderdag 1 april 2021

Twee fatale C’s op een presenteerblaadje


‘Waarschijnlijk kun je hier wel spreken van een wetmatigheid: een macht die bouwt op cynisme en corruptie is geen duurzame macht.’


Niet duurzaam, door het ijs zakken. In mijn weblog van 16 maart jl. schreef ik over de twee fatale C’s, cynisme en corruptie, verwijzend naar mijn boek ‘Actief socialisme en vrijheid, Pleidooi voor hechtere linkse samenwerking’.
      De verdere reflectie over dit thema wordt vandaag de dag op een presenteerblaadje aangeboden door minister-president Rutte, alsmede door de VVD en D66 ‘verkenners’ die de Tweede Kamer op weg moesten helpen naar een nieuwe regering. Zoals ieder die het nieuws volgt weet, staat vooral de voorbarige en onheuse uitspraak over CDA-kamerlid Omtzigt centraal. Onheus naar verschillende kanten, ook naar de kiezers, het volk. Een kwestie met ongetwijfeld een lange en diepe nawerking komende jaren.
      Het gaat om de waarheid, en de reflectie moet óók gaan over wat corruptie met waarheid te maken heeft.

Corruptie is niet alleen een gebrek aan sociale moraal, ze is grondig ondermijnend. Corruptie is het einde van het vertrouwen. Corruptie gaat niet alleen over geld, dat hoeft zelfs helemaal niet. Corruptie gaat wel altijd over waarheid. De waarheid is in het geding. En ook al geloof je hardop in uitspraken als ‘Dé waarheid bestaat niet’ in de praktijk gelooft ieder dat zij wel degelijk bestaat.
      Heeft de heer Rutte wel of niet iets over Omtzigt gezegd? ‘Iets’ of ‘helemaal niets’, het is één van de twee. Uiteindelijk gaat het wel om waarheden en onwaarheden en ten aanzien van gedane vrij expliciete uitspraken is slechts één van de twee opties waar, in de zin van ‘gezegd’ en wel door deze ‘aangewezen’ persoon.

Verstandig is dan maar voor de waarheid uit te komen, dus corruptie, de breuk met de waarheid vermijden. Dat verwacht je ook van verstandige politici. Maar niet alleen de waarheid, ook de leugen tracht te regeren, steeds weer. Wijzend naar anderen of naar onwetendheid, en maar hopen er ‘weer’ makkelijk vanaf te komen. Het gebeurt steeds weer, en is steeds ondermijnend. Maar als er doorgevraagd wordt verdwijnt op den duur de leugen.

Een macht die bouwt op cynisme en corruptie is geen duurzame macht. Rutte moet ‘meer dan wie ook’ de waarheid spreken. Hij deed het niet helemaal en velen zullen denken ‘dat wist ik al’. Zo gaat het echter nooit met de waarheid, zij moet bevochten worden en dan worden de consequenties beter zichtbaar.
      Ieder is voor waarheid. Neen dus!
      Je ondermijnt je eigen machtspositie niet. Neen dus!
      Het is geen corruptie want ‘je’ wint er niets mee. Neen dus, het ging echt wel ergens over en dát is met een beetje hulp van ‘onze corona’ verijdeld. De waarheid is altijd in het geding, en regeringen en individuele politici weten het, maar gaan er slecht mee om. De waarheid bestaat echt, er is er uiteindelijk maar één van. Een werkelijk positieve macht weet ook niet zonder te kunnen.

Dit is maar snelle krabbel en iedereen heeft het nu over hetzelfde. Maar de vraag over kennis, waarheid in relatie tot corrupte macht versus daadwerkelijk democratische vormen van macht is altijd het overdenken waard. Er is veel meer over te zeggen. De waarheid blijft in het geding, in talloze verschijningsvormen, kijk maar naar de actualiteit.
      Denkers als Aristoteles, Kant, Marx en Joseph Dietzgen wisten dit ook, en besteedden een groot deel van hun filosofie aan dit thema. De waarheid is niet niets.