zaterdag 19 november 2022

Leuke dingen, dichtbij

Terwijl de Volkskrant op deze mooie zaterdagochtend me met een ellenlang verhaal over wangedrag bij De Wereld Draait Door wil opzadelen, kijk ik eerst even door het raam naar buiten. De Linden verliezen hun laatste bladeren. De straat tijdelijk geplaveid met blad. Mooie kleuren, eerste vorst van deze winter.
    Klinkt poëtisch, net als die doordraaiende wereld. 'Wereld draait door, blad valt naar beneden.' De beweging van het blad valt meer op dan de draai van de wereld. Leuke dingen zijn er genoeg, dichtbij.
    Kijkend met mijn kijker naar de stam van de Lindeboom lijkt die nog meer in beweging. En dat klopt. Al woon ik zo ongeveer midden in de stad, op de stam voor mijn huis loopt een Boomkruiper. De Boomkruiper is leuk, want hij kan alleen maar vooruitlopen. Dat zegt men, dat zegt de vogelaar.
    En ja, hij foerageert vooruit, langs de hele stam. Uit het boekje, zoals het hoort. Laat de wereld maar draaien. Veel leuke dingen zijn dichtbij, de natuur begint hier en er valt vast veel meer te ontdekken.
    Leuke dingen, waar zijn ze? Dichtbij. Toeval is het niet.

 




Stop de oorlog in Oekraïne










maandag 7 november 2022

De natuur als oplossing van de klimaatcrisis

‘De natuur laat zich niet dwingen.’ Deze uitspraak is niet helemaal waar natuurlijk. De natuur dwingt bepaalde keuzes af, wanneer de mens ingrijpt. Bepaald door die mens én door de specifieke natuur die bij dat ingrijpen in het geding is.
      Veel kan, maar niet alles kan. Veel kan, maar ook van de ingrepen die wel kunnen blijken veel ervan tamelijk onverstandig te zijn. Omdat het gebruik of de ingreep in de werkelijkheid altijd ook vaart onder de vlag van de vernietiging of de verandering. Ingrepen leiden tot iets nieuws, niet altijd tot iets beters.

Daarbij kunnen woorden die in de klimaatcrisis meespelen niet altijd helder zijn. Zo staan ‘we’ voor de noodzaak van ‘klimaat-adaptatie’. De maatschappij moet zich aanpassen aan de veranderende biologische omgeving. Maar als we bijvoorbeeld dat doen door heel Nederland in te dijken zal er ongetwijfeld veel mooie natuur die uniek is voor de huidige kust en duinen, verloren gaan. Dan is de aanpassing tegelijk een vernietiging en dus ook een discutabele of duidelijk verkeerde wijze van aanpassing. Deels ingrijpen en dan al ‘hoera’ roepen, dat is wegkijken van het feit dat de problemen met die concrete aanpak nog lang niet voorbij zijn en in dit voorbeeld misschien zelfs groter zijn geworden.

Met dit voorbeeld in gedachten stuit ik in de publicatie van Nature Today van 4 november jl. op een aanbeveling die naar mijn mening wel tot een algemene wet zou mogen leiden. Het gaat om het appel van het WWF (Wereldnatuurfonds) dat het belang van biodiversiteit aan de orde stelt. Oplossingen tegen de gevolgen van de klimaat-crisis leiden niet automatisch tot natuurbehoud. En in de internationale afspraken wordt maar een klein deel van de financiële inzet bestemd voor biodiversiteit. Het komt erop neer dat de natuur met haar grote biodiversiteit een veel grotere rol kan en moet spelen in de klimaatmaatregelen.

Momenteel wordt in Egypte de zoveelste VN-klimaattop gehouden. Het WWF roept op het belang van de biodiversiteit hoger op de agenda te zetten. Zeker nu de opwarming steeds meer zichtbare gevolgen laat zien, komen sommige landen voor hun eigen belang op, en dat is niet automatisch het grootste belang voor de natuur. In feite is er veel meer geld nodig, zowel voor de biodiversiteit als voor vele diverse klimaatmaatregelen, vooral ook in de arme landen. Laat beide of liever nog alle gezichtspunten meetellen met voldoende middelen!
      Helaas zijn we daar nu nog lang niet, vooral ook door de oorlogen en andere op de spits gedreven tegenstellingen. Bovendien is een technologisch sterk verhaal niet zomaar ook een biologisch sterk verhaal. Je kunt een crisis op heel verschillende manieren te lijf gaan, ook met verkeerde, kortzichtige of tegenstrijdige methoden, waarin per saldo het nodige effect juist wordt opgeheven, in plaatst van bereikt.

Biodiversiteit. Sinds Charles Darwin weten we dat de differentiatie van het leven leidt tot een gefaseerd vervolg van sterker zich ontwikkelend en vernieuwend leven. Dat overal meespelend veranderingsproces kan niet straffeloos onderbroken worden. Daarom moeten maatregelen hier mede op gericht zijn. De natuur heeft ruimte nodig. Het WWF dringt er daarom bij de deelnemers aan de VN-klimaattop op aan om de zogeheten ‘natuurlijke oplossingen’ sterker te integreren in de klimaatmaatregelen. Het fonds draagt daarbij creatieve ideeën aan zoals de mogelijkheden om de plaatselijke bevolking een rol te geven bij de ontwikkeling van de natuur.

Men kan de wereld in beton gieten, maar is dan de klimaatcrisis opgelost? Neen natuurlijk. Er moet ook zuurstof geproduceerd worden en daar zijn massa’s bomen en planten voor nodig. Dus het hele idee van brandjes blussen en de natuur feitelijk te negeren, zowel in het beleid als in de praktijk, is een fictie, een heel gevaarlijke. Het komt neer op wegkijken van de echte problemen.
      De klimaat-maatregelen moeten de natuur als ‘objectief deelnemer’ van de klimaattransities erkennen en haar veel ruimte geven. Zoals de mens probeert te redden wat hij denkt nodig te hebben of alleen maar te hebben, zo hebben de natuurlijke processen hun eigen dynamiek, waardoor ze in zekere zin als ‘actief deelnemer’ een grote rol spelen.
      Het is het oude filosofisch materialisme, dat de dynamiek van de werkelijkheid als ‘deelnemer’ erkent. De natuur leeft en ‘werkt’. Het oude rationalisme dat alleen de mens als actief actor erkent wordt dan historisch genuanceerd. Resultaat: de mens moet weloverwogen zijn gang gaan, maar de natuur moet daarmee interacteren, dus ook haar ‘rol’ spelen. Vice versa. De natuur verandert door de permanente externe veranderingen die ‘haar’ ten deel vallen. En simpel gezegd geldt dus: zorg voor het klimaat en vecht tegen de destructieve aspecten. Houdt tegelijk vooral rekening met hoe de natuur was, is en wordt.

Pas was ik een dagje fietsen, de natuur in, zoals dat heet. Buiten de stad, op het boerenland. Op een plekje waar ik vaker langs kom stonden drie reigers (Ardea cinerea) bij de kont van een koe te wachten. Ze vormen met de koe een soort duo, waarin kennelijk de reiger mee-eet, uit de uitwerpselen van de koe. Toevallig? Niet helemaal. Op vakantie in Portugal zagen we koereigers (Bubulcus ibis) ook ongeveer zo staan.
      Kennelijk, met de behoefte makkelijk aan eten te komen, vormen de koeien en reigers hier en daar ongeveer dezelfde structuur. Die kan incidenteel zijn of ze kunnen een afhankelijkheidsrelatie vormen. Gewoon oké, weinig bijzonders. Maar als we de kuddes koeien verminderen om stikstof te reduceren is het wellicht goed na te denken aan deze secundaire functie van de koe. Betekent die verder iets?
    De wereld heeft niet zomaar precies dezelfde rechten ‘zoals de mens’. Het vraagt om een reflectie, wat is vergelijkbaar en wat niet? Daar kun je over twisten en dat hebben filosofen en juristen al lang gedaan. Maar er is zeker wel sprake van structurele kenmerken ofwel objectieve processen die voorwaardelijk zijn voor andere.

Hopelijk krijgt de oproep van het WWF dus gehoor, en krijgt de biodiversiteit in volle omvang dus mondiaal de benodigde ruimte en waar nodig de middelen. Strijdt mee voor een dynamisch geheel voor een beter afgestemde wereld. Eén waarin de zeespiegelstijging in de loop van de tijd weer kan worden omgezet in stabilisatie en misschien een daling. Die duur zal waarschijnlijk lang zijn. Geduld én inzet worden op de proef gesteld.
      Er is een wereld nodig waarin de behoeften van de mens niet langer door kolonialisme, militaire expansie en misplaatste ijdelheden worden gestuurd, maar eerder door wat de generaties na ons nodig hebben om te kunnen leven. In de biodiversiteit vallen de belangen van natuur en mens samen. Leve de biodiversiteit.



Mierenhoop

Ecologie als samenwerking



 

STOP DE OORLOG IN OEKRAÏNE, want het is:

- Een menselijk drama, dat de aanpak van de klimaatcrisis ondermijnt.
- Verspilling van waardevolle grondstoffen en landbouwproducten.
- Groffe vervuiling en vernietiging van waardevolle plekken en divers leven.


Voor de link van Nature Today over de opvatting van het WWF zie:  https://www.naturetoday.com













dinsdag 1 november 2022

Friedrich Engels – Kan Europa ontwapenen?

In 1893 vraagt de Sociaal-democratische fractie in de Rijksdag Engels om advies. De vraag waarom het gaat is: welk standpunt moet de fractie innemen ten aanzien van plannen om de budgetten voor het leger in Pruisen te verhogen?

Friedrich Engels (1820-1895) antwoordt uitgebreid over de voorstellen en in dat kader uitgebreid over de politiek-militaire situatie in Europa en in het algemeen. Een standpunt moet berusten op een grondige historisch-materialistische analyse. Dat is de kern van de insteek van de geschriften van Karl Marx en Friedrich Engels.

In zijn betoog dat volledig als serie artikelen in de krant ‘Vorwärts’ wordt gepubliceerd, doet Engels een reeks opmerkelijke uitspraken, te veel om hier allemaal te noemen. Natuurlijk reikt hun betekenis niet automatisch tot het heden en het hedendaags geweld, maar Engels geeft wel een voorbeeld hoe je algemene politieke vragen heel concreet kunt maken om tot een gefundeerd standpunt te komen.

In het algemeen is Engels optimistisch én realistisch over de vredeskansen voor Europa. Zo zegt hij over het afschaffen, verkleinen of regulering van legers: ‘Vanuit een zuiver militair standpunt staat een geleidelijke afschaffing van de staande legers absoluut niets in de weg. Wanneer deze legers desondanks in stand worden gehouden, geschiedt die niet om militaire, maar om politieke redenen …’
    Het voorstel luidt dan het aantal staande legers te verminderen in een geleidelijk proces. In plaats van de staande legers moet een proces op gang komen dat stapsgewijs de legers doet verminderen en voorlopig in plaats daarvan georganiseerde volksbewapening mogelijk maken. Daartoe moet een internationaal verdrag worden gesloten tussen de Europese landen.

De rest van Engels’ betoog gaat vooral over de ‘Beren op de weg’ die overwonnen moeten worden om zover te komen.
    Zo vindt Engels van belang naar de samenstelling van de vechtende soldaten te kijken en hij meent dan: ‘Een leger, waarvan de ruggengraat voornamelijk gevormd wordt door gehuwde mannen van middelbare leeftijd, is (was) van nature minder offensief dan het conscriptieleger van Lodewijk Napoleon, dat vele alleenstaanden – aangeworven beroepssoldaten – in zijn gelederen telde.’ Minder offensief, dus ‘beter’.
    Engels meent verder ook: ‘Het internationaal vaststellen van een maximumdiensttijd onder de wapens zou de legers van alle mogendheden gelijk treffen.’ En over de soldaat, bekijkt hij het ook pedagogisch. ‘Het zwaartepunt van de militaire opleiding moet gelegd worden in de opvoeding van de jeugd.’ Een diep en waar inzicht.

Verder staat dan vooral de politieke situatie in Europa en de wereld centraal. De analyse van de politieke belangenstrijd, met de rol daarin van kleinere landen maar vooral van Frankrijk, Engeland, Duitsland (Pruisen) en helemaal centraal, de rol van Rusland. Het gaat dan om de Russische tsaar en zijn drijfveren, én om de Russische soldaat en zijn mentaliteit.
    ‘Er zijn dingen die niet voor allen geschikt zijn. Het systeem van de algemene dienstplicht stelt een zekere graad van economische en intellectuele ontwikkeling voorop; waar die ontbreekt richt het systeem meer schade aan dan dat het nut oplevert. En dit is klaarblijkelijk het geval met Rusland.’ Wat vervolgens tot in de details wordt uitgelegd.
    Engels’ scherpe kritiek staat helemaal niet op zichzelf. Zijn vriend en strijdmakker Marx was inmiddels (in 1883) overleden, maar die stond tijdens zijn leven even kritisch tegenover de Russische politiek en over hoe de tsaar sterk leunde op geheime diplomatie. Toen al! Ook zonder internet met een ‘dark web’ of zo waren er ook toen al allerlei uiterst dubieuze streken mogelijk, gericht op het verkrijgen van macht, meer macht en nog eens heel veel macht. Rusland maakt daar volop gebruik van. Engels ziet Rusland (mede) daarom als een ‘Sta in de weg voor de vrede.’

Marx en Engels schreven over de geheime diplomatie, die feitelijk als een wapen werd ingezet door de Europese machten, met name dus ook Rusland. Rusland heeft een mentaliteit van het Oosten en bedient zich van een expansiepolitiek, gericht op macht. De tsaar wil wereldmacht en ondermijnt de posities van zowel de kleine als de grote staten van Europa. De grote, dat zijn met name Frankrijk, het opkomend Duitsland (de macht van Pruisen), en Engeland. Rusland voert een omvangrijke stille diplomatie, een vorm van machtspolitiek in het geniep, die – en dat is verhelderend – tot aan vandaag de dag voortgezet lijkt te worden.
      Het doel van de tsaar is de wereldmacht, minimaal een dominante rol daarin, en bovendien het in bezit krijgen van Constantinopel, om ook een religieuze wereldmacht te vormen. Zonder hier nu op in te gaan – dat vergt meer lezen van ook andere literatuur – zag je ook in de Krim Oorlog (1853-1856) hoeveel landen en machten hierbij betrokken waren. Het strijdtoneel, de Krim, werkte als een scharnier voor machtsposities. En dat is kennelijk nog steeds zo en dat de bevolking bloedt wordt door Rusland op de koop toe genomen. Zonder scrupules.

Rusland maakte – ook toen – gebruik van buitenlandse huurlingen. Engels schrijft: ‘Het is dit oorspronkelijk uit buitenlandse avonturiers gerekruteerde geheime genootschap, dat het Russische Rijk aan zijn tegenwoordige volheid van zijn macht heeft geholpen.’
    Rusland wil(de) wereldmacht bovendien wilde het dus Constantinopel als symbool van goddelijke erkenning van die macht. Door god bezegeld, wat in de mis of eredienst voor het volk zichtbaar wordt gemaakt. De wereldse hebzucht toegedekt in een mist van bijgeloof.
    Om tot stevige vredesafspraken en een begin van ontwapening te komen zijn betrouwbare ‘partners’ nodig. Rusland vormt in dit kader dus een verhaal apart. Engels eindigt zijn betoog met te zeggen: ‘De crisis betekent voorlopig vrede. De Russische oorlogsophitsing is gedurende een reeks van jaren lamgelegd.’

Engels’ verhaal is knap en voor een deel actueel. Het is marxistisch: maak de goede analyse, want dan pas worden activerende, effectieve  standpunten mogelijk.
    De huidige Russische politiek moet opnieuw van haar oorlogsophitsing én destructieve strijdposities ontdaan worden. Elke dode, elk oorlogsslachtoffer is er één te veel, ongeacht zijn of haar nationaliteit. Een sceptisch relativerende houding ten aanzien van de oorlog is dreigend en leidt tot ongepaste groeiende onverschilligheid en mogelijk tot de eigen ondergang.
    Ontwapening is een beter perspectief, maar nu nog lastiger dan in Engels’ tijd. Immers momenteel kan ieder land en iedere burger deel uitmaken van het risicovolle speelveld van de macht. Met bijbehorende wapens en technologieën. Maar Engels’ boekje laat zien dat de complexe politieke situatie ontrafeld kan worden. Als goede basis voor constructief handelen. Daarbij is inzet en veel gezond verstand nodig om in de zeer complexe tijd van nu de onderliggende werkelijkheid te zien en te analyseren. Dat is een kernpunt van de inzet van Marx en Engels: analyse die een solidaire democratische revolutie mogelijk maakt.
    Oorlogen en het klimaatdrama leiden makkelijk tot onverschilligheid. Daarvan zijn dan onze kinderen de dupe. Dat mag nooit gebeuren en dus ook nu niet zo zijn.



STOP DE OORLOG IN OEKRAÏNE


Voor deze blog is één boek gelezen: Friedrich Engels, Kan Europa Ontwapenen? Uitgeverij Pegasus, Amsterdam 1974. ISBN 9061431301
In het Duits, zie Marx Engels Werke, Berlin div. jrt., deel 22.




Friedrich Engels (1820-1895)