donderdag 26 november 2020

Geveld door de vogelgriep – Een ruim negenjarige Brandgans op het strand

 
De vogelgriep. Gesel van nog een virus. Ophokplicht bij de vogelboeren. Ooit afkomstig uit China, en nu? Wie zal het zeggen. Heel Noordwest-Europa lijdt er danig onder. Al lijkt door de Corona er in de media betrekkelijk weinig aandacht voor. Mensen gaan vóór kennelijk.

Een kleine maand geleden liep ik op Schiermonnikoog op het strand. Daar lagen tussen paal 4 en paal 10 in een recente vloedlijn minstens vijftien dode Brandganzen (Branta leucopsis). De in Friesland elders al gesignaleerde vogelgriep had hier duidelijk ook toegeslagen.
      Dat deze vogels op het strand lagen is opmerkelijk, want de Brandganzen zitten het meest in de weilanden aan de Wadkant. De griepslachtoffers op het strand kunnen onderweg boven zee uit de lucht zijn gevallen. Niet zo gek als je leest dat de vogels door deze griep in korte tijd helemaal de draad kwijt zijn, omvallen en sterven.

Sinds ik een keer – jaren geleden op het strand – een Jan-van-gent kon helpen die helemaal verstrikt zat in een vislijn, let ik extra op gewonde of dode vogels op het strand en of ze geringd zijn. Van de vijftien karkassen van de Brandganzen, die duidelijk nog maar kort aangespoeld of heen en weer gedreven waren, was er één met een ring.
      De vondsten van de dode ganzen en de ring zijn doorgegeven aan de relevante instanties. De vogel met de ring bleek ruim acht jaar geleden geringd in Castricum, en naar verluid was die toen al ouder dan een jaar. Het dier was al danig aangevreten, wat overigens niet voor alle dode dieren gold die ik gezien heb. Maar dat is wel een extra besmettingsgevaar, lijkt me.

De geringde vogel werd gevonden nabij paal 8. Slachtoffer samen met vele andere vogels. Vooral watervogels, naar het schijnt. En roofvogels die wel een Brandgans lusten.
      Brengt de mens deze griep en andere varianten over via de vaak massaal gehouden vogels, zoals kippen en eenden? Een vraag die relevant is en om een antwoord vraagt. Relevante vragen voor de biologen, terwijl er al zoveel aan de orde moet komen over het klimaat en de biodiversiteit. De rij dode vogels in de vloedlijn zet wel aan het denken.

Op het strand op dezelfde dag zag ik ook één nog levende Brandgans. Stond er niet erg fleurig bij, maar hopelijk was dit dier gewoon moe. Zie de eerste foto. Hij legt de kop op z’n rug.
      Zo lagen sommige van de dode vogels er ook bij, languit, de kop gedraaid tot op de rug. Naast deze foto nog een paar van de dode dieren.










 


 

 

 

 

zaterdag 21 november 2020

Armoe troef in Drenthe?

 In de geschiedenis die het huidig aanzien van Drenthe heeft bepaald speelden de armoede en de stands- en klassenverschillen zeker een rol. Dat wordt duidelijk uit het niet zo lang geleden verschenen boek ‘Drenthe, plekken met een verhaal…’. Geschreven door Folkert Oldersma en Menno van Veen, die diep in de streekgeschiedenis van deze mooie provincie zijn gedoken.
    De plek en het verhaal. Daar draait het om. Plekken met de herinneringen aan opmerkelijke gebeurtenissen, of minimaal een goed oud verhaal over die plek zelf.

Het hardcover boek lijkt op afstand wat op een van die toeristische gidsen die je soms op hotelkamers aantreft, die de reiziger moeten verlokken een bepaald restaurant of winkels in de nabije omgeving te bezoeken. Maar dit werk is van een heel ander niveau.
      De hoofdstukken zijn verdeeld naar de oude rechtsgebieden, de zogeheten ‘dingspillen’ van bestuurlijk Drenthe. Met per onderwerp een goed verhaal en waar het past soms wat humor, die weliswaar nooit overdreven wordt, komen de meeste plaatsen en hoeken van Drenthe aan bod. Geschiedenis, cultuur, gebouwen, en vooral de mensen en hun verhalen.
      Geheel eigentijds worden ook nog fietsroutes bijgeleverd, zodat je zelf direct kunt gaan kijken waar het allemaal gebeurde of nog gebeurt. En onderweg maar goed van de Drentse natuur genieten.

Die plekken met hun verhalen, wat zijn daar veel van. Met een rijkdom aan thema’s al draait veel om het alledaagse boeren- en burgerlijk leven, de veranderingen in de tijd, de noodzaak voor een goed bestaan te werken en te strijden, en daarmee draait het ook om oude tegenstellingen tussen groepen.
      Interessant dus. Daarmee zou je eigenlijk kunnen volstaan met de opmerking dat je het boek maar moet aanschaffen als de streekgeschiedenis je interesseert en zeker die van het mooie Drenthe. Wat betreft de schoonheid van de Drentse natuur en de in oude stijl bewaarde boerendorpen is het zeker geen armoe troef meer.

De sociale thema’s hebben Drenthe mede gevormd. Zo vormen het optreden van de plaatselijke bevolking die in de oorlog onderduikers hielp, de geschiedenis van Kamp Westerbork, de eerdere geschiedenis van de Maatschappij van Weldadigheid, en de latere van de Nederlandse Aardolie Maatschappij enkele van de bepalende aspecten.
      Of heel wat anders, zoals het verhaal van Vincent van Gogh die in Drenthe de natuur en het boerenleven kwam schilderen waarvoor je, als je meer wilt weten, heden het Van Goghhuis in Veenoord kunt bezoeken.
    Conflicten waren er in de geschiedenis ook volop, rondom de ontginningen en de uitbuiting van de veenarbeiders. Het boek beschrijft de lagen van de klassenstructuur destijds. De sociale verschillen waren in de veenkoloniën extreem. Bovenaan stonden de veenbazen, dan kwamen de boeren, vervolgens de turfschippers en onderaan de veen- en landarbeiders. Met voor de laatste groep alle consequenties van dien, zoals de zeer slechte huisvesting, bijvoorbeeld de plaggenhutten.

Slecht, dat kon je ook zeggen van het onderwijs aan de arbeiderskinderen. Dat mankeerde gewoon of er mankeerde veel aan. Wat dat betreft is het helemaal niet vreemd dat het boek ook een hoofdstuk wijdt aan ‘Onderwijzers om niet te vergeten’, hun educatieve rol in de emancipatiegeschiedenis van de Drentse veen- en landarbeiderskinderen.
      Slecht onderwijs? Dan moet je maar autodidact worden. Zo’n koppige autodidact was Tjerk Vermaning die stenen werktuigen vond van Neanderthalers, waar vervolgens een hele strijd omheen ontstond tussen hem en zijn aanhangers versus de universitaire geleerdheid uit Groningen. Het woord nepnieuws bestond nog niet, maar de emoties en meningen over de waarheid bij deze kwestie lopen soms nog uiteen.

Lees het boek met de vele verhalen, of ze waar zijn of niet. Daarna dan natuurlijk op de fiets op verkenning. Drenthe in om de cultuur proeven en van de natuur genieten.
      Dat hebben we zelf dus ook nog een keer gedaan: op de foto’s hieronder een paar impressies van De Dwingeloose Heide en omgeving.



Boek: Folkert Oldersma, Menno van Veen, Drenthe, plekken met een verhaal…, Stichting Lepel, Bunne. ISBN 9789082650273.
Het boek bevat fietsroutes langs besproken plekken.

Het boek kan besteld worden via: www.levendleren.nl
Zie de webwinkel, prijs € 20,-




De Dwingeloose Heide


Groene Kikker


Gekraagde Aardster (waarschijnlijk)


Paddenstoelen (onzeker welke soort)


... en ook dit is mooi Drenthe











zondag 8 november 2020

Vereniging


In 1848 lanceren Karl Marx en Friedrich Engels ‘Het Communistisch Manifest’ met voorop de prikkelende leuze: ‘Proletariërs van alle landen, verenig je’. Hun oproep de wereld te veranderen werd in de kern door deze oproep gedragen, sterker dan alle maatschappijmodellen die sindsdien gefabriceerd werden, hoe revolutionair ze er ook uitzien.
      Het gaat om de vereniging, de samenwerking en de interactie van het debat, meer dan over ‘het hoe en precies’ van die nieuwe wereld. Verandering ja, blauwdruk neen.

Vereniging, samenwerking is nodig om politieke macht te vormen. Organisaties en bewegingen kunnen op hun eentje hun doelen niet bereiken. Dat vraagt om vereniging, actie en debat.
    En dat is momenteel hoogstnoodzakelijk. De financiële en coronacrises lijken kansen op verandering te bieden, maar waar blijven de initiatieven die daarvoor macht willen vormen? Ze zijn er wel, maar krachtig genoeg?
    De klimaatcrisis, de dramatisch verslechterende biodiversiteit, de maatschappelijke ongelijkheid, de noodzaak de collectieve sector weer op te bouwen en de loonstrijd te voeren, en dáár tegenover de macht van het grote financiële kapitaal en de daaruit voortvloeiende noodzaak de zogenaamde techreuzen, de internationale handel en banken te reguleren, al deze politieke prioriteiten vragen om bezinning én actie.

Deze prioriteiten raken de hele wereld. Het is zo groot, zoveel en zo massief dat de moed in je schoenen zou kunnen zinken. Dat risico moet dan bestreden worden door de deelacties door te zetten, maar ook door deze inspirerend met elkaar te verbinden. Niet alleen de eigen actie, ook de andere steunen als ze daadwerkelijk progressief zijn.
      Al deze onderwerpen hangen samen en slechts sterke democratische, vrije krachten kunnen resultaten boeken. Niet alleen top-down, ook niet alleen vanaf de basis, maar beide. Zeker de initiatieven van jongere generaties, die soms heel nieuwe actievormen kiezen, net zo belangrijk als de klassieke.

Er zijn bewijzen dat samenwerking kán. Een goed recent voorbeeld is het ‘Manifest voor klimaatrechtvaardigheid’ dat kortgeleden door zes politieke jongerenorganisaties werd aangenomen met een dringende oproep aan de politieke partijen.
    Lees dit manifest op internet: https://jma.org/klimaatmanifest/

Zo’n manifest is dat sterk, is het te aardig of misschien juist te radicaal? Het kan alle drie zijn als het een begin is van verdere stappen. En dat dit nodig is blijkt uit de urgentie van de aangedragen punten.
    Maar dat wordt toch zo vaak gezegd? Dat het een begin is en dan maar wachten op het vervolg? Dat hoeft zeker niet zo te zijn wanneer de initiatiefnemers zich zelf ook houden aan de urgente eisen die gesteld worden. En al helemaal niet wanneer de gevestigde politiek goed luistert naar wat de jongeren hier zeggen. Dan zijn debat, actie, demonstraties en wellicht steviger actiemiddelen nodig.
      Daarin kunnen milieuorganisaties, partijen, bonden en personen met een verschillende achtergrond uitstekend samenwerken. Samenwerking, vereniging kan heel leerzaam zijn zonder je (eerst) bezig te houden ‘alle’ politieke opvattingen te betwisten.

Inderdaad, vereniging, het klinkt makkelijker dan het is. Maar zonder vereniging zal het niet lukken. Marx’ en Engels’ oproep te verenigingen is veel meer dan een slogan. Het is een opdracht, samen met de debatten die daadwerkelijke vereniging zal oproepen.
      Verschillende visies die de eenheid dragen? Helemaal niets mis mee!



Lees het klimaatmanifest van de jongerenorganisaties: https://jma.org/klimaatmanifest/















zondag 1 november 2020

Immanuel Kant een ‘Foute Denker’? Framing? Meer nuance a.u.b.!


In Filosofie Magazine van deze maand wordt filosoof Immanuel Kant (1724-1804) in ferme koppen neergezet als een ‘foute denker’. Hij zou een groot deel van zijn leven seksist en racist geweest zijn, en zijn pleidooi voor gelijkwaardigheid en vrijheid van de mens slaat niet of slechts in geringe mate op vrouwen. Ook staat er dat het helemaal niet vanzelf spreekt dat we Kant nog langer gaan gebruiken.
    Kortom, er is, zeker nu, maar ook in historisch perspectief stevige kritiek op Kant mogelijk. Enkele genoemde punten in dat blad onderbouwen dit, maar in Kants werk moet je er wel naarstig naar zoeken. Want Kant is en blijft een denker die het Verlichtingsdenken en de strijd voor eendracht tussen de volkeren flink vooruit heeft geholpen. Niet als enige, zo uniek was hij niet, wel als een van de politieke ideologen van een denken dat vooruit wil.

Filosofie Magazine wijdt dus terecht aandacht aan Kant, maar benadrukt in de koppen van dit nummer Kants beperkte blik op de vrouwenemancipatie en zet hem neer als een omstreden denker. In de koppen vallen de termen: omstreden denker, racist, seksist, en ‘foute denkers’. Het artikel hierover wordt gedrukt in pikzwarte bladzijden.
      Nog helemaal los van de details – die ik hier achterwege laat – rijst dan de vraag of je zo een belangrijk Verlichtingsfilosoof op zijn nummer kunt zetten. Of is dit goedkoop scoren in een tijd van snel conclusies trekken, snel framen, snel verwijten en snel vergeten?
      Naar mijn mening gaat het vooral om het laatste, een tijdverschijnsel. De tekst legt het verder wel uit en politieke kritiek op Kant is terecht, maar hij wordt zinloos zwart gemaakt, overdreven.

Moet je dan geen kritiek hebben? Ja natuurlijk, een feit, uitspraak, idee of theorie die heden als verkeerd, fout, onjuist, onwaar etc. beoordeeld wordt mag – ook al is die van honderden jaren geleden, en dus stamt uit een andere maatschappelijke context als het heden – nog steeds als fout benoemd worden. Mits voldoende beargumenteerd en uitgelegd.
      Maar dan moet vooral ook gezien worden dat het denken een strijd is, emancipatie nooit zwart-wit op één ding gericht is. Dat theorievorming vallen en opstaan betekent, het bekende ‘trial and error’, en dat juist de tegenstrijdigheden in de theorie vaak de drijfveer worden om een (nog) betere te vinden.

Grote filosofen zijn foutenmakers. Zeker achteraf gezien. Met gemak kan ik bij vrijwel alle ‘denkers’ die men in bladen als Filosofie Magazine regelmatig noemt wel uitspraken vinden die hen in diskrediet zouden brengen als we van (enkele) bijzondere feiten ‘snel’ doorredeneren naar algemene conclusies. Dus een nauwkeuriger logica even terzijde schuiven.
    Voorbeelden, pakkende maar dubieuze uitspraken zijn van toen en nu, van Heraclitus tot en met Heidegger, makkelijk te vinden. Of de filosofen nu Plato, Aristoteles, Machiavelli, Rousseau, Kant, Fichte, Hegel of Marx heten. Gewoon lezen en goed zoeken in het talrijke vroegere of latere werk of anders wel in de latere commentaren van dit werk, dan vind je zo iets dubieus.
    Inderdaad vanaf Heraclitus? Om met hem te beginnen, 500 voor Christus? Nu, in de overgeleverde fragmenten die aan deze filosoof worden toegedacht, lees je bijvoorbeeld: ‘Onder de apen is de mooiste nog lelijk in vergelijking met de menselijke soort.’ (fragment 82)
      Wat is dit, ijdelheid? In ieder geval kan de Partij voor de Dieren of een filosoof die gespecialiseerd is in dierenrechten hier geen genoegen mee nemen. Maar dit is ook een kans een start te maken met een filosofie over de menselijke soort! Dat lijkt nuttiger en interessanter dan die oude Heraclitus te framen, terwijl we niet eens zeker weten wat hij bedoelde.

Natuurlijk mag je de term ‘foute denker’ – zij het met mate – gebruiken als hij of zij dat echt is. Een denker die zich bij Hitlers partij aansloot en daar nooit echt van terugkomt, is een fout denker, een kwalificatie die dan ook verder reikt dan de context van zijn tijd, gezien de historisch geaccepteerde menselijke grondbeginselen die nog altijd aan de orde zijn.
      Helder uitgelegde kritiek op Kant, op concrete foute uitspraken, los of je ook van plan bent je in zijn kennistheorie en ethiek te verdiepen, mag en is goed. Dan heet dat ‘Kritiek op Kant’ en niet ‘… de niet meer onomstreden Kant’. De vorm van de laatste formulering is ‘framing’ ofwel een ‘moralistische etikettering’.

Filosofie leeft van kritiek, de beste theorie zal op den duur blijken nog onvoldoende, ontoereikend of onaf te zijn. En kleine details, zelfs als een uitzonderlijke verspreking van de denker, moeten of mogen meetellen. Maar noem dat dan ook zo. Een verdergaande, meer algemene uitspraak moet je dan ook zó benoemen. Aangeven hoever de kritiek gaat, welke kern wordt geraakt. Maar Kant verpakken in zwarte bladzijden, en een beschuldigend ‘niet onomstreden’ filosoof, en dan nog een kopje met ‘foute denkers’ leidt af van de waarheid, de analyse van die vermeende foute inhoud.

Het probleem dat hiermee aan de orde komt heeft een verdere strekking dan Kants vermeende seksisme of racisme. Tal van filosofen, in alle culturen, hebben ook ingespeeld op de machtsverhoudingen van hun tijd. En daarnaar geschreven alsof ze die verhoudingen accepteerden, misschien niet eens moreel of religieus, maar wel als voldongen feit.
    Met Kant zet de Westerse filosofie een stap vooruit, met zijn kennistheorie, esthetica, ethiek en politiek denken, en vooral door de poging de samenhang daartussen te verwoorden. Hij geeft een grondslag voor de verdere ontwikkeling van het Duitse idealisme waar Fichte, Schelling, Hegel, Marx en anderen op voortbouwen, wat zij trouwens ook niet doen zonder vallen en opstaan.

Van al deze denkers zijn wel slordige, ongepaste, foute of achterhaalde uitspraken te vinden, die op zich al interessant kunnen zijn, omdat het denken én handelen zich ook door fouten en de maatschappelijke weerstand daartegen ontwikkelen.
      Het zou onjuist zijn een verdere kennisname en beoordeling daarvan alleen moralistisch op te pakken. Dat zou slechts een fundering voor de huidige overmatig moralistische tijd zijn, op den duur historisch kritisch niet echt interessant. Een vette kop lijkt heel wat, maar is nog geen echte overwinning van een (vermeend) fout standpunt.

Concreet is bij Kant interessant hoe discutabele termen van hem samenhangen met niet-problematische. Kan dat? Welke spanning riep of roept dat op, en wat daarmee te doen? En wanneer en hoe overwinnen zijn neokantiaanse navolgers sommige van de gemaakte fouten? Wat brengt Kant nu precies teweeg?
    Van grote denkers als Aristoteles of Marx kan vandaag de dag de vraag opkomen of de waarde van hun werk nog wel voldoende gezien, gelezen en bestudeerd wordt. Geef zo’n voortijdig afhaken bij Kant geen kans! Kijk wél naar de nuance: zijn goede punten en zijn fouten, maar bestudeer hem echt. Dat kan leiden tot veel meer kritiek dan Filosofie Magazine nu geeft, naast de positieve beoordeling van zijn filosofie en de tegenstrijdigheden die over blijven.

De kern is: kan de filosoof tegenstrijdigheden van zijn tijd benoemen en helpen oplossen, in progressieve zin of misschien juist niet? Dat probeert Kant en afwegend – ondanks zijn fouten en beperkingen – is het goedkoop hem als ‘foute denker’ neer te zetten.
      De inspanning van het denken gaat met strijd en tegenstrijdigheden gepaard. Altijd weer. En grote denkers moeten steeds weer zoeken naar een afgewogen formulering van de strekking en consistentie van hun theorie. Dat blijft ook zo. In de kritiek moet daarom de leuze zijn: radicaal, eerlijk, volledig en transparant beoordelen
      Transparant vooral: Verstop interessante filosofen als Kant niet achter Foute Koppen. Ook al zijn grote filosofen ook grote foutenmakers. Stel bij de kritiek ook de vraag ‘Waar blijft de nuance?’




Filosofie Magazine, november 2020, zie de pagina’s 4 en 26-31.

Bron citaat van Heraclitus: Heraclitus, Spreuken, vertaald, ingeleid en toegelicht door Cornelis Verhoeven, Uitgeverij Ambo, Baarn 1993, ISBN 9026311915, pagina 27.






Immanuel Kant (1724-1804)