‘En toch is deze samenleving in haar geheel irrationeel. Haar productiviteit heeft een vernietigende uitwerking op de vrije ontwikkeling van de menselijke vermogens en behoeften; …’
Herbert Marcuse (1964)
De filosoof Michel Foucault (1926-1984) schrijft aan het einde van zijn boek
‘De woorden en de dingen’ uit 1966: ‘De mens is een uitvinding waarvan de archeologie van ons denken gemakkelijk de jonge datum kan aantonen. En misschien ook het naderend einde.’ De mens staat in deze visie niet meer centraal, anders dan voorheen de optimistische Verlichting meende. Een impuls voor het postmodernistisch denken dat zoveel rotsvaste zekerheden ter discussie stelde, vooral de ratio.
Maar het naderend einde van ‘de mens’? Slaat deze relativering niet door, en moeten we niet erkennen dat de rationaliteit, hoe gebrekkig ook in haar vele gedaanten, er nu eenmaal is? En dat de mensheid het ermee moet doen? Irrationaliteit, het veelvuldige en onbestemde, kunnen deze dan sociale waarden bepalen, een goede richting geven? Toegegeven, deels wel natuurlijk, maar dan nog speelt de rede mee en waarom dan niet gezocht naar de beste manier?
De activistische hoogleraar Jan Rotmans antwoordt in de Volkskrant van 14 november op de vraag of er nu een marxisme 2.0 moet komen: ‘Dat vind ik een compliment. Ik heb Marx altijd bewonderd. Ik houd van complexe systemen, en van rationeel denken – ik ben niet voor niets mathematicus.’
Het gaat hier om de crisis, dat crisis grote veranderingen teweeg brengt en dus ook positieve kanten heeft. Oké, zo gesteld verdient de rationaliteit in complexe systemen dus haar plek.
En dat is nu precies wat nog niet is doorgedrongen tot de nieuwe regering Rutte-Asscher. Deze oreert over een oplossing van de crisis maar heeft het er eigenlijk helemaal niet over. Wel over overheidsfinanciën, maar niet over wat dat te maken heeft met de grote mondiale productiemogelijkheden en verhoudingen, de complexe systemen.
Er is een enorm productief potentieel, maar ook een even grote potentie alles in korte tijd te kopiëren, ook de productie van goederen, waar ook ter wereld. Met de enorme gevolgen hiervan voor de arbeid moeten we iets. En al durft bijna niemand meer grote visies te koesteren hoe de crises (mv.) op te lossen, er zijn wel rationele ingrepen te bedenken die op korte termijn helpen.
Daarom zou ik met Marx 2.0 toch ook weer heel ouderwets de algemene arbeidstijdverkorting op de agenda willen zetten. Minder werk? Verdeel het eerlijk, zodat iedereen kan werken. Desnoods tijdelijk. Kan de overheid dat niet afdwingen? Men zal het niet willen. Laat de vakbeweging dan een handje helpen.
Alleen bezuinigen en inkrimpen getuigt van een gebrek aan logica. Red de rationaliteit en durf wel groter sociaal te denken! Misschien is de mens wel een uitvinding van de laatste tijd, daar kan Foucault gelijk aan hebben. Wat let ons echter daar dan rekening mee te houden en de mens wel óók centraal te laten staan, inclusief zijn omgeving? Wie zegt dat er maar één ding tegelijk centraal kan staan? De postmodernist toch niet? Centraal de mens, al kost dat moeite en telt meer mee.
Arbeidstijdverkorting
Literatuur:
Herbert Marcuse,
De eendimensionale mens, Studies over de ideologie van de hoog-industriële samenleving, 1964, 4e druk, Uitgeverij Paul Brand, Bussum 1970, p. 9.
Michel Foucault,
De woorden en de dingen, Een archeologie van de menswetenschappen, 1966, 2e herziene druk, Uitgeverij Ambo, Baarn z.j., p. 419 (Oorspronkelijke titel
Les mots et les choses.Over groter denken, zie ook mijn recente artikel over de utopie:
Artikel over de utopie in PDF of op het web
Artikel over de utopie op het web