zondag 25 november 2012

Winterroodborst zoekt stad


Hij is al een tijdje terug, onze winterroodborst. Al weet je niet zeker of het een hij is, want mannetjes en vrouwtjes zijn niet uit elkaar te houden. In ieder geval niet op afstand. Het is dus ook niet zeker of het dezelfde is als van vorig jaar. Of misschien heeft de zomerroodborst bedacht dit jaar maar hier te blijven.

Hij zit nu vooral voor het huis. Vreemd, hij zat bijna altijd achter. Daar is een soort houtwal waar je je als roodborst mooi kunt verstoppen. Het moet er gezellig zijn met mezen, merels, vinken en pas nog met winterkoning, goudvink en staartmees. Twee dagen geleden kwamen zelfs boomklever, goudhaan, specht, heggenmus en een zwarte mees vrijwel tegelijk op bezoek. Een heel bos, waar de roodborst toch ook wel van houdt. Als hij maar zijn territoriumpje heeft. Veel saamhorigheid daarbij hoeft van hem niet zo nodig. Solist, net als sommige vogelaars.

Voor, aan de straatkant, in de stad. Als ik maar even iets in de tuin heb gedaan, een bloembol geplant, komt niet alleen de merel kijken of er nog wormen zijn, de roodborst kijkt over zijn schouder mee.

Achter is het groen, voor is de stad. Kennelijk is wat stedelijke drukte mooi voor de hedendaagse roodborst. Gelijk heeft ‘ie.










dinsdag 20 november 2012

Rationaliteit, crisis en arbeidstijdverkorting

‘En toch is deze samenleving in haar geheel irrationeel. Haar productiviteit heeft een vernietigende uitwerking op de vrije ontwikkeling van de menselijke vermogens en behoeften; …’

Herbert Marcuse (1964)


De filosoof Michel Foucault (1926-1984) schrijft aan het einde van zijn boek ‘De woorden en de dingen’  uit 1966: ‘De mens is een uitvinding waarvan de archeologie van ons denken gemakkelijk de jonge datum kan aantonen. En misschien ook het naderend einde.’ De mens staat in deze visie niet meer centraal, anders dan voorheen de optimistische Verlichting meende. Een impuls voor het postmodernistisch denken dat zoveel rotsvaste zekerheden ter discussie stelde, vooral de ratio.
    Maar het naderend einde van ‘de mens’? Slaat deze relativering niet door, en moeten we niet erkennen dat de rationaliteit, hoe gebrekkig ook in haar vele gedaanten, er nu eenmaal is? En dat de mensheid het ermee moet doen? Irrationaliteit, het veelvuldige en onbestemde, kunnen deze dan sociale waarden bepalen, een goede richting geven? Toegegeven, deels wel natuurlijk, maar dan nog speelt de rede mee en waarom dan niet gezocht naar de beste manier?

De activistische hoogleraar Jan Rotmans antwoordt in de Volkskrant van 14 november op de vraag of er nu een marxisme 2.0 moet komen: ‘Dat vind ik een compliment. Ik heb Marx altijd bewonderd. Ik houd van complexe systemen, en van rationeel denken – ik ben niet voor niets mathematicus.’
    Het gaat hier om de crisis, dat crisis grote veranderingen teweeg brengt en dus ook positieve kanten heeft. Oké, zo gesteld verdient de rationaliteit in complexe systemen dus haar plek.
      En dat is nu precies wat nog niet is doorgedrongen tot de nieuwe regering Rutte-Asscher. Deze oreert over een oplossing van de crisis maar heeft het er eigenlijk helemaal niet over. Wel over overheidsfinanciën, maar niet over wat dat te maken heeft met de grote mondiale productiemogelijkheden en verhoudingen, de complexe systemen.

Er is een enorm productief potentieel, maar ook een even grote potentie alles in korte tijd te kopiëren, ook de productie van goederen, waar ook ter wereld. Met de enorme gevolgen hiervan voor de arbeid moeten we iets. En al durft bijna niemand meer grote visies te koesteren hoe de crises (mv.) op te lossen, er zijn wel rationele ingrepen te bedenken die op korte termijn helpen.
    Daarom zou ik met Marx 2.0 toch ook weer heel ouderwets de algemene arbeidstijdverkorting op de agenda willen zetten. Minder werk? Verdeel het eerlijk, zodat iedereen kan werken. Desnoods tijdelijk. Kan de overheid dat niet afdwingen? Men zal het niet willen. Laat de vakbeweging dan een handje helpen.

Alleen bezuinigen en inkrimpen getuigt van een gebrek aan logica. Red de rationaliteit en durf wel groter sociaal te denken! Misschien is de mens wel een uitvinding van de laatste tijd, daar kan Foucault gelijk aan hebben. Wat let ons echter daar dan rekening mee te houden en de mens wel óók centraal te laten staan, inclusief zijn omgeving? Wie zegt dat er maar één ding tegelijk centraal kan staan? De postmodernist toch niet? Centraal de mens, al kost dat moeite en telt meer mee.



Arbeidstijdverkorting



Literatuur:

Herbert Marcuse, De eendimensionale mens, Studies over de ideologie van de hoog-industriële samenleving, 1964, 4e druk, Uitgeverij Paul Brand, Bussum 1970, p. 9.

Michel Foucault, De woorden en de dingen, Een archeologie van de menswetenschappen, 1966, 2e herziene druk, Uitgeverij Ambo, Baarn z.j., p. 419 (Oorspronkelijke titel Les mots et les choses.

Over groter denken, zie ook mijn recente artikel over de utopie:
Artikel over de utopie in PDF of op het web Artikel over de utopie op het web




maandag 5 november 2012

Olifantje, Olifant


‘… Een sceptisch ingesteld iemand zal hiertegen inbrengen dat je niet veel kunt verwachten van zo’n gesprek, omdat de olifant niet alleen geen antwoord gaf, maar ook vredig doorsliep. Dan ken je olifanten niet. Als iemand hun iets in het oor fluistert in het hindi of bengali …’
Uit: José Saramago, De tocht van de olifant (p. 116).



Op 1 november zagen we de hele dag een vertederend beeld: olifantje, een jongetje, geboren in dierenpark Amersfoort. Dat heb je vast wel gezien.
Kijk, de moeder trapt haar kind, om de reflexen te stimuleren. Dat gaat helemaal goed!

Dezelfde tijd: het nieuwe kabinet wil wilde dieren verbannen uit het circus.
Is dit een gebaar voor de dierenliefhebbers en ethici nu een verbod op ritueel slachten natuurlijk van de agenda af moet bij dit VVD-PvdA-kabinet? Of is het symboolpolitiek om groene oppositie te smoren?
Vrijheid voor de wilde dieren. En dat olifantje dan, in gevangenschap geboren. Laten ze dat binnenkort los?

Ken je het prachtige boek van Nobelprijswinnaar José Saramago, ‘De tocht van de olifant’? De plot ervan is simpel. Koning Jan de derde van Portugal geeft in 1551 zijn in Indië veroverde olifant aan de grote vorst Maximiliaan van Oostenrijk. De olifant als huwelijkscadeau. Onder escorte wordt de olifant met zijn verzorger eerst naar Valladolid gebracht, waar Maximiliaan verblijft. Daarna sjokt een hele karavaan, weer en wind, en daarna vooral sneeuw trotserend, naar Wenen. Eenvoudig verhaal, bijna een sprookje. Natuurlijk maakt Saramago er weer een prachtverhaal van waarin hij gezag en orde, en vooral de dubbelzinnigheden en doortraptheid van kerkelijke prelaten op de korrel neemt. Geschreven in zijn onnavolgbare ironische en humoristische stijl waar je even aan moet wennen, maar die dan beeldend en ritmisch is.

Het hele verhaal kent slechts één die nooit iets doms doet. Dat is de olifant. Wanneer sjouwers van de karavaan afscheid nemen, moeten ze natuurlijk ook de olifant gedag zeggen. Je kunt mensen echter niet leren hoe je dat moet doen, maar de olifant is bereid te leren van mensen afscheid te nemen: ‘Je kunt omarmd worden door een olifant, maar hoe moet je zelf een olifant omarmen. En een hand geven zou domweg onmogelijk zijn, vijf onbeduidende mensenvingers kunnen nooit een poot zo dik als een boomstam omvatten.’ (p. 96) De verzorger uit India leert de olifant afscheid nemen, deze legt zijn slurf in de handen van de sjouwers.
    Eindelijk aangekomen in Wenen stroomt het publiek massaal toe, want hier was nog nooit een olifant te zien geweest. Uit de menigte loopt dan plotseling een klein meisje van een jaar of vijf naar de olifant en dreigt verpletterd te worden: ‘Maar dat was buiten de waard salomon (de olifant) gerekend. Hij sloeg de slurf om het lijf van het meisje alsof hij dat omhelsde en tilde het hoog in de lucht als een nieuwe vlag, die van een leven dat op het laatste moment gered wordt, als het al verloren is.’ (pp. 204-205) Heel Wenen is natuurlijk ontroerd over zo’n verstandige olifant. Met deze bekende slurf als snuit is het verhaal vanzelfsprekend dan ook bijna uit.
Lees het boek. Het is psychologisch ongeveer even subtiel als Cervantes’ ‘Don Quichot’ en dan nog een stuk politieker.

Wat te doen met onze wilde dieren? De olifant leert ons in ieder geval dat hij geen wild dier is. En een kat of een hamster? Vooraan in de karavaan van het maatschappelijk debat over de regeringsplannen lopen de WW en andere droeve zaken. Sjokken de wilde dieren achteraan? Hun debat krijgt heus nog wel een staartje.





José Saramago (1922-2010)



José Saramago, De tocht van de olifant, Uitgeverij Meulenhoff, 3e druk, Amsterdam 2011.


vrijdag 2 november 2012

‘Marx’ Rutte?


Gisteren was ‘Marx’ Rutte in het nieuws. De vermeende nivellering zou à la Marx zijn. Terwijl de echte rijken er mooi tussenuit knijpen.
Aan het eind van de middag belde de radio me. Of ik een drie minuten lang minicollege over Marx wilde geven. Leuk met duizenden luisteraars, maar ik was lekker aan ’t werk en het moest in een uurtje klaar zijn. Niet gedaan dus.

Zou Marx inderdaad zo blij geweest zijn met de herverkaveling van de bijdragen aan de zorg? Marx schrijft niet over nivellering. En is het niet een afleidingsmanoeuvre om het neoliberalisme ook door de PvdA te laten omhelzen? Dat beleid gaat toch door? Of is het een afleidingsmanoeuvre voor de echte bezuinigingen, zoals op de WW? Mensen met een normaal inkomen die werkloos worden, moet binnen korte tijd hun huis opeten. Een drama voor jonge gezinnen die aan hun toekomst willen bouwen. Een heel slecht perspectief voor velen.

Marx zou het geheel bekijken, niet alleen de ene maatregel. Marx zou ook de kapitalistische crisis analyseren. Marx wil een andere maatschappij. En zolang die nog niet mogelijk lijkt, kun je tussentijds echte structurele maatregelen nemen die in de richting gaan van een meer sociale maatschappij. Nationaliseer bijvoorbeeld weer de ‘PTT’, dus de telefonie en het dataverkeer. Met alle gebel, ge-SMS en internet valt daar flink op te verdienen. Daar kunnen ook kosten voor zorg en andere collectieve voorzieningen uit worden betaald.
Door alle privatiseringen heeft de staat nu te weinig sectoren om echt op te bezuinigen als het echt niet anders kan. Dan zijn de zorg, de sociale zekerheid en de cultuur de dupe. Een bredere sociale collectieve structuur zou een goede stap zijn. Misschien zou Marx dat ook wel vinden.