Veel mensen kennen wel een aantal boeken van Marx, maar slechts weinigen zullen zijn korte teksten hebben gelezen. Marx schreef vele honderden korte artikelen, bijvoorbeeld als politiek commentator voor de Amerikaanse krant ‘New York Daily Tribune’. Die korte, vaak heel scherpe analyses bevatten opmerkingen die voor vandaag nog leerzaam zijn, al zijn ze al meer dan 150 jaar oud. Marx denkt veel genuanceerder en inhoudelijker dan sommigen denken.
In een artikel
‘De oorlog tegen Perzië’ schrijft Marx op 14 februari 1857 over de imperialistische belangentegenstellingen, tussen Rusland en Groot-Brittannië, en over de tegenstellingen tussen Afghanen en Perzen, Afghaanse stammen en Iraanse dynastieën. Toen al werd de macht in deze regio sterk betwist, waarbij de strijd voor een groot deel door lokale volkeren werd uitgevochten. Maar met directe inmenging en een hoofdrol op de achtergrond door de grote Europese machten. Engeland voorop en met hier zeker ook een Russische rol.
Deze blog gaat niet over de verdere analyse van genoemde oorlog. Wie over deze periode Marx wil lezen: koop deel 12 van de
MEW, de
‘Marx-Engels Werke’, tweedehands vast wel verkrijgbaar voor een schappelijke prijs en ook op internet makkelijk te uploaden. Zie de link onderaan.
Wat wel? Marx maakt in genoemd artikel een korte opmerking over de islam, die ook nu nuttig is nog eens goed te overdenken.
Marx schrijft onder meer over tegenstellingen tussen Afghanen en Perzen en stelt: ‘Dit politieke antagonisme tussen de Afghanen en Perzen, dat op het verschil van afstamming berust, met historische herinneringen vermengd wordt en door grensconflicten en wederzijdse gebiedsaanspraken overeind wordt gehouden, wordt ook als het ware door een religieus antagonisme gesanctioneerd, want de Afghanen zijn islamieten van de soenna-sekte, dat betekent van het orthodoxe islamitische geloof, terwijl Perzië het bolwerk van de ketterse sjiieten vormt.’
Dit is interessant. Je zult Marx hier niet horen over kritiek op de godsdienst in het algemeen, maar hij kijkt hoe ideologische verschijnselen een rol spelen in de politieke strijd. Wat is hun functie in deze politieke situatie? Dan blijken tegenstellingen
gesanctioneerd te worden door religieuze vormen. Niet die vormen bepalen de werkelijke inhoud of het echte doel van de strijd, maar de
tegenstelling. Echte tegenstellingen of vermeende, grote of in wezen niet zo grote. Die worden gesanctioneerd.
Sanctioneren, heiligen, dus rechtvaardigen en overeind houden. De religie bestendigt hier het geweld, terwijl ongetwijfeld hoge waarden worden gepredikt.
De verschillende religieuze vormen zijn een sterk middel om de werkelijke belangen en vragen te verdoezelen. De kunst is dan die werkelijke belangen opnieuw te leren onderkennen en het dan daarover te hebben. Uiteindelijk is het grotere belang, ook als ieders belang, niet de oorlog maar de vrede. Ideologische vormen werken de vrede vaak tegen, zaaien verdeeldheid. Wat werkt er voor oorlogzuchtige machten makkelijker dan de tegenstelling die heilig wordt verklaard?
Hoe actueel is dit wel niet? Hebben soennieten, sjiieten, alavieten, christenen en alle seculiere krachten, heeft niet iedereen uiteindelijk belang bij vrede en welvaart? Die welvaart en sociale zekerheid, die is er zo bij ingeschoten in de tientallen jaren van strijd in het Midden-Oosten en Afghanistan. Maar welbeschouwd kun je de tegenstelling tussen religieuze vormen toch moeilijk als de echte of voornaamste belangentegenstelling onderkennen. Hooguit tijdelijk lijkt dat zo, nooit blijft het zo. Het is een tijdelijke en verabsoluteerde schijngestalte van de waarheid, die oorlog genereert en laat voortduren.
Marx biedt veel in zijn boeiende krantenartikelen. De gedachte dat je bij strijd de schijnbare belangen van de echte, en de valse van de eerlijke krachten moet leren onderscheiden, is van groot belang. Analyseer! Breng de vermeende tegenstellingen terug tot de echte, en probeer van daaruit ze op te lossen.
Natuurlijk is dit veel makkelijker gezegd dan gedaan, maar nuchterheid is altijd weer een stap vooruit. Het gaat erom het conflict terug te brengen tot de werkelijke proporties. En deze hebben niet het karakter van eeuwigheid zoals de verhullende vorm suggereert.
Waar gaat het eigenlijk om en hoe lang moet dit nog duren?
K. Marx,
Der Krieg gegen Persien, geschreven op 27 januari 1857, verschenen op 14 februari in de ‘New York Daily Tribune’, in Karl Marx, Friedrich Engels,
Werke, deel 12, Dietz Verlag Berlin (DDR) 1977, p. 118.
Upload MEW 12 via de volgende link:
Marx-Engels Werke
Karl Marx 1818-1883