zaterdag 24 maart 2012

Foute kop

Foute kop? Twee foute koppen! In mijn blogs schreef ik eerder hoe de wapenhandel mij stoort. Onbeschaamd eigen gewin ten koste van vele slachtoffers. Overheden, ook de Nederlandse, die trots zijn op hun export van geavanceerd geweld. Voor de korte termijn misschien utopisch, maar er zou een sterke internationale wapenregulering moeten zijn dat democratisch en vredelievend is. En nu al moet elke op expansie gerichte wapenproductie worden bestreden en de rol van de Verenigde Naties sterker worden, gericht op wapenbeheersing en vermindering.

Als het denken hierover stopt, is ook een hoopvolle verandering ver weg. Erg is het, wanneer er niet meer over nagedacht schijnt te worden. Plak er een leuk kopje op en verkoop je krant. Zie het voorpagina-artikel in De Volkskrant van 19 maart over de groei van de wapenhandel. Foute kop nummer 1: ‘Wapenhandel piekt door regioconflicten’. Dat kun je ook heel anders zeggen. ‘Wapenhandel piekt door uitlokking’. Of ‘Wapenhandel neemt extreme vormen aan, wie bestrijdt de misdaad?’ En alle andere betere varianten.

Ja, winsten genoeg. Dertig miljard dollar wapenhandel per jaar. Nederland doet voor een half miljard mee. Is dit gecontroleerd? Er bestaat ook illegale wapenhandel. En die regionale conflicten, zouden die niet vreedzamer en heel anders verlopen als al die partijen niet bij voorbaat al volgestopt waren met wapens? Daarnaast bestaat er nog het idiote persoonlijke wapenbezit, dat per saldo omvangrijk is met alle gevolgen van dien.

Men doet alsof dit allemaal normaal is, omdat het al lang zo gaat. Daarom meldt in hetzelfde artikel foute kop nummer 2 ‘Wapenhandel floreert’. Alsof het een bloem is die prachtig bloeit. Het grote China dat groeit aan alle kanten komt ook op bij de grote wapenexporteurs. Maar het exporteert ongeveer evenveel als Nederland, als je cijfers mag geloven. Per hoofd van de bevolking doet Nederland het natuurlijk veel ‘beter’ in het trieste overzicht van de handelaren in geweld. Economische crisis is geen pretje, maar mag nooit een smoesje worden ter verdediging van ongebreidelde wapenhandel.

Foute koppen lokken ingezonden brieven uit. Dus ik wacht vol spanning een paar dagen op de reacties. Dat resultaat is bedroevend, er zijn er geen. Het kan ook zijn dat de krant er geen belangstelling voor had. Er bestaat niet alleen wapenhandel maar ook defaitisme en cynisme in dit land dat zo graag alles verhandelt.

Wachtend op mogelijk ingezonden brieven valt eens te meer de zo vaak vreemde gerichtheid van de pers op. Vandaag, het interview met de kersverse fractievoorzitter van de PvdA, Diederik Samsom. Hij doet een vergaande politieke uitspraak over Mark Rutte. Rutte is ‘een zeer fatsoenlijk debatterend mens met zeer onfatsoenlijke ideeën.’ Dat is pas debat. Je zou verwachten dat de journalist zich direct stort op die zogezegd onfatsoenlijke ideeën. Het neoliberalisme onder het mes of stop de wapenhandel?
Neen, de bekende nachtkaars. Het gaat dan vooral verder over wat de kinderen van Samsom uitspookten op het podium van het partijcongres. Moet alles wat er echt toe doet gelijk weer worden weggemoffeld?
Zonder die kinderen te kennen, en ook al zijn ze nog jong, ik vermoed dat zij tegen wapenhandel zullen zijn.
.

maandag 19 maart 2012

Eenzame mol

Met vergissen weet je het nooit zeker. Vrijdag jl. kwam ik op mijn racefietsje door het dorp Winde en zag vlak voor me een vogel in een wat golvende vlucht, vergelijkbaar met een specht, naar de boom op de hoek vliegen. Hij ging vrij laag zitten, ik stopte en kon de vogel enkele minuten goed bekijken van korte afstand. Voor mij onmiskenbaar, een draaihals. Een nogal zeldzame verschijning, maar ik had hem in 2008 al gezien op landgoed Ampsen bij Lochem, en die draaihals uitvoerig kunnen bekijken. Alles wat er wat op lijkt was het niet. Geen specht, gezien de kleuren, geen lijsterachtige als een koperwiek, gezien de manier van zitten en ook de kleuren. Wel de wat gemarmerde tekening en de typische kop met de korte snavel. Thuis in de vogelliteratuur alles nog bekeken of iets zó op de draaihals lijkt dat ik me kon vergissen. Wél vroeg, draaihalzen komen doorgaans later.

Onmiskenbare waarnemingen geef ik soms door aan registratiesystemen. Zoals regelmatig schelpen van Schier en Skylge aan het zogeheten Centraal Systeem. Minder vaak zet ik vogels op Waarneming.nl. Alleen als ik zeker ben en denk dat anderen er wat aan hebben. Dus de draaihals op Waarneming.nl gezet.

Gelijk discussie. Aardige reacties, maar de draaihals was minstens drie weken te vroeg, uitzonderingen daargelaten, en documenteren kon ik het niet. Inderdaad. Schelpen vliegen niet weg, een groot voordeel. Bij twijfel laat ik een schelp gewoon aan een deskundige zien en stuur als het iets zeldzaams is een foto mee. Conclusie: bij gerede twijfel schrappen. Dus de waarneming weer verwijderd. Al zag ik de draaihals. Twijfel aan de twijfel.

Geen probleem. Het is normaal. Weten we wel zo zeker wat we zien? Wat je ziet, neem je waar, ja, ja… Je kunt je echter ook vergissen in het vergissen. Dan heb ik de draaihals echt goed gezien en keurig alles uitgesloten wat er wat op lijkt. Een koperwiek, denk ik toch nog, was het geen koperwiek? Dat is ook achteraf. Koperwieken en kramsvogels heb ik recent vaker dan eens gezien. Waarom zou ik die niet herkennen als die minder dan tien meter van me zit? Een grote lijster, suggereerde iemand nog. Die is groter.

In de wetenschap moet de twijfel overwinnen, juist om die weer te kunnen overtreffen. Wég dus draaihals, uit de statistiek. Wel jammer voor Winde. Van het afgelopen jaar zijn hier niet veel waarnemingen. Ik zie één mol. Dat is te weinig voor Winde, want regelmatig zag ik vrijwel recht boven dit dorp prachtige buizerds in de lucht staan. Die worden dan wel niet doorgegeven, omdat ze zo gewoon zijn. Is dat dan terecht? Maar ach, de mol blijkt toch niet zo eenzaam. Over een iets langere periode zijn er mooie waarnemingen uit de omgeving van Winde, zoals van beflijsters.

Soms zie ik op mijn racefietsje dingen die ik langzaam lopend met de kijker gemist zou hebben. Andersom ook natuurlijk. Maar ongeacht het voertuig, met vergissen weet je het nooit zeker.




 
Eenzame mol? Deze is in ieder geval gezien.

.

donderdag 15 maart 2012

Vorm en inhoud

Kun je vorm en inhoud scheiden? Je hoort vaak zeggen dat politici lijden en zelfs vallen onder het mediageweld. De mediawerkelijkheid eist dat je in een minuut je punt maakt. ‘Je punt maken.’ Heb je niets meer te zeggen dan een punt? Dan is de vorm adequaat, zo snel mogelijk weer je mond houden. Heb je meer te vertellen? Dan past de vorm niet. Iets echt inhoudelijks vergt vaak toch enige uitleg. En dat kan interessant zijn.
Daar hebben we dan geen tijd meer voor? Zeg liever: ‘Geen aandacht.’ Vlug, vlug. Weinig inhoud, snelle vorm.

Georg Hegel en Karl Marx waren filosofen die wel wat te vertellen hadden. Hun vorm is die van de ontwikkelde redenatie, een inhoud waar de vorm zich bij aanpast. Beiden hadden ook een visie op de eenheid van vorm en inhoud. Niet alleen in de hedendaagse mediawerkelijkheid, ook in de ogenschijnlijk zo bezonnen tijd van de Duitse klassieke filosofie was al een scheiding van vorm en inhoud gangbaar. Hegel uit kritiek op deze scheiding in zijn boek over de rechtsfilosofie. Hij meent: ‘... in de wetenschap is de inhoud wezenlijk aan de vorm gebonden.’ (Vorrede, Grundlinien der Philosophie des Rechts, 1820)

Heeft de mediawerkelijkheid hier nog wat aan? De snelle vorm overheerst wel sterk. Foute vorm, daardoor geen ruimte voor inhoud. Deze werkelijkheid kent echter gelukkig ook nog oases van rust, documentaires die iets zeggen.

Niet alles is zwart in de kleurige media. Kleurig of gekleurd, de ideologie van de losse statements is ook de ideologie van het neoliberalisme. Geen vorm, weinig inhoud, alleen het korte termijn winst- of effectbejag. Inderdaad zijn vorm en inhoud nauw verbonden. Hegel kan soms knap ingewikkeld schrijven, er zit nog altijd veel waars in.






Georg Hegel, 1770-1831

donderdag 8 maart 2012

Hillen?

Een minister van defensie met een vraagteken. Hillen. Zou hij echt gezegd hebben wat in Dagblad De Pers van 7 maart staat? De Pers is een blad met een bijzondere nieuwsgaring. Feiten, fantasie en suggestie lopen er vaak vrolijk door elkaar. De christelijke democraat Hillen zou gezegd hebben dat hij achteraf helemaal niet zo blij is met de Nederlandse steun aan de bevrijding en verwoesting van Libië. En nu niet voor het bombarderen van Syrië te zijn. Berouw komt na de zonde, maar de Libische ervaring is kennelijk leerzaam?

Helemaal eens met Hillen dit keer (?). Het vraagteken staat er nog. Zijn er nog adders onder het gras? Zelf demonstreerde ik destijds vooraf tegen de inval in Irak en was tegen de inval in Afghanistan. In mijn weblogs heb ik mijn bedenkingen tegen de hele quasi-klakkeloze gewapende steun aan de rebellen in Libië uitgesproken. Zie bijvoorbeeld de weblogs van 27 mei en 28 augustus 2011.

Heb ik wat met Saddam Hoessein, Kadhaffi en Assad? Neen, en trouwens ook niet veel met Poetin en mevrouw Clinton die zich breed lachend met een Syrische verzetsman op de foto laat zetten, met als suggestie ‘Sla er maar op jongens!’ Het zijn geen democraten en ze mishandelen mensen. Ook de VS niet. Of is een land een democratie waar burgers al honderd jaar op slechts twee partijen mogen stemmen en je pas mee mag doen als het grote fortuin achter je staat? Poetin haalt die honderd jaar eenheidsworst niet. Natuurlijk zijn er verschillen, maar ze zijn niet zwart-wit.

Zuiver pacifisme is de oplossing ook niet. Alhoewel, vrijwel altijd kun je met geweldloze pressiemiddelen en weerbaarheid in een langere geschiedenis – die uiteindelijk dikwijls sneller blijkt te zijn – meer bereiken. En met Irak, Afghanistan, Libië en Syrië in puin, en een dreigende misschien nog grotere catastrofe vanuit het conflict Israël-Iran, is het voorlopig één en al doffe ellende.
Het is de verkeerde inzet van meet af aan, met als gevolg honderdduizenden doden, stammenstrijd, belangenstrijd, steden in puin, met weinig zicht op een stabiele vreedzame en leefbare structuur. En voor het westen: het afleiden van de eigen grote problemen.

Is dit pessimisme of realisme? Pessimisme past me slecht. Maar er moet gepraat worden, naast zo nodig langdurige economische en politieke druk. Velen zeggen dan dat praten niet helpt. De wapens dan wel? Wat zogenaamd wel geholpen heeft zien we om ons heen.
De pacifistische insteek moet altijd de enige eerste optie zijn. Uitzonderingen? Misschien situaties waar een land bezet is, en men ten slotte, dus als tweede optie, de wapens grijpt, zoals in Vietnam. Zelfs dat kan echter geen goede vergelijking zijn voor ieder land. Het hangt van de inspanning voor de vrede af.

De politicus moet afwegen en vooruitzien. Als zijn initiatief leidt tot tal van onschuldige slachtoffers is hij een slecht politicus. Hillen? Hollen of stilstaan? Misschien eerst maar eens stilstaan.

.

donderdag 1 maart 2012

Braamsluiper van de Hanzehogeschool

Afgelopen zondag was het weer Sint Juttemis. ‘O, ik dacht dat Sint Juttemis nog moet komen.’ ‘Nu, dan heb je dit helemaal verkeerd, het was zondag.’

Zo’n twintig jaar geleden wilde een klas van de Hannie Schaft Akademie in Haren met een paar docenten Sinterklaas vieren. Omdat het werd uitgesteld werd dit Sint Juttemis. Nog steeds vieren een paar docenten en een deel van deze klas jaarlijks Sint Juttemis. Gezellig en heel boeiend te zien over zo’n lange periode wat iedereen doet, de vele veranderingen en de onveranderlijkheden.
In een rondje dat bijkans een halve dag duurt bespreken we het hele bestaan, het werk, de relaties, de kinderen, ieders hobby’s en natuurlijk de toekomst. Daarna volgen de traditionele Sint Juttemis gedichten en alles wat hier bij hoort. Regelmatig stellen we ook nog het gedicht ter discussie, en het jaar erna is het er weer. Deze traditie concurreert hevig met het Hannie Schaft Fietsgezelschap van zo’n tien (ex)personeelsleden, dat inmiddels de vijfentwintigjarige leeftijd is gepasseerd. Elk Hemelvaart worden de Europese wegen onveilig gemaakt.

Twintig jaar? De Hannie Schaft Akademie is al lang vanuit het groen vertrokken naar de stad en de Hanzehogeschool. Maar Sint Juttemis is het mooiste studentvolgsysteem, en voor deze studenten een docentvolgsysteem. ‘Schoolbank’ is er niets bij. Niet virtueel maar echt.

We zijn uit het groen vertrokken. Dezelfde zondag zie ik op de mooie kalender van ‘het Vogeljaar’ voor de maand februari de Braamsluiper staan. ‘De Braamsluiper is een zangertje met een zeer verborgen leefwijze’, staat erbij.
Zeer verborgen? Dit valt wel mee. Ook dit herinnert me aan de Hanzehogeschool. Achter de Hanzeborg, destijds nog niet vernoemd naar Marie Kamphuis, was een soort half wild parkje met wat bosjes en water. Als je daar op een heuveltje in het voorjaarszonnetje ging zitten, kwam steevast de Braamsluiper te voorschijn. En nog wat later met z’n jongen. Niet een keer, maar een aantal jaren. Hier heb ik heel wat pauzes mijn broodje gegeten, samen met de Braamsluiper dus. Dichtbij, een vogelaar had hier geen kijker nodig. Lang genoeg rustig zitten was voldoende.

Als ik nu van The Knickerbockers kom waar mijn zoon voetbalt en fiets langs het voormalige Braamsluipersplekje, zie ik veel parkeerplaats en een aangeharkt stukje nepgroen. De Braamsluiper is hier zeker niet meer, die zie ik dit voorjaar weer op Schiermonnikoog. Voor de Braamsluiper hoef ik niet te wachten tot Sint Juttemis.