donderdag 8 augustus 2013

Vlinders, socialisten en een drogreden


In de vorige weblog stel ik een sociale veranderagenda voor die haaks staat op het bezuinigingspakket van de regering. Voor de crisis, of liever, ertegen. Om na te denken en om actief voor op te treden. Ik noem man en paard. Daarmee reageer ik ook op de onder linkse mensen vaak genoemde opvatting dat er minder defensief zou moeten worden opgetreden en er dikwijls dan randvoorwaarden aan een offensief pakket worden gesteld, zonder vervolgens zelf alvast een eerste inzage in dat wenselijke pakket te geven.
      Dan blijft het nog defensief. Niet dat dit altijd erg of onverklaarbaar is, maar het kan zo niet eeuwig doorgaan natuurlijk. Het is niet makkelijk, en om de impasse te doorbreken kun je moeilijk anders dan er gewoon een begin mee maken. Realistisch, niet hopen op het ware verhaal in één keer, maar proberen de goede richting te vinden.

Twijfel leidt dikwijls tot redeneringen iets niet te doen, terwijl het eigenlijk wel zou moeten. Ook in alledaagse situaties. Pas weer een aardig voorbeeld. In het weekend van 2-4 augustus jl. werden de tuinbezitters van ons land werd opgeroepen vlinders te tellen en deze door te geven. ‘Vlinder Mee!’  Een onderzoek van de Vlinderstichting waar Nederlanders met tuin in kunnen participeren.
      Dat weekend was ik met een groep mensen in de Hortus in Haren en kregen we mooie uitleg bij de biologische tuin, de zogeheten Laarmantuin. Genoemd naar de man die deze ooit heeft ontworpen. Sowieso een aanrader voor wie van natuur houdt.
      De rondleidende gids wees op de vele vlinders en attendeerde ons op de telling. Eén van de deelnemers antwoordde dat ze weliswaar graag meedeed, maar de vlinders niet alleen bij haar, maar ook in de tuin van de buren zaten. Hoe kun je dan precies het juiste aantal vlinders in de eigen tuin bepalen? Zij wilde alleen juiste gegevens doorgeven en deed daarom niet mee aan de telling. Dit dus uit onzekerheid, want bij ‘Vlinder Mee!’  is voldoende instructie om te vertellen hoe je hier goed mee om kunt gaan.

Het is frappant. Iemand met relevante informatie, die echt is geïnteresseerd, onthoudt het onderzoek deze gegevens. Terwijl de opzet zo ruim is dat de gemiddelden en afwijkingen voldoende zullen worden meegewogen. Het komt dus voor dat er een zekere angst bestaat niet correct genoeg te zijn. Maar daarmee onthoudt je anderen wel informatie en doet per saldo niet het best mogelijke.

Dit lijkt wat op linkse mensen die al jaren actief zijn en vaak een doorwrocht idee hebben hoe het gaat in de politiek, hoe het anders moet en verzuimen hun ideeën over dat laatste kenbaar te maken. Omdat ze weten het laatste woord niet te kunnen zeggen.
      Maar dat laatste woord is ook niet nodig, het bestaat zelfs niet eens. Gepresenteerde ideeën en meningen veranderen altijd wanneer er een openbare discussie over plaatsvindt. Vervolgens kunnen die ideeën verder worden ontwikkeld, verbeterd en verdiept. Daarom moeten toekomstideeën niet aan de overbekende spreekstalmeesters van de media en hun papegaaien worden overgelaten, maar is het beter dat mensen zich uitspreken. Stelling nemen is belangrijk, zeker als het over meer gaat dan over wat er niet deugt in de stellingname van anderen. Dat laatste, kritiek is vaak nodig, een eerste voorwaarde, maar daar mag het niet bij blijven.

Maar er is hoop. Zoals ongetelde vlinders nog wel even doorfladderen, zullen sterke sociale ideeën zich ook wel weer laten zien. Al mag je daar dus gerust een handje bij helpen.








Koningspage, Monchique, Portugal







Klein geaderd witje, in de eigen tuin




Over de vlindertelling zie: www.vlindermee.nl






dinsdag 6 augustus 2013

Flinke veranderagenda (crisis en alternatief)



‘Ze willen allemaal de concurrentie, zonder de kwalijke gevolgen van de concurrentie.’

Karl Marx, 1846


Over kapitalisten, burgerlijke economen en ideologen schreef Marx in een brief van 28 december 1846 aan Pavel Annenkov: ‘Ze willen allemaal de concurrentie, zonder de kwalijke gevolgen van de concurrentie.’ Het gaat hier om veel meer dan ironie, zoals blijkt uit het feit dat Marx hier vaker op terugkomt. Lees ‘Het kapitaal’.

Vandaag de dag hoor je dit ook, nu de marktwerking zijn werk doet. Het valt allemaal niet echt mee. Zelfs grote jongens op de markt als Nuon en KPN zijn na jaren concurreren terug bij AF, zo wordt er gezegd. De hele crisis, de economen vertellen vaak wat er allemaal niet kan, maar wat dan wel? Veel mensen vinden inmiddels wel dat je ‘de economie niet kapot mag bezuinigen.’ Natuurlijk, maar is dat alles? De concurrentie beperken, maar hoe dan? Concreet?
    Je weet natuurlijk niet zo maar wat er moet gebeuren, denk je misschien. Is dat wel waar? Toch hoor en lees je allerlei goede suggesties. Waarom worden deze niet wat vaker samengevat in één pakket? Dingen die gezegd worden, moet men ook durven herhalen. De liberale economen en beeldbuissprekers zullen zeggen dat dit helemaal niet zomaar mag of kan. Ze mogen een betere oplossing geven.

Hoog tijd dus voor een ‘veranderagenda’. Mooi woord. Bedrijven, instellingen en gemeenten hebben dit voor veel reorganisaties gebruikt om te vertellen dat ieder moet meedoen als er ‘flinke opgaven’ zijn. Dat geldt nu dan ook voor een maatschappelijke veranderagenda.
    Eerder (zie de link onderaan deze weblog) riep ik al op een beetje meer utopisch ofwel out-of-the-box te denken als het gaat om de toekomst. Geen ‘Wolkenkuckkucksheim’, niet te vaag natuurlijk, maar wel gedurfd.
      De socialist Sjaak van der Velden vraagt op de website van ‘Solidariteit’  ook om een linkse toekomstvisie (zie ook de link). Hij meent dat linkse mensen vooral slechts defensieve kritiek geven. Nou, dat hoeft natuurlijk niet. Van der Velden wil ook een ‘alomvattende maatschappijkritiek’. Dat kan natuurlijk, maar je kunt ook beginnen concreter te worden. En dan al werkend standpunten en visie verder ontwikkelen. Dat is nog geen socialisme, maar al werkende weg kan er verder aan gesleuteld worden, theoretisch en praktisch, vice versa.

Wat te doen in een slim veranderpakket dat voldoende tegendraads is om de bezuinigingsagenda uit te dagen en een begin kan zijn van een weloverwogen aanpak? Bijvoorbeeld dit:
      - Korter werken voor iedereen zolang er een groot arbeidsoverschot is, en bij tekort zo nodig weer verlengen. In dagen, weken en in leeftijd. Verdeel werk eerlijk. Zorg dat alle jongeren én ouderen betaald werk krijgen.
    - Versterk de zeggenschap van werknemers in bedrijven en instellingen. In de crisis zijn vooral werknemers en werklozen de dupe, maar de medezeggenschap is vaak zwak en soms volledig uitgehold. Dat kan veel sterker.
    - De voornaamste banken nationaliseren. In de ‘Volkskrant’  pleitten enkele hoogleraren reeds hiervoor, omdat de winsten doorgaans privaat geïncasseerd worden, maar de verliezen collectief worden gedragen. Erg rationeel is dat inderdaad niet.
    - Telecommunicatie (etc.) nationaliseren. Wat was er mis met het voormalige Staatsbedrijf der PTT? En met het feit dat er in elk dorp een mooi servicepunt was, geheten postkantoor? In de dorpen hangen de meeste wegwijzers nog. Telecommunicatie, inclusief de kabelaars, groot geworden vanuit de collectieve basis van de gemeentelijke centrale antenne, en destijds warm aanbevolen als heel efficiënt.
    - Energie. Nuon heeft problemen. De SP pleit ervoor de energiemarkt eens goed te bespreken. Wat is echt duurzaam en veilig voor de toekomst? Goed idee. Koop om te beginnen de Nuon maar vast terug.
      - De leiding van bedrijven en instellingen onder reguliere Cao’s laten vallen. Ook niet zelf bedacht, dat heeft de FNV gedaan, maar vaak hoor je zulke goede suggesties maar een poosje, en is het weer weg.
    - Geen ontslagen in de zorg en de sociale werkvoorzieningen. De sanering die nu speelt kost veel geld en is voor de kwaliteit totaal contraproductief. Zorg en voeding zullen sowieso dragende factoren zijn in de toekomstige economie. Daar zal men dan op in moeten spelen en dat gebeurt nu onvoldoende.

Raakt dit de hele economie? Wel veel, maar in zo’n verhaal kunnen productieve en creatieve bedrijven met een fatsoenlijke Cao blijven wat ze zijn. Er zal gezegd worden dat het te radicaal is, of terug-naar-vroeger of dat het niet mag. Maar waar een stevige politieke wil is, is meestal ook wel een weg.
      Anderen zeggen misschien dat het niet radicaal genoeg is. Maar wat voor visie ook, het is nooit einde verhaal, altijd weer een verdere start. Op het moment zelf, dus het moment van vandaag, moet een maatschappelijke veranderagenda leiden tot een slimme mix van sociaal beleid, zeggenschap, rationaliteit en markt. Het mag allemaal wat intelligenter, maar dat kan ook door de discussie concreet te maken en samen op te trekken waar eensgezindheid mogelijk is.




Bronnen:

Karl Marx, Brief aan Pavel Vassiljevitsj Annenkov, verstuurd uit Brussel op 28 december 1846.
Zie: deze link

Mijn artikel Durven vooruit te denken, Over conservatisme en socialisme is op verschillende plaatsen te vinden.
Zie Vlaams Marxistisch Tijdschrift: deze link
Of zie op Marxists.org: deze link

Het artikel van Sjaak van der Velden, Wat is de linkse toekomstvisie?
Zie ‘Solidariteit.nl’: deze link




zondag 4 augustus 2013

Dubieuze onderwijsrevolutie


Een paar maand geleden, in juni, stond in de krant dat vrijwel de hele Tweede Kamer iPadscholen wel ziet zitten. Dat betekent dat vrijwel de hele Kamer zich danig vergist. Volgens voorstanders als Maurice de Hond moeten kinderen werken met het touchscreen en hoeven ze op school geen krulletters meer te leren. Volgens mij moet de Tweede Kamer helemaal niet weer zo’n van boven opgelegde operatie verzinnen en moeten moderne kinderen leren contact met de werkelijkheid te houden. Moeilijk genoeg.
      Niet dit moet en dat moet, bedacht op afstand, maar het is mooi als kinderen met hun leerkracht bijvoorbeeld eens gewoon de natuur intrekken. Pas zag ik in het Lauwersmeer een hele schoolklas met hun juf bezig met vlindernetten en op hun laarzen door de poelen banjeren. Op een kennelijk goed uitgezochte plek, samen met de boswachter. Zoiets weten digitale goeroes niet te verzinnen. Pop-up of in de blubber, wat wil je het liefst?

Bij de discussie over zo’n digitale onderwijsrevolutie gaat het al gauw over de vraag of dit het kinderbrein schaadt. Vast wel. Of niet. Maar er is veel meer. Gaat het nog over inhoud, over cultuur en over wat de leerkracht ziet waar een kind aan toe is?
    Bij het blad van mijn vakbond, de AOb, zat pas als reclame een tamelijk duur en in ieder geval omvangrijk inlegkatern over ‘De onderwijs revolutie’. Van een bedrijf dat zich presenteert als ‘dé Apple expert voor het onderwijs.’
      Een hele berg verbaal geweld. ‘Niet langer staat de onderwijzer of de methode centraal maar de leerling of student’, zo wordt ons beloofd. Maar ja, daar is weinig revolutionairs aan, want dat is de oeroude lulkoek waarin regelmatig van boven opgelegde veranderingen worden aangekondigd.
      Dat hele uitgangspunt gaat bovendien uit van een foute tegenstelling. Natuurlijk staat de leerkracht niet centraal, maar hij en zij spelen wel een centrale rol. Natuurlijk staat de methode niet centraal, maar een goede methode die een afgewogen inhoud doseert, is beslist onmisbaar. Ook als je werkt met een computer die zo modern is dat we het nu nog niet kunnen verzinnen. En dat de leerling centraal staat, gaat dat om individualisering tot in het oneindige? Dat gaat hem dan nog danig opbreken.

Voor je het weet wordt het onderwijs in een centrale aanpak wel weer één bepaalde methode, nu een digitale, door de strot gedrukt. Moderne eenheidsworst, met een eigen werkelijkheid, de virtuele schijn. Natuurlijk is het dom tegen moderne digitale middelen te pleiten, daar gaat het ook niet om. Maar wel om de dollartekens en de meeloperij te herkennen, die in feite een culturele eenheidsworst aan de man of vrouw brengt.

‘Met één tikje van de vinger’ kom je overal. Een kind hoeft niets meer te leren, want hij is er zó. Wat een voordeel...! Maar het is niet waar: leren mag best wat weerstand opleveren. Daar gaat goed onderwijs deskundig mee om. Interactie. Laten de scholen en leerkrachten in hoge mate de regie houden hoe zij met nieuwe vormen en gedachten omgaan. En de school hoeft helemaal niet precies te lijken op wat de kinderen thuis ook al doen. Ook is niet uit te sluiten dat de Tweede Kamer wel wat beters te doen heeft.