vrijdag 28 april 2017

Zeekoet gesneuveld voor het feest de koning?


Hier hoeft niet veel tekst bij. Deze Zeekoet heeft vriendelijk zijn vleugel over de lijn van de plastic ballon geslagen. Dat is op zee gebeurd. Daar komen veel van die feestelijke ballonnen terecht. Het betekent de dood van de vogel, die kan niets meer.
    Is het geen hoog tijd iets anders te bedenken en de ballonnen te verwijzen naar de geschiedenisboeken? Iets van: ‘Vroeger hadden we nog plastic ballonnen. Daar stierven veel vogels door. Daarom vieren we nu feest zonder de zee te vervuilen en vogels te doden. Wel zo feestelijk.’
    Zoiets. Best nuttig over toekomstige geschiedenisboeken na te denken. Namens alle Zeekoeten, Jan van Genten en nog veel meer vogels. Wat kan daar veel in …!






 
Schiermonnikoog, de Balg, april









dinsdag 18 april 2017

Waarom zou je Unilever niet mogen nationaliseren? (een beetje socialisme)


Vijandige overnames en kapitaal. Onder het motto dat de crisis voorbij is en bovendien op grond van het feit dat de spaarrente ongeveer 0% is, woekert het kapitaal weer volop. De beleggers willen resultaat zien. Rendement, grotere opbrengsten, geld.
    Op het speelveld van de bedrijfsovernames is het dringen geblazen. De kapitalist ziet het simpel. Wie geld en aandelen heeft, heeft het voor het zeggen. Het zou daarom ethisch, juridisch en in ieder geval redelijk zijn dat gewoon de weg van de winst wordt gevolgd. Een goed overname-aanbod afslaan betekent in die visie dan een even redelijke gang naar de rechter. Zie John de Mol die de Telegraafgroep wilde overnemen en zich onheus bejegend voelde, want hij deed toch het hoogste bod?
      Dat is een eenvoudige ethiek, de moraal van het kapitaal. Wat is er mis mee? Als iedereen dit zo ongeveer vindt is dat toch de redelijkheid van het moment? Vergeet de achtergrond, vergeet de verdere samenhang.

Overal overnames en pogingen ertoe. Zie AkzoNobel, zie Unilever. Deze bedrijven voor Nederland bewaren, dat is toch protectionisme? Dat mag niet, vinden velen. En toch vinden ook heel wat mensen dat de tijd van het neoliberalisme voorbij is, laat dat gegeven dan niet een zeker protectionisme toe?
      Maar daar wringt de schoen. Er wordt als het uitkomt wel beweerd dat de tijd van het neoliberalisme voorbij is, maar dat is nog lang geen inhoudelijk, positief, actief politiek en economisch verhaal. Zeker geen verhaal dat breed wordt gedeeld. En is het woord ‘protectionisme’ soms geen stoplap, waarachter zowel minder goede als goede maatregelen schuil kunnen gaan?

De overnames en pogingen ertoe geven te denken. Neem Unilever. De overname-overval afgeslagen, maar dan gauw de margarine in de etalage als het juiste smeermiddel om de begerige aandeelhouders, de eigen kapitalisten, tevreden te stellen.
    Neem inderdaad Unilever als voorbeeld. Is dit slechts een bedrijf met X-aantal arbeidsplaatsen als Nederlands en Brits belang? En niet een groter economisch, sociaal en ecologisch internationaal belang?
    En inderdaad, Unilever is veel meer. Het is en omvat een sociale en economische geschiedenis, een erfgoed. Het is een resultaat van werk van mensen die deels al lang zijn gestorven. Het is nu een sociale werkelijkheid voor de velen die er nu werken of buitenom voor Unilever meewerken. Het is een technologisch geavanceerde ontwikkeling. Het is een verhouding tot de natuur, tot het klimaat, de visvangst, de ontbossingen en herbebossing. Het is een veel groter sociaal en internationaal geheel dan het aandeel van de kapitalist die er op teert. Het is als historisch resultaat een grote verantwoordelijkheid met betrekking tot werk, de verdeling van arm en rijk, en het klimaat. Groter dan iets dat zomaar te koop kan staan.

Een bedrijf als Unilever deels in de uitverkoop doen betekent het opgeven van (mede)zeggenschap, van werk, van invloed op sociale en ecologische verhoudingen. Je zou het kunnen omkeren en zeggen dat een bedrijf dat een grote potentie heeft de wereld in de huidige kritische fase positief vorm te geven een collectief bezit is en dat duidelijk zou moeten uitstralen. Die positieve vormgeving bestaat nu nog niet helemaal natuurlijk, maar de mogelijkheden zijn groot. Zulke mogelijkheden onbenut laten is niet rationeel, sociaal en ethisch.
    Is het niet veel vruchtbaarder en van grote betekenis zo’n bedrijf gecontroleerd en innovatief verder vorm te geven, de medewerkers ervan mee te laten denken, beslissen en meeprofiteren, en hoge maatschappelijke en ecologische doelen te stellen? Dus het bedrijf voort te laten bestaan en zo nodig pas in productieve delen te verdelen, als daar een echt goede reden voor is. Dan nog kan de winst naar het bedrijf, de werknemers, de staat, en als men dat wil naar aandeelhouders. Wie de winst neemt is van belang, maar beslist niet het enige grote belang. En ook een overheidsbedrijf kan werken met privé-aandelen, als er reden bestaat hiervoor te kiezen, bijvoorbeeld als spaarmogelijkheid voor burgers of om de politieke reden dat men doelbewust opteert voor een gemengde economie.

Kortom, er is een productieve ontwikkeling van en controle op een bedrijf mogelijk die je veel breder kunt situeren dan ‘de fabriek’ of als aandelenpakket. Die ook meer behelst dan de directe maatstaf van werkgelegenheid.
      Dat is niet erg, maar realistisch. Daarom mag je het concern nationaliseren of dat goed beredeneerd nalaten. Net als het woord ‘protectionisme’ kan ‘collectivisering’ bovendien meerdere betekenissen hebben. Ook die van beheer, van zorg, van goed werk, van aandacht voor de natuur, het laatste bijvoorbeeld omdat het ook om palmolie en dus om natuurbeheer en het klimaat gaat.

Dit riekt naar socialisme, en in ieder geval naar sociaal. Want wat maatschappelijk het beste is, wordt toegelaten en gaat boven de privé-eigendom. Daar is niets mis mee. Socialisme wordt al te vaak te grofvormig voorgesteld. Dat is ideologie en heeft natuurlijk vaak met de reële voorgeschiedenis of de karikatuur daarvan te maken.
      Dit is geen einde verhaal, dat zou kortzichtig zijn. De economie kan veel creatiever worden bekeken. Ook sociaal, politiek en vanuit slimmere gezagsverhoudingen dan die van de overhaaste beslissing van de sneller belegger, die slechts wil plukken en profiteren.






















woensdag 12 april 2017

De mens, twee zielen in één borst


De biologie is altijd leerzaam voor de sociologie en de ethiek. Denk aan het prachtige boek van Geerat Vermeij, Schelpen en beschaving. Maar ook bij Midas Dekkers kun je terecht. Dat blijkt uit het eerste nummer van het ‘FNVMagazine’  van dit jaar. Met Midas Dekkers over de evolutie, beelden over de mens, en de conclusie dat economische groei helemaal niet goed is, want die leidt maar tot ruzie.
    Ja, dat kan iedereen weliswaar zien, maar kennelijk is een bioloog nodig om wat ieder wel zou kunnen zien ook daadwerkelijk aanschouwelijk te maken. Daarom zijn boeken over evolutie zo nuttig voor politieke bewustwording over wat ‘we’ nu eigenlijk aan het doen zijn. Over de aarde, de biodiversiteit en de politieke vragen rondom oorlog en vrede, dus rondom de wijze waarop mensen denken met elkaar samen te kunnen leven.

Dekkers die spreekt over de mens als sociaal dier, het lijkt alsof je Aristoteles weer hoort: ‘Twee zielen wonen in zijn borst.’ Bij die vermeend sociale mens dus. Mensen moeten samenwerken om te kunnen overleven, heel sociaal, maar vechten elkaar ook de tent uit. Net als dieren waarvan er één een prooi te pakken heeft, die hem echter wordt misgund.
    Elkaar de tent uitvechten, alleen jezelf voorop stellen, dat gaat de wereld wel goed af momenteel. In het groot, in de wereldpolitiek, in het klein bij het eigenbelang dat in verkiezingstijd – met sausjes van mooie woorden – uitgebuit wordt om zelf aan de macht te komen. En ja, dit past dus bij die ene ziel in de borst van de mens. Biologen als Dekkers wijzen op het realisme van dat inzicht.

Kennelijk is het de kunst die andere, de ‘goede’ ziel te voeden, te versterken. Sociale eigenschappen zijn een haperende motor, maar ieder weet dat haperende motoren gerepareerd moeten worden.
      Daarvoor is inzicht nodig. Al is de mens dubbelzinnig sociaal, het op elkaar aangewezen zijn met al die mensen op één kleine wereldbol, dat aspect in onophefbaar. Maar opheffen of liever terugdringen van egoïsme en beperkt eigenbelang vergt veel inzet. De ene ziel moet zich sterk en aantrekkelijk uiten, zo nodig dus met de hulp van de inzichten van de biologie.

Inzichten uit de biologie? Nogal aantrekkelijk (maar niet heus) als je net leest over de gigantische verwoesting van het grootste koraalrif ter wereld, het Groot Barrièrerif. Dat betekent heel wat meer dan een verlies van een leuke kleurige onderwaterbezienswaardigheid. Hoeveel leven van hoeveel soorten is hiermee niet in het geding?
      Toch tonen de grotere gevolgen voor de biodiversiteit en het leven dat hier een inzicht kan ontstaan waarvan kan worden geleerd. Veel over het ecologische geheel dat in laatste instantie alle leven op onze planeet bepaalt. Oorzaak is hier de opwarming, al kunnen meer factoren meespelen.
      Je moet durven erbij stil te blijven staan, dat vraagt de sociale inborst. Niet meegaan met de mode die zegt dat teveel tv kijken je alleen maar chagrijnig maakt. Chagrijn hoeft niet, bewustwording wel.

Ontkenners zullen weer van zich laten horen en eerst er van alles bij willen slepen voor ze halfslachtig willen erkennen dat er wat aan de hand is. Juist dan blijft de biologie leerzaam. Erkenning zoeken voor de natuur als een bestaansvoorwaarde voor alle mogelijkheden van leven, in alle rijke schakeringen en samenhang.
      Daarom moet er voorzorg voor deze diversiteit bestaan. Het zekere voor het onzekere. Voorzorg, de bewijslast leggen bij de ontkenners en wegkijkers. Hele wetenschap stellen tegenover de halve.

Midas Dekkers zei ooit in een tv-programma dat je de natuur kunt bestuderen door een hoepeltje in je tuin de gooien om zo te zien hoe rijk het leven daarbinnen kan zijn. In mijn eigen tuin kan ik naar de slakken kijken en mopperen over die lange zwarte sigaren die mijn plantjes opeten. Maar welbeschouwd zitten in deze tuin minstens acht soorten kleine en grotere slakjes. In het geheel bestaat er een groter evenwicht dan wat je op het eerste gezicht ziet. Juist zo’n klein hoepeltje kan dan helpen de blik te verbreden en dat kan op veel meer manieren.

Het kleine bestaat in en door het grotere geheel. Aardig is dat Dekkers in het stukje in ‘FNVMagazine’  ook radicaal overstapt van een groter naar kleiner niveau en dan weer terug.
      Zo meent hij dat te groot wonen een vorm van diefstal is. Je kunt alle woon- en leefruimte en de natuur toch veel eerlijker, beter verdelen? Zo kan de goede ziel strijden tegen de met angst en ijdelheid vervulde andere ziel, die zo gauw meent alweer tekort te komen. Bij een rationele verdeling en inzicht in de rijkdom is er slechts winst voor het geheel, dus voor ieder die daar deel van uitmaakt. Wat kom je dan tekort?
      Ondanks het realisme over het bestaan van die ene vaak duistere ziel lijkt Dekkers haast (?) een socialist. Andere verdelingen en doelen van economisch profijt, van grondstoffen, van bezit (enzovoorts), dat is toch gewoon beter?

Hallo mens, hier is je mensbeeld als sociaal en vechtend wezen. Er zal nog veel moeten gebeuren, vanuit de dialectiek van deze verdubbelde zielen. Want in het totale biologisch systeem kan het kwade overwinnen, en dat is zelfs voor een deel al gebeurd. Zie het Groot Barrièrerif.
      Het goede blijft een mogelijkheid, maar zal nooit een kant-en-klaar eindresultaat worden. Maar je bent er zelf bij. Werk aan de winkel!





Artikel: Interview van Peter Beekman met Midas Dekkers, Óns vaderland is een belachelijke gedachte’, in FNVMagazine, Magazine voorleden, nr. 1, 2017.

Genoemd boek: Geerat Vermeij, Schelpen en beschaving, De evolutionaire zienswijze van Geerat Vermeij, Nieuw Amsterdam Uitgevers 2011.









Deze gekielde loofslak – Hygromia cinctella, een exoot – eet in mijn tuin niet alleen van het loof, maar ruimt ook de restantjes op. Hoe komt hij hier? Misschien hebben buren planten uit Zuid-Frankrijk meegenomen voor hun tuin, met daarin wat ongeziene slakken? Binnen de samenhang der dingen speelt menselijk ingrijpen zo een rol. En dat dit slakje in het koudere Nederland in leven blijft zegt weer iets over de opwarming.













vrijdag 7 april 2017

Kijk, de Kleine Zwartkop in beeld










Kijk, de Kleine Zwartkop in beeld

Toegegeven, het was niet hier, maar kort geleden in Spanje, bij Álora.
    De Kleine Zwartkop (Sylvia melanocephala) is in het zuiden van Portugal en Spanje vrij algemeen. Maar dat beweeglijk kleine ding goed op de foto zetten is zomers nog wel een hele kunst.

En nu, netjes in beeld gevangen. Geen oog voor mij, hij moest dat rupsje kwijt. In een boompje zonder blad dacht deze Kleine Zwartkop kennelijk dat hij hier aan het juiste adres was. Verder echter niemand thuis.
    Te vroeg gezocht naar een nest of het nest even kwijt? Dit mannetje bracht eten mee, dat was wel duidelijk. Verder weet ik het niet, maar hoorde wel de lichte bijna vragend stotterend-tikkende roep, of hoe je dat maar zegt. Mooi lekker rupsje en dan die roep om aandacht, er is wel wat aan de hand.
    Na de wandeling iets later weer langs dat boompje. De vogel gevlogen, de aanhouder wint. Hij heeft vast en zeker de verse rups op de plaats van bestemming gebracht.