In een door en door geïndividualiseerde cultuur, zijn er gelukkig nog velen die sociaal denken. Dat is knap. Als ik op een drukke zaterdag in de stad de vele fietsen zo geparkeerd zie staan dat ervan afstraalt dat de eigenaars op geen enkele manier aan mogelijke voorbijgangers denken – laat staan aan gehandicapten – vraag ik me wel eens af waar het heen moet. Pessimisme overdreven?
Gelukkig zijn er nog genoeg die verder kijken. Een thema is de deeleconomie. Niet meer alles hebben, maar samen gebruiken, door lenen, gezamenlijk bezit, collectief regelen, enzovoort. Althans, ik bedoel de echte oorspronkelijke deeleconomie zonder winstoogmerk, niet de commerciële niche.
Geen productie om de productie en geen consumptie om de consumptie meer. Met name in de kleinschalige groene economie bestaan er talloze prachtige, schone en effectieve initiatieven. Ecologisch uiterst waardevol, om nog lang mee door te gaan. Is dat utopisme? Deze initiatieven bestaan wel echt, hoe je ze ook noemt. Met mooie producten!
Een andere economie, ja! Deeleconomie, ja! Neoliberalisme voorbij? In ieder geval hebben veel mensen daarvan hun buik meer dan vol. Socialisme in nieuw jasje? In ieder geval een denken dat ermee spoort. Of kan sporen.
Maar net als in oudere discussie over toekomstbeelden en utopieën zal ook hier de politieke en economische machtsvraag aan de orde komen. Je kunt veel van onderop zelf organiseren, maar om werkelijk duurzaam te zijn en effect te sorteren zal de hele economie moeten veranderen. Dat botst met gevestigde belangen. Belangen die keer op keer erin slagen wet, regels en moraal te beïnvloeden en te bepalen.
Je stuit op machtsvragen, op vragen over bezit van grondstoffen en land, over rendement en inkomen, over echt en vooral vermeend eigenbelang. Vragen over de crisis die kennelijk niet meer goed oplosbaar is. Vragen over de huidige gevaarlijke wereld, over strijd over grondstoffen en over bronnen van ellende zoals delen van de wereld die in de geopolitieke strijd in de marge zijn geraakt of erin terecht komen, waardoor de ongelijkheid nog verder toeneemt.
Wil een nieuwe economie echt een langdurige vooruitgang zijn, dan moet de ongelijkheid erdoor verminderen of zelfs ophouden te bestaan.
Eén ding is zeker: mensen moeten zich weer meer verenigen. In vakbonden, partijen, verenigingen, federaties, experimenten en alle mogelijke losvaste structuren.
Zonder weer meer vereniging zullen veel mooie initiatieven in schoonheid sterven. Al is de urgentie ervan nog zo groot en objectief aangetoond. Korte-termijndenken en egoïsme zijn sterk, dat vraagt om macht die zich ook richt op de langere termijn.
Beter verenigen lukt alleen als een pluriformiteit aan inzichten, dus respect en tolerantie, mede de grondslag vormt. Dus genoemde initiatieven niet afkraken of bagatelliseren, maar ze benutten. Niet inpalmen, maar echt zien wat andere vormen van economie opleveren.
Uitkijken voor nieuwe vormen van gekibbel over het eigen gelijk, waardoor in het verleden zoveel mooie bewegingen voortijdig afliepen. Kibbelen is niet hetzelfde als discussie.
De machtsvraag is moeilijk en stuit tegen de borst, maar is ook onvermijdelijk. Lastige discussies en inzichten goed en democratisch verwerken, dat is de kunst. Deeleconomie is meer dan ‘gewone’ economie, al zal het ook economisch moeten en zijn daarvoor flankerende politieke initiatieven nodig.
Oude en nieuwe vormen moeten elkaar vinden. Wil Milieudefensie een nieuwe economie? Ga er ook mee naar de vakbond. Vindt de FNV zichzelf opnieuw uit? Betrek ook andere bewegingen daarbij. Zonder dat is de kans groot dat er te weinig kracht voor echte verandering wordt gegenereerd. Optimisme vraagt om realisme, wil het resultaat duurzaam zijn.
Aankondiging: in december komt mijn nieuwe boek uit:
Het speelveld van de vrijheid;Marx, Spinoza, overwegingen over macht en vrijheid.
Meer informatie op
www.Damon.nl de pdf met nieuwe titels van het najaar.