dinsdag 16 september 2014

Plastic vloedlijn


Is plastic soep zichtbaar? Je hebt van die dagen waar een stevige noordenwind het strand helemaal schoon lijkt te vegen. Op zo’n dag is er ondanks de frisse bries vaak in de eblijnen toch nog heel wat troep te zien, dat er niet hoort. Paraffine, plastic en onbestemd materiaal tussen de normale wieren, spons, veenrestanten, hout, schelpen en dergelijke. Als je heel goed kijkt zie je talloze kleine bolletjes, harde en zachte, vaak grijswit, dus onopvallend.
    De plastic soep is dichtbij, in de vloedlijn. En zoals op deze recente foto’s van Terschelling blijkt ook in de eblijn van een ogenschijnlijk prachtig schoon strand.











In de plastic soep een aardig schelpje, waarschijnlijk een zoetwaterslak, een soort schijfhoren, waarschijnlijk oud of zelfs fossiel







maandag 15 september 2014

Deeleconomie en macht


In een door en door geïndividualiseerde cultuur, zijn er gelukkig nog velen die sociaal denken. Dat is knap. Als ik op een drukke zaterdag in de stad de vele fietsen zo geparkeerd zie staan dat ervan afstraalt dat de eigenaars op geen enkele manier aan mogelijke voorbijgangers denken – laat staan aan gehandicapten – vraag ik me wel eens af waar het heen moet. Pessimisme overdreven?

Gelukkig zijn er nog genoeg die verder kijken. Een thema is de deeleconomie. Niet meer alles hebben, maar samen gebruiken, door lenen, gezamenlijk bezit, collectief regelen, enzovoort. Althans, ik bedoel de echte oorspronkelijke deeleconomie zonder winstoogmerk, niet de commerciële niche.
      Geen productie om de productie en geen consumptie om de consumptie meer. Met name in de kleinschalige groene economie bestaan er talloze prachtige, schone en effectieve initiatieven. Ecologisch uiterst waardevol, om nog lang mee door te gaan. Is dat utopisme? Deze initiatieven bestaan wel echt, hoe je ze ook noemt. Met mooie producten!

Een andere economie, ja! Deeleconomie, ja! Neoliberalisme voorbij? In ieder geval hebben veel mensen daarvan hun buik meer dan vol. Socialisme in nieuw jasje? In ieder geval een denken dat ermee spoort. Of kan sporen.
      Maar net als in oudere discussie over toekomstbeelden en utopieën zal ook hier de politieke en economische machtsvraag aan de orde komen. Je kunt veel van onderop zelf organiseren, maar om werkelijk duurzaam te zijn en effect te sorteren zal de hele economie moeten veranderen. Dat botst met gevestigde belangen. Belangen die keer op keer erin slagen wet, regels en moraal te beïnvloeden en te bepalen.

Je stuit op machtsvragen, op vragen over bezit van grondstoffen en land, over rendement en inkomen, over echt en vooral vermeend eigenbelang. Vragen over de crisis die kennelijk niet meer goed oplosbaar is. Vragen over de huidige gevaarlijke wereld, over strijd over grondstoffen en over bronnen van ellende zoals delen van de wereld die in de geopolitieke strijd in de marge zijn geraakt of erin terecht komen, waardoor de ongelijkheid nog verder toeneemt.
      Wil een nieuwe economie echt een langdurige vooruitgang zijn, dan moet de ongelijkheid erdoor verminderen of zelfs ophouden te bestaan.

Eén ding is zeker: mensen moeten zich weer meer verenigen. In vakbonden, partijen, verenigingen, federaties, experimenten en alle mogelijke losvaste structuren.
      Zonder weer meer vereniging zullen veel mooie initiatieven in schoonheid sterven. Al is de urgentie ervan nog zo groot en objectief aangetoond. Korte-termijndenken en egoïsme zijn sterk, dat vraagt om macht die zich ook richt op de langere termijn.

Beter verenigen lukt alleen als een pluriformiteit aan inzichten, dus respect en tolerantie, mede de grondslag vormt. Dus genoemde initiatieven niet afkraken of bagatelliseren, maar ze benutten. Niet inpalmen, maar echt zien wat andere vormen van economie opleveren.
      Uitkijken voor nieuwe vormen van gekibbel over het eigen gelijk, waardoor in het verleden zoveel mooie bewegingen voortijdig afliepen. Kibbelen is niet hetzelfde als discussie.

De machtsvraag is moeilijk en stuit tegen de borst, maar is ook onvermijdelijk. Lastige discussies en inzichten goed en democratisch verwerken, dat is de kunst. Deeleconomie is meer dan ‘gewone’ economie, al zal het ook economisch moeten en zijn daarvoor flankerende politieke initiatieven nodig.
      Oude en nieuwe vormen moeten elkaar vinden. Wil Milieudefensie een nieuwe economie? Ga er ook mee naar de vakbond. Vindt de FNV zichzelf opnieuw uit? Betrek ook andere bewegingen daarbij. Zonder dat is de kans groot dat er te weinig kracht voor echte verandering wordt gegenereerd. Optimisme vraagt om realisme, wil het resultaat duurzaam zijn.







Aankondiging: in december komt mijn nieuwe boek uit: Het speelveld van de vrijheid;Marx, Spinoza, overwegingen over macht en vrijheid.

Meer informatie op www.Damon.nl de pdf met nieuwe titels van het najaar.








zondag 7 september 2014

Wat is pacifisme nu waard?


Pacifisme, geweldloosheid en een regelmatige inzet voor de vrede, heeft dat nog zin? Concreter: er zullen toch weinig mensen op de wereld zijn die vinden dat je ongebreideld geweld, zoals nu in Noord-Irak, niet zou moeten aanpakken. Een andere weg dan ook de wapens opnemen lijkt voorlopig niet voorhanden.

Geruime tijd geleden, een pacifist. Ik ken iemand die principieel geweigerd heeft deel te nemen aan de politionele acties van Nederland in Indonesië. Niet alleen omdat dat dit volgens het standpunt van zijn partij moest, maar vooral omdat hij altijd voor geweldloosheid was. Hij werd vanwege zijn weigering door de Nederlandse overheid opgepakt en samen met voormalige SS’ers opgesloten, getreiterd dus. Wanneer later pacifisme aan de orde kwam bleef deze kameraad heel rustig uitleggen dat hij pacifist was en waarom. Hij dwong altijd ook onder niet-pacifisten veel respect af.

Iets minder lang geleden, pacifisme. Wanneer eind jaren zestig dienstweigeraars moesten uitleggen dat zij echt een principiële pacifist waren, kregen zij absurde voorbeelden voorgelegd, waar zij zich uit dienden te redden. Meestal draaide het om de vraag of je geen geweld zou gaan gebruiken wanneer je eigen familie zou worden aangevallen. Het absurde van zo’n vraag is dat terwijl vredelievendheid voor de meeste pacifisten iets concreets is, het zo absoluut wordt gemaakt dat antwoorden niet meer bestaan of zinloos gebazel worden.

En nu dan? Is door alle extreme geweld en beelden van de vijand, dagelijks breeduit in de media gepresenteerd, nog wel pacifisme mogelijk? Wanneer de vraag verabsoluteerd wordt, zal er wel weer een ontkenning uit rollen. Wanneer echter de vraag wordt gesteld of er actief aan geweldloosheid gewerkt kan worden, zijn tal van mogelijkheden voorhanden waar een zinnig mens niet omheen kan.

Wat kun je zoal vinden en doen?
- Je zou eens kunnen vragen heel anders tegen Palestina en Israël aan te kijken dan volgens de geijkte opvatting dat een oplossing toch niet mogelijk is.
- Je zou je eens af moeten vragen waarom zoveel Oost-Oekraïners iets vanzelfsprekend vinden wat ‘wij’ niet vinden.
- Je kunt je actief blijven inzetten op praten in plaats van vechten, alsmede op een veel grotere rol van VN. Zoals onder VN-toezicht een totaal verbod op commerciële wapenhandel.
- Blijven verklaren bij conflicten hoe het zover is gekomen, wat zijn de echte oorzaken?
- Geen sportboycot, maar sport nog sterker inzetten als dialoog.

Maakt het wat uit wat burgers vinden? Veel schijnbaar onvermijdelijke dingen vallen met echte inzet en interesse wel te vermijden. Als maar genoeg stemmen zich laten horen.








vrijdag 5 september 2014

Oorlog is niet de enige dialectiek


Het is oorlog. Al valt dit volgens de statistiek wel mee. Maar vraag het aan de Oekraïners, de Jezidi’s in Irak, vraag het in Syrië, Libië, Mali en Soedan, vraag het Mexicanen die ongewild in een langdurige maffiose drugsoorlog verzeild zijn geraakt.
    En dicht bij ogenschijnlijk lang geleden, maar niet echt. Vandaag werd in Vught herdacht hoe Duitsers aan het eind van de oorlog gevangenen executeerden, niet anders dan de kalifaatgangsters vandaag doen. Voor het winnen van een oorlog volstrekt zinloos, maar voor een psychopathologische machtsuitoefening ligt dat misschien anders? Echt lang geleden heerste de 30-jarige oorlog, voor ons de 80-jarige, waarin nieuwe grenzen en staten werden bepaald. Ook die ging samen met misdaad, slachting en het verbieden van geloofsuitingen. De vraag is of sommige hedendaagse conflicten echt korter gaan duren. Ook nu gaat het om macht en grensbepalingen, vermengd met misdaad, egoïsme en geavanceerde technologie.

Oorlog en vrede is ook een thema voor de filosofie. Inderdaad. Het nieuwe nummer van Filosofie Magazine (nr. 9) is hieraan gewijd. De actualiteit vraagt erom. Helaas getuigt niet alles hierin van filosofische diepgang. In een stuk ‘Eindelijk oorlog!’  van Sebastien Valkenberg worden in wel heel korte trekken wat denkers neergezet (pag. 26-31). Zo wordt er veel te algemeen geconcludeerd dat aan het begin van de Eerste Wereldoorlog veel filosofen en andere intellectuelen wel voor een oorlog waren als een soort hardhandige culturele zuivering van de samenleving. Wat er niet staat is dat er filosofen en intellectuelen waren, zoals van socialistische en religieus-socialistische huize, die – soms fel – de oorlog bestreden. Denk aan onze dichters, denk aan Henriëtte Roland Holst.

Zonder in te gaan op de dialectiek worden in genoemd artikel de dialectische principes van Heraclitus en Marx als oorlogszuchtige taal opgevoerd. Van Heraclitus wordt nog enigszins gezegd dat het een metafoor betreft, maar wordt hij toch als grondlegger van een oorlogszuchtig principe neergezet. En Marx wordt geschetst als pleitbezorger van revolutionaire terreur, die zijn ideeën zou ontlenen aan broeierige koffiehuizen waar een ‘bloeddorstig proza’ ontstond.
    Marx was in werkelijkheid een analyticus en in die zin realist. Over zijn doelen en de wijze waarop die te bereiken dacht hij veel diepgaander en genuanceerder dan men vaak schrijft. Over Nederland zei hij: ‘… wanneer ik met uw instituties beter bekend zou zijn, zou ik hier misschien ook Holland aan toevoegen – waar arbeiders langs vreedzame weg hun doel kunnen bereiken.’ (1872, MEW, deel 18, p. 160)

Dialectiek betekent dat een tegenspraak altijd effecten heeft, verwachte en onverwachte. De oorlog is een vorm van dialectiek. Maar een dialoog is evenzeer een vorm van dialectiek. Met dit besef kun je pleiten voor de beste vorm, het gesprek. Al lijkt een kans hierop nog zo ver weg en vergt het veel inzet.




 
Genoemd citaat van Marx wordt uitgebreider behandeld in: Jasper Schaaf, Marx, Zó gelezen, Uitgeverij Damon, Budel 2005, ISBN 9789055736454.

In december komt bij Damon uit: Jasper Schaaf, Het speelveld van de vrijheid; Marx, Spinoza, overwegingen over vrijheid en macht, ISBN 9789460361937.