Vreemd eigenlijk dat wapens commercieel worden geproduceerd en verhandeld. Handel en bezit van wapens lokt geweld uit. En er zullen weinig mensen zijn, die zullen zeggen daar vóór te zijn. Na de tamelijk vreedzame revoluties in Tunesië en Egypte, riepen de protesterende mensen in oost Libië wel erg vlot ‘Revolutie!’ en grepen naar de wapens. Inmiddels is het volop oorlog, met actieve deelname van landen die hun vroegere vijand, latere vriend en nu weer dictator Kadhaffi bestoken. Zij hopen voor de Libiërs het momentum te creëren ‘zelf het karwei af te maken.’ Zélf gedaan! Maar waren geen onderhandelingen mogelijk op basis van druk zonder zoveel wapengekletter?
De no-flyzone komt neer op een complete oorlog. Een week met 200 afgevuurde kruisraketten. Het zal er niet makkelijker op worden het wapengebruik nog snel te stoppen.
De handel. Iedereen doet het, dus wij ook. Iedereen wil de beste zijn, dus wij willen de beste wapenhandelaars zijn. Koningin Beatrix werd begin maart op pad gestuurd om de fregattenorder in Oman veilig te stellen. Wie weet hoe lang dit land nog onze vriend is, in deze regio die in vuur en vlam staat.
De wereld is vol met wapens. De Kalashnikov wordt vereerd. Het is zo’n effectief wapen. En nu de buitenlandse politiek van de neoliberalen verder verzakelijkt, wil Nederland nog meer wapens leveren, de meest effectieve.
Bezit van wapens lokt geweld uit. Van meer wapens, meer geweld. Waarom beslist de VN slechts zo nu en dan over het ingrijpen van legers? En waarom niet over het produceren en het bezit van wapens? Beperk productie, stop de vrije wapenhandel, vernietig wapens en bedenk een mondiaal systeem onder verantwoordelijkheid van de VN. Het zal niet makkelijk gaan en lang duren, maar het is beter dan ons bij het cynisme van vrije wapenhandel neer te leggen.
De Thaise boeddhist Sulak Sivaraksa pleit tegen wapenhandel. In zijn boek ‘Zaden van vrede’ (uitgeverij Asoka 1997, pag. 92) staat: ‘En we moeten kijken naar de wapenhandel, en vraagtekens zetten bij deze structuren, die verantwoordelijk zijn voor moord.’ Deze erkenning van verantwoordelijkheid toont een grote betrokkenheid. Hier mogen andere opvattingen niet aan onderdoen. Het ‘onthechte’ boeddhisme is bij Sivaraksa een geëngageerd boeddhisme, een voorbeeldig engagement.
Nederland kent al jaren de organisatie ‘Campagne tegen de wapenhandel.’ Zie www.stopwapenhandel.org.
Niet het bekendste comité. Het mag gerust bekender worden.
maandag 28 maart 2011
zondag 20 maart 2011
Achter de voordeur
In het huidige welzijnswerk, de reïntegratie van werklozen, het sociaal beleid van gemeenten en de Vogelaaraanpak is ‘achter de voordeur’ een gevleugelde term. Het is de voorloper of een variant van ‘direct er op af’, een van de bakens voor het Welzijn Nieuwe Stijl. Heel Nederland lijkt hier de komende periode mee aan de slag te willen gaan. Een mooi monument voor de actieve staatssecretaris Jet Bussemaker, die de Wmo wilde uitvoeren zoals die bedoeld was, althans de mooie kanten ervan.
Het is de strijdbare reactie op passiviteit, die soms voorkomt in welzijnswerk en zorg, maar die ongetwijfeld ook vaak wordt overdreven.
Achter de voordeur. Wat doen we daar? Dat is de vraag. En die vraag moet goed beantwoordbaar zijn vóór de werker er op af gaat, voor hij de drempel van de voordeur overschrijdt. Er zijn gemeenten waar het lukt achter de voordeur te komen en bij de thee een keurige enquête wordt afgenomen om ‘de vraag op te halen’. Maar als de werker dan ook niet ‘direct’ wat te bieden heeft, bestaat het risico van een averechtse werking. ‘Er is iemand van de gemeente bij me geweest, maar wat die nu precies wilde …?’
De werker die geacht wordt achter de voordeur te komen moet weten wat hij te bieden heeft in het gezin, in de straat, de wijk, het dorp of in de stad. Vraaggerichtheid moet matchen met een goed, aantrekkelijk en sluitend aanbod dat vooraf overdacht is en ook werkelijk op korte termijn kan bestaan. Zonder dat wordt de activistische terminologie een frase.
Welzijn Nieuwe Stijl, de Wmo zoals die bedoeld was? Zonder voldoende inhoud en middelen wordt weer een kans gemist. Actief mensen benaderen is goed, als de consequenties vooraf worden doorgeëxerceerd. Gemeenten, afdelingen van gemeenten zoals welzijn en sociale zaken, instellingen en corporaties moeten dus samen weten wat ze doen en laten. Consistent.
Het is de strijdbare reactie op passiviteit, die soms voorkomt in welzijnswerk en zorg, maar die ongetwijfeld ook vaak wordt overdreven.
Achter de voordeur. Wat doen we daar? Dat is de vraag. En die vraag moet goed beantwoordbaar zijn vóór de werker er op af gaat, voor hij de drempel van de voordeur overschrijdt. Er zijn gemeenten waar het lukt achter de voordeur te komen en bij de thee een keurige enquête wordt afgenomen om ‘de vraag op te halen’. Maar als de werker dan ook niet ‘direct’ wat te bieden heeft, bestaat het risico van een averechtse werking. ‘Er is iemand van de gemeente bij me geweest, maar wat die nu precies wilde …?’
De werker die geacht wordt achter de voordeur te komen moet weten wat hij te bieden heeft in het gezin, in de straat, de wijk, het dorp of in de stad. Vraaggerichtheid moet matchen met een goed, aantrekkelijk en sluitend aanbod dat vooraf overdacht is en ook werkelijk op korte termijn kan bestaan. Zonder dat wordt de activistische terminologie een frase.
Welzijn Nieuwe Stijl, de Wmo zoals die bedoeld was? Zonder voldoende inhoud en middelen wordt weer een kans gemist. Actief mensen benaderen is goed, als de consequenties vooraf worden doorgeëxerceerd. Gemeenten, afdelingen van gemeenten zoals welzijn en sociale zaken, instellingen en corporaties moeten dus samen weten wat ze doen en laten. Consistent.
woensdag 16 maart 2011
Kernenergie en kortzichtigheid
Vaak vragen mensen me waarom ik nog steeds in Marx ben geïnteresseerd. Dan antwoord ik met een verwijzing naar de actualiteit. Tegenstellingen, uitbuiting en armoede, ze bestaan nog allemaal. Ook verwijs ik naar de langere termijn. Een duurzame wereld waarop miljarden mensen vreedzaam en gezond leven is naar mijn mening alleen mogelijk bij een sterke democratische sociale sturing en beperking van de economische macht van multinationale concerns.
Men vindt dit soms vreemd. Korte termijn denken en eigenbelang zijn immers aan de orde? Dat is echter een beperkt gezichtspunt, dat vraagt om tegenspraak.
En dan nu Japan en de kernenergie. Afgelopen jaren waren de kernenergielobbyisten uit hun holen gekropen. De gevaren zouden geweken zijn door de stand van de technologie. Regering Rutte wil ook weer kerncentrales.
Deze korte termijn politiek wordt in één keer aan gruzelementen geslagen. Maar ook de manier van denken. Activisten tegen kernenergie wezen op het opslagprobleem. Waar zijn diepere aardlagen altijd stabiel? En nu de natuurramp in Japan. Dergelijke rampen hadden ook in Nederlandse kerncentrales kunnen plaatsvinden. Bijvoorbeeld door oorlogen, vliegrampen of menselijk falen.
Het is beslist nodig de kortzichtigheid te bestrijden. Met denkers die daaraan bij kunnen dragen. En vooral door het gezonde verstand. Het gaat om feiten, maar ook om een denkwijze.
Men vindt dit soms vreemd. Korte termijn denken en eigenbelang zijn immers aan de orde? Dat is echter een beperkt gezichtspunt, dat vraagt om tegenspraak.
En dan nu Japan en de kernenergie. Afgelopen jaren waren de kernenergielobbyisten uit hun holen gekropen. De gevaren zouden geweken zijn door de stand van de technologie. Regering Rutte wil ook weer kerncentrales.
Deze korte termijn politiek wordt in één keer aan gruzelementen geslagen. Maar ook de manier van denken. Activisten tegen kernenergie wezen op het opslagprobleem. Waar zijn diepere aardlagen altijd stabiel? En nu de natuurramp in Japan. Dergelijke rampen hadden ook in Nederlandse kerncentrales kunnen plaatsvinden. Bijvoorbeeld door oorlogen, vliegrampen of menselijk falen.
Het is beslist nodig de kortzichtigheid te bestrijden. Met denkers die daaraan bij kunnen dragen. En vooral door het gezonde verstand. Het gaat om feiten, maar ook om een denkwijze.
zondag 6 maart 2011
Was de verkiezingsstrijd hard?
Afgelopen week hoorde ik verschillende keren beweren dat de verkiezingscampagne hard was. Een zekere felheid was er zeker. Dat is niet zo vreemd. Het kabinet Rutte-Verhagen-(Wilders) maakt een duidelijke keuze. De neoliberale agenda wordt rücksichtslos verder afgewerkt. In crisistijd (maar anders waarschijnlijk ook) wordt door deze regering gekozen voor de belangen van de reeds rijken, machtigen en de handige mensen die het zo goed met zichzelf hebben getroffen.
Misschien is het ouderwets om het te zeggen. Er woedt gewoon een klassenstrijd. De mensen die het al goed hebben willen lage belastingen, geen overheidsbemoeienis, vérgaande privatisering. Veel van hen laten mensen die arm zijn of het anderszins slechter getroffen hebben, gewoon zo veel mogelijk aan hun lot over. Inderdaad bedoelen Rutte en Cohen twee totaal verschillende dingen als zij uitspreken wat goed is voor Nederland.
Hier moest ik aan denken, toen ik gisteravond in TSS- Tijdschrift voor sociale vraagstukken (nr. 3, maar 2011) een artikel van Jos van der Lans las. Met hem ben ik het vaak eens, zoals met zijn pleidooi ‘er op af’ te gaan, de eigen kracht van ieder niet te miskennen, en veel meer te leren van de werkelijk inspirerende voorbeelden van de aanpakkers in zorg en welzijn. De Wmo is niet alleen bezuiniging, óók een kans integraal, actief en vernieuwend te werken. Zijn stuk gaat over een lezing in De Balie van Phillip Blond, de denker van de Britse conservatieve regering van David Cameron. Blond wil de sociale gemeenschapszin terugwinnen. Om die reden wordt hij wel een rode conservatief genoemd, een Red Tory.
Aan vitale sociale gemeenschapszin is niets mis, behalve dat het ongetwijfeld te weinig bestaat. Van der Lans vat in dat licht de kritiek van Blond samen. Dit is een stevige politieke kritiek op het marktdenken, de bureaucratische staat, op de cultuur van individualisering, enzovoorts. Jan Marijnissen mocht in De Balie op het betoog van Phillip Blond reageren. Volgens Van der Lans doet hij dat vanuit de klassieke linkse reflex: ‘hij wil de markt beteugelen, maar niet de rol van de staat verminderen.’ Marijnissen is het in veel opzichten met Blond eens, maar daarover dus niet.
Het is hier maar een weergave van een weergave, het gaat dus niet zozeer om het juiste citaat van desbetreffende bijeenkomst. Maar naar mijn idee is de essentie inderdaad de staat, of liever, de macht. De nagestreefde sociale cohesie, de participatie van burgers, meedoen door mensen met handicaps aan de samenleving, het stijgen op de sociale ladder, het zijn doelen die links en rechts in het algemeen samen wel kunnen onderschrijven. Punten waaraan moet worden gewerkt. De wijze waarop mensen politiek en materieel een positie krijgen om mee te doen verschilt echter enorm vanuit een socialistische of de neoliberale invalshoek. Niets gaat helemaal vanzelf, niets werkt voor de ene persoon gelijk als voor de ander. Participatie is een proces, dat in een complexe samenleving vaak alleen door hard werken en langdurige inzet lukt. De staat moet inderdaad een rol spelen als mensen in hun inzet worden gefrustreerd door gebrekkige middelen en verkeerde bejegening. De visies van Theodore Dalrymple en Phillip Blond miskennen dat afzijdigheid, onverschilligheid en frustratie ontstaan, wanneer mensen graag mee willen doen, maar hun kans erop keer op keer op maatschappelijke blokkades stuit. Inderdaad ging de verkiezingsstrijd echt ergens om. Voor wie moeten er blokkades moeten worden opgeworpen of weggehaald?
Misschien is het ouderwets om het te zeggen. Er woedt gewoon een klassenstrijd. De mensen die het al goed hebben willen lage belastingen, geen overheidsbemoeienis, vérgaande privatisering. Veel van hen laten mensen die arm zijn of het anderszins slechter getroffen hebben, gewoon zo veel mogelijk aan hun lot over. Inderdaad bedoelen Rutte en Cohen twee totaal verschillende dingen als zij uitspreken wat goed is voor Nederland.
Hier moest ik aan denken, toen ik gisteravond in TSS- Tijdschrift voor sociale vraagstukken (nr. 3, maar 2011) een artikel van Jos van der Lans las. Met hem ben ik het vaak eens, zoals met zijn pleidooi ‘er op af’ te gaan, de eigen kracht van ieder niet te miskennen, en veel meer te leren van de werkelijk inspirerende voorbeelden van de aanpakkers in zorg en welzijn. De Wmo is niet alleen bezuiniging, óók een kans integraal, actief en vernieuwend te werken. Zijn stuk gaat over een lezing in De Balie van Phillip Blond, de denker van de Britse conservatieve regering van David Cameron. Blond wil de sociale gemeenschapszin terugwinnen. Om die reden wordt hij wel een rode conservatief genoemd, een Red Tory.
Aan vitale sociale gemeenschapszin is niets mis, behalve dat het ongetwijfeld te weinig bestaat. Van der Lans vat in dat licht de kritiek van Blond samen. Dit is een stevige politieke kritiek op het marktdenken, de bureaucratische staat, op de cultuur van individualisering, enzovoorts. Jan Marijnissen mocht in De Balie op het betoog van Phillip Blond reageren. Volgens Van der Lans doet hij dat vanuit de klassieke linkse reflex: ‘hij wil de markt beteugelen, maar niet de rol van de staat verminderen.’ Marijnissen is het in veel opzichten met Blond eens, maar daarover dus niet.
Het is hier maar een weergave van een weergave, het gaat dus niet zozeer om het juiste citaat van desbetreffende bijeenkomst. Maar naar mijn idee is de essentie inderdaad de staat, of liever, de macht. De nagestreefde sociale cohesie, de participatie van burgers, meedoen door mensen met handicaps aan de samenleving, het stijgen op de sociale ladder, het zijn doelen die links en rechts in het algemeen samen wel kunnen onderschrijven. Punten waaraan moet worden gewerkt. De wijze waarop mensen politiek en materieel een positie krijgen om mee te doen verschilt echter enorm vanuit een socialistische of de neoliberale invalshoek. Niets gaat helemaal vanzelf, niets werkt voor de ene persoon gelijk als voor de ander. Participatie is een proces, dat in een complexe samenleving vaak alleen door hard werken en langdurige inzet lukt. De staat moet inderdaad een rol spelen als mensen in hun inzet worden gefrustreerd door gebrekkige middelen en verkeerde bejegening. De visies van Theodore Dalrymple en Phillip Blond miskennen dat afzijdigheid, onverschilligheid en frustratie ontstaan, wanneer mensen graag mee willen doen, maar hun kans erop keer op keer op maatschappelijke blokkades stuit. Inderdaad ging de verkiezingsstrijd echt ergens om. Voor wie moeten er blokkades moeten worden opgeworpen of weggehaald?
Abonneren op:
Posts (Atom)