dinsdag 22 april 2014

Bijensterfte en wetenschap – Bij twijfel niet doen!


In de wetenschap weet je het vaker niet dan wél. Wat je wel weet is als het ware de wetenschappelijke meetlat al gepasseerd. Dan nog is niet uit te sluiten dat blijkt dat iets totaal anders is, dan eerst zo helder vast leek te staan. En ook dan gaat wetenschap, onderzoek en discussie over wat nog niet vaststaat. Gissen, proefondervindelijk onderzoek, theorievorming, weerlegging. Het gaat erom dat er veel om te doen is. Dat dus nog weinig vaststaat.

Helaas gaat het om nog veel meer. Om politiek, belangen, spelletjes spelen zoals het verkopen van onzekerheden voor waarheden, juridisch gedoe, dreigen, gekwetste zielen en soms om ideologieën en zelfs religieuze ideeën.
      ‘Helaas’? Hoezo? Bijvoorbeeld omdat belangen de toekomst van de aarde, de mensheid en de biodiversiteit op het spel zetten. Met als belangrijk wapen het feit dat veel mensen hechten aan kortere termijn zaken en de rest liever aan anderen overlaten. Dat schept tal van manipulatiemogelijkheden.

Klinkt dit niet te zwaar? De toekomst van ongeveer alles? Het gaat echter inderdaad om ongeveer alles. Biodiversiteit bepaalt de mogelijkheden van levensvormen, zo ook van de mens en zeker van een grote hoeveelheid mensen. En ‘mogelijkheden’ betekenen vrijheidsgraden en welzijn. Onmogelijkheden komen neer op het omgekeerde daarvan, en daarmee misschien op honger, dood, harde strijd om levensruimte, voedsel en grondstoffen.

Het klonk misschien ook wat zwaar en onrealistisch toen ik pas tegen iemand zei dat je soms bedrijven gewoon moet nationaliseren en sociaal controleren. Dit betrof een groot bouwbedrijf dat zich wil transformeren tot een superuitzendbureau in de bouw en alle regels en rechten van werknemers aan zijn laars wil lappen. Die iemand moest erom lachen. Het idee van nationaliseren en controle vóóraf past immers (zogenaamd) niet bij onze tijd? Mij lijkt het echter nog steeds rationeel, gezond en sociaal dat sleutelbedrijven sociaal gerund worden, sociale en integere doelen voorop stellen en hun deskundige werknemers minimaal laten meebeslissen. Bij grote vragen horen soms grote antwoorden, al wordt het daar niet makkelijker van.

Datzelfde geldt voor grote ecologische vragen. Over de bijensterfte is veel te doen. Bestaan er te weinig bijen en insecten, dan bestaan er (al gauw) ook geen voldoende bestuiving, voortplanting, diversificatie en evolutie meer. En als dit in het geding is, moet de wetenschap tellen. En die gaat over twijfel en de zoektocht naar meer zekerheid. Zo ook bij de bijensterfte, die op grote schaal is vastgesteld, maar waar de oorzaken niet helemaal zeker en volledig bekend zijn.
    De discussie en regelgeving over de zogeheten ‘neonicotinoïde insecticiden’ en andere omstreden bestrijdingsmiddelen worden echter gegijzeld door de voortdurende herhaling van de omkering van het argument van onzekerheid. Die manipulatie wordt actief ingebracht door grote chemische concerns zoals het Zwitserse Syngenta. Dergelijke concerns kunnen de veiligheid niet aantonen, maar stellen dan dat de wetenschap de onveiligheid ook niet kan bewijzen. Een smoes om maar door te mogen gaan.

Onder indruk daarvan zijn op zich goede en kritische krantenartikelen over de rol van dit soort multinationaal opererende concerns vaak erg voorzichtig over de waarheid. Omdat dus de concerns steeds weer vertellen dat de wetenschap het ook niet weet en dat ze de onveiligheid niet aangetoond hebben. Alsof dat laatste zo bijzonder is. Er is veel onzeker, en dus moeten we voorzichtig zijn. Zo eindigt het echter vaak met te voorzichtig zijn over voorzichtig zijn. Daarmee wordt de bewijslast verschoven naar milieuactivisten en kritische journalisten en parlementariërs die de schadelijkheid maar eens definitief zouden moeten bewijzen. Tot dat moment zou gebruik toegestaan zijn, wat ongerijmd is.

Over grote kwesties die het leven van alles raken moet de wetenschap goed onderzoek blijven doen. Bij echt grote zaken als de bijensterfte mag men echter zolang veel onzeker is slechts met zo groot mogelijke zekerheid handelen. Daarom moet het motto zijn ‘Bij twijfel niet doen!’
      Bij kwesties als onderzoek naar bestrijdingsmiddelen is het zelfs een ethische vraag of dit onderzoek wel onbelemmerd gedaan mag worden door louter commercieel belanghebbenden. Wetenschap en goede toepassingen hebben baat bij pogingen tot weerlegging, niet bij reductie tot pogingen van acceptatie.
      Er zijn zaken die het belang van een bepaalde tak van het bedrijfsleven ver overstijgen. Aan hun integriteit mag men soms zeker wel twijfelen. Dan geldt: bij twijfel niet doen!








 
Honingbij







zaterdag 12 april 2014

Het echte einde van de droom van Fukuyama


Eén ding is wel zeker. Het einde van de geschiedenis is afgelopen.
Rammelend en met de nodige heisa en slachtoffers komt de geschiedenis weer op gang.
Ouderwets getrek en machtsspelletjes tussen Oost en West.
Rusland, Oekraïne en net zo goed de Baltische Staten, vanouds Engeland, Frankrijk en Duitsland, en met omdat we natuurlijk in het nu leven, een hoofdrol voor de Verenigde Staten.

Ongeveer in 1700 betrad Rusland het Westerse wereldtoneel.
Dat was toen hét wereldtoneel, maar het nieuwe Rusland annexeerde ook als de wiedeweerga alles oostelijk van Moskou.
Vanaf 1700 deed Rusland mee in tientallen oorlogen, schermutselingen en politieke intriges tegen en met Zweden, Turkije, Polen, Frankrijk, Denemarken, Duitsland en vele andere landen en volkeren.
Dikwijls in coalitie, openlijk en stiekem, met Groot Brittannië.
Mooi zo’n grote bondgenoot die toch veraf blijft. De tsaar als machtige vriend, je grote broer.
Dezelfde tsaar speelde echter zijn eigen spel met eigen regels. Handig.
Dat was trouwens geen afwijking, de meeste andere vorsten probeerden precies hetzelfde.

De heerser geeft zichzelf spoedig een mooie titel: tsaar.
Dat is Russisch voor Caesar.
Dat toont tenminste duidelijk de ambitie, een vanzelfsprekendheid voor de gekwetste, sentimentele en vaak inhalige ruwe Rus.
Het is een gevoel, dat het Westen niet begrijpt, niet aanvoelt, en zeker Obama niet.
Dat is wel weer vreemd eigenlijk. Sluipdoorkruipdoor, met vele mooie en heel democratische woorden, en waar nodig toch ook met wapens, is het Westen zelf aardig naar het Oosten opgeschoven.
Inmiddels niet zo ver meer van Moskou vandaan.
De ambitie van de grote hegemonie bestaat hier dus net zo goed of zelfs nog sterker, net zo vanzelfsprekend en ook met veel sentiment, een moraal en veel woorden.
Het bestaat zo sterk dat de dames en heren politici er meestal blind voor zijn.
Net zoals je er ook niet over nadenkt dat je adem moet halen.

Georg Hegel gaf de geschiedenis een hoofdrol in de filosofie.
Hegel schreef over de ware geschiedenis, over eigenlijke versus oneigenlijke. Echte en onechte.
En als je eenmaal ware geschiedenis onderscheidt van onware of onbelangrijke, dan is het niet zo moeilijk de geschiedenis ten einde te verklaren.
Handige vondst dus van Francis Fukuyama. In 1992, een poosje na de val van De Muur, verklaart deze met Hegel in de achterzak de ware geschiedenis voor afgelopen.
Vanaf nu was er nog slechts liberalisme.
Eén voordeel in ieder geval. De voorheen nog onbekende neoconservatief Fukuyama werd nu beroemd. Het liberalisme had definitief overwonnen. Dat wilde men wel graag horen.
Dit voordeel bracht zoals gebruikelijk weer een nadeel met zich mee.
Hij moest nu overal spreken en zijn idee uitleggen en al snel gelooft Fukuyama zijn eigen stelling niet meer en eigenlijk ook het hele neoconservatisme niet.
Vermoeiend. Je moet het steeds maar bewijzen ….

De ware geschiedenis was tijdelijk aldus even afgelopen.
Dat dacht de forse halfbenevelde Boris Jeltsin ook.
Hij strooide als Zwarte Piet met pepernoten in het rond. Daar gaan de Russische belangen, vermeend of echt, die ooit verworven waren. Verworven door overtuiging of met de wapens. Belangen? Ze doen er toch niet meer toe. Strooigoed.
Maar als je zo simpel de geschiedenis ten einde verklaart is dat vragen om moeilijkheden.
En precies dat was nu ook de gedachte van de kleine Poetin.
Als je met Hegel begrijpt dat de echte geschiedenis door moet lopen en er dus acties moeten komen, kun je daar ook zelf aan bijdragen. Iemand zal het moeten doen.
Dat past bij de grootheid van de welbegrepen eigen tijd. Die grootheid is de drager. Die vraagt om actie, om voetvolk.

Snapt men iets? De geschiedenis draait weer.
Dit is het echte einde van de these van Fukuyama. Hij geloofde er zelf toch al lang niet meer in.
Al belooft de geschiedenis zich nooit te herhalen, er spelen weer volop oude kwesties.
Oude kwesties, grote woorden, geheime diplomatie en heel veel meer. Altijd eigenbelang, land, handel, grondstoffen en tegenwoordig energie.
Geen van de partijen heeft alle recht aan haar kant, allen willen macht.

De Oekraïne, conservatisme in soorten. Sowjet-nostalgie, maar ook oprechte zorg en de wil bij Rusland te horen. In Kiev, een monsterverbond van reactionair conservatisme en jong vitaal liberalisme? Het lijkt wel een fusie tussen de PVV en D66. Achteruit of vooruit?
De Kiëvers voelden zich gesteund, al was dit door halve woorden en halve overtuigingen.
Maar het was er, minstens de geruchten.
En in levende lijve een paar hard schreeuwende West-Europese liberalen, de dikke en de dunne.
Het Westen legt het kruitvat en de lont, en dan mogen anderen die aansteken. Die zijn dan de daders als ze hun boekje te opzichtig te buiten gaan. In de Balkan gingen er ook aanstichters vrijuit en de daders hebben het inderdaad gedaan.
Wat deed de geheime diplomatie, de achterkamertjes?

Macht, narcisme en minderwaardigheidscomplex spelen een grote rol.
En de reeds gebeurde geschiedenis: Rusland moet havens hebben en heeft daar keer op keer voor geknokt.
Zeker voor de Krim. Sinds Catharina de Grote hoort voor de Russen de Krim er gewoon bij. Maar opeens zat dit er niet meer bij.
Zoiets vreemds kan een mens niet bevatten.
Is alles dan voor niets geweest, denkt Poetin dan, de hele Peter de Grote en alles wat erna kwam?
Het praat niets goed, maar verklaart wel veel.

Begrijpt men elkaar?
Poetin begrijpt het Westen wel, maar zichzelf niet? Waartoe die drang naar hegemonie, is het sentiment ervan niet vals?
Obama snapt zijn eigen rol niet, maar ook bitter weinig van Rusland. Dat is een dubbel gebrek, dan snapt Poetin het een stuk beter.
Die voorsprong van 1-0 is knap gevaarlijk zoals echte en onechte geschiedenissen leren.
Beiden denken dat het volk ziet dat wat zij doen wel goed is. Je kunt het denken, maar dat werkt niet altijd zoals je wilt.
Poetin ziet machtsverschuivingen in Europa van West naar Oost die inderdaad historisch zijn. Het Westen, ook de Nederlandse minister die met droge ogen vertelt dat de Russen niet meer op onze mooie defensiecursussen mogen komen, denkt echt dat de hele wereld zit te springen om bij de NAVO en de EU te mogen horen.
Het is zo vanzelfsprekend, dat niets anders meer begrepen kan worden.
Net als de Rus die het logisch vindt dat de nieuwe Caesar regeert, wat moet zo’n vorst anders gaan doen?

Zo komt de geschiedenis pruttelend weer op gang, met hulp van het alom aanwezige nieuwe nationalisme.
Niet toevallig ontstaat dat ook ‘bij ons’. Niet alleen bij de PVV.
Helaas heeft één vroegere speler veel aan kracht en macht ingeboet, de progressieve socialistische internationale beweging. Door maatschappelijke veranderingen, eigen fouten en de werking van illusies van machtshegemoniale ideologieën.
Iets als zo’n beweging zal toch haar rol weer moeten spelen. In de echte geschiedenis.
Anders tellen alleen de vermeende nationale en economische belangen.
En dan krijgt Fukuyama, ook al wil hij het misschien niet meer, op een wat andere manier toch te veel gelijk.

Hoe anders met kracht een goede richting te vinden, politiek en moreel?
Wellicht nog belangrijker: een internationale vredesbeweging, geïnspireerd door wat dan ook, maar wel ‘in vereniging’, solidair en internationaal.














zaterdag 5 april 2014

Nagarjuna over geweldloosheid


Geweldloos leven is moeilijk. Het woord pacifisme hoor je niet vaak meer. Woorden raken in de vergetelheid. Misschien is het belangrijk te bedenken dat pacifisme en geweldloosheid vooral een streven moet zijn. Dat houdt in dat je het meestal niet in absolute zin bereikt, maar er wel een heel eind mee kan komen. Als iedereen zou proberen geweldloos te leven zou dat veel meer opleveren dan wanneer het slechts een ideaal van de enkeling wordt, die dat bij hoge uitzondering misschien volledig bereikt.
      Dan moet er wel over blijven worden nagedacht, ook in landen als Birma, Siam (Thailand) en Sri Lanka. Wanneer in zogeheten boeddhistische landen geweld wordt gebruikt tegen moslims, hindoes of andere religieuze en etnische groepen, haakt er iets. Boeddhisme preekt toch geweldloosheid? Of bestaan er verschillende soorten boeddhisme, zonder en met geweld?

In het boeddhisme bestaan mooie termen als ‘metta’ (liefdevolle vriendelijkheid) en ‘karuna’ (mededogen en ontferming). Zoals in alle wereldbeschouwingen en religies, net als bij politieke partijen, zijn er termen die werken als ankerpunten. Ze stimuleren sociaal gedrag een richting te geven. Het boeddhisme is er vol van.
    Nagarjuna, die voor zover bekend leefde in de tweede eeuw van onze jaartelling, was een van de grondvesters van de mahayana richting. Hij schreef veel, al is lang niet zeker of al die geschriften afkomstig zijn van dezelfde auteur. Nagarjuna schrijft over het boeddhisme als middenweg en introduceerde termen en ideeën die nu nog gangbaar zijn. Volgens hem staat altijd alles in verband met elkaar. Iets dat los bestaat, is er niet. Dingen bestaan niet los van elkaar, maar woorden die los staan hebben ook geen betekenis. Woorden die los komen te staan verliezen aldus aan betekenis.

De consequentie is (onder meer) dat willen woorden geen betekenis verliezen, er over nagedacht moet blijven worden. Ook op het niveau van de alledaagse werkelijkheid, zoals de politiek en sociaal samenleven. Dat geldt dan ook voor woorden als metta, karuna, en de ethiek van geweldloosheid. Als dat niet gebeurt, als het verband verdwijnt, verliest ook het woord boeddhisme zin. Dat gevoel krijg je soms als je leest dat er boeddhisten zijn die moslims de kop inslaan.

Maar zover hoeft het niet te komen. De geëngageerde boeddhist Sulak Sivaraksa interpreteert het zo: ‘Toen Nagarjuna werd gevraagd het onderricht van de Boeddha samen te vatten, antwoordde hij in één woord: ahimsa, geweldloosheid. Geweldloosheid betekent niet dat je niets doet. Het is een proactief, veelomvattend proces van het aanpakken van conflicten door communicatie en het delen van hulpbronnen.’
    Nagarjuna was een vernieuwer en hij verdiepte het inzicht in de Boeddha-dharma, de leer. Sivaraksa is een man van deze tijd die heel concreet is, breed blijft kijken, én actief is. Zogenoemde boeddhistische landen waar gewelddadigheid heerst mogen gerust aangesproken worden op waar zij mee bezig zijn. Dat geldt trouwens ook voor elders op de wereld en dicht bij huis. Het zou mooi zijn als woorden als pacifisme weer meer inhoud kregen.
    Sivaraksa zegt bovendien niet zomaar dat het om communicatie gaat als ‘ahimsa’ aan de orde is. Wanneer je de huidige spanning tussen West-Europa en Rusland ziet, zie je vooral hoe weinig politici en voorbijgangers proberen elkaars gevoelens en positie te begrijpen. Dat is gevaarlijk en roept geweld op.





Het citaat komt uit: Sulak Sivaraksa, Wijs en duurzaam, Een boeddhistisch geïnspireerde economie, Uitgeverij Asoka, Rotterdam 2010, p. 29.













woensdag 2 april 2014

‘Vandaag de dag’ als argument – Spinoza, aanbesteden en de Europese Unie


Niet lang geleden, op een maandagavond vlak voor het mooie weer toesloeg, buiten vakantietijd, zat ik op de halfachtboot van Schiermonnikoog. De meeste overwinterende kramsvogels en vinken op de stuifdijk waren weer weg, het voorjaar zou spoedig komen. Maar dit was nog een frisse, grijze winderige dag.
Op de boot zaten ongeveer 40, hooguit 50 passagiers. Ik denk ongeveer 20 mensen die werken of wonen op Schier, 10 wat verlate weekendtoeristen op de terugweg en 10 dagjesmensen, natuurliefhebbers.
Niet druk. De halfvijfboot is in de winter drukker. Daar zitten de bouwvakkers en schoonmaaksters op die werken op Schier, maar er niet wonen.

Mooi dat de boot vaart. Overduidelijk dat dit alleen uitkan als hier veel volle zomerboten tegenover staan. Want er zit wel tien man personeel op, hapjes staan warm te wachten en niet iedereen koopt snert. Daarbij komt nog de hele gesubsidieerde infrastructuur, alleen al het steeds open houden van de vaargeul moet heel wat kosten.
    De avondboot inspireert tot nadenken, ook kriskras. Zo vallen gedachten binnen over Doeksen, Terschelling, gebrekkige logica en Spinoza.

Er staat genoeg gebrekkige logica in de kranten. Niets mooiers colleges over drogredenen te geven aan de hand van krantenartikelen. In dit geval valt iets op over Rederij Doeksen en de aanbesteding van de veerdienst naar Terschelling en Vlieland. In de krant staat dat de belangrijkste adviseur van het Europese Hof te Luxemburg heeft gezegd dat voor een onderhands monopolie in deze tijd geen plaats is.
      Zou hij het echt zo gezegd hebben? Centraal in dit argument staat ‘in deze tijd’. Dat iets in deze tijd gewoon is zou een argument zijn dat in alle gevallen zo te doen. Wat natuurlijk onzinnig is. En saai.
    Dit argument komt trouwens vaak voor. Hoe vaak zeggen politici niet: ‘Het is toch niet van deze tijd dat ...’ Dat is dus geen goed argument, wel een soort krachtargument. Je moet toch wel dom zijn het tegen te spreken. Dan is het dus ook een argument op de persoon, tegen jou gericht. Tegenspreken stelt je kwetsbaar op, want de bewijslast wordt omgekeerd. Het is ook een argument van: ‘Iedereen vindt dit, volg de massa nu maar ….’ Maar afwijzen van iets wat misschien heel algemeen is, is hoeft helemaal niet dom te zijn. Het beste is goed naar de inhoud te kijken om vast te stellen wat redelijk is.

De massa zomaar volgen? Baruch de Spinoza (1632-1677), onze grootste filosoof, bezondigde zich niet aan valse redeneringen. Daarbij had hij kennelijk een hekel aan slaafse volgzaamheid in woord en daad, zoals blijk uit de volgende woorden: ‘De Staat verder, wiens vrede afhangt van de traagheid van de onderdanen, die zich namelijk als stukken vee laten leiden om slechts te leren dienen, kan beter betiteld worden als eenzaamheid dan als burgerlijke samenleving.’

Wie Spinoza’s idee van een goede samenleving wil volgen, wijst dus de onnadenkende slaafse meeloperij af.
      Dan mag je je ook afvragen wat redelijk is voor de veerdienst naar Terschelling. Op de boot van Schier vroeg in het jaar tussen een handjevol passagiers vind ik een onderhands monopolie prima, zolang goed en openbaar gecontroleerd wordt dat er geen misbruik van wordt gemaakt en de kwaliteit deugt. Of is het soms redelijk verschillende veerdiensten te pressen bij nacht en ontij leeg heen en weer te varen?






De volgorde van wat hier staat is wat door elkaar gehusseld. De formulering van de adviseur van het Europese Hof kwam naar voren in De Volkskrant van 28 maart jl.

Citaat van Spinoza staat in: Benedictus de Spinoza, (Hoofdstukken uit) De politieke verhandeling, hoofdstuk 5, paragraaf 4, Boom, Meppel, Amsterdam 1985, p. 77.
Van dit boek is trouwens recent een nieuwe uitgave verschenen: Benedictus de Spinoza, Staatkundige verhandeling, Wereldbibliotheek, Amsterdam 2014.







De Friesland van Rederij Doeksen