zaterdag 5 april 2014

Nagarjuna over geweldloosheid


Geweldloos leven is moeilijk. Het woord pacifisme hoor je niet vaak meer. Woorden raken in de vergetelheid. Misschien is het belangrijk te bedenken dat pacifisme en geweldloosheid vooral een streven moet zijn. Dat houdt in dat je het meestal niet in absolute zin bereikt, maar er wel een heel eind mee kan komen. Als iedereen zou proberen geweldloos te leven zou dat veel meer opleveren dan wanneer het slechts een ideaal van de enkeling wordt, die dat bij hoge uitzondering misschien volledig bereikt.
      Dan moet er wel over blijven worden nagedacht, ook in landen als Birma, Siam (Thailand) en Sri Lanka. Wanneer in zogeheten boeddhistische landen geweld wordt gebruikt tegen moslims, hindoes of andere religieuze en etnische groepen, haakt er iets. Boeddhisme preekt toch geweldloosheid? Of bestaan er verschillende soorten boeddhisme, zonder en met geweld?

In het boeddhisme bestaan mooie termen als ‘metta’ (liefdevolle vriendelijkheid) en ‘karuna’ (mededogen en ontferming). Zoals in alle wereldbeschouwingen en religies, net als bij politieke partijen, zijn er termen die werken als ankerpunten. Ze stimuleren sociaal gedrag een richting te geven. Het boeddhisme is er vol van.
    Nagarjuna, die voor zover bekend leefde in de tweede eeuw van onze jaartelling, was een van de grondvesters van de mahayana richting. Hij schreef veel, al is lang niet zeker of al die geschriften afkomstig zijn van dezelfde auteur. Nagarjuna schrijft over het boeddhisme als middenweg en introduceerde termen en ideeën die nu nog gangbaar zijn. Volgens hem staat altijd alles in verband met elkaar. Iets dat los bestaat, is er niet. Dingen bestaan niet los van elkaar, maar woorden die los staan hebben ook geen betekenis. Woorden die los komen te staan verliezen aldus aan betekenis.

De consequentie is (onder meer) dat willen woorden geen betekenis verliezen, er over nagedacht moet blijven worden. Ook op het niveau van de alledaagse werkelijkheid, zoals de politiek en sociaal samenleven. Dat geldt dan ook voor woorden als metta, karuna, en de ethiek van geweldloosheid. Als dat niet gebeurt, als het verband verdwijnt, verliest ook het woord boeddhisme zin. Dat gevoel krijg je soms als je leest dat er boeddhisten zijn die moslims de kop inslaan.

Maar zover hoeft het niet te komen. De geëngageerde boeddhist Sulak Sivaraksa interpreteert het zo: ‘Toen Nagarjuna werd gevraagd het onderricht van de Boeddha samen te vatten, antwoordde hij in één woord: ahimsa, geweldloosheid. Geweldloosheid betekent niet dat je niets doet. Het is een proactief, veelomvattend proces van het aanpakken van conflicten door communicatie en het delen van hulpbronnen.’
    Nagarjuna was een vernieuwer en hij verdiepte het inzicht in de Boeddha-dharma, de leer. Sivaraksa is een man van deze tijd die heel concreet is, breed blijft kijken, én actief is. Zogenoemde boeddhistische landen waar gewelddadigheid heerst mogen gerust aangesproken worden op waar zij mee bezig zijn. Dat geldt trouwens ook voor elders op de wereld en dicht bij huis. Het zou mooi zijn als woorden als pacifisme weer meer inhoud kregen.
    Sivaraksa zegt bovendien niet zomaar dat het om communicatie gaat als ‘ahimsa’ aan de orde is. Wanneer je de huidige spanning tussen West-Europa en Rusland ziet, zie je vooral hoe weinig politici en voorbijgangers proberen elkaars gevoelens en positie te begrijpen. Dat is gevaarlijk en roept geweld op.





Het citaat komt uit: Sulak Sivaraksa, Wijs en duurzaam, Een boeddhistisch geïnspireerde economie, Uitgeverij Asoka, Rotterdam 2010, p. 29.