De biologie is altijd leerzaam voor de sociologie en de ethiek. Denk aan het prachtige boek van Geerat Vermeij, Schelpen en beschaving. Maar ook bij Midas Dekkers kun je terecht. Dat blijkt uit het eerste nummer van het ‘FNVMagazine’ van dit jaar. Met Midas Dekkers over de evolutie, beelden over de mens, en de conclusie dat economische groei helemaal niet goed is, want die leidt maar tot ruzie.
Ja, dat kan iedereen weliswaar zien, maar kennelijk is een bioloog nodig om wat ieder wel zou kunnen zien ook daadwerkelijk aanschouwelijk te maken. Daarom zijn boeken over evolutie zo nuttig voor politieke bewustwording over wat ‘we’ nu eigenlijk aan het doen zijn. Over de aarde, de biodiversiteit en de politieke vragen rondom oorlog en vrede, dus rondom de wijze waarop mensen denken met elkaar samen te kunnen leven.
Dekkers die spreekt over de mens als sociaal dier, het lijkt alsof je Aristoteles weer hoort: ‘Twee zielen wonen in zijn borst.’ Bij die vermeend sociale mens dus. Mensen moeten samenwerken om te kunnen overleven, heel sociaal, maar vechten elkaar ook de tent uit. Net als dieren waarvan er één een prooi te pakken heeft, die hem echter wordt misgund.
Elkaar de tent uitvechten, alleen jezelf voorop stellen, dat gaat de wereld wel goed af momenteel. In het groot, in de wereldpolitiek, in het klein bij het eigenbelang dat in verkiezingstijd – met sausjes van mooie woorden – uitgebuit wordt om zelf aan de macht te komen. En ja, dit past dus bij die ene ziel in de borst van de mens. Biologen als Dekkers wijzen op het realisme van dat inzicht.
Kennelijk is het de kunst die andere, de ‘goede’ ziel te voeden, te versterken. Sociale eigenschappen zijn een haperende motor, maar ieder weet dat haperende motoren gerepareerd moeten worden.
Daarvoor is inzicht nodig. Al is de mens dubbelzinnig sociaal, het op elkaar aangewezen zijn met al die mensen op één kleine wereldbol, dat aspect in onophefbaar. Maar opheffen of liever terugdringen van egoïsme en beperkt eigenbelang vergt veel inzet. De ene ziel moet zich sterk en aantrekkelijk uiten, zo nodig dus met de hulp van de inzichten van de biologie.
Inzichten uit de biologie? Nogal aantrekkelijk (maar niet heus) als je net leest over de gigantische verwoesting van het grootste koraalrif ter wereld, het Groot Barrièrerif. Dat betekent heel wat meer dan een verlies van een leuke kleurige onderwaterbezienswaardigheid. Hoeveel leven van hoeveel soorten is hiermee niet in het geding?
Toch tonen de grotere gevolgen voor de biodiversiteit en het leven dat hier een inzicht kan ontstaan waarvan kan worden geleerd. Veel over het ecologische geheel dat in laatste instantie alle leven op onze planeet bepaalt. Oorzaak is hier de opwarming, al kunnen meer factoren meespelen.
Je moet durven erbij stil te blijven staan, dat vraagt de sociale inborst. Niet meegaan met de mode die zegt dat teveel tv kijken je alleen maar chagrijnig maakt. Chagrijn hoeft niet, bewustwording wel.
Ontkenners zullen weer van zich laten horen en eerst er van alles bij willen slepen voor ze halfslachtig willen erkennen dat er wat aan de hand is. Juist dan blijft de biologie leerzaam. Erkenning zoeken voor de natuur als een bestaansvoorwaarde voor alle mogelijkheden van leven, in alle rijke schakeringen en samenhang.
Daarom moet er voorzorg voor deze diversiteit bestaan. Het zekere voor het onzekere. Voorzorg, de bewijslast leggen bij de ontkenners en wegkijkers. Hele wetenschap stellen tegenover de halve.
Midas Dekkers zei ooit in een tv-programma dat je de natuur kunt bestuderen door een hoepeltje in je tuin de gooien om zo te zien hoe rijk het leven daarbinnen kan zijn. In mijn eigen tuin kan ik naar de slakken kijken en mopperen over die lange zwarte sigaren die mijn plantjes opeten. Maar welbeschouwd zitten in deze tuin minstens acht soorten kleine en grotere slakjes. In het geheel bestaat er een groter evenwicht dan wat je op het eerste gezicht ziet. Juist zo’n klein hoepeltje kan dan helpen de blik te verbreden en dat kan op veel meer manieren.
Het kleine bestaat in en door het grotere geheel. Aardig is dat Dekkers in het stukje in ‘FNVMagazine’ ook radicaal overstapt van een groter naar kleiner niveau en dan weer terug.
Zo meent hij dat te groot wonen een vorm van diefstal is. Je kunt alle woon- en leefruimte en de natuur toch veel eerlijker, beter verdelen? Zo kan de goede ziel strijden tegen de met angst en ijdelheid vervulde andere ziel, die zo gauw meent alweer tekort te komen. Bij een rationele verdeling en inzicht in de rijkdom is er slechts winst voor het geheel, dus voor ieder die daar deel van uitmaakt. Wat kom je dan tekort?
Ondanks het realisme over het bestaan van die ene vaak duistere ziel lijkt Dekkers haast (?) een socialist. Andere verdelingen en doelen van economisch profijt, van grondstoffen, van bezit (enzovoorts), dat is toch gewoon beter?
Hallo mens, hier is je mensbeeld als sociaal en vechtend wezen. Er zal nog veel moeten gebeuren, vanuit de dialectiek van deze verdubbelde zielen. Want in het totale biologisch systeem kan het kwade overwinnen, en dat is zelfs voor een deel al gebeurd. Zie het Groot Barrièrerif.
Het goede blijft een mogelijkheid, maar zal nooit een kant-en-klaar eindresultaat worden. Maar je bent er zelf bij. Werk aan de winkel!
Artikel: Interview van Peter Beekman met Midas Dekkers, Óns vaderland is een belachelijke gedachte’, in FNVMagazine, Magazine voorleden, nr. 1, 2017.
Genoemd boek: Geerat Vermeij, Schelpen en beschaving, De evolutionaire zienswijze van Geerat Vermeij, Nieuw Amsterdam Uitgevers 2011.
Deze gekielde loofslak – Hygromia cinctella, een exoot – eet in mijn tuin niet alleen van het loof, maar ruimt ook de restantjes op. Hoe komt hij hier? Misschien hebben buren planten uit Zuid-Frankrijk meegenomen voor hun tuin, met daarin wat ongeziene slakken? Binnen de samenhang der dingen speelt menselijk ingrijpen zo een rol. En dat dit slakje in het koudere Nederland in leven blijft zegt weer iets over de opwarming.