maandag 2 juni 2014

Friedrich Engels over Nederland


Karl Marx heeft wel over Nederland geschreven. Hij had er familie waarmee hij correspondeerde. In zijn jongere jaren ging hij op familiebezoek en vond de trage trekschuit in Nederland nog snel vergeleken met Duitse sociale en politieke ontwikkeling.
      Marx moppert: ‘De kleinste Nederlander is nog een staatsburger in vergelijking met de grootste Duitser.’ (Brief aan Arnold Ruge, maart 1843) Een stelling die hij voor zover ik weet later niet meer nodig vond te herhalen.

Later sprak hij wel eens over de vreedzame en democratische weg naar het socialisme en zag mogelijkheden voor enkele landen, zoals Engeland, Verenigde Staten en Nederland. Marx zag de noodzaak een eindig kapitalisme te vervangen door een socialistische maatschappij. Dat zulke grote veranderingen vaak met geweld gepaard gaan, kon men moeilijk ontkennen. Zo’n weg propageerde Marx niet, maar hij was realistisch. Voor Nederland en enkele andere landen zag hij bij wijze van uitzondering een mogelijk vreedzaam lichtpunt.
      Marx op bezoek in Nederland: ‘… en wanneer ik met uw instituties beter bekend zou zijn, zou ik hier misschien ook Holland aan toevoegen – waar de arbeiders langs vreedzame weg hun doel kunnen bereiken.’ (Rede in Nederland kort na het congres te Den Haag van de Internationale, 8 september 1872)

Niet alleen Marx, ook zijn vriend en politieke sparringpartner Friedrich Engels noemt Nederland in verschillende politieke verbanden. Een interessant voorbeeld herinnert direct aan de huidige discussies over de Europese Unie, de Euro en de verhouding tussen Nederland en Duitsland. Beide landen zijn economisch innig verbonden. Een breuk in dat verband heeft grote consequenties voor welvaart en ontwikkeling. Zegt men nu dat Nederland moet uitkijken zich te los te maken van de Duitse economie, in 1555 en de jaren die volgden lag dit belang omgekeerd. In 1555 splitste het Heilige Roomse Rijk, verloor ‘Holland’ de band met Duitsland, kwam onder Spanje en werd zoals bekend daarna zelfstandig. Duitsland verloor daarmee voor lange tijd belangrijke handelswegen over zee en werd deels afhankelijk van de Nederlandse tussenhandel.

In een recensie in 1859 kijkt Engels op deze historische periode terug en schrijft over de stagnatie in de tijd van en na de Duitse Dertigjarige Oorlog. De Nederlandse autonomie en vooruitgang worden in die tijd een rem voor de Duitse ontwikkeling.
      Engels: ‘Doordat Holland zich losmaakte van het Rijk werd Duitsland afgesneden van de wereldhandel en werd zijn industriële ontwikkeling van meet af aan beperkt tot de meest bekrompen verhoudingen; en terwijl de Duitsers zich langzaam en moeizaam herstelden van de verwoestingen, die de burgeroorlogen hadden aangericht, terwijl al hun burgerlijke energie – die nooit bijzonder groot was – werd verspild in de vruchteloze strijd tegen de tolbarrières en de krankzinnige handelsvoorschriften (…) veroverden Holland, Engeland en Frankrijk intussen de voorste plaatsen in de wereldhandel, …’ (Recensie van Karl Marx, ‘Bijdrage tot de kritiek op de politieke economie’  in het weekblad Das Volk, 6 augustus 1859) Dit is samengevat, men leze Engels.
    Is dit leerzaam? Gezien de huidige discussies over economische unies, samenwerking en zelfstandigheid kun je als je Engels leest leren dat je de objectieve samenhang niet kunt ontkennen en historisch vooruit moet denken, en niet nationalistisch achteruit. Dat betekent overigens niet dat een zuiver kapitalistische dominantie inmiddels ook niet achterhaald zou kunnen zijn, of dat op afzienbare termijn zou kunnen worden. Dan ligt het hele vraagstuk wel wat anders dan zoals zo vaak wordt voorgesteld. Achteruit is echter nooit vooruit, dat weet ieder kind.





Meer over Marx en Engels weten? Lees bijvoorbeeld mijn boek Marx, zó gelezen

Zie voor meer informatie en  bestellen mijn website: www.jasperschaaf.nl

Ook te bestellen bij uitgeverij Damon of bij de boekhandel