Na jaren in het hoger beroepsonderwijs gewerkt te hebben – het meest aan sociaalagogische opleidingen – is het leuk en boeiend oud-studenten tegen te komen. Dat gebeurt regelmatig. Mooi is vooral te horen wat ze nu doen. Nog actief in zorg en welzijn, of de jeugdzorg? Sommigen werken totaal ergens anders. Anderen zijn stevige werkers in de zorg met heel uiteenlopende ervaringen.
De laatste tijd ben ik enkele keren van die stevige inmiddels ervaren types tegengekomen. Met hun voeten in de klei, maar vaak ook met een overall-blik, met visie. Daarbij kreeg ik een paar keer spontaan te horen dat ze veel aan de ethiek- en filosofielessen hadden gehad.
Nu kan dat een vriendelijkheid zijn, maar enkele van die studenten van tien, vijftien of twintig jaar geleden wisten zo boektitels van mijn boeken te noemen en er ook nog inhoudelijk over te vertellen. Dat was een aangename verrassing, want met ethiek heb ik vaak een insteek gekozen die aardig afweek van wat zo’n jaar of twintig geleden gangbaar was.
Kortweg gezegd waren er destijds ethiekboeken vanuit twee invalshoeken. De eerste was een volledig praktische benadering, waarbij dilemma’s uit de beroepspraktijk werden voorgelegd. De tweede was een meer theoretische benadering, waarin eerst bekende klassieke theorieën over ethiek werden uiteengezet en daarna een praktische toepassing werd weergegeven. De werkvorm voor studenten bestond vaak uit meningsvorming over dilemma’s. Vaak in een vorm die alle verwoorde standpunten als mogelijkheid accepteerde, mits voldoende argumenten werden gegeven.
In 2002 schreef ik ‘Dilemma’s en keuzes’. Voor een deel bevat dit ethiekboek dezelfde elementen als net genoemd. Maar de volgorde en afronding van behandeling was heel anders, naar mijn mening sterker op problemen en goede werkwijzen van de praktijk gebaseerd dan sommige andere boeken. Het boek begint met ervaringen uit de jeugdzorg, OGGZ en zorg voor meervoudig gehandicapten, waarin communicatie, contact en respect centraal staat. Werkwijzen en begrippen die elders vaak in de loop van het verhaal ter sprake kwamen, vormen hier het ethisch en methodologisch beginpunt. Daarna volgen sociaalethische en filosofische theorie, casuïstiek, enzovoorts.
De werkwijze voor de studenten hierbij: ook hier ging het meningsvorming over praktisch handelen in moeilijke situaties, maar de vorm van de opdracht vereiste dat altijd een slotconclusie moest worden getrokken. De werker in de praktijk moet ook iets doen en zijn/haar handelen verantwoorden. Op dat niveau werd de student bevraagd.
De verschillen lijken niet zo groot. Maar nu terugkijkend met voormalige studenten blijkt de start met het goede contact, de wederkerigheid, het respect en de communicatievormen als ethische basis nog altijd sterk aan te spreken. En goed gehanteerd door werkers met power. Het omgekeerde geldt natuurlijk ook: ik heb het ook van hen, echt niet allemaal zelf bedacht. Dat het aanspreekt? Sommigen beginnen er zelf over.
In ‘Dilemma’s en keuzes’ staat onder meer: ‘Ethiek betekent daarom ook: contact kunnen en willen leggen met de ander en met de werkelijkheid van die ander.’ (pag. 69) Er wordt hier een korte casus bij genoemd waarin een jongerenwerker op een avond in de buurt zegt: ‘Alles draait om het leggen van contact. Natuurlijk zijn die jongeren wel eens lastig, maar dan moet je er juist op afstappen.’ Daar was ik zelf bij in die wijk en in ‘Dilemma’s en keuzes’ wordt dit thema filosofisch verder uitgewerkt. Dat sprak vaak aan. Niet altijd direct, er werd wel stevig meedenken en lezen verondersteld, niet zo makkelijk.
Een recensent van ‘Dilemma’s en keuzes’ uit de hoek van het maatschappelijk werk vond dat in het boek ethiek en methodiek teveel in één betoog worden behandeld, terwijl hij dat nu juist wilde onderscheiden. Inderdaad was dat precies de opzet, die afweek van het mijns inziens soms te scherp scheiden van terreinen, vakken, theorieën, visies over methoden en soms ook de verschillende leerboeken.
Op de omslag van het boek staat een foto van het haventerrein op Terschelling waar boeien liggen te wachten op hun plekje op zee om de vaargeul aan te geven. Het idee is dat een boei een norm is, maar dat wanneer er meerdere normen en waarden tegelijk in het spel zijn, de werker in lastige situaties dan nog zijn weg zal moeten zoeken. En deze moet kunnen verantwoorden.
Is het boek nog bruikbaar? De gedachtelijn is nog altijd actueel, de uitwerking ongetwijfeld meer theoretisch dan wat vandaag de dag gangbaar is. Bovendien is de casuïstiek deels verouderd. De veranderingen in de zorg en positionering van de werkers vragen ook om nieuwe cases. Daarnaast zijn er nog de politiek-maatschappelijke veranderingen die doorwerken, ook in argumentaties.
Maar mocht een andere docent – nog niet met pensioen – er een uitdaging in zien het boek om te vormen naar anno nu en dit dan in het onderwijs te gebruiken, dan kan deze rekenen op mijn medewerking.
Ethiek doet ertoe en moet op goed niveau worden behandeld. Ook de werkers van vandaag, bij wat voor instelling, organisatie of sociaal wijkteam dan ook, zullen zelf moeten kunnen reflecteren over de weg die zij volgen en de keuzes die mensen vanuit verschillende invalshoeken maken.
Zorg en welzijn, de werker heeft hierin altijd zelf medeverantwoordelijkheid. Daar is op zich niets aan veranderd.
Boek: Jasper Schaaf, Dilemma’s en keuzes, Sociale ethiek in de actuele praktijk van welzijn en hulpverlening, Uitgeverij Damon, Budel 2002.
Zie op de website van Uitgeverij Damon