maandag 2 februari 2015

Meekijken wat’ie nu weer vindt






Gisteren in De Onlanden, het deel dat ook wel Peizermaden wordt genoemd. Even kijken of er nog aardige vogels te vogelen zijn. Even richting riet gelopen, waar twee op het oog vrij jonge reeën staan. Deze ree wil er wel meer van weten. Nieuwsgierig, of wil hij zich vooral niet al te snel laten opjagen? Zoals zo vaak met dieren lopen ze niet hard er vandoor als je zelf ook rustig blijft staan of wat rondscharrelt. De ree wil meekijken wat er te vinden is. Wellicht geldt dat ook voor mensen. Even meekijken wat er te vinden is.





Zomaar op het strand? Dit bot is bijzonder. Het is fossiel, waarschijnlijk vroeg holoceen. Mogelijk van een wild zwijn of hertachtige. De twee deskundigen die er naar keken zijn er niet helemaal uit welk dier het geweest is. De punt aan de bot is vermoedelijk lang geleden door mensen gemaakt. Een werktuig, een wapen? Gevonden op een ijskoude dag, 29 maart 2013, noordoostenwind, minstens kracht 6, bij Paal 8 op Schiermonnikoog. Het lag op een uitgewaaid vlak stuk strand tussen hoog opgewaaide duintjes, iets boven de vloedlijn van dat moment. Zo zie je maar dat de kou trotseren wat moois kan opleveren. Dank voor de determinatie aan Klaas Post en Jørn Zeiler.




Een van de mooiste maar zeldzame schelpen van het Nederlandse strand, die je op de oostelijke Waddeneilanden relatief nog het makkelijkst kunt aantreffen, is de slanke noordhoren (Colus gracilus). Deze komt van Schier, 20 januari 2014, ook al bij Paal 8, in dit geval in de eblijn. Mooi zwart dus oud.




Hierboven zie je een Comarmondia gracilus. Die heeft niet eens een Nederlandse naam, want eigenlijk vind je die hier niet. In de nazomer van 2014 na enkele dagen stevige aanlandige wind lagen er veel plastic voorwerpen op het Terschellinger strand met diverse schelpen erop. Zoals vrij veel wijde mantels (Aequipecten opercularis). Op een kapot plastic ding zat deze Comarmondia gracilus met nog enkele andere soorten. Deze soort komt ten zuiden van Het Kanaal voor, dus dat plastic attribuut zal wel met de golfstroom meegedobberd zijn. Geen grote schelp, 20 mm. Leve Skylge, in dit geval het strand bij Paal 9.400.




Dit is even een paletje schelpen. Recent, namelijk op één plekje gevonden bij de Zandmotor, aan de kant van Ter Heijde ofwel Paal 110.600 van de Hollandse kust. De Zandmotor, de zandsuppletie in de vorm van een schiereiland heeft aan beide kanten vaak lagere plekjes met slenkjes, poeltjes en randjes. Deze schelpen lagen op 27 januari jl. op de rand van zo’n poeltje. Er lang nog meer, vers en fossiel spul door elkaar.
      Op het paletje zie je van bovenaan met de klok mee: stekelhoren (Ocebrena erinaceus), wenteltrap (Epitonium clathrus), asgrauwe tolhoren (Gibbula cineraria), trapgevel (Oenopota turricula), kleine fuikhoren (Nassarius pygmaeus), verdikte fuikhoren (Nassarius incrassatus) en een driehoekige parelmoerneut (Nucula nitidosa).




Dieren die rustig blijven als je zelf ook rustig rondscharrelt. Dat geldt zeker op het strand voor meeuwen en drieteenstrandlopers. Maar deze witwangstern op 19 juni vorig jaar in de Kropswolderbuitenpolder trok zich ook niet veel van alle bekijks aan. De vogel vloog heen en weer boven een randje ruw omhoogstekend planten, distels, misschien wat brandnetels en hoog gras of riet. Daar was kennelijk veel te halen, de vogel vloog heen en weer, heel dichtbij. Ten slotte vloog hij het beeld uit. Een mooi end voor deze blog.