dinsdag 20 juni 2017

Anna Seghers, Het Judasloon – Helaas actueel


Sommige boeken moeten altijd worden herdrukt. Dat geldt ook voor het boek van Anna Seghers, ‘Het judasloon’. Een deprimerend, maar treffend verhaal over een vluchteling in de tijd van het opkomend nazisme in Duitsland.

1933. Maar dit boek gaat niet alleen over geschiedenis, het gaat ook over de vluchteling van nu.
      En vandaag, 20 juni, is het ook nog een keer de Internationale Dag van de Vluchteling. Uitgeroepen door de Verenigde Naties omdat ‘ieder het recht heeft asiel te zoeken en dat te genieten.’ Volgens het Vluchtelingenverdrag.
    Deze dag zal in Nederland wel niet zo uitbundig worden gevierd. In Nederland en elders in Europa gebeurt iets dat ieder sinds 1933 kan lezen in de roman van Anna Seghers. Daarom is dit verhaal zo treffend, en daarom is het goed dat het boek opnieuw is uitgegeven.

Het verhaal is eigenlijk eenvoudig. Een jonge socialist heeft zich in de knokpartijen tussen links en rechts in het toenemend extremistische Duitsland in de nesten gewerkt en wordt door de politie gezocht. Hij duikt onder in een boerengemeenschap die hem verder niet kent. In deze gemeenschap van platteland, dorp en de kleine stad rukt het nazisme op.
    Het knappe van Seghers boek is dat ze laat zien dat heel gewone dingen van het dagelijks leven een grote rol spelen in het proces van toenemend rechts extremisme. Dingen als ‘zich uitgesloten voelen’, afnemende welvaart of zelfs armoede, onzekerheid over de toekomst, jaloezie tussen groepen en personen. En vooral het groepsproces waarin het ‘wel weer erbij mogen horen’ in taal en daad toegelaten wordt onder een ogenschijnlijk nieuwe, rechts-extremistische vlag.
      Dat proces gaat stap voor stap, bijna ongemerkt. Maar in samenhang met heel dagelijkse dingen en praatjes ontstaat een totaal andere moraal. Als het gewone leven onvoldoende biedt, ontstaan zieke reacties. Dat is de basis van de politiek van de pathologie. De stoornis is de baas geworden.
    Voor de hoofdpersoon loopt het verkeerd af. Aan het eind van het boek wordt hij kapot geslagen door de mensen die hem eerst een vluchtplaats, een asiel boden.

Deprimerend, treffend en actueel. Mensen willen erbij horen en daar wordt retorisch op ingespeeld. Uit de ban van de taal vluchten is moeilijk. Seghers snapt het proces, schrijft het eenvoudig op, en het klopt.
    Zo komen mensen tegenover elkaar te staan. Is dit in Nederland niet ook zo? Is de halve politiek niet achter de PVV aangelopen en is er geen nieuwe – maar in wezen stokoude – ideologie ontstaan? Is dit geen proces dat nog steeds doorloopt, in de haarvaten van het dagelijks leven?
      Daarom ging het bij de mislukking van het nieuwe kabinet en de tegenstelling GroenLinks en de rest wel degelijk om iets heel wezenlijks. Ook al is er moeilijk grip op te krijgen. Geen grip is een bron van angst en van onbezonnen daden. Ook zogeheten grote partijen als de VVD en het CDA – dat zich ook nog eens christelijk noemt – buigen en spelen mee in deze gevaarlijke tendens naar rechts. Het zijn dan geen leiders meer, maar slaafse volgers.

Humaan beleid is zeker lastig, ook omdat er inderdaad een perspectiefvol economisch en sociaal verhaal bij hoort. Maar een belangrijke bron van rechts-extremisme is het toegeven aan de angst voor de moeilijkheid.
      Daarom is het vandaag de Dag van de Vluchteling. Morgen ook nog trouwens ….





Anna Seghers, Het judasloon, Uitgeverij Van Gennep, Amsterdam 2017, ISBN 9789461643773