zondag 19 februari 2017

Vuistregels voor communicatie en participatie


Er wordt weer eens veel gesproken over participatie en nieuwe vormen van democratie. De media suggereren weer heel wat en de politici sloffen er achteraan. Nieuwe partijtjes beloven dat alles anders wordt, maar hun ideetjes zijn zo dun als het restje ijs dat bij 10 graad Celsius hier en daar nog op de sloten ligt. Of het zijn ideeën die een enkele keer goed kunnen werken, maar niet permanent.

Participatie kan niet los gezien worden van communicatie en consequent handelen. Bij het project Heel de Buurt dat in Groningen in 2001 werd afgerond bespraken buurtbewoners en projectmedewerkers waarom hier dingen goed liepen, terwijl dat voorheen vaak niet zo was.
      Bestaan er beproefde universele recepten? Lokaal is natuurlijk per definitie al niet universeel, maar je kunt wel vuistregels noemen voor goede communicatie. Als je je daar aan houdt, kom je met besluiten en veranderingen een heel eind. In de wijk, dorp en stad, en in de politiek in het algemeen. Ook bij moeilijke besluiten die soms nodig kunnen zijn en die niet mogen vallen zonder dat er een echt goed draagvlak voor bestaat.

Het projectverslag gaf diverse sleutels voor succes. Vooral bedoeld voor langere termijn resultaten. Hieruit een top tien tips, geschikt voor sociale teams en voor wijkgericht werken.


Enkele vuistregels voor goede communicatie

1 – Ga ervan uit dat wat voor jou vanzelfsprekend is dat voor een ander niet is.
2 – Geef informatie liever eerder dan tijdig (beter dan altijd net iets te laat).
3 – Eerst luisteren, dan praten.
4 – Kritiek is informatie. Kleine signalen zijn dat ook. Doe er iets mee.
5 – Respecteer de visie van de ander.
6 – Doe wat je zegt en laat zien wat je doet. Informeer betrokkenen en kom afspraken na.
(Voorwaarde: niet meer beloven dan je waar kunt maken.)
7 – Check achteraf wat je niet hebt gedaan. Koppel dat terug.
(Een eigen afsprakenboekje bijhouden kan een goed hulpmiddel zijn.)
8 – Loop eens naar de ander toe. Er is meer dan telefoontjes, briefjes en mailtjes.
9 – Streef continuïteit na. Niet te vaak werkwijzen, procedures en planningen veranderen.
10 – De herhaling telt (al kan dat soms heel vervelend zijn).