dinsdag 14 april 2020

Eén en slechts één prioriteit is de hoogste prioriteit

‘De complexe verstrengeling van oorzaak-gevolg relaties leidt ertoe dat iedere ingreep in het systeem op vele aspecten invloed heeft.’ (1)


Eigenlijk overbodig te zeggen. De prioriteit is het hoogste wat men nastreeft, het woord zegt het al. Je kunt prioriteiten of voorkeuren gaan ordenen, maar het woord prioriteit dwingt af te zeggen wat eerst komt, wat het laatst komt, wat het belangrijkste is en wat niet.
      Zinvol, nuttig, belangrijk, het belangrijkste, het gaat om de top van de rangorde. De prioriteit is een maatgevende uitspraak.
      Tal van woordentrucs kunnen afleiden van het maken van een echte rangorde, gebruik dan ook de term prioriteit niet.

In zekere zin valt in de ecologie de prioriteitsbepaling weg, want daarin gaat het om de samenhang der dingen, waarin elk stukje een beetje van het geheel bepaalt. Elk stukje deelt dan in de prioriteit als het gaat om het bestaan van alles.
    ‘De complexe verstrengeling van oorzaak-gevolg relaties leidt ertoe dat iedere ingreep in het systeem op vele aspecten invloed heeft. (…) Een ecosysteem kan eigenlijk gezien worden als één grote complexe machine. Als er aan één wieltje wordt gedraaid verschuift in principe alles’ (1) Zo is – volgens dit citaat – de wereld één dynamiek, waarin het leven ontstaan is en in haar vormverandering steeds opnieuw ontstaat.

Als het leven er eenmaal is, streeft het naar voortbestaan. Aristoteles en Spinoza wezen hier al op, Darwin, Wallace en hun tijdgenoten legden de principes en mechanismen bloot van al die draaiende wieltjes, dat gaf een enorme impuls aan de biologische wetenschap die nog altijd volop in ontwikkeling is en tal van nieuwe ontdekkingen doet.
    Helaas betreffen die ontdekkingen ook in hoge mate de kwetsbaarheid en het verval van het ecosysteem. Tal van soorten sterven uit. Dat is nooit anders geweest en op zich geen probleem als er weer soorten ontstaan en deze ontwikkelingen in balans zijn. Maar dat is het momenteel nu juist niet.
      Er is door de klimaatverandering en aantasting van de biodiversiteit zelfs sprake van een mogelijk uitsterven van de helft van alle soorten op aarde aan het eind van deze eeuw. (1) De helft, dat betreft duizenden soorten. Ja, je leest het goed: de helft.

Dat gebeurt door toedoen van de mens, door de opwarming, het vernietigen van biotopen en arealen, vervuiling enzovoort. En van de andere kant benaderd gaat het hier tegelijk ook om ingrijpende effecten vanuit die aangetaste natuur op de mens. Diverse schrijvers wijzen momenteel bij de coronacrisis op de destructieve houtkap van het tropisch regenwoud. Dat wijkt voor landbouw, waarmee – samen met andere nadelen van deze ontbossing – ook het risico van infectieziekten groeit. (2)

De balans is zoek en raakt nog verder weg, waarbij – onder andere door evolutie – nieuwe, ongekende levensvormen ontstaan. Deze kunnen bedreigend zijn, terwijl juist levensvormen die bescherming boden onder druk staan en mogelijk verdwijnen.
    Daarmee is de mens, de mensheid in het geding als bestaand wezen, inclusief zijn ontwikkelde levens- en cultuurvormen. Het is daarom een algemene zaak hier massaal verzet tegen te plegen, want alle mensen en heel de wereld zijn in het geding.
    Dat zegt iets over prioriteiten en de uiterste prioriteit. De sociale vragen naar leven en werk, die op hun beurt een basis zijn voor het ontstaan van verantwoordelijkheid voor de leefomgeving, zijn afhankelijk van het bestaande leven in zijn veelvormigheid, dus inclusief een grote biodiversiteit. Culturele en morele diversiteit en biodiversiteit grijpen op elkaar in.
      Deze complexe verstrengeling moet blijven bestaan en kans krijgen zich steeds verder te ontwikkelen.

Het is basaal, en daarom altijd prioriteit. Over prioriteiten wordt vandaag de dag flink nagedacht. Veel mensen willen hierover praten, het is nu immers allemaal zo onzeker?
      Wat wordt de postcorona tijd? Wat brengt ze, en vooral welke politieke en economische keuzes moeten worden gemaakt nu de crisis en de bestrijding ervan zo groot en diep is? Zowat iedereen denkt erover na en praat erover, want ieder heeft ermee te maken. En dat komt algauw neer op het bedenken van allerlei prioriteitstellingen, waarbij belangen sterk en langdurig kunnen botsen, ook politiek. Botsen, door de impact van de crisis, maar ook door een egoïstisch korte termijn eigenbelang.
      Met het risico van het recht van de sterkste, zoals bij crises veel te vaak gebruikelijk was. Recht en macht uitgeoefend door het grote kapitaal in al zijn vormen. Dat laatste niet te verwarren met de gewone ondernemer die onderneemt en in veel gevallen maatschappelijk sociaal denkt en goed is voor zijn personeel. Die verdient zo nodig onder passende voorwaarden in of na de crisissituatie steun. Dan valt mogelijk een privébelang goed samen met een maatschappelijk belang. Dat is heel wat anders dan de rol van speculanten die aan de crisis verdienen. ‘Verdienen’ in de zin van ongepast profiteren.

Het zijn bij crises vaak de sterken, de rijken, het kapitaal dat snoept, subsidies en belastingvoordelen binnensleept en overmatig profiteert. Dikwijls met allerlei drogredenen erbij, waarmee ze op tv de talkshows helpen vullen.
    Al gauw tekent zich weer eens een strijdtafereel van de ongelijkheid af, tussen rijk en minder rijk of tussen louter eigenbelang versus sociale en solidaire standpunten. Bijvoorbeeld wanneer het om beleidsprioriteiten of verdeling van subsidies (etc.) gaat.
      De rijkaard kan best een beetje sociaal zijn, maar een groot deel ervan kiest maar al te vaak in de eerste plaats voor een vermeend eigenbelang. De kansloze daarentegen moet ook zijn plek veroveren, maar kan dat niet alleen, hij is afhankelijk van de maatschappelijke structuur, de politieke standpunten en de kracht van de vakbeweging. Het risico bestaat dat (mondiaal) vele armen zullen sterven, omdat er geen werk voor ze is, geen zorg voor ze bestaat, en dat zij politiek niet als prioriteit gezien worden. Helaas is dit nog de praktijk van alledag.
     Ook dat is basaal, het betreft het concrete leven van de mens in het hier en nu, én het leven in zijn algemeenheid.

Corona. De corona omhelst ons. Zonder menselijke ingrepen zou ze er niet zijn. Een ‘wake-up call’? De wekker loopt af. Hoe vaak druk je die weer in en draai je je om? Wégkijken, daar komt dat op neer.
    De beide invalshoeken die in het geding zijn, de klimatologische of biologische, en de concrete sociale werkelijkheid, blijken verschillende zijden van dezelfde medaille te zijn. De ecologische, sociale en economische situaties vragen om een gedeelde prioriteit. De miljarden die beschikbaar komen moeten omgezet worden in concrete doelen en projecten. Dat de zorg en de hele publieke sector versterkt moeten worden zullen mensen momenteel vanzelfsprekend vinden, en dat personen en bedrijven die maatschappelijk ertoe doen gesteund moeten worden ook wel, maar wil dit echt toekomstgericht zijn, dan is een ‘paraplu’ erboven nodig: een zeer doortastend, goed toegerust en veelvormig klimaat- en ecologisch beleid. Verdere klimaatverslechtering en vernietiging van de biodiversiteit ondermijnt de basis van een goed en normaal leven van de wereldbevolking.

Het kan niet zo zijn de economie als het eerste te zien, en vervolgens los ervan weer eens naar de natuur met al haar problemen te kijken. Eerder moeten alle maatregelen ook aan het ecologisch beleid getoetst worden om zo spoedig mogelijk krachtige win-win situaties te bereiken. Voor voldoende middelen moeten bovendien het grote kapitaal en overmatige vermogens aangesproken worden.

Wanneer keuzes niet eenzijdig, maar juist sociaal, solidair en creatief zijn kan de uitwerking van de huidige coronacrisis veel nieuws, én tal van nieuwe inzichten opleveren. Het is met betrekking tot het economisch beleid en milieubeleid dan geen kwestie van én-én, maar alles in samenhang zien en navenant handelen. Niets meer toelaten dat het milieu bederft, en wél veel ruimte geven aan initiatieven die sociaal en ecologisch sterk zijn.
    Dit – de vorige zin – is dan een criterium dat voor de verlichte liberaal tot en met de radicale anarchist, en alle socialisten, ecologische activisten en vakbonden daar tussenin, een politieke maatstaf kan betekenen. Een maatstaf voor acceptatie of verwerping, en voor actie vóór of tegen. Waarmee ze samen kunnen optrekken. Dat zou een positieve kracht betekenen, voor de korte en zelfs voor een heel lange termijn.

Draaien aan wieltjes. De mens kan niet anders. Het vergt veel bewustwording. Een sociale bestaansbasis is niet alleen een mensenrecht, maar ook een noodzakelijk deel van een verantwoorde mondiale ecologische politiek.
      De leefbare wereld voor ieder mens, voor dieren en ander leven, en de emancipatie van iedere persoon is de hoogste prioriteit der dingen.







Bronnen. Bij mijn blogs schrijf ik veel uit het hoofd, en worden soms één of enkele citaten verwerkt uit een boek of artikel dat ik in dezelfde periode las en die bij het onderwerp informatief of inspirerend kunnen zijn. Bij deze blog zijn (beknopt) gebruikt:
– (1) Marten Scheffer, Jan Cuppen, Vijver, sloot en plas, KNNV Uitgeverij, Zeist 2017. Citaat en verwijzing, pp. 29 en 6. Het gebruikte citaat is van algemene strekking. Deze veldgids voor het zoetwaterleven biedt veel meer en beschrijft een geweldige hoeveelheid soorten, die te vinden is in de Nederlandse plassen, sloten en poelen. Dat zijn de concrete feiten van de biodiversiteit, dicht bij huis. Deze gids is een aanrader.
– (2) Sanne Bloemink, Corona, Van reservoir naar gastheer naar mens, ‘Het is niet de schuld van de vleermuis’, Artikel in De Groene Amsterdammer, 9 april 2020, pag. 20-23.


Deze blogs over Filosofie, Politiek en Natuur worden ongenummerd gepubliceerd, sinds 2011. Dit is de 500ste.