woensdag 24 januari 2018

Dialectiek, een oud verhaal – Heraclitus en Parmenides


 
Heraclitus



Net als in de oosterse filosofie zijn in de oudere overgeleverde fragmenten en teksten van het westers denken vormen van dialectiek te vinden. Denken dat zich richt op het totaal of de samenhang der dingen en dat nadenkt over beweging, ontwikkeling en kenmerkende aspecten van de totaliteit. Het gaat om kernvragen waarin de mens zijn plaats in zijn omgeving probeert vast te stellen. En dat gebeurt met vallen en opstaan.

Hier kun je over lezen bij Heraclitus, de oude Griek van ca. 500 voor onze jaartelling, van wie eigenlijk maar weinig bekend is. Uit wat van hem is overgeleverd weten we dat hij zei: ‘Het zijn dezelfde rivieren waar wij in stappen en het zijn niet dezelfde; wij zijn het en wij zijn het niet.’ (1) Een stromende rivier verandert op het moment van het baden, en is dus al niet meer dezelfde. En de mens die in die rivier stapt ontwikkelt zich in die situatie, ook al is dit misschien maar weinig. Strikt genomen is hij niet meer dezelfde. Dat geldt niet alleen voor de mens, alles wat bestaat, bestaat ‘slechts’ in een staat van verandering, beweging, ontwikkeling.

Heraclitus meende ook ‘dat oorlog een verband schept, dat het rechtsbestel op twist berust en dat alles het aanzijn krijgt op basis van twist en nood.’ (2) Wat hij precies met zulke uitspraken bedoelde is niet helemaal zeker. Maar als we ook nu nog over zulke uitspraken nadenken, bespeuren we de dialectiek. De tegenstelling schept niet alleen afstand, maar (vooral) ook een verband. Immers, oorlogen en ruzies bewerkstelligen onvermijdelijk veranderingen en nieuwe verschijningsvormen bij alle deelnemende partijen.
    Let wel, het gaat dan om verandering en resultaten die verband blijven houden met de oorzaken in dat veranderingsproces. Veel eigenschappen van vroegere situaties blijven op de een of andere manier bewaard in de nieuwe situatie.

Heraclitus wordt wel de duistere filosoof genoemd. Deze duisterheid roept vragen op die mooi kunnen helpen ons denken nu een zetje te geven. Hier is kort aan slechts twee uitspraken van hem gerefereerd. In zijn ideeën blijkt echter een hele kosmologie of metafysica mee te spelen. En bovenal de dialectiek: in de verandering bestaat eenheid van alles. In de wisselwerking ontstaat ‘het aanzijn’ van de dingen, zoals de vorm en verdere effecten.

Je kunt hier ook over lezen bij Parmenides, tijdgenoot en vaak een tegenstrever van Heraclitus genoemd. Van hem is net zo min een afgeronde visie overgeleverd als van Heraclitus. Het blijft dus eerder een denken mét Parmenides. Ook hij inspireert tot vragen en denken. Hij legt de nadruk op het totaal der dingen dat het totaal blijft, in die zin onveranderlijk is. Parmenides: ‘Zo moet het er helemaal zijn, of er niet zijn.’ (3)
    Uit iets wat niet bestaat kan geen bestaan voortkomen. De totaliteit is ondeelbaar; er is één samenhangende werkelijkheid. Waarnemen en denken hangen samen met de werkelijkheid, want maken er deel van uit.

Parmenides en Heraclitus zijn niet zomaar tegenpolen. De eenheid, de samenhang van het bestaande is bij beiden aan de orde. Heraclitus schrijft namelijk ook dat het wijs is de gedachte te hebben ‘dat alles één is’. (4) Beide denkers verwoorden een inzicht in de totaliteit, of een intuïtie van de samenhang van alles. En is de beweging, de verandering of zelfs de ontwikkeling van alles een werkelijke verandering? De kosmos is zo’n omvattend geheel en de mens vult ervan zo’n klein plekje, dat inzicht in de totaliteit toch maar beperkt is. Laten we bescheiden zijn over onze kennis. Verandering is wel een heel groot woord. Concrete verandering van mensen, natuur of dingen vindt plaats binnen de ondeelbare werkelijkheid, de samenhang die onophefbaar is.

Het bestaande vormt een eenheid, die gesignaleerde veranderingen en verscheidenheid daarbinnen ernstig relativeert. In ieder geval de kennis over de algehele samenhang en werking der dingen. Het accent van Heraclitus en Parmenides lijkt een tegenovergestelde. Verandering versus onveranderlijkheid. Beiden echter zien de kleinere verandering als deel van dat grotere geheel.
    En dat dit geheel door de kleine verandering verder in beweging wordt gehouden, wat zegt dat? Wat stelt dat voor? Bestaat iets alleen omdat het kan veranderen en dat daadwerkelijk doet? Kan onze logica wel vatten wat de verandering van het kleine betekent voor het grotere geheel? Kunnen van het permanente veranderingsproces de structuren, de patronen worden begrepen? Ontglippen ze ons niet net steeds weer als we de wetmatigheden trachten vast te stellen? En blijven die wetmatigheden vaak niet zo algemeen geformuleerd dat ze nog maar weinig zeggen?

De (vele) vragen naar totaliteit en verandering, alsmede naar ons beperkte inzicht hierin, zijn hiermee gesteld. Bij Plato, Aristoteles en andere denkers zullen die terugkomen. Later bij Spinoza, Hegel, Marx en Engels, en ook bij Darwin. Niet als zuivere herhaling, maar ook om steeds weer nieuwe invalshoeken te vinden om de dikwijls haast ongrijpbare werkelijkheid handen, voeten én gedachten en gevoel te geven. Dus ook om ons gedrag beter te kunnen bepalen.
    Dit gaat de mens vaak niet makkelijk af. Heraclitus: ‘Het is nodig dat mensen die naar wijsheid streven, zeer veel zaken onderzoeken.’ (5)




Bronnen:
(1) Heraclitus, Spreuken, vertaald, ingeleid en toegelicht door C. Verhoeven, Ambo, Baarn 1993, fragment 49a, p. 21.
(2) Zie Heraclitus, Spreuken, fragment 80, p. 26.
(3) Regel (B8.11) uit Parmenides’ Het gedicht ‘Over de natuur’, in Oog voor het ene, Over Parmenides van Elea, vertaling, commentaar en interpretatie door B. Schomakers, Damon, Budel 2003, p. 47.
(4) Heraclitus, Spreuken. Dit is een deel van fragment 50, p. 21.
(5) Heraclitus, Spreuken, fragment 33, p. 19.


Deze blog is grotendeels ontleend aan Jasper Schaaf, Dialectiek en praktijk, De creatieve tegenspraak, uitgeverij Damon Budel 2005, pp. 18-19. ISBN 9055736465.
Dit boek is een inleiding in dialectische filosofie. Nog te koop bij de uitgever.






Parmenides