In de natuur is veel te zien en te vinden, al in de directe omgeving. De natuur is dichtbij. Kijk gewoon goed in je eigen tuin, straat of buurt.
Malacologie is weekdierkunde. Voor mijn malacologische afwijking/interesse ofwel de schelpenzoekerij moet ik iets verder weg. Eigenlijk is dat niet helemaal waar, want in onze eigen tuin zijn er bij goed zoeken wel ongeveer tien soorten slakken te vinden, al zul je ze waarschijnlijk niet alle tegelijk aantreffen.
Er zijn in de tuin niet alleen van die bruine sigaren (Oranje wegslak, Arion rufus), waar de buren zo’n hekel aan hebben. Je hebt er ook fijner gebouwde slakken van soms enkele millimeters. Zo vond ik eens een Glanzende agaathoren (Cochlicopa lubrica) van enkele millimeters, die kennelijk ooit in een groter leeg huisje van een andere slak was gekropen en daar uitrolde toen ik daar naar keek, niet de slak, wel het huisje. Dat kun je dan mooi bekijken met een microscoop of vergrootglas.
Maar voor de schelpen uit de zee ga ik op zoektocht aan de Hollandse kust, Ameland en Terschelling. Wandelen, scharrelen en de ogen gebruiken. En dichterbij ligt gelukkig Schiermonnikoog. De bus naar de boot stopt ongeveer om de hoek, in de Oosterparkwijk.
Zo gisteren weer even mooi rondgekoekeloerd op een groot vrijwel verlaten strand van Schier. Wat een ruimte, wat een meeuwen en honderden drietenen. Die meestal dribbelende strandlopers gaan in de wind soms in een prachtige waaier zitten, net wielrenners. Daartussen scharrelden bovendien nog wat steenlopers, heel benaderbaar als je rustig aan doet. En als je schelpen zoekt, doe je rustig aan, dus zijn de vogels ook dichtbij.
Ik ging voor de schelpen deze keer. Altijd wat te vinden. Een heel aardige vondst moet wel even onder de aandacht worden gebracht. Ongeveer bij paal 8 lag een donker en heel gaaf exemplaar van de Noordse cirkelschelp (Lucinoma borealis).
De Noordse cirkelschelp staat in schelpengidsen, zoals het standaardwerk Schelpen van de Waddeneilanden, als zeldzaam te boek. Althans voor Schiermonnikoog, en op de stranden elders is deze meestal nog zeldzamer. Maar hij is dus – natuurlijk met het nodige geluk en een best lange wandeling – te vinden.
Het aardige is nu dat ik dit jaar op Schier twee keer, en ook nog vrijwel op dezelfde plek bij paal 8, een exemplaar van deze schelp vond. Ik vond er een op 24 april 2016, in de avondschemer bij harde wind tussen veel schuim. Ik dacht even aan een Artemisschelp – die is ook vrijwel rond, schaars, maar niet zo zeldzaam – maar het was dus een Noordse cirkelschelp.
Nu dus, op 24 november, hooguit een paar honderd meter van de plek waar de eerste schelp lag. Overigens zijn dit voor Schier niet mijn eerste vondsten van deze schelp, eerder één gevonden op 19 juni 2012.
Bij de zandsuppleties op Ameland was deze soort enkele jaren achtereen vrij makkelijk te vinden. Zo nam ik in 2014 er ca. tien mee, gevonden in slechts enkele dagen. Inmiddels lijkt dit weer moeilijker.
Maar de vondsten van Schier zijn eigenlijk wel zo leuk. Op dit eiland vonden nooit zandsuppleties plaats. De schelpjes zijn gewoon aangespoeld zonder mechanische hulp. De schelpen uit de zandsuppleties van Ameland zien er trouwens vaak iets anders uit, soms iets dunner en ze laten ietsje meer licht door en zouden daarom wat minder oud kunnen zijn. Bovendien hebben ze wat scherpere lijntjes dan de schelpen van Schiermonnikoog, minder afgesleten.
De Noordse cirkelschelp die we in Nederland vinden zijn oude, mogelijk fossiele schelpen uit het Eemien. Het Eemien is de warme periode tussen de laatste twee ijstijden, meer dan 100.000 jaar geleden.
Op de twee foto’s bovenaan de blog staat de nieuwe vondst. Op de groepsfoto hieronder staan op de eerste rij drie exemplaren uit de zandsuppleties van Ameland. Eronder staan de drie van Schiermonnikoog. Van links naar rechts de schelpen van 2012, april 2016 en de ‘nieuwe’ van 24 november 2016.
De nieuwe vondst is natuurlijk de mooiste. Wel zwart, maar heel gaaf en een fraaie scherpe tekening van de binnenkant.
Genoemd boek: R.H. de Bruyne en Th.W. de Boer, Schelpen van de Waddeneilanden, Gids van de schelpen en weekdieren van Texel, Vlieland, Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog, Fontaine Uitgevers, ’s Graveland 2008.
N.B. zoek je een dergelijk boek maar is dit te duur (antiquarisch vraag men er soms nogal veel voor), dan is een andere, betaalbare aanrader:
Rykel de Bruyne, Ditte Bandini, Ameland: Schelpenrijk, Het eilandgevoel beleven met schelpen, barnsteen en fossielen, Stichting Anemoon, Lisse en KNNV Uitgeverij, Zeist 2013.