zondag 1 maart 2015
Transitie van de transitie – Kanttekeningen bij Nederland Kantelt
‘En verder is het met machtsposities die plotseling ontstaan, net als met alle andere dingen in de natuur die ontkiemen en snel tot wasdom komen, zo gesteld dat zij nooit zo diep wortel hebben kunnen schieten en zich zo ver hebben kunnen vertakken dat de eerste de beste storm hen niet weer omver werpt.’
Machiavelli
Er is veel te doen over veranderingen, hervormingen, kantelingen, transities en een zorg ‘Nieuwe Stijl.’ Kortom, weg met het oude, alles moet anders! Het continue hieraan is dat deze roep zelf niet nieuw is en dat het klinkt als de allermooiste belofte, met het risico dat het resultaat tegenvalt.
Toch gebruik ik zelf – onder meer in mijn boek ‘Het speelveld van de vrijheid’ – ook de termen klassieke en nieuwe bewegingen of organisatievormen, dus ook ‘oud’ en ‘nieuw’. Bovendien zijn de nieuwe goeroes vaak gericht op duurzaamheid en goede menselijke verhoudingen, uitstekend, daar gaat het om. In het nieuws de laatste tijd staat vooral de visie van Jan Rotmans, hoogleraar transitie en duurzaamheid.
Pas las ik in het blad ‘Down to Earth’ van februari jl. het interview met Rotmans. Nu ik nogmaals via de mail van Milieudefensie dit interview krijg, en net Naomi Kleins ‘No time’ uit heb, lees ik het nog een keer. Hoezeer ik de intentie, de kunde en het activisme voor duurzaamheid en verandering ook steun, ik heb enkele kanttekeningen.
Kanttekening 1. Het verhaal over macht klinkt te zwak. Rotmans preekt geen makkelijke veranderingen en dat is heel goed. Maar zijn verhaal over de meer klassieke organisatievormen is negatief, te extreem. Naar mijn idee zouden ‘Oude’ organisatievormen, vakbonden, clubs als Milieudefensie, politieke partijen, verenigingen enzovoorts veel beter met nieuwe vormen moeten samenwerken (vice versa) om macht te vormen. De gedachte dat verenigingsvormen zonder meer niet bij de tijd zouden zijn, breekt vooral af. In plaats van dat ze kracht opbouwt.
Rotmans pleit voor massale snelle mobilisatie, oké! Maar goede veranderingen moeten beklijven en daarvoor heb je ook meer bestendige democratische organisaties nodig, die kritisch ten opzichte van elkaar mogen zijn, maar desondanks krachtig samenwerken in de richting van een sociale duurzame samenleving. Oud en nieuw; vast, los en los-vast, verschillende vormen moeten bijdragen, ook al gaat het uiteindelijk om de inhoud.
Kanttekening 2. Rotmans stelt dat Naomi Klein geen systeemdenker is en hij dus wel. Het omgekeerde lijkt echter het geval. Klein geeft een richting aan, versus het neoliberalisme en kapitalisme als stelsel. Rotmans is hierover te vaag. Hij maakt een onderscheid tussen kapitalisme en hyperkapitalisme, maar dat betreft toch dezelfde systeemlogica? Hij wil bovendien de ‘nieuwe economie’ en start-ups koppelen aan de grote bedrijven. Effect zal zijn dat een groot deel hiervan ongegeneerd opgeslokt zal worden door grotere concerns en ‘durfkapitalisten’. Zijn optimisme is wat dit betreft onvoldoende gefundeerd. Hoe gaat dit werken?
Kanttekening 3. De afbraak van het bestaande moet versneld worden, zo wordt gesteld. Dat is ongenuanceerd. De economie vereist een zekere creatieve destructie en vervanging van oud door nieuw. De huidige afbraak en crises kennen echter ook een massale kant van verarming, uitsluiting en vervreemding. Dat vraagt om solidaire voorzorg, zorg en zeggenschap. Daarom moet je bij het aangeven van de noodzakelijke verandering heel nauwkeurig zijn. Wat wil je afbreken en wat opbouwen, ook in het belang van de vele mensen die nu lijden onder de crises? Dit vergt trouwens ook meer politieke regulering dan verwacht kan worden in een beweging van onderop alleen. Daarin moet je realistisch zijn.
Geen kanttekening 4. Grote veranderingen in de richting van het stoppen van de CO2-uitstoot en maatschappelijke vernieuwing zijn hoognodig. Wat dat betreft: op één lijn.
Er zijn feitelijk al grote transities gaande door de economische veranderingen en crises, de ICT- en technologische ontwikkeling, en internationaal door de ontwrichtende bewapening. En dit nog eens aangevuld door drastische bezuinigingen die het neoliberale kapitalisme overeind moeten houden. Dus niet alle grote veranderingen zijn zonder meer goed.
In dat al bestaande geheel van transities staat feitelijk de duurzaamheidsdoelstelling niet duidelijk voorop, maar blijft deze veel te secundair. Die transitie vergt daarom een volgende: het kapitalistische beleid en bijbehorende logica terugdringen en waar mogelijk opheffen. Naomi Klein heeft meer oog voor deze kant van het verhaal. Een benodigde transitie van de transitie. Een transitie die zich niet blind, maar op een hoger niveau ontwikkelt, en daarom in sociale en duurzame richting wordt gestuurd.
Daarover zijn we het dan vast wel weer eens.
Bron citaat: Niccolò Machiavelli, De heerser, Uitgeverij Athenaeum – Polak & Van Gennep, 24e druk, Amsterdam 2009, pag. 86