zaterdag 28 maart 2015

Het verzuim van de macht?


De Portugese Nobelprijswinnaar José Saramago schreef de roman ‘Het verzuim van de dood’.  Rode draad hierin: een essentieel bij het leven horend gegeven weigert zijn functie uit te oefenen. Dat overdenkend: geldt niet hetzelfde voor linkse macht?
      Een keer per jaar schrijf ik voor Solidariteit Webzine een gastcommentaar. Solidariteit.nl komt evenals de papieren voorganger op voor een strijdbare, democratische en brede vakbeweging en is financieel, organisatorisch en politiek onafhankelijk. Over het thema macht en linkse samenwerking schreef ik onderstaand commentaar. Op de website Solidariteit.nl (272) kun je een nog iets uitgebreidere versie lezen.



Het verzuim van de macht?

Hoeveel macht hebben vakbeweging, linkse partijen, actiecomités, los-vaste samenwerkingsverbanden en zelfstandig nadenkende mensen, wanneer zij daadwerkelijk gezamenlijk optrekken voor een linkse en/of socialistische politiek? Is macht een optelsom van deelmachten, wordt slechts het optellen vergeten? Is het mogelijk met partijen en groepen die het deels met elkaar eens zijn en tegelijk ideologisch scherp van mening verschillen, samen toch meer linkse macht te genereren?

Soms lees je de veronderstelling dat de meerderheid van de bevolking tegen de bezuinigingspolitiek is, of anders wel tegen het neoliberalisme, maar dat slechts de partijleiders de potentieel linkse politiek om zeep helpen. Als hier maar een fractie waar is, moet het toch beter kunnen?
      Het gaat in ieder geval over macht. Die is altijd in het geding, maar kennelijk is de machtsbasis van de vakbeweging, linkse partijen en groepen geërodeerd. Het steekt dat de discussies over macht, machtsvorming en het verlies ervan, vaak zo impliciet zijn. Zijn er niet meer discussies en initiatieven mogelijk om meer ‘linkse macht’ te kweken?

Overeenstemming

Elkaar de maat nemen, daar zijn socialisten goed in. Zelfs toen Syriza haar grote overwinning haalde, hoorde je al snel de opvatting dat het vooral belangrijk was dat zij haar ‘verkiezingsbeloften’ zou houden. Nu mag dat, maar eerst verwacht je toch een enorm enthousiasme dat een linkse partij zo succesvol heeft gevochten om massale steun. Een perspectief biedt dat ertoe doet. Bovendien is duidelijk dat grote politieke veranderingen doorvoeren in één land moeilijk is en het beter is deze partij met massale acties te blijven ondersteunen. Er zal kritiek komen, en die zal nodig zijn, maar houdt het debat en de actie in voorwaartse richting gaande!

In Nederland is binnen afzienbare tijd niet te verwachten dat een linkse partij of beweging zo’n duurzame, massale steun krijgt, zodat een zelfstandig krachtig optreden mogelijk is. De SP benadert die mogelijkheid het meest. Met een achterban die deels gebaseerd is op socialistisch inzicht en strijd voor een solidaire samenleving en voor een groter deel op de belangenbehartiging van mensen met een laag inkomen en van zorg afhankelijk zijn. Kortom, per saldo op een vaak impliciete en uiteenlopende mix van ideologie, belangenbehartiging en actie.
      Andere partijen en bewegingen, behalve de vakbeweging, hebben een kleinere achterban en kunnen nog moeilijker op eigen kracht grote, duurzame resultaten boeken. Het is dan ook onvermijdelijk dat socialistische, linkse en progressieve organisaties, willen ze een politieke macht vormen om dichter bij hun doelen te komen, mede afhankelijk zijn van samenwerking.
      Er kan toch overeenstemming bestaan op hoofdzaken: versterking van vakbondsstrijd en politiek links tegen concrete verslechteringen, tegen het neoliberalisme en voor een sociale of liever nog een socialistische politiek? Dit als richting, waarbij vast de uitwerking opnieuw de nodige discussies zal opleveren, verlammende of juist inspirerende.

Kritiek én solidariteit

Wanneer gezamenlijke doelen van strijd worden geformuleerd, staan in de praktijk eigen visies en strategieën ter discussie. Maar ‘ter discussie’ betekent ook dat ze in het debat meetellen. Wanneer iets ter discussie staat, betekent dat geenszins dat alle eigen ontwikkelde ideeën losgelaten worden. Het gaat er dan ook niet zozeer om de toon te matigen, maar om in actie en strijd én samen te werken, én te discussiëren, én op basis van inhoud en ervaringen standpunten te blijven ontwikkelen.
      Het is moeilijk, maar mogelijk, zowel een kritische als ondersteunende houding te laten bestaan. Elkaar de maat nemen is op zich dus niet verkeerd, maar wel wanneer dat slechts afstandelijk gebeurt en leidt tot een passieve en afwachtende houding.

Naar buiten treden

Heel praktisch beschouwd en op korte termijn zou de zich opnieuw uitvindende FNV in volle openbaarheid de discussie moeten zoeken met verschillende actiegroepen, waaronder vooral de milieubeweging (Naomi Klein stelt in haar nieuwe boek ‘No time’  een sterk verband vast tussen lage lonen en hoge emissies). Dit kan op een stevige manier, met publicaties, congressen en acties. Laat zien wat je doet en de discussie aangaan. Omgekeerd, bij een club als Milieudefensie kom je visies tegen over een toekomstige duurzame economie. Waarom bespreekt Milieudefensie die niet grondig en in het openbaar met de nieuwe FNV? Ook van die kant: laten zien wat je doet en wilt, en op zoek naar gemeenschappelijke actiepunten.
      Dat soort samenwerking zou de vaste trend moeten worden in plaats van uitzondering. Als regel, openlijk en demonstratief. Niet alleen met bestuurders, maar vooral ook met de leden, belanghebbenden en belangstellenden. Steeds weer laten zien wat je doet, naar buiten treden.

Machtsvorming

Zolang dat onvoldoende gebeurt, zijn het vooral de (rechtse) media die de invullingen  bepalen en inkaderen met valse clichés als ‘oude belangbehartiging’ tegenover ‘nieuwe flexibele’ vormen, conservatieve vakbond versus innovatieve goeroes, werk tegenover milieu, oud versus nieuw werken, enzovoort. Zonder dat de onderliggende samenhang aan de orde komt en de vermeende en echte tegenstellingen voldoende worden ontrafeld.

De FNV wil de eerste mei in ere herstellen. Binnen de SP heb ik wel eens gehoord dat de 1-meiviering uit de tijd zou zijn. Zo’n argument werkt dan gelijk als een ‘selffulfilling prophecy’. Maar in de politiek kun je niet zonder een zekere symboliek, zoals SP’ers dagelijks merken als op straat gevraagd wordt of er nog Tomaatschuursponsjes uitgedeeld worden.
      Bij de eerste mei gaat het natuurlijk om veel meer. Het kan een simpele optocht van verschillende meningen worden, of een levendig strijdbaar en inhoudelijk initiatief en gemanifesteerd in het hele land. Met discussie, met verschillen, en in één strijd in dezelfde richting van solidariteit. Met strijd voor korter werken, meer banen én minder CO2-uitstoot. Met een start dit jaar en verdere uitbouw daarna.
      Dit als voorbeeld, waaruit blijkt dat nadenken over macht en machtsvorming urgent is. Om zowel de vakbeweging als de progressieve en socialistische krachten te versterken.





De keuze van dit onderwerp is mede gebaseerd op mijn interesse in en onderzoek naar de actuele maatschappelijke ontwikkelingen én de politieke filosofie. Daarbij specifiek: terwijl zoveel mensen sociaal denken slagen zij er onvoldoende in een sterke macht te vormen tegenover het neoliberalisme met zijn sterke egoïstische drijfveer.
      Als tussenstap heb ik kort geleden het boek ‘Het speelveld van de vrijheid’  gepubliceerd, dat ingaat op vragen naar vrijheid en politieke macht, met een accent op het denken van Marx en Spinoza, en mede geïnspireerd door Aristoteles en Machiavelli.


Dit boek is verkrijgbaar bij de auteur, de boekhandel en bij Uitgeverij Damon, zie Damon.nl
ISBN 978 94 6036 193 7, 160 pagina’s.