Van Karl Marx (1818-1883) is algemeen bekend dat hij een radicale maatschappijverandering voorstaat. Hij wil een maatschappij zonder kapitalistische uitbuiting. Werkende mensen moeten samen over hun eigen werk, arbeidsproducten en omstandigheden kunnen beschikken, zonder vervreemding.
Dat de weg hier naartoe voor zover mogelijk tegelijk heel moeilijk is, is duidelijk. Misschien koesterde Marx illusies over de tijd die nodig was de beoogde verandering in te zetten, maar beslist niet over het feit dat grote, revolutionaire veranderingen vaak met geweld gepaard gaan. De Franse revolutie, het neerslaan van de revoluties van 1848 en het geweld tegen de Commune van Parijs is 1871 toonden het geweld, dat zich vooral richtte tegen sociale verandering.
Marx verwacht ondanks alles dat de verandering er zal komen en dat hierbij geweld is te verwachten. Een misverstand hierbij is dat soms wordt verondersteld dat hij dat geweld ook zou hebben toegejuicht of gestimuleerd. In tegendeel, het is eerder de kunst een radicale verandering consequent zo vreedzaam mogelijk in te voeren. Sterker nog, Marx ziet zijn werk en met name ‘Das Kapital’ óók als een middel om rationeel inzicht in de maatschappij en de noodzaak tot verandering te bevorderen. In de hoop dat het verstand zal gaan overheersen en ‘dus’ geweld niet nodig zal zijn of zal worden verminderd. Kortom, een idee dat gebaseerd is op de Verlichting.
Over een mogelijk vreedzame weg in Nederland schrijft Marx in 1872: ‘Maar wij hebben niet beweerd dat de wegen om dit (revolutionaire) doel te bereiken overal dezelfde zijn. We weten dat men rekening moet houden met de instituties, zeden en tradities van de verschillende landen, en wij ontkennen niet dat er landen zijn zoals Amerika, Engeland – en wanneer ik met uw instituties beter bekend zou zijn, zou ik hier misschien ook Holland aan toevoegen – waar de arbeiders langs vreedzame weg hun doel kunnen bereiken.’ (Bron: ‘Rede über den Haager Kongreß’, in MEW, deel 18, Berlin 1973, p. 160)
In het voorwoord van de eerste druk van ‘Das Kapital’ benadrukt Marx dat er een radicale verandering noodzakelijk is, en zijn boek daartoe inzicht wil geven, juist om de geboorteweeën van dit proces te verzachten: ‘Ook wanneer een maatschappij de natuurwet van haar ontwikkeling op het spoor is gekomen – en het uiteindelijke doel van dit boek is de onthulling van de economische ontwikkelingswet van de moderne maatschappij – kan zij de natuurlijke ontwikkelingsfase noch overslaan noch bij verordening afschaffen. Zij kan echter wel de geboorteweeën korter maken en verzachten.’ (Bron: in alle uitgaven van ‘Das Kapital’ zal men dit voorwoord uit 1867 aantreffen).
Marx toont hierin wat hij voorstaat. De verandering is zijns inziens niet alleen moreel nodig om uitbuiting en armoede op te heffen, maar is op den duur maatschappelijk en economisch onvermijdelijk. Hij is de boodschapper en hoopt dat zijn boodschap een zo vreedzaam mogelijke weg zal bevorderen, zonder dat hij de illusie heeft dat dit altijd daadwerkelijk zo zal gaan. Zijn idee van bevrijding is vergeleken met zijn vroegere werk in wezen niet veranderd, maar de analyse van de harde maatschappij met haar machtsstructuren moet wel een realistische visie opleveren.
Marx wil wel mild zijn, maar daarmee is de maatschappelijke werkelijkheid dat nog niet. Helaas laat de huidige mondiale situatie die harde kant dagelijks nog overduidelijk zien en is een inzicht in machtsstructuren nog net zo noodzakelijk als in Marx’ tijd.
Het Humanistisch Verbond heeft op internet een prachtige Humanistische Canon staan. Zelf heb ik eraan meegewerkt door het stuk over Ludwig Feuerbach te schrijven. Pas las ik een motivatie naar aanleiding van het tv-programma ‘Durf te denken’, over hoe de canon tot stand gekomen is. Over Marx staat hier dat alleen de vroegere Marx is opgenomen, omdat de latere Marx zich voornamelijk op structuren richt en zich daarmee zou afkeren van het individu.
Dat heeft me bevreemd. Dan maakt men van Marx een halve humanist, maar zal dat individu in de maatschappelijke structuren zich vaak nog even ontheemd als altijd voelen.
Wanneer men Marx verder leest, zal de milde Marx ook zichtbaar blijven. Hij heeft de harde maatschappelijke werkelijkheid niet veroorzaakt, maar benoemd. Alsmede een perspectief op bevrijding. Ook al veranderen de tijden, aan dit of een vergelijkbaar perspectief moet nog altijd worden gewerkt, door denken en doen.
Op internet:
De Humanistische Canon, klik hier
Over de keuze de ‘latere Marx’ uit te sluiten, klik hier
Het stuk over Ludwig Feuerbach, klik hier
Over dit thema schreef ik ook in: Jasper Schaaf, Marx, zó gelezen, Uitgeverij Damon, Budel 2005.
Karl Marx