zaterdag 18 januari 2014

Opwarming - Een kleine dialectiek van de natuur


Friedrich Engels (1820-1895) schreef tussen 1873 en 1883 aan een ‘Dialectiek van de natuur’.  Het had een dik boek kunnen worden, maar wat er ligt is een dikke vracht teksten en fragmenten, die niet tot een definitief geheel is samengesmeed. Niet echt af dus, maar wel een reflectie op de ontwikkeling van de wetenschap in deze periode waaronder de chemie, fysica en biologie. Een dialectiek, het gaat vooral om interactie, beweging en ontwikkelingswetten.
      Het is ook een voor die tijd zeer interessante ontmoeting van de dialectische filosofie, moderne natuurkunde en de evolutieleer, waarbij de vraag gesteld kan worden of dialectiek en evolutie uiteindelijk grotendeels of helemaal op hetzelfde neerkomen. Een aardige vraag om nog eens over te buigen. Dat er verwantschap is, en heel de dialectiek nog niet de prullenmand in hoeft, is duidelijk, maar dat is eigenlijk té algemeen gezegd.
    Engels ziet de dialectiek als wetenschap van de samenhang der dingen, met daarin tegenspraak, beweging en ontwikkeling als ‘motor’, waarvan je een systematische reconstructie kunt maken, een soort systeem à la Hegel, maar dan realistisch, materialistisch. Ook de moderne wetenschap vraagt om systematiek, anders kunnen tal van deelverschijnselen niet goed verklaard worden.

Dat de natuur de filosofie uitdaagt om over samenhang en interactie na te denken, is op zich geen nieuws. Maar als we dit bezien in het licht van urgente milieuvragen blijkt wel hoe belangrijk het is over de samenhang na te denken en vooral dat je hier heel specifiek (concreet) naar moet kijken. Het boek ‘Gewapende vrede, Beschouwingen over plant-dierrelaties’  geeft hier belangrijke, maar ook ‘leuke’ voorbeelden van, met een uitleg wat de interacties tussen planten en dieren kunnen betekenen voor beleid, duurzaam beheer en het bevorderen van overleving van diersoorten.

Boeiende interacties volop. Vaak liggen relaties net iets anders dan je op het eerste gezicht geneigd bent te denken. Wordt door de opwarming alles warmer? Niet zonder meer. Macro-opwarming kan in sommige situaties leiden tot afkoeling in het micro klimaat, soms met grote gevolgen. Door opwarming en meer vocht kunnen er weelderige vegetaties ontstaan met meer schaduw, zodat eronder juist een afkoeling plaatsvindt, wat voor bijvoorbeeld warmteminnende dagvlinders een probleem is.
      Het verloop van de verstoring is dan misschien anders, ter plekke zelfs tegengesteld dan je als leek verwacht, maar per saldo verminderen de aantallen en mogelijk ook soorten vlinders. Daarbij kunnen dan meerdere interacties tegelijk in het geding zijn, zoals vanwege het tijdstip waarop planten en rupsen groeien, waarbij mismatches ontstaan door de effecten van de globale opwarming. Een soort die het in Nederland moeilijk heeft door de afkoeling van het micro-klimaat is bijvoorbeeld de Kommavlinder (Hesperia comma).

Een belangwekkend aspect is de relatie van opwarming en de co-evolutie van planten en dieren. De huidige opwarming gaat relatief snel. Van elkaar afhankelijke planten en dieren zullen zich vanwege de opwarming proberen aan te passen om te overleven, maar kunnen dat niet altijd in hetzelfde tempo. En als verschillende factoren in een veranderd complex systeem veranderen kan een gebied minder dan voorheen geschikt worden voor bepaalde dieren, zoals zangvogels. Bijvoorbeeld wanneer voedsel voor hun jongen te vroeg of te laat beschikbaar is, anders dan voorheen. Opwarming kan dus tot grote problemen in de co-evolutie leiden. De ene soort verandert, de andere kan het (nog) niet bijbenen en komt in de problemen.
      Afstand kan ook een rol spelen. Bij vlinders komt het voor dat een bepaald gebied minder geschikt wordt om te leven en elders een geschiktere biotoop ontstaat, maar dat de afstand tussen het oude en nieuwe gebied te groot is, zodat de vlinder dat nieuwe gebied niet of moeilijk kan bereiken. Dat leidt tot vragen over natuurbeheer. Moet je ingrijpen en zo’n vlinder dan verplaatsen?

Ecologische boeken als ‘Gewapende vrede’  zijn boeiend en leerzaam. Als je denkt in interacties in systemen, in samenhang, dan zie je dat snelle oordelen vaak tekortschieten.
      Pas zei iemand tegen me: ‘Ach, met die opwarming valt het nu toch wel mee, en er wordt nog steeds over geredetwist.’ De voorbeelden laten zien, dat als je zó denkt de veronderstellingen te algemeen zijn. Preciezer kijken naar interacties levert meer kennis op. En helaas, door de opwarming staat de biodiversiteit op korte termijn zeker onder druk.

Kortom, je kunt hiervan leren dat je concreet moet kijken en niet lichtvaardig over de opwarming mag denken. De snelheid is relatief groot en veel van elkaar afhankelijke factoren zijn tegelijk aan verandering onderhevig zijn, met risico’s  voor de biodiversiteit.
      ‘Gewapende vrede’, de dialectische titel duidt al op de vele spanningsvelden én relaties die in de natuur bestaan, die het voortbestaan mogelijk maken én bedreigen. Het ingrijpen van de mens maakt hier deel van uit.





Er is veel literatuur over ecologie en biodiversiteit. Zie o.m. de website van de KNNV Uitgeverij.
Hier gebruikt: J. Schaminée, J. Janssen, E. Weeda, Gewapende vrede, Beschouwingen over plant-dierrelaties, KNNV Uitgeverij, Zeist 2011.

In dit boek:
Over de verhouding macro-opwarming/micro-afkoeling, zie pag. 10, 108-109 en 123-124.
Over problemen in co-evolutie door opwarming, zie pag. 97-98, 119 en hoofdstuk 7.

Over de kommavlinder in Noord-Nederland zie o.m.: G. Bergsma e.a. (red.), Dagvlinders in Fryslân, Het vluchtige vastgelegd, Friese Pers Boekerij & KNNV Uitgeverij, Leeuwarden, Utrecht 2000.






Kommavlinder (Hesperia comma)