zondag 27 oktober 2013

Erich Fromm tegen vervreemding


Ze zijn zeldzaam, maar ze zijn er. Schrijvers die in hun tijd concreet en actueel waren, en jaren later nog altijd goed leesbaar en toepasbaar zijn. Zo’n auteur was Erich Fromm (1900-1980).
      Werken van hem worden nog steeds uitgegeven en daar is alle reden toe. Veel leest alsof het net is geschreven. Hij blijkt een schrijver met veel aandacht voor de geschiedenis en zijn eigen tijd, die bovendien in veel opzichten zijn tijd vooruit is. ‘Helaas!’, kun je zeggen, want veel problematische zaken waar Fromm zijn gefundeerde visie tegenoverstelt bestaan ook vandaag nog.

Met zijn ‘Zen-boeddhisme en het Westen’, een coproductie met Daisetz Teitaro Suzuki en Richard de Martino uit 1960, loopt hij vooruit op de huidige belangstelling voor boeddhisme en mindfulness. Het gaat hem niet alleen om het particuliere welzijn, dit is ook een sociaal humanistisch boek. De bekende titel ‘De angst voor vrijheid’  uit 1941 is niet slechts een kritiek op het Duitse nationaalsocialisme, maar even onthullend voor de ontstaansgrond van hedendaags racisme en populisme.

In 1961 verscheen ‘Marx' visie op de mens’. In de zestiger jaren werden Marx’ vroege werken druk besproken. Men ontdekte dat het socialisme meerdere kanten heeft en dat als je Marx wilt begrijpen, je ook zijn filosofische werken moet lezen. Deze zijn niet makkelijk maar als basis voor sociaal en humanistisch denken inspirerend.
    Zeker Fromm leest Marx zo. Bijna marxistischer dan Marx zelf doet hij een appèl hem vooral niet verkeerd te lezen. Dat gebeurt naar zijn mening te vaak: ‘…, maar op een enkele uitzondering na krijgt men de indruk dat de politici en journalisten nooit de moeite genomen hebben ook maar een regel van Marx zelf te lezen, terwijl de sociologen met een minimale kennis van Marx tevreden zijn.’ (pag. 6)
      Hoe zou dit in 2013 zijn? Nog wat erger waarschijnlijk.

Fromms lezing van Marx’ visie over vervreemding kan voor de huidige tijd veel betekenen. Zelf heb ik in het verleden vrij vaak les gegeven over vervreemding. Als handvat en werkdefinitie vertelde ik studenten dat vervreemding betekent dat iets wat juist heel eigen is, vreemd, onbekend of zelfs bedreigend voor mensen geworden is. Marx schrijft bijvoorbeeld over de arbeider die zelf het product maakt terwijl hij er niets over te vertellen heeft. Feuerbach schrijft over de religie die de mens zelf heeft uitgevonden, maar die hem is gaan beheersen. En net als vroeger zijn mensen volledig (ook) van de natuur afhankelijk, maar hebben er door vervuiling en uitputting een macht van gemaakt die henzelf bedreigt. Ten slotte de hedendaagse geavanceerde techniek, de digitale en andere vormen, beheerst de mens die nog of wordt hij beheerst?
    Maar let op, vervreemding is subtieler en complexer dan bijvoorbeeld directe uitbuiting. Het is ook een sociaal proces en een relatief begrip. Het is moeilijk te zeggen dat iets 100% vervreemding is of helemaal niet. Vervreemding is nooit louter individueel. Dat betekent ook dat hoe kritisch je over vervreemding kunt zijn, het simpel afwijzen ervan weinig zin heeft. Begrip, reflectie, zelfbewustzijn en zeggenschap, en een betere relatie tot het probleemveld – zoals dus de maatschappij, de natuur of de productie – moeten daartoe worden ontwikkeld.

Fromm schrijft verhelderend over Marx’ ideeën over vervreemding en het opheffen ervan: ‘Het is Marx niet in de eerste plaats te doen om de nivellering van het inkomen. Het is hem te doen om de bevrijding van de mens van een soort werk dat zijn individualiteit vernietigt, dat hem tot een ding en tot de slaaf van dingen maakt. Evenals Kierkegaard was het Marx te doen om de verlossing van het individu, en zijn kritiek op de kapitalistische maatschappij is niet gericht tegen de wijze waarop deze maatschappij de inkomsten verdeelt, maar tegen de productiewijze, tegen de vernietiging van de individualiteit en de toenemende horigheid waarin de mens bij deze productiewijze komt te verkeren: horigheid, niet aan de kapitalist, maar horigheid van arbeider en kapitalist aan dingen en omstandigheden die zij zelf geschapen hebben.’ (pag. 73-74)

Is hier een woord bij dat niet actueel is voor de huidige tijd, waarin economie slechts nog rekenkunde is, de automatisering voornamelijk leidt tot uitstoting van werknemers, de techniek bepaalt wat nog mag, veiligheid een maatschappelijk trauma is, arm en rijk verder uit elkaar groeien in de rijkste landen en het natuurlijk milieu de sluitpost van dit alles is?
      Het is niet makkelijk anders te denken en te kijken. Het is geen vrijblijvende opgave na te denken. Toch blijkt maar weer dat er veel geschreven is wat hierbij kan helpen. Als veel journalisten wel schrijven en niet lezen, wat let je dit zelf wel weer te doen?



Over de genoemde boeken: diverse titels zijn uitgegeven bij verschillende uitgevers en nog verkrijgbaar in de boekhandel en antiquarisch.
Genoemd boekje over Marx: Erich Fromm, Marx’ visie op de mens, vertaling door Paul Rodenko, uitgegeven in de serie Manifesten, uitgeverij L.J.C. Boucher, Den Haag z.j. De Engelstalige uitgave is van 1961. Er bestaat ook een tweede Nederlandse uitgave van, uitgegeven door uitgeverij Bijleveld, Utrecht.





Erich Fromm




 

Bij dit thema: meer over de filosofie van Feuerbach, vervreemding en de religie als projectie van het menselijk bestaan kan men lezen in:
Jasper Schaaf, Godsdienstkritiek, respect en actieve tolerantie, Feuerbach herlezen, uitgeverij Damon, Budel 2010, ISBN 9789055739943.