Sinds ik uit de gemeenteraad ben heb ik me weinig uitgelaten over Groninger thema’s. De SP-wethouder en fractie doen het immers uitstekend, ook bij lastige thema’s als het Groninger Forum en de gesubsidieerde arbeid.
Maar nu kan ik het even niet laten. D66, de partij met de vele gezichten, heeft wat bedacht. Deze partij, die zichzelf heel modern vindt, pleit vaak tegen bevoogding en regenten. Maar juist de D66ers willen soms iets te veel regelen. Precies vertellen hoe het moet, alsof mensen het zelf niet kunnen bedenken.
Het is vakantie, 1 april is al lang voorbij. Op de valreep voor het reces komt deesixtiesixtiger Erik Akkermans met een initiatiefvoorstel om straatmusici een auditie te laten doen. Zelfs het woord handhaving haalt hij hierbij uit de kast. Het staat echt op de site D66Groningen. Talent op straat wordt toegelaten en de rest moet zich stilhouden. En D66 meent op voorhand al dat er te veel opdringerige straatmuzikanten zijn. Hoe verzin je deze kletskoek? Groningen is een stad. In een stad leven mensen, ook op straat. Ze laten zich ook horen, dat hoort erbij.
Ieder ergert zicht wel eens aan gedrag van anderen op straat, ik ook. Dan zeg je wat terug of loop je door. Zo simpel is dat. D66 toont zich van haar meest kinderachtige kant. Ze vinden zelfs dat de muzikant een naamplaatje moet hebben, net als de mormonen.
Bij alledaagse dingen als muziek op straat bestaan valse noten en leuke dingen gewoon door elkaar heen. Mensen bepalen zelf wel of ze doorlopen of hiervoor even blijven stilstaan.