Ik was bezig een blog voor te bereiden over het lezen van ‘Wij slaven van Suriname’ van Anton de Kom (het resultaat volgt binnenkort) en vroeg me af of Angela Davis’ autobiografie ‘Zinnen op de vrijheid’ nog antiquarisch verkrijgbaar was.
Op de website ‘Boekwinkeltjes.nl’ blijkt dat inderdaad zo te zijn. Wat me daarbij vooral opvalt is dat boeken aangeprezen worden als ‘ongelezen’. Een ongelezen boek is duurder dan een stukgelezen exemplaar.
Is dat niet vreemd? Zijn boeken niet meer om te lezen? Zou een boek niet per lezing in waarde moeten stijgen en de stukgelezen boeken kostbaar zijn als een schat? Gelukkig zijn van ‘Zinnen op de vrijheid’ ook gelezen exemplaren te koop. Die van mij niet, het is inhoudelijk een te waardevol boek, je mag het komen lenen.
Waardevol, ook vandaag de dag en morgen nog, ook na de succesvolle campagne en strijd tot nu toe van Black Lives Matter.
Black Lives Matter krijgt de aandacht die het verdient. En er wordt in de kranten van alles omheen geschreven. Over het succes van deze beweging worden soms de Sociale Media en met name Twitter als oorzaken genoemd. Naar mijn mening zit er dan een flinke adder onder het gras. Sociale media kunnen een enorm verschil maken als het gaat om werving, mobilisatie en actie-organisatie. Of daarmee de resultaten beklijven, voor de toekomst, is echter nooit een automatisme.
Als het gaat om het verder nadenken over wat kan en moet beklijven, waarden benoemen en herhalen, kunnen naast actie, onderwijs en educatie in brede zin boeken een grote rol spelen. Meehelpen de diepte in te gaan. De kracht van de herhaling, de geprovoceerde continuïteit mét argumenten, zijn voor een emancipatiebeweging van groot belang.
De wereld verandert, vooral veel uiterlijke vormen. Niet elke strijd voor rechtvaardigheid gaat diep en is betrouwbaar. Je verdiepen in de strijd en de oorzaken ervan kan meehelpen de sociale progressieve beweging duurzamer, krachtiger te maken.
Bijvoorbeeld lezen over de strijd van Angela Davis zo’n vijftig jaar geleden. Dat kan, maar dan heb je ook nog mensen die zeggen dat je vooral Angela Davis hierbij wel kunt missen, ze was immers een communist en is nog altijd links. Terwijl het toch een feit is dat in de tijd dat zij bekend werd de communisten in de USA de enige niet-raciale politieke partij was, solidair in de strijd tegen racisme, ongelijkheid en armoede.
Davis’ boek ‘Zinnen op de vrijheid’ gaat over haar gevangenschap wegens een valse beschuldiging voor moord. En over haar banden met de hele burgerrechtenbeweging, feminisme, de Black Panther Party en de strijd tegen de oorlog in Vietnam. Het boek is dik maar meeslepend geschreven. De positie van zwart, de diepgaande discriminatie, de ophitsing van rechts, de primitieve omstandigheden in de gevangenissen, de klassenjustitie en daar tegenover de sterke solidariteitsbeweging en het directe leven en de strijd om te overleven in die situatie, komen uitgebreid aan bod.
Boeken met thema’s die nooit uit de tijd zijn, helpen tot de benodigde verdieping te komen. Soms heb je de wind mee, dikwijls nog sterk tegen, het gaat niet vanzelf.
Het gaat wel om algemene menselijke waarden en solidariteit. Davis benoemt dit, wanneer ze schrijft: ‘Ik had het altijd als puur toeval beschouwd dat ik behoorde tot degenen die aan het ergste ontsnapt waren. Eén kleine wending van het lot en ik zou de ellende van armoede, ziekte en analfabetisme gekend hebben. Daarom heb ik me nooit het recht gegund mezelf te beschouwen als anders dan mijn zusters en broeders die al het leed hebben geleden, voor ons allemaal (pag. 368).
Het citaat lijkt een haast Bijbelse uitspraak, waarin hier niet één uitverkoren persoon maar het hele volk lijdt en de solidariteit bevrijding moet bieden. Op een vrij en toegankelijk speelveld van opgroeien, zorg en opleiding, om het genoemde risico van ‘het ergste’ radicaal uit te sluiten.
Die strijd is nog niet tot het einde gestreden, het is goed om dat te beseffen en niet klakkeloos over de gaan tot de ‘orde van de dag’.
Boek: Angela Davis, Zinnen op de vrijheid, Een autobiografie, Eerste druk als Globe Pocket, Amsterdam 1993. Het citaat staat op pagina 268.