zaterdag 7 september 2019

Het politieke hart van de SP


De SP zit in de herbezinning. Gelukkig niet alleen dát, de partij is actief als voorheen. De slechte verkiezingsresultaten van dit jaar dwingen echter tot verder nadenken. Met de nodige bijeenkomsten en een positiebepaling op het komende congres.
      In twee blogs een kleine bijdrage, dit is de eerste.

Waar ligt het hart van de SP? Bij het volk, bij de onderdrukten. SP-ers, de radicalen en minder radicalen, hebben één ding gemeen. Ze kunnen niet tegen onrecht, en vooral niet tegen ongelijkheid. Als het gaat om strijd tegen het kapitaal, hoor je altijd doorklinken dat het gaat om de ongelijkheid en armoede die ontstaat door de macht en de uitwassen van het kapitaal. Vaak wordt dat – al dan niet terecht – aangeduid met ‘de rijken’.

Daarom voert de SP consequent, ook al zijn er flinke lokale verschillen, strijd aan de zijde van de huurders, de uitkeringsgerechtigden, de mensen die van zorg afhankelijk zijn, enzovoort.
      Daarom zal (vrijwel) elke SP-er het terecht vinden dat nu in de Gemeente Oldambt de SP de stekker uit het college van B&W trekt. De andere partijen willen bezuinigen op de mensen die van maatschappelijke ondersteuning afhankelijk zijn, en dat moest nu juist niet. In moeilijke tijden moet je juist voor die mensen opkomen.
      Zelf steun ik die keuze ook, het hart van de SP ligt daar waar de mensen het diepst geraakt worden.

Veel SP-ers verwachten dat door deze gezamenlijke sociale inzet en strijd bij verkiezingen veel mensen die maatschappelijk getroffen worden ook op de SP zullen stemmen. Maar de geschiedenis leert dat dit geen automatisme is, dat bij parlementaire verkiezingen vooral ook het parlementaire verhaal, het verhaal over de macht met kracht moet worden verteld. Op een herkenbare en aansprekende manier.
      Gebeurt dat onvoldoende dan stemmen veel mensen die de SP in het dagelijks leven zeker wel als bondgenoot zien, toch op een andere partij. Of ze stemmen niet.
      Waar de actieve SP-er een link ziet tussen het dagelijkse leven in dorp en stad én het parlement, bestaat er geen enkele garantie dat door de bevolking dat verband ook wordt gezien. Of ze vinden dat geen hoopvol verband, voelen feilloos aan dat ook de SP er zelden slaagt het mooie-woorden-circus te doorbreken.
      Dat verband lijkt voor de politiek georganiseerde vanzelfsprekend, maar is dat niet voor iedereen. Dat leert de geschiedenis. Het lastigste is dat deze scepsis op zich niet irrationeel is.

Ja, de geschiedenis is leerzaam, en moet niet worden vergeten. Ik denk hier vooral terug aan het jaar 1977. Zelf toen actief in de CPN. Deze partij was in veel buurten en wijken populair, zeer actief, en kreeg tot vlak voor de verkiezingsdatum tal van positieve reacties. Nieuwe leden stroomden toe, zo leek het. En deze partij had een sleutelrol vervuld in de zeer massale, brede en succesvolle vredesacties.
      Het resultaat was een totale verrassing. De CPN ging van 7 naar 2 Kamerzetels. In feite stortte de partij in één keer volledig in. Dat leidde natuurlijk tot de bijbehorende ideologische discussies, maar de echte oorzaak was zeker ook de parlementaire ineenstorting, waardoor ook de leidinggevenden hun posities verloren.
      De CPN had hierbij in ieder geval een kapitale fout begaan. Haar leuze ‘Van Agt eruit, de CPN erin!’ had zich gefixeerd op het regeren, niet op het geheel van actie en sterk parlementair optreden. Een voorbeeld van zich parlementair overschreeuwen, waar de ‘gewone mensen’ in de wijken zich niets nuttigs bij konden voorstellen. Hoe hier vertrouwen in hebben?

Er spelen verwachtingen, oorzakelijke verbanden tussen actie en parlementarisme, de logica die de één ziet en een ander helemaal niet, zeker niet als vanzelfsprekend.
      Het lijkt vreemd, het lijkt onredelijk, maar de kiezer in de burgerlijke democratie laat zich altijd weer verleiden door makkelijke verhalen en (loze) beloften, herhaaldelijke presentaties in de media, praatprogramma’s met een quasi kritische insteek, en tot wat men op straat zoal roept. En daar zit – in de huidige politieke situatie – een enorm stuk defaitisme en cynisme.

Realistisch zijn betekent niet nu alles maar overboord gooien. Het rode hart van de SP-er ligt nog altijd in de solidariteit met de onderdrukten, en is gericht tegen sociale ongelijkheid. Het vraagt wel om analyses. Zoals analyses die je samen met niet-leden maakt. En simpelweg om doorzettingskracht. Die ontstaat niet vanzelf, maar slechts door volhardend werken. De vaste achterban is altijd kleiner dan het aantal van het best behaalde verkiezingsresultaat.

Er bestaat wel een zekere overeenkomst met de CPN-leuze uit 1977 ‘Van Agt eruit, de CPN erin!’ De SP voerde in sommige verkiezingsmateriaal bij de Provinciale Staten-verkiezingen leuzes als ‘Dit is jouw kans om Rutte weg te sturen’ met een foto erbij uit de landelijke politiek in plaats van de provinciale lijsttrekker.
      De kiezer zal dit vaak hoogmoed vinden, onrealistisch. Of ziet het zo vluchtig gepresenteerde verband niet. Het politiek bewuste lid ziet het verband en het enthousiasme groeit misschien, de man in de straat ziet er niets in.

Het programma van de SP moet stevig zijn en blijven. De solidariteit en antikapitalistische strijd mag nooit worden weggemoffeld. Een werkelijk sociale samenleving kan alleen bestaan als de kapitalistische macht wordt beteugeld. Overschreeuwen daarbij helpt niet, de leuzes te groot en onrealistisch maken stoot af, ook al zal de kiezer misschien zelf niet zien wat erin nu zo afstoot.
      In de discussie en presentatie duidelijk een voorhoede zijn, tijdig aanwezig zijn – ook bij zware punten als migratie en klimaat – is wel van belang. Anders wordt de partij niet meer gezien. Ook dat heeft laatste tijd meegespeeld.

Over het hoe en wat ervan nog iets meer in de volgende blog. Zeker is dat de principes verdoezelen de oplossing niet is. Dat doen al genoeg partijen. Op anderen lijken, daar zijn geen socialisten voor nodig. Samenwerken is een ander verhaal, maar ook dan moet de socialist herkenbaar blijven.

Kortom, vaak ziet de kiezer ziet het verband niet, dat de SP-er vanzelfsprekend vindt. De kiezer laat zich leiden door de media. Helaas, maar grotendeels waar. Dat wetend betekent ook dat geen paniek nodig is als uitslag tegenvalt. Wel tegenkrachten ontwikkelen, ook in de media en sociale media.
      En vooral niet denken dat er nu één oplossing is voor alle tegenvallers. De oplossingen liggen in je kop erbij houden en de strijd blijven voeren.

Mensen leggen vaak het verband niet vanzelf dat de SP wél maakt of moet maken. De verbondenheid van actie en parlement vraagt permanente aandacht. Het hart van de SP ligt bij het volk. Maar het hart van het volk niet evenredig bij de SP, althans niet op parlementair niveau.
      Veel mensen verwachten weinig van parlementaire politiek. Dus de eigen (te) grote nadruk daarop doet vertrouwen eerder afnemen dan toenemen.






(Met dank aan Aristoteles en Machiavelli)