De SP in de herbezinning, na minder mooie verkiezingsuitslagen. Een tweede blog hierover, nu wat meer intern gericht. Nou ja, in de politiek bestaat het onderscheid extern naar buiten treden en intern een stevig verhaal vertellen nauwelijks. Beide hangen onverbrekelijk samen. Maar wat accenten aanbrengen kan geen kwaad.
De min of meer vaste achterban van een politieke partij is kleiner dan het aantal kiezers. Maar er zit wel ontwikkeling in, wellicht een parallelle ontwikkeling. Echte aanhangers, ware socialisten en mensen die niet van ideologie houden maar wel van een sociale politiek, vormen de ruggegraat van de partij.
Zij – lid of geen lid – zijn de mensen die naast het verrichten van de nodige hand en spandiensten, op plekken waar discussies plaatsvinden met overtuiging zeggen: ‘De SP is mijn partij.’ Ook als het even niet meezit.
Van zo’n achterban krijg je (er) nooit genoeg. En daar zit wel een probleem, dat overigens ook internationaal speelt, bij zusterpartijen, en dat ongetwijfeld samenhangt met de moderne media, de digitalisering, de klimaatproblemen, de migratie, de (geopolitieke) dreiging van oorlogen, enzovoort.
Of anders gezegd, een probleem dat samenhangt met de enorme economische kapitalistische macht waartegen het moeilijk opboksen is, ondanks crises die delen van het kapitaal raken. Dat kapitaal, hoe verderfelijk ook, weet zich maatschappelijk sterk te presenteren, vanuit zijn sterke verworven ideologische en politieke posities, zoals in de media.
Voor een socialistische partij is daar tegenover goed zichtbaar en herkenbaar blijven een hele kunst, maar ook een noodzakelijkheid.
Maar we blijven nu in Nederland. De vraag naar de achterban van de SP.
Toen ik zo’n vijftien jaar terug lid werd van de SP kwam ik in mijn afdeling Groningen levendige discussies tegen. Een warm bad. Politiek en divers, soms chaotisch, velen wel heel betrokken.
Maar het probleem wat ik zag en zie ligt niet zo zeer bij de inhoud, maar bij de betrokkenheid op de langere termijn. Elke bijeenkomst zaten er nieuwe mensen, en dat is mooi. Maar elke bijeenkomst miste je ook mensen. Die eerder actief waren en niet meer kwamen opdagen. Natuurlijk verloop, of ging dat niet wat al te snel?
Je mag hopen dat het een lokale kwestie is van een universiteitsstad met veel jonge mensen, maar de doorstroming is gewoon té snel. Hoe moet dit beklijven? Alsof je steeds met een andere partij te maken hebt.
Dit betreft niet zozeer de enorm hard werkende kern van bestuursleden en volksvertegenwoordigers, maar er mist een politieke cultuur eromheen. Dus vooral ook een cultuur die uitstraling geeft. De SP lijkt soms gewoon een saaie boel, te plichtmatig, zeker inhoudelijk.
Als er zoveel leden en sympathisanten afhaken kan een democratische volkspartij op den duur zich niet of maar moeilijk handhaven. Immers, als het leger afhakers groter wordt dan de blijvers, krijg je een omgekeerde uitstraling. Bij de Provinciale Statenverkiezingen heb ik meerdere malen mensen ontmoet die zeiden ‘dit keer niet’ op de SP te stemmen.
Vaak hoorde je dat met een vrij zwakke, weinig profilerende argumentatie, maar het ‘deze keer niet’ was wel een overeenkomst. Vaak ging het niet eens zozeer om één bepaald item van bijvoorbeeld de landelijke politiek, maar een gemis aan echte profilering van de partij. De strijdbaarheid, de spanning wordt gemist. De SP niet meer spannend?
Deze mensen zeiden dit wél hardop op een bijeenkomst over politiek met veel jongeren. Niet vijandig bedoeld ongetwijfeld, maar antireclame voor de SP.
Hier kun je tegenin brengen dat het afhaken misschien eerder ligt aan het gebrek aan het behalen van concrete resultaten. Maar daarin moet je jezelf niet onderschatten, al moet je van de andere kant gezien, je zelf daarbij zeker ook niet overschreeuwen.
Veel mensen voor wie je knokt zijn realistisch. Zij weten echt wel dat de resultaten vaak niet 100% haalbaar zijn, maar waarderen de strijd, de inzet en de solidariteit tóch. Dan moet je daarbij wél het langere termijn verhaal kunnen vertellen, het verdere perspectief ontwikkelen.
Hoe dan ook, een waarlijk democratische volkspartij kan niet zonder ‘verhaal’. En dit ‘verhaal’ moet je breed vatten. Wat dus iets anders is dan het eenmalig voor X-aantal jaren een nieuwe tekst vastleggen.
Het gaat om politieke cultuur, om alle mogelijke vormen van discussie, debat, intern, extern, met jezelf, met de leden, de voorbijgangers, de bewoners, de armen, de rijken, de linkse partijen, bepaalde ondernemers, de vakbonden, met herhaling, zonder herhaling, met beslissingbevoegdheid, een andere keer dat weer niet, over geschiedenis, over de toekomst, en nog veel meer vormen en inhoudelijke punten. Enzovoort.
Dus eigenlijk gaat het om dat wat er wel is, maar te veel een bijkomstig incident is geworden. Of de hunkering naar een debat dat kennelijk ergens plaatsvindt, maar net niet bij de lokale SP. Er wordt tegenwoordig wel veel gesproken over ‘het debat’, maar daar wordt vooral de verbale terreur van bekende Nederlanders en journalisten mee bedoeld.
Er kan veel meer. Ooit projectleider en opbouwwerker geweest in wat heette een aandachtswijk. En keurig woord omdat men het woord achterstand niet wilde noemen. Bij de aanvang veel scepsis. Maar er bleek dat overal mensen graag willen praten en meedenken. Zich gehoord willen voelen.
En dat op alle niveaus, in de straat en buurt, maar daar niet alleen. Ook over zware of ideologische zelfs wereldbeschouwelijke vragen. Het draait erom dat wat gezegd wordt door mensen serieus genomen moet worden.
Hoort dit ook niet zo bij de SP? De achterban, lid of (nog) geen lid, laat hen samen een verhaal vormen. Gericht op een sociale toekomst. Er is zoveel meer mogelijk.
Debat is vaak te veel verworden tot een discussievorm waar bijvoorbeeld ieder slechts een paar regeltjes mag uitspreken en verder maar geluisterd moet worden. Dan haakt men op den duur zeker af. Met meer lef kan het leuker, interessanter en van groter politiek gewicht worden.
Het gevaar van de karikatuur ligt dan op de loer. Bij mijn boek ‘Actief socialisme, Pleidooi voor hechtere linkse samenwerking’ krijg je als eerste reactie soms de karikatuur. Een PvdA’er riep gelijk dat ‘ik de PvdA wil opheffen’. Alsof opheffing nu de interessantste discussie is die linkse partijen en organisaties kunnen voeren. Koudwatervrees, het komt onder socialisten en linkse mensen voor.
Een eigen verhaal staat niet haaks op samenwerking. Het omgekeerde ook niet. Samenwerking met andere organisaties en initiatieven zal (ooit) leiden tot verandering. Als de politieke inhoud sterk is zullen beide bestaan en zich blijven ontwikkelen, zowel de politieke samenwerking als het eigen verhaal. Gericht op opbouw én resultaten.
Over de vorm valt veel te zeggen, net als over de inhoud. Maar de vorm moet vrij zijn. En de inhoud vernieuwend maar ook stevig, misschien zelfs klassiek, dat valt niet vooraf te bepalen.
Een grondige scholing door deskundigen is soms noodzakelijk, maar niet de (enige) oplossing van de problemen, daarvoor speelt er teveel. Het gaat erom leden en de achterban mee te nemen in de politieke beoordeling waarmee een vuist gemaakt kan worden.
Grondige scholing? Je kunt jezelf ook tekort doen door te weinig gebruik te maken van wat er al is. Een blad als Spanning van het wetenschappelijk bureau leent zich goed voor lokale scholings- en discussiebijeenkomsten met leden, sympathisanten en anderen. Inhoudelijk verdiepen, het debat aangaan, goed gebruik maken van wat de partij al bezig houdt en produceert. Met een beperkte voorbereiding kan dat heel interessant zijn.
Dit kan dan ook weer bijdragen aan het versterken van de herkenbaarheid naar buiten toe en het leggen van nieuwe contacten.
De SP werft goed, maar weet vaak de leden niet echt praktisch en inhoudelijk te binden. Het lijkt niet meer bij deze tijd te passen? Vergis je niet, inhoudelijke en bereflecteerde betrokkenheid zal altijd gewaardeerd worden. Vorm je verhaal, maar leer vooral van de ander, zoals de bewoners, de werkers, de migranten en de klimaatactivist.
Waar blijft de belangenstrijd in dit verhaal? Het opkomen voor mensen die maatschappelijk onder druk staan? Zij staan niet naast dit verhaal, de SP moet de partij zijn van beide, in samenhang: actie, belangenstrijd én een groter politiek verhaal.
Het moet een verhaal zonder einde zijn. Met zowel openheid én betrokken en besproken standpunten.
Vroeger dachten sommige socialisten wel eens dat bij ‘het socialisme’ het verhaal zou eindigen. Het verhaal kent echter nooit een einde. Wél een begin: vandaag, op basis van de maatschappij zoals die zich tot nu toe gevormd heeft als kapitalistische maatschappij.
Het hier en nu moet dus een verhaal vormen zonder einde, met een echt sociaal perspectief. Hoop als rem tegen afhaken. Dat verhaal kan alleen samen worden verteld. Dan pas wordt het interessant, aantrekkelijk en inspirerend.
Als dat lukt vertelt de achterban dat ook verder aan wie het nog niet gehoord hadden. Wervingskracht groot, maar bindingskracht klein? Uiteindelijk bepaalt het tweede het eerste.