Pas weer het geluk geproefd samen enige dagen rond te kunnen scharrelen in Portugal. Vakantie met veel zee, schelpen, vogels en nog zo wat.
Enkele foto’s wil ik de blog-lezer niet onthouden. Een greep, er is zoveel natuur te zien, overal.
Op het strand bij Peniche lag een Portugees Oorlogsschip (Physalia physalis). Vaak een kwal genoemd, maar eigenlijk een vernuftige samenwerking van verschillende soorten poliepen.
Waar mensen bij kwallen denken aan bang-zijn, mag dit hier zeker. Deze soort is echt gevaarlijk en heeft tentakels die tot 50 meter lang kunnen worden. Je hoort een waarneming van het gevaar te melden, maar als zo vaak denk je dan op het grote lege strand, bij wie?
Ook vervaarlijk, zeker op de uitvergroting van de foto, maar vooral heel mooi is het Bezaantje (Velella velella). Ook al een soort poliep, en in dit geval helemaal niet gevaarlijk of giftig. Zo leer je weer wat bij, want we kenden het Bezaantje nog niet.
Even gedacht – maar fout geschat – dat het misschien een juveniel Portugees Oorlogsschip was. Niet dus. Vrij veel Bezaantjes op het noorderstrand bij Peniche. Het heeft een soort zeiltje om voort te bewegen. De natuur staat voor niets.
In Portugal kijk ik aan het strand meestal even bij de rotsen, of er nog Kleine Alikruiken (Melarhaphe neritoides) zitten. Deze kleine slakjes wonen in de spatzone van de rotsen of dijken. Dat wil zeggen vlak boven de hoogwaterlijn. In Nazaré waren ze weer makkelijk te vinden. Gewoon laten zitten, de foto is duidelijk genoeg.
In de Algarve zijn in en nabij de zoutpannen en het verdere waddengebied veel vogels te zien. Je kunt met een fototoestel in de hand hier maar moeilijk nalaten de Steltkluten (Himantopus himantopus) voor de zoveelste keer op de foto te zetten.
Ze zijn fraai en trekken volop aandacht als zij hun nesten en jongen verdedigen. Als ze foerageren pikken ze soms klonten klei op die ze daarna met een fraaie zwiep aan de kant gooien.
Wat is dit dan? In het waddengebied vrij dicht bij de vliegveld van Faro zat deze steltloper, op z’n eentje. Hij liep even, liet zien zwarte poten te hebben, maar bleef vooral lange tijd roerloos zitten. Wie het beter weet mag het zeggen, maar ik kom uit op een Rosse Grutto (Limosa lapponica).
Soms zie je in de Algarve zomers vaker een Grutto, maar zijn familie zit toch vooral om deze tijd (half juni) in de toendra of taiga. Het dier op de foto (foto’s) lijkt een mannetje en heeft een vrij lichte kop, misschien een vrij jong dier? Nakomertje van het vorig broedseizoen? Misschien iets voor de Grutto-experts.
Audouins kuikens, ofwel een boel kuikens van Audouins Meeuw (Larus audouinii). Op 22 juni ontmoetten we op Ilha Deserta mensen van een project die deze meeuwensoort, die daar broedt, van ringen te voorzien. Dus werden de kuikens verzameld door vrijwilligers, die na het ringen weer losgelaten konden worden.
Dit Portugese project staat onder Nederlandse leiding. We hebben het nog niet op internet kunnen traceren. Dat is jammer, want hebben nog een paar relevante foto’s van (dode) meeuwen (vooral Geelpootmeeuwen, Larus cachinnans) op het strand genomen, nabij de kolonie van de Audouins Meeuwen. Dus wie het weet, laat het even horen.
Mevrouw Torenvalk (Falco tinnunculus) zit op een draad. Kijkt ze wel de goede kant op? Vlak boven haar zit een Groenling (Carduelis chloris). Kennelijk harmonieert het wel tussen die twee, ze zitten lange tijd elkaar positief te negeren. Een Groenling is tenslotte ook geen muis.
Het mooie van Portugal zijn niet alleen de vogels, maar ook al die draden waar ze op kunnen zitten, dat verruimt de blik van de vogelaar.
Gele Kwikstaart (Motacilla flava). Als ik zomers door Oost-Groningen fiets zie ik ze ook vaak. Deze Portugese lijkt aan de donkere kant. Dat klopt wel. De Gele Kwik kent verschillende varianten, waarbij de Iberische (Motacilla flava iberiae) wat donker uitvalt, met name de kop.
Dat zal dan wel, in ieder geval vliegt hij mooi golvend, zoals de kwikstaarten het hier ook doen. Herkenbaar.
Strandplevier en kleintje Strandplevier (Charadrius alexandrinus). Een lange naam voor een kleine vogel. Klein maar dapper, overal in het kustgebied zagen we de Strandplevier. Lijkt iets meer aan de mens gewend dan zijn Nederlandse broeders en zusters, die ik een heel enkele keer zie op Terschelling en Schiermonnikoog.
De volwassen vogel houdt op een dijkje in de zoutpannen zo te zien de wacht. Het kuiken doet alsof dat niet meer nodig is. Al heel parmantig loopt het al pikkend rond. Samen met twee andere, die net even de foto uitliepen.
Tot slot onze Algarve-lieveling, de Dwergstern (Sterna albifrons). Altijd fotogeniek. Soms al jagend op de foto gekregen, dit keer zat hij mooi in ruststand. Het leken er dit jaar wat minder dan in andere jaren. Hopelijk is dit in zijn algemeenheid niet waar, want deze stern vertegenwoordigt zijn sternen-ras in Portugal. Veel sterns zijn immers vooral meer noordelijke vogels.
Net als de Strandplevier zijn het helden van het open strand. Ze broeden er en stellen zomers alles in het werk indringers te laten horen dat ze nu even moeten ophoepelen.