zaterdag 13 juli 2019

Hegel – ‘Filosofie is haar tijd in gedachten gevat’


Een uitspraak om in de zomervakantie eens over na te denken. In het ‘Voorwoord’  van zijn boek ‘Hoofdlijnen van de rechtsfilosofie’  geeft Georg Hegel (1770-1831) een karakterschets van filosofie: ‘De filosofie is haar tijd in gedachten gevat.’
    Al klinkt het eenvoudig, er zitten veel kanten aan deze gedachte, zelfs als we dat voorwoord nu niet verder bespreken. De filosofie kan niet boven haar tijd uit. Helemaal niet? De filosofie is een uitdrukking of afspiegeling van de tijd waar ze geformuleerd wordt. Een passieve afspiegeling, of juist een kritische? De tijd, een tijdperk kan worden begrepen door de filosofie ervan te begrijpen, los van een instemming of afkeuring ervan. Het gaat om filosofie en de tijd, en vooral ook nog om het vatten in gedachten, als nauwkeurige ‘waarheid’ of juist niet. Of om nog wat anders?

Ik dacht hierover na toen ik bij de plaatselijke boekhandel in de zomeropruiming een paar boeken had gekocht. Onder andere een tamelijk recent en heel mooi uitgegeven deel van de verzamelde werken van René Descartes. Ik verbaas me eigenlijk zeer. Waarom ligt zo’n boek nu al in de opruiming? Bijten mensen hun tanden niet meer stuk op een grondige – al is ze mogelijk bekritiseerbaar – filosofische beschouwing? Het gaat hier weliswaar niet in de eerste plaats om heden ten dage veel besproken levenskwesties en dilemma’s, maar heeft Hegel niet gelijk dat we de moderne tijd juist beter leren kennen door geschriften uit die tijd te lezen? Zoals uit de ontstaansperiode ervan?
    In deze boekhandel lagen in de opruimingsbak ook twee exemplaren van de Dikke Thomas Piketty ‘Kapitaal in de 21e eeuw’.  ‘Geen filosofie’, kun je zeggen, ‘maar wel een tijdsbeeld dat indringend aan de orde komt’, kun je dan antwoorden. Lezen mensen alleen de samenvatting of zelfs die niet? Op dat boek heeft de uitgever een citaat voor de vlotte verkoop gezet waarin staat dat dit het belangrijkste boek van het jaar 2014 is. Ja, heel lang geleden ....
    Meer algemeen pieker ik zo over de ‘hele’ filosofie. De tijd in gedachten gevat, of liever onze tijd in gedachten gevat. Ik denk dan over bladen als Filosofie Magazine waar vaak een overmaat aan morele en psychologische levensvragen van het hedendaagse individu aangestipt worden, maar grotere vragen waar Kant, Hegel of Marx het over hadden zelden nog de volle aandacht krijgen.

Onze tijd in gedachten gevat? Is individualisme deze tijd? Of is juist het einde van het individualisme de vraag? Of het einde van veel meer, van een groot tijdperk, in bange afwachting van het nieuwe? Zeg dat niet te snel, je weet het niet zomaar, zolang filosofie zich echt in de problemen van haar tijd verdiept.
    Een mooie wandeling toegewenst met daarna een herfst zo fris als het voorjaar en wat minder ‘filosofisch’ individualisme.





Georg Hegel




Van Hegels ‘Voorwoord’ van ‘Hoofdlijnen van de rechtsfilosofie’  zijn meerdere vertalingen in het Nederlands.
In de eerste plaats de volledige vertaling van dat werk, uitgegeven door Uitgeverij Boom (in hetzelfde jaar als Piketty’s meesterwerk).
Een vertaling met uitgebreid commentaar (door Ad Peperzak) is in 1981 uitgegeven door AMBO. Dat is antiquarisch vast nog wel te vinden.