vrijdag 1 februari 2019

Een paar schelpen en een Goudkammetje


Het is aan te raden naast een drukke baan, de huishouding, politiek en/of andere burgerlijke activiteiten een rustige en leuke hobby te beoefenen. De ontspanning een beetje inbouwen in het soms drukke bestaan.
    Zo ging ik jaren geleden met mijn kinderen schelpen zoeken en binnen de kortste keer was ik het vooral die zocht en ontdekte dat er zoveel meer ligt op het strand, je eigenlijk alle aspecten van de natuur er kunt waarnemen. Ook de minder leuke dingen, zoals dat al jarenlang bij rustig weer en goed kijken je enorm veel fijn plastic in de vloedlijn kunt zien.
    De mooie kant van hobby’s als vogels waarnemen en schelpen zoeken is de ruimte waar je vertoeft, de rust, de weidsheid, het ritme en als je schelpen zoekt lopen de Drietenen en Zilvermeeuwen soms haast over je schoenen heen. Kortom actief en rust ineen.

Het brengt ook wat verplichtingen met zich mee, zoals het doorgeven van waarnemingen of een enkele keer hulptroepen aanroepen bij een dier in nood.
      Het doorgeven van waarnemingen van het strand doe ik aan het zogeheten ‘Centraal Systeem’ van de ‘Strandwerkgemeenschap’ (SWG). Daarin staan duizenden waarnemingen die weer gebruikt kunnen worden voor de wetenschap, nader onderzoek, veldgidsen schrijven enzovoort.
      Langzamerhand worden verschillende waarnemingssystemen gekoppeld, waarbij www.waarneming.nl wel de hoofdrol toebedeeld zal worden.
      Iets dergelijks. In ieder geval hebben de verschillende natuurclubs contact, kom je als het om strand, schelpen en slakken gaat vaak dezelfde mensen tegen. Bij elkaar een boel deskundigheid, terwijl het – wat mij betreft – heel ontspannend blijft.

Kort geleden weer het klusje de lijst met tientallen waarnemingen, vooral uit 2018, door te geven aan het ‘Centraal Systeem’. Een kleine ‘fotoshoot’ hieruit wil ik je niet onthouden. De details van exacte vindplaatsen, data, windrichting en dergelijke, die je wel moet doorgeven aan zo’n waarnemingssysteem, laat ik hier grotendeels achterwege.

    1 – Drie slotfragmenten van de Zwinkokkel (Venericor planicosta). Op de Wadden zul je deze fossiele (eocene) schelp niet aantreffen. Deze fragmenten komen van de Zandmotor, de zandsuppletie tussen Ter Heijde en Kijkduin. Normaal wordt deze soort eerder in Zeeland gevonden. Bij het opgraven van het zand voor de zandsuppletie verder uit de kust zullen oude lagen en rivierlopen – zoals van de Schelde – aangeboord zijn en deze fragmenten daarmee meegekomen.





    2 – Schaalhoren (Patella vulgata). Van Terschelling, hoog op het strand bij paal 3 in augustus 2018. Maar op Terschelling vind je die normaal gesproken ook niet. Wellicht ooit meegedreven op een drijvend voorwerp. Opmerkelijk verweerd met gangen van ‘Borstelwormen’ of iets dergelijks. Kan pas aangespoeld zijn, maar ook talloze jaren hoog op het strand hebben liggen ‘wachten’ om gevonden te worden.





    3 – Goudkammetje (Lagis koreni). Geen weekdier, maar wel het beestje dat van die mooie zandkokertjes kan maken. Die liggen vaker op het strand, maar doorgaans niet met levende Goudkammetjes. Die lagen er nu massaal. Schelpenkenner Gerrit Doeksen en ik vonden ze op Terschelling op 13 augustus.





    4 – Wulk (Buccinum undatum). Op Schiermonnikoog liggen veel wulken. Dus als je die wil zoeken moet je op Schier zijn, vooral meer naar het oosten toe. En omdat er zoveel liggen, liggen er soms exemplaren bij die een opmerkelijke vorm hebben. Een wulk met zo’n mooie structuur als die op de foto zie je niet zo vaak.





    5 – Noordhoren (Neptunea antiqua). Over mooie vormen gesproken, dit bolle ding is een gewone Noordhoren. Met zulke bolle windingen zie je beslist niet vaak. De Noordhoren is op de Nederlandse stranden veel schaarser dan de wulk. Maar juist tussen de Wulken op Schiermonnikoog ligt toch regelmatig een Noordhoren. Ook een verwante soort, de Gekielde Noordhoren (Neptunea despecta) vind je hier soms. Als er massaal ‘Mesjes’ (Ensis leei) zijn aangespoeld wil daar nog wel eens een Noordhoren tussen liggen, of een stukje barnsteen.





    6 – Kleine boormossel (Barnea parva). Er zijn verschillende soorten Boormossels. Die zie je regelmatig liggen op de hele Nederlandse kust. De Kleine boormossel is daarvan de minst gangbare soort. Ze graven gangen in veenbrokken en oud hout. Op Schiermonnikoog brak ik een jaar geleden zo’n brok veen open. Daarin zaten diverse schelpen, waaronder dit fraaie doublet van de Barnea parva. Ook met restanten van (waarschijnlijk) een Paalworm (Teredo navalis).
    Kortom, er was en is weer heel wat te zien in de natuur, ook dicht bij huis.







In Nederland zijn meerdere organisaties en instellingen actief op het gebied van de natuur van het strand, schelpen en weekdieren. Regelmatig werken die samen om kennis te delen en toegankelijk te maken. Twee ervan wil ik noemen. Zie verder ook op het internet.
    - Strandwerkgemeenschap (SWG), zie ook www.strandwerkgemeenschap.nl/. De SWG geeft 5 X per jaar Het Zeepaard uit.
    - Nederlandse Malacologische Vereniging (NMV), zie ook www.spirula.nl. Gericht op de studie naar weekdieren: schelpen, slakken, zoetwaterweekdieren, enzovoort. De NMV geeft het fraaie blad Spirula uit.

Spirula? Wat is dat? Een Spirula (eigenlijk Spirula spirula) is een klein soort inktvis met een heel fraai schelpje. Zie de foto hieronder. Die komt niet van de Nederlandse kust, maar van Fuerteventura. Hij luistert naar de Nederlandse naam Posthoreninktvis.