Bij mijn nieuwe boek ‘Actief socialisme en vrijheid – Pleidooi voor hechtere linkse samenwerking’ roepen de titels al de nodige vragen op. Wil je de linkse partijen laten fuseren of op één hoop gooien? Binnenkort kun je lezen dat ik dat niet beweer.
En ook de vraag, gesteld door iemand die jaren geleden heel actief was en nu een stuk minder: ben je niet veel te optimistisch de wereld ‘nog’ te kunnen veranderen?
In de discussie zou je laatstgenoemde vraag ook kunnen omkeren. Kun je de hoogst noodzakelijke duurzame omwenteling en voor de toekomst voldoende voedsel, zorg, welzijn en woningen garanderen, terwijl het kapitaal en de macht in handen zijn van een kleine groep? Waartoe leidt dit dan?
Of een andere variant. Kunnen de biotechnologische, technologische en digitale ontwikkelingen sociaal en veilig worden toegepast en aangestuurd in een wereld waarin het kapitaal, de productiemiddelen, de wetenschap en de politieke macht ‘in handen zijn’ van slechts enkelen?
‘Actief socialisme en vrijheid’ gaat wel, expliciet, uit van een mogelijke sociale en economische ommekeer, zonder te beweren dat dit makkelijk realiseerbaar is. Eerder: de meest moeilijke vragen niet uit de weg gaan. Zonder precies te weten hoe dat moet, maar stellen dat daar permanent naar moet worden gezocht.
Deze vragen kunnen tot een actuele politieke discussie leiden, op allerlei manieren, ook lokaal, in buurten en wijken, net zo goed als in en tussen politieke en andere organisaties.
Het boek heeft aan het eind een kort hoofdstuk met een aantal mogelijke discussiestellingen. Enkele hiervan:
‘Een betere en socialere samenleving is mogelijk.’
‘Het volstaat niet wanneer tegenover het uitgebuit en onderdrukt worden, alleen maar ‘het niet uitgebuit worden’ staat.’
‘Wil men eigen culturen bewaren dan nog kan dat slechts in een totaal andere context dan die van het isolement.’
‘Een gesprek aangaan, ook dat kan helpen een grondslag voor socialisme te vinden.’
‘Bewustwording is belangrijk, maar niet toereikend.’
‘Is het voorstelbaar dat een stelsel onophefbaar is, dat het steeds maar doorgaat zowel de natuur als grote groepen mensen aan zich te onderwerpen?’
‘De grote machtsvragen die politiek van belang zijn, betekenen niet dat de kleinschalige en deelsuccessen minder belangrijk zijn.’
‘Het ideaal hoog houden, de basis ervoor zo sterk mogelijk maken.’
‘Proletariërs van alle landen, verenig je!’ (Karl Marx en Friedrich Engels, Het communistisch manifest)
Het gaat om stellingen waarover in de daaraan voorafgaande hoofdstukken argumenten zijn aangedragen. Hopelijk is het zo mogelijk een bijdrage aan kennis over macht en politiek te leveren, maar ook een praktische gezamenlijke inzet aan de orde te stellen.