vrijdag 7 september 2018
Hogere lonen en een heel algemene actie
Actie, staking, actie! Boeiend dat PO in Actie een heel logische stap bedenkt: werkers in collectieve sector moeten niet slechts alleen actievoeren, maar allemaal samen. De hele sector, de onderwijzers, de thuiszorgwerkers, de verpleegkundigen, de brandweer, de politie en heel het leger. Wie had het kunnen verzinnen?
Simpel, iedereen had het kunnen verzinnen, het is logisch, voor de hand liggend.
Had dat dan niet wat eerder bedacht kunnen worden? En waarom niet? Meer dan een tipje van de sluier wordt opgelicht in het interview dat FNV-voorzitter Han Busker een week eerder gaf (De Volkskrant, 1 september). Daarin schort het wat aan actielogica. Omdat de werkgevers het verdommen iets meer van hun winsten af te staan nu het hen goed gaat, en acties voor hogere lonen en goed vast werk nog maar mondjesmaat lijken te lukken, worden veel te ingewikkelde argumenten verzonnen, zo zelfs dat men erin verstrikt raakt.
Kern is dat als het moeilijker wordt dan gedacht, je lef moet tonen. Hoge looneisen zeggen ook iets – neen juist heel veel! – over het recht op werk en een sterke eigen positie van de werker binnen dat werk.
En wat doet de vakbond, te vaak, men stelt eigen eisen tegenover elkaar in plaats van gewoon naast elkaar. Dan ondermijnen ze elkaar. Een sterke positie in en over je werk drukt zich uit in vaste contracten én in een fatsoenlijk salaris. Een salaris dat omhoog moet gaan en niet naar beneden. Met een contract dat zekerheden moet bieden en de weg naar de uitgang moeten sluiten in plaats van wijd open te laten staan. Als je dat, en bijbehorende eisen, tegenover elkaar stelt, verzwak je enorm de eigen positie. Het hoort bij elkaar, dus knip niet alles in verpieterde brokjes.
Dus de eisen tegen flexwerk en hoger loon horen gewoon naast elkaar te staan. Dat is logica, een heel praktische. Eén die de ondernemers heel goed snappen, vaak beter dan de vakbond dat schijnt te doen. Als dat zo is kan dat heel helder zijn en leiden tot stappen vooruit. Zoals een algemene staking en acties in de hele collectieve sector organiseren.
Naast elkaar. Zo logisch dat PO in Actie nu zegt: in de hele collectieve sector moeten we ook gewoon de eisen stapelen, naast elkaar en op elkaar. Want alles hoort bij elkaar en wordt bedreigd door het integraal falende overheidsbeleid.
Klinkt dat egoïstisch? Niet als je het heel goed uit kunt leggen. Zelfs dat is nauwelijks nodig omdat de werker in de praktijk heel goed merkt dat een zwakke positie leidt tot zowel flexwerk en slechte werkomstandigheden als tot een laag loon. En aangezien de problemen in samenleving stapelen, zoals het gebrek aan werkers die het ‘vuile’ werk op straat, in de zorg of voor de klas voor zo weinig geld en met zoveel werkdruk nog willen of kunnen doen, is het allemaal heel begrijpelijk.
Dan is het dus ook logisch dat de vakbonden mee gaan doen met de nieuw aangekondigde grote brede acties. Niet in de kramp schieten en organisaties tegen elkaar uitspelen, niet traineren in vergaderingen over wie nu welke rol moet spelen of voorop mag lopen. Niet concurreren nu samenwerking nodig is.
Erkennen dat samenwerken moet en acties en stakingen nodig zijn. Dat de hoofdzaken van de strijd voor ieder dezelfde zijn.
Nieuwe bewegingen en organisaties met eigen initiatief en eigentijdse vormen zijn nodig. Bestaande organisaties blijven ook nodig. Omdat met de sociale media massa’s makkelijk op te trommelen zijn, maar de resultaten ook moeten beklijven. Beklijven in vastgelegde vaste contracten, gegarandeerde hogere lonen en sterke sociale regelingen.
Niet in de kramp schieten maar meedoen. In de collectieve sector moet meer worden verdiend, korter worden gewerkt, veel meer (mede)zeggenschap komen over het eigen werk en moeten de kinderen, de mensen die zorg behoeven en de veiligheid in de hele samenleving echt centraal staan. In alle hoeken en gaten.
Dat alles hoort op het kwaliteitsniveau dat in een ontwikkelde solidaire maatschappij past. Dat niveau is veel hoger dan wat nu in de praktijk bestaat.