woensdag 21 maart 2018

Taras Boelba en een klein inkijkje in onze ziel


Even los van het feit of er een ziel bestaat, intrigeert de vraag of we een inkijkje kunnen krijgen in dat wat zo genoemd wordt. Dan klinkt het gelijk een beetje raar: ‘De Nederlandse Ziel’. Tegenwoordig noemt men dat misschien eerder ‘De Nederlandse Identiteit’, maar is dat geen spelen met woorden?
    Neen, neem dan de ‘Russische Ziel’, daar wordt wel over gesproken, en anders wel door mij in dit stukje. Niet helemaal een onbekend thema. Ooit schreef ik, geloof ik, dat het lezen van de ‘Jeugdherinneringen’  van Maxim Gorki uitermate leerzaam is, wil je iets meer begrijpen van De Rus. Enig begrip op dat terrein is voor de Nederlander immers vrij moeilijk bereikbaar.

In de Russische literatuur is nog veel meer te vinden. Het zijn dan wel verhalen, sprookjes misschien, maar de terugkerende zelfde woorden lijken toch wel te duiden op iets wat er is. Of er zou moeten zijn.
    Pas las ik van de Oekraïense Rus (of omgekeerd) Nikolaj Vasiljevitsj Gogol het korte epos ‘Taras Boelba’. Inderdaad kort, iets meer dan honderd bladzijden, maar stervende helden vallen hier in overvloed. Daarnaast slechts twee vrouwen die beide rouwen.
    Het is het historische, maar niet geheel waarheidsgetrouwe verhaal van de Kozakken die strijden voor bezit en behoud van het grensgebied van Rusland en Oekraïne met Polen. Met historische opmerkingen naar de volkeren op de achtergrond, de Tataren en de Turken. Tijdstip? Zo’n beetje 1648, toen ‘wij’ de vrede van Münster hadden, maar het aldaar nog duidelijk oorlog is.

De voornaamste held, die dus het laatste sterft, is Taras Boelba, Kozakkenhoofdman die zijn beide zonen dramatisch verliest. De jongste zoon nadat hij als held overloopt naar zijn grote liefde, helaas aanwezig in de stad van de vijand, zodat Tara Boelba niets beter weet te bedenken dan deze verrader in de oorlog direct te doden. Liefde overwint veel, maar niet alles.
      Zijn andere zoon, net zo heldhaftig, wordt gevangen genomen en door de Polen ter dood gebracht. En daarom zorgt Taras Boelba ervoor dat alles in de Poolse invloedssfeer dat kapot kan, inclusief de aldaar actieve joodse handelaars, in vuur en vlam wordt gezet.
      Tot hij zoveel tegenkrachten heeft opgeroepen, dat zijn eigen einde wel nabij moet zijn. Dat is het noodlot van de wraak, die zó uitvergroot moeilijk nog anders kan eindigen, een heldendood.

Oude verhalen, slechts geschiedenis en deels nog verzonnen ook. Bij de Russische schrijvers spelen standaard de emotionele bewoordingen, de taal van de ziel. Woorden die terugkomen. Dus de Rus en de Kozak, en ook echt wel de Polen, zijn hard, gewelddadig en heel sentimenteel tegelijk. Ze zijn naijverig, zelfzuchtig en daarmee ook wraakzuchtig. Ze zijn lichtgeraakt en toch zulke stoere binken.
      Ze ontkennen de cultuur terwijl in deze boeken toch altijd ook weer een prachtige gedetailleerde natuurbeschrijving onverwacht opduikt, zoals: ‘De lucht was gevuld met gefluit uit duizend verschillende vogelkelen.’ (p. 280) Vredig gewoon: ‘Verduiveld nog aan toe, steppen, wat zijn jullie mooi!’

Bovenal, de helden doen het niet alleen voor Rusland, maar voor God zelf. De wil om moslims, de muzelmannen te vernederen is enorm. Dat moet gewoon. Alsof God zelf vertelt heeft dat de Kozak voor de wraak moet zorgen, omdat die het beter kan dan deze God. De som van alle wraakzucht, het idee tekort te komen, de ander niets te gunnen, de daarop volgende tegenslag, de oppepper van nog meer wraakzucht, alles wordt geheiligd. Wat een geweld.
      ‘Moet kunnen’, zou je zeggen, de tegenspraak van sentimentaliteit en hardheid moet voor een God oplosbaar zijn, dat weet je wel, dus mag de mens zich er wel van bedienen. Onsterfelijke zielsverwantschap is ook nog een ware Kozakkenkracht, een beetje verwantschap met God zal de mens dan toch ook wel hebben?

En zo te sterven, wat een vreugde: ‘Ik vind het niet erg om de wereld te verlaten. God geve iedereen zo’n einde! Moge het Russische land tot het einde der tijden worden geroemd!’ (p. 357). Los nu van alle wraakzucht en mannetjesputterij, het sterven voor het heilige orthodoxe geloof is de ware verlossing.

Inderdaad, het is een prachtig verhaal, veel mooier dan de korte aardse greep hier. Een verhaal dat veel inzicht geeft in de voor ‘ons’ zo vreemde dingen van de Rus. De Nederlander snapt er weinig van, lees dus die Russen.
    ‘O ja’, er zijn vandaag verkiezingen. Steeds meer zelden gehoorde uitspraken vullen al wekenlang de Nederlandse ether en hoor je zelfs op straat. Het lijkt warempel het oude Rusland wel, die afkeer van het vreemde, de afgunst voor wat ‘vreemden’ hebben. Er zijn ‘politici’ die elkaar de maat nemen wie de immigrant het flinkst durft haten. Begrijp je het nog een beetje? Een waar inkijkje in de Oud Hollandse ziel?






Het prachtig geschreven verhaal Taras Boelba, hier een beetje eenzijdig leeggeplukt, lees je in: N.V. Gogol, Verzamelde werken, deel 1, Avonden op een hoeve nabij Dikanka (en andere verhalen), Uitgeverij G.A. van Oorschot, Amsterdam 2012.